We stapten voor het eerst de hele tijd in Spanje. Dat is echt wel anders dan in Frankrijk. De Compostelaweg wordt natuurlijk almaar drukker (al viel dat in deze koude aprilmaand erg mee). Maar er zijn, in onze beleving, ook andere plussen en minnen van het Spaanse caminowandelen.
Eerst de minnen (dan kunnen we positief eindigen):
-het contact onder Compostelagangers wordt wat minder. Dat komt door de grote taalkundige verscheidenheid, maar nog meer doordat de van gezelligheid houdende wandelaar dikwijls plaats maakt voor de nogal gefixeerde stapper, die nu meestal in één reis tot Compostela wil. Rond 7 uur is die de deur uit, ontbijten doet hij of zij wel ergens onderweg.
-de camino loopt geregeld vlak bij drukke wegen, zelfs autowegen. Dat komt blijkbaar doordat je meestal op het eeuwenoude pad zit. Dat volgde natuurlijk de vanuit het landschap makkelijkste route en daar precies kwamen later natuurlijk ook de wegen voor autos te liggen.
-bijna alle kerken langs het pad zijn gesloten. Ondertussen maakt een speciaal wandelaarsgidsje van de Junta de Castilla y Leon, gratis uitgedeeld, je waterachtig voor wat voor kunstschatten er achter die gesloten deuren te bewonderen zijn.
-zo lekker als in Frankrijk eet je in Noord-Spanje dikwijls niet. (Maar de pintxos (tapas) zijn, zeker in de steden, wel héél lekker.)
De plussen:
-de camino is praktisch altijd een comfortabel pad, niet al te hard, zodat het heel goed bewandelt.
-maaltijden zijn zeer goedkoop: voor 9 à 12 EUR vind je op het pelgrimscircuit een heel behoorlijke driegangenmaaltijd, met water en wijn erbij.
-in elk dorp, hoe klein ook, vind je wel een cafeetje, meestal ook een winkeltje
-hier voel je op alle mogelijk wijzen de eeuwen geschiedenis van de camino: stadjes en dorpen zijn gewoon naar doortrekkende pelgrims gemaakt. Er is, voor wie van oude kunst houdt, meer moois te zien op weinig wandelafstand.
Met het weer hadden we echt tegenslag: de kou was ongewoon, er waren overstromingen in het nieuws. Maar de toevalligheden van het weer erbuiten gelaten: op de Castillaanse hoogvlakte komt de lente laat. We misten, eens Navarra uit, het ontluiken van de lente waar we op de verschillende vorige apriltochten altijd van genoten hebben.
Al hielden we het rustig en veroorloofden we ons drie rustdagen, we zij toch een flink stuk opgeschoten. We legden, op een halve km na, 230 km af. In totaal zijn we nu 2319 km ver. Daarvan hebben we 1060 km gestapt en 1250 km gefietst. We hebben nog zon 500 km te doen. (Wie van bij ons langs de kortste weg naar Compostela trekt, doet daar ongeveer 2350 km over.)
In het najaar trekken we weer verder, stappend langs de Camino frances, zeker tot Leon. Misschien maken we verderop nog wat kronkels, dat zien we dan weer.
De blog ligt weer voor een hele tijd stil.
Hier volgen nog wat foto's van mooie plekken van het eerste deel van deze tocht:
* van de 1ste (van dit traject) / 77ste (in het totaal) reisdag: een helleborus langs de weg
* van de 2de / 78ste reisdag: een textielwinkeltje in Puente la Reina (waar we nog handschoenen kochten (die Marina vervolgens kwijt raakte))
* van de 3de / 79ste reisdag: de camino bij het dorpje Cirauqui
* van de rustdag in Estella: mucho mucho Spaans: San Miguel in het barokke hoofdaltaar
* van de 4de / 80ste reisdag: nat op het pad tussen Estella en Azqueta
* van de 5de / 81ste reisdag: groengrijze tinten van de olijfbomen op een sombere dag
* van de 6de / 82ste reisdag: wijngaarden achter de rozemarijn
* van 7de / 83ste reisdag: een romaans kapiteel van het pelgrimshospitaal San Juan de Acre: een konijn wordt door een leeuw gegrepen, maar slaagt erin nog enige humor in de zaak te vinden.
Hier nog wat foto's van mooie plekken of wat bijzondere momenten van het tweede deel van deze tocht:
* van de rustdag in Nájera: een hondje, teken van trouw, op een van de koningsgraven in het klooster Santa Maria la Real
* van de 8ste / 84ste reisdag: wijngaarden met de Pico San Lorenzo op de achtergrond
* van de 9de / 85ste reisdag: Santo Domingo en de kippen, zoal afgebeeld aan het gewezen Convento de Santo Domingo
* van de 10de / 86ste reisdag: het jonge graan en een verre Compostelaganger
* van de 11de / 87ste reisdag: het interieur van de kerk van San Juan de Ortega
* van de 12de / 88ste reisdag: een vrolijke muurschildering in Cardañuela Riopico
* van de 13de / 89ste reisdag: ooievaars op de kerk in Castañanes
* van de dag in Burgos: een Sint-Jakobsbeeldje in het kathedraalmuseum
Wil je graag op de hoogte gebracht worden wanneer de blog weer in werking gaat en gebeurde dat tot nu toe niet?
Laat dan gewoon even je e-mailadres weten. Dat kan via "reacties" hieronder.
In Burgos is alles er plots: winkels, veel mensen, zeer verzorgd en toegankelijk erfgoed, leven in allerlei vormen. En: langs de overal verspreide pleinen en de verbindingsstraten - Burgos is ontstaan uit een aantal aan mekaar gekliederde dorpen (burgos) - is het moeilijker je weg te vinden dan langs de Camino.
We nemen de tijd voor een uitgebreid ontbijt met uitzicht op de schitterende kathedraal. Ook het interieur is ongezien. Er komt zoveel op je af aan gotiek, renaissance en nu eens in verhouding wat minder barok, dat je zelfs als oprecht cultuurminnaar na een uur of anderhalf je appetijt voelt minderen. Het schitterendst is de centrale koepel, waarbij zelfs Filip II , die bij ons geuzen liet uitmoorden alsof het niks was, lyrisch werd: "Hij lijkt niet door mensen, maar door engelen gemaakt", zei hij. En hij had gelijk.
Hoe het kan, weten we niet, maar tussen de vele mensen komen we drie keer James tegen. We leerden die sympathieke Engelsman, naamgenoot van Sint-Jakob, onderweg kennen. We spreken hem eerst bij een sapje, dan in het Castillo en tegen de middag nog eens. Bij zo een derde ontmoeting drink of eet je dan toch iets samen? Zo doen we het.
We bezoeken ook het Monasterio de las Huelgas met z'n schitterende kloostergang, aan de rand van de stad.
We eindigen in de Iglesia de San Nicolas. Uitbeeldingen van die heilige vallen natuurlijk zelden tegen, maar het intrigerendst is hier een eenvoudige gebeeldhouwde figuur, de kop van een waterspuwer blijkbaar. Die ligt onder een rooster in de vloer, niet eens zo diep, en enkele mensen proberen een muntje juist in de geopende mond te laten vallen. Het mislukt grandioos. Het lijkt Paul een makkie: je kan er vlak boven, dus moet je toch maar gewoon de zwaartekracht haar werk laten doen? Een muntje dus - ernaast. Een tweede, derde en dan ook nog maar een vierde muntje - telkens ernaast! Nu alleen nog met een muntje van 1 cent, maar het moet lukken! Weer een muntje - ernaast. Zoiets simpels niet kunnen is erg. We vinden de oplossing: we wandelen later sowieso verder vanuit Burgos; we brengen dan een hele hoop muntjes van 1 cent mee en gaan door.
Moet je als Compostelaganger immers niet weten dat dingen soms gewoon wat tijd nodig hebben, en dan toch wel kunnen lukken??
Over een vijftal dagen zetten we nog een beperkt aantal mooie foto's op de blog.
Van Cardanuela Riopico tot Burgos: de wandelsticks afspoelen
In Spanje vertrekken Compostelagangers vroeg in de morgen. Wie in een trekkersverblijf logeert, privé kamer of niet, moet daarin mee. Dat maakt de kordate uitbaatster van ons verblijf ons wel heel duidelijk, wanneer ze klokslag 8.30 uur de borden onder onze neus wegneemt en op onze verbaasde blik iets als "E la hora!" zegt. Het voordeel is alleszins dat we vroeg op weg zijn, zo geraken we kort na de middag in Burgos.
Vandaag is er plots geen wolk meer te bespeuren. Het gaat naar 15 graden in de schaduw. Al vlug steken we de autoweg over, dan kiezen we voor de zuidelijke "rivierroute" om Burgos binnen te wandelen. Die komt maar langs 1 dorp, Castanares, waar weer ooievaars present zijn op het kerktorentje.
We steken de Rio Arlanzon over, eerst niet veel meer dan een beekje. Een aantrekkelijke weg, 7 km ononderbroken in het groen van de zuidoever, leidt ons de stad in. Er zijn hier veel stedelingen op wandel en er wordt ons geregeld "Buen Camino!" gewenst.
Even voor het oude stadsgedeelte in zicht komt, spoelen we onze wandelsticks af in de rivier. We kunnen langs de magnifieke Arco de Santa Maria de stad in. Maar eerst trakteren we onszelf aan de promenade buiten de stadspoort, met haar vele platanen, op een sapje op onze aankomst. Zo'n vers geperst sinaasappelsapje is waarschijnlijk nergens zo lekker als in Spanje. Oef, samen nog even bekomen op een bank, zover zijn we weer.
We zetten vandaag de laatste 20 381 stappen van dit traject. Dat is goed voor 14,5 km.
Van San Juan de Ortega tot Cardanuela Riopico: mos en stenen
Het gaat niet boven de 10 graden en zon zien we ook niet, maar de etappe die we vandaag lopen, is de mooiste van ons tweewekentraject.
Vraag van de dag: slaat die "oca" uit "Montes de Oca" waar we doortrekken nu op ganzen - in het restaurantje van gisteravond stond opvallend een oud ganzenbord ten toon - of op eikenbossen, zoals iemand ons vertelde? Een smal pad leidt ons kilometers lang door schrale eikenbosjes. Aha, nu is het duidelijk: "oca" slaat op eikenbossen. Van de lente geen spoor, maar wie van zilvertinten en van mossen houdt, heeft hier veel te bekijken.
We zijn noodgedwongen vertrokken zonder te ontbijten, maar doen dat, zoals veel Compostelagangers, dus na een uurtje stappen, in het dorpje Ages. Er volgt mooi weidegebied, met de eerste runderen die we in Spanje zien en dan: een ganzenbord, in stenen in het gras gelegd. Wat verder: nog een, en nog een. Zijn die "oca" dan toch ganzen en geen eiken? Of als we nu eens ophielden zoiets te willen weten, en gewoon maar stapten ..?
De Camino wordt zeer stenig. Hij trekt ons nog even tot tegen de 1100 m, aan het houten kruis op de Sierra de Atapuerca. Voor ons verschijnt Burgos al, dat het eindpunt moet worden van dit stuk Compostelatocht.
We stoppen vandaag in Cardanuela Riopico. We zijn vroeg en kunnen in ons wandelaarshotelletje veel Compostelagangers na ons zien binnensijpelen, sommigen eindeloos veel flinker dan wij. Op de trap komt Paul een reus van een vent tegen. Hij staat als versteend op de overloop. Hij vraagt Paul of hij Frans spreekt, zegt na bevestiging een en ander in het Spaans, steunt zwaar op Paul en vecht zich voet voor voet verder de trap op. Even verder ziet hij Marina, tot wie hij een zwierig " Bonjour, mademoiselle!" richt. Dat zijn pas de echte Compostelagangers, vindt Marina.
Wijzelf houden het bij, ocharme, 19 597 stappen, goed voor 14 km.
Van Villafranca Montes de Oca tot San Juan de Ortega: de modder overwinnen
Vandaag moeten we een bergrug over van 1150 m , de Puerto de la Pedraja. Dat klinkt als een hoogte overwinnen, maar het valt best mee: nauwelijks 150 m stijgen langs een gemakkelijke, soms zelfs ultrabrede weg. Er valt vooral roodachtige modder te overwinnen. Die is veroorzaakt door de vele regen van de voorbije weken. Vandaag motregent het van 's morgens tot een stuk na de middag, terwijl de koude wind ons in het gezicht slaat. De eindeloze graanvelden maken plaats voor een heideachtig landschap.
Op de hoogte staat een monument en vlakbij ligt een massagraf. In de Spaanse burgeroorlog werden hierboven meer dan 100 republikeinsgezinden door Francogezinden gefusilleerd. Op initiatief van de familieleden werd enkele decennia geleden naar de doden gezocht, en ze werden gevonden. Om even stil van te worden.
Even verder kunnen we bekomen waar een dame een rustplaats heeft ingericht waar je voor een "donativo" een drankje krijgt uitgeschonken. Sint-Jakob is er helemaal voor!
Al snel dalen we af naar San Juan de Ortega, naar een discipel van Santo Domingo genoemd. Zijn gotische grafmonument is bijzonder mooi, maar uiteindelijk liet men hem in zijn eerste, eenvoudige tombe liggen. Net als zijn leermeester liet hij pelgrimsverblijven bouwen. Zo werd hij de patroon van de architecten en ingenieurs. Hij wordt ook aanroepen door vrouwen die maar niet zwanger geraken. Dat is een combinatie die je misschien niet direct zou verwachten, maar langs de Camino kan veel.
We houden het vandaag bij 18 482 stappen, goed voor 13 km.
Van Viloria tot Villafranca Montes de Oca: elke stap een beetje hoger
Jongens, jongens, elke dag opnieuw wordt er goed weer voorspeld vanaf de volgende dag, ondertussen blijft de zonneschijn heel schaars. Onze gastvrouw in Viloria klaagt: zo komt het pelgrimsseizoen maar moeizaam op gang. Ze telt altijd het aantal stappers als ze naar het 8 km verder gelegen Belorado rijdt, en het waren er nu 30. Eens het seizoen loopt, moeten het er 70 zijn. Voor ons is het best!
Belorado heeft een mooi marktpleintje, waar platanen erop staan te wachten om groen te gaan worden. Aan het Clarissenklooster houdt een metalen pelgrim de wacht. Tussen de snel mekaar opvolgende dorpen is er groen genoeg: jong graan, jong graan, jong graan.
Zoals de voorbije dagen stappen we weer zo'n 150 m meer de hoogte in. Zelfs nu we tegen de 1000 m komen, blijft dit landbouwland, geen bergland. We komen langs Tosantos, waar de mooie dorpskerk gesloten blijkt. We houden het maar bij een verre blik op de kluis van Nuestra Senora in de rotsen. Andere dorpjes van nog geen 100 inwoners volgen. Eindpunt is Villafranca aan de Montes de Oca, een niet al te hoog gebergte dat we morgen over moeten om de hoogvlakte van Burgos te bereiken. Montes de Oca betekent "ganzenbergen". Wie weet wordt de betekenis ons morgen duidelijk?
We zetten vandaag 28 775 stappen, goed voor 21 km.
Van Santo Domingo de la Calzada tot Viloria: de Rioja uit, Castilie in
Zonder dat dat zo voorzien was, lopen we vandaag in de sporen van de heilige Domingo: van de plaats waar hij een pelgrimshospitaal begon naar het dorpje van nu 70 mensen waar hij geboren werd. We kruisen de rivier waar hij een eerste brug liet bouwen en lopen langs het pad waar hij de rovers liet verjagen.
Dat werk zou nog eens mogen worden overgedaan. Gisteren betaalden we, even een alternatieve weg volgend, in een boerencafe 3 Eur voor de koffies ipv de overal geldende 2,40. 's Avonds rekende men ons de bij het standaardmenu horende fles "jaarwijn" , die we door een betere lieten vervangen, toch nog aan, vanmorgen telde men in een winkeltje plots 1 Euro per klein flesje water ... De pelgrimsrovers zitten niet meer tussen de bosjes, maar zijn duidelijk present.
Gelukkig staat daar het wat bijzondzre gevoel onder Compostelagangers tegenover. In Granon, weer zo'n typische plaats aan de Compostelaweg met een lange rechte hoofdstraat doorheen twijfelt de elektronische thermometer tussen 7 en 8 graden. Maar we vinden er veel gezelligheid in een pelgrimsbar. Toch oppassen dat het zo geen halvelingse kroegentocht gaat worden.
Wat verder komen we in Castilie. Klinkt ver,he, als je er met eigen benen geraakt bent?
Al vlug verschijnt Redecilla del Camino, het eerste Castiliaanse dorp. De 12de eeuwse doopvont stelt er het hemelse Jeruzalem voor.
Al rond 3 uur komen we in Viloria met zijn vele huizen en kerkje in vakwerk. Als hzt waar is, komt er morgen beter weer aan.
We zetten vandaag 21 137 stappen, goed voor 14,5 km.
Van Najera tot Santo Domingo de la Calzada: kippen in de kerk
Op dit dagje stappen we nog de hele tijd door de Rioja. De regen is plots geweken, we krijgen zelfs veel zon. Eens we op de hoogte boven Najera zijn, zien we de bergen, vers besneeuwd, oplichten in de verte. Een schitterend gezicht!
We wandelen 6 km tot Azofra, dat over twee strategisch gelegen cafeetjes (voormiddagkoffie), een winkeltje (picknickbrood) en een apotheek blijkt te beschikken. En zelfs - nooit gezien - over een apotheekautomaat. Die biedt alles wat de Compostelaganger zich kan dromen: blarenpleisters, nagelknippeetjes, oordoppen voor wie in een slaapzaal overnacht en zelfs het nodige voor pelgrims die 's avonds nog energie overhouden voor heel andere dingen dan een gebed.
Het kan eigenlijk moeilijk, maar met het betere weer lijkt ook het aantal Compostela-gangers wat toe te nemen: wanneer je een stuk voor en achter je kijkt, zijn er altijd wel andere wandelaars te zien. Vooral de Commonwealth, Korea en Duitsland zijn goed vertegenwoordigd, maar eigenlijk komen we op de Camino de hele wereld tegen.
We komen op tijd aan in Santo Domingo de la Calzada, genoemd naar de heilige die hier 1000 jaar geleden een pelgrimshospitaal bouwde. De wonderverhalen over hem zijn talrijk. Het mooiste is dat over een kip zn een haan aan het spit die hij weer tot leven wekte om een onschuldig gehangene te redden. Als herinnering worden in de schitterende kerk al eeuwen een kip zn een haan gehouden. De beestjes worden om de 2 weken vervangen en lijken zeer gelukkig.
Dat laatste geldt ook voor ons, nu de weersverwachting positief is omgeslagen. We zetten vandaag 29 569 stappen, goed voor 21 km.
Goed dat we juist deze dag voorzien hadden om even te rusten , want het regent letterlijk de hele tijd.
Najera is ooit de hoofdstad van Navarra geweest, maar dat is bijna 10 eeuwen geleden en je ziet het er niet meer aan. Ons cultureel programma zit dus ruim in de tijd. Begmlinnen met een voormiddag-"cafe con poco poco leche" dus vooraleer we de abdij Santa Maria la Real bezoeken.
Die is de moeite waard: sierlijke bogen in de kloostertuin en een typisch Spaans barok hoogaltaar met een kruis uit de Zuidelijke Nederlanden - kunnen we niet tegen zijn. Een altaarstuk van Memlinc werd later terug verkocht wegens te sober, aan het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen - kunnen we zeker niet tegen zijn. Echt mooi is het pantheon van de Navarrese koningen. Niemand wordt blij van de kindermoord in Betlehem op een graftombe, maar ze is wel treffend uitgebeeld.
De middag verdelen we over 3 cafeetjes voor telkens een pintxo. Winkels en museum gaan pas om 5 uur weer open, kan je dan anders dan een vijfde cafeetje opzoeken?
's Avonds maken we de liederlijke dag weer goed met pelgrimsmis, pelgrimszegen en onze belofte dat we nu zonder rustdagen tot Burgos proberen te lopen
Van Navarrete tot Najera: wijnstokken in de Spaanse nevelen
Na "Spaans" is "nevelen" niet het woord dat je het meest verwacht en voor "nevelen" evenmin "Spaans". Maar is een Compostelatocht er niet om te verrassen en te verwonderen, om iets anders in petto te hebben dan het domme stereotype?
Het begint al in het eenvoudige trekkersverblijf waar we een kamer hebben: een haardroger of "secadora " is er nog niet, zo zegt de uitbater. Wanneer we kort na ons vertrek de 12de eeuwse kapitelen van van het verdwenen pelgrimshospitaal bewonderen, snappen we het beter. Hier wordt getoond hoe Compostelagangers hun haar wel aanpakken: gewoon deskundig uitknijpen! Ook hoe pelgrims hier eten wordt treffend uitgebeeld: met een glas Riojawijn erbij.
Die Riojawijn wordt al eens de beste Spaanse rode wijn genoemd. En hoe wordt die hier het meest geschonken? Opdientemperatuur overal waar we er bestelden: zoals bij een pint bier.
Nog zo een als laatste: Spanje geldt als een traditioneel zeer katholiek land. In Frankrijk daarentegen gelden al eeuwen de "valeurs de la republique". In welk van beide zie je als wandelaar zo goed als geen kappelletjes of wegkruisen? In Spanje. Als er al eens zoiets staat langs de camino, dan is het omdat een wandelaar er daar het bijltje definitief bij heeft neergelegd.
Ook vandaag zien we weer zo een gedenkplaat voor een landgenoot, een dame dit keer. Onze tocht leidt - en dat is dan weer niet verwonderlijk - door eindeloze wijngaarden, allemaal al netjes bijgesnoeid en zelfs geploegd. Een stukje autoweg volgen lijkt ook bij het Spaanse Compostelapad te horen.
Het is met een graad of 8. 9 te koud om veel te stoppen, geen wonder dat we al in de vroege namiddag in het stadje Najera aankomen.
Hier laten we morgen spieren, gewrichten en al wat er zo bijhoort een dagje rusten.
We zetten vandaag 24 665 stappen, goed voor 17,5 km.
Gekleed met de nodige laagjes over mekaar - onderhemd, hemd, pull, jasje, regenjasje -stappen we langs een oude stadspoort Viana uit. Al vlug verschijnt in de verte de grotere stad Logrono. Na zo'n anderhalf uur werpen we nog een blik op Navarra achter ons, stappen we de ' Comunidad de Rioja' in en de brede Ebro over.
In Logrono geeft een bord 9,5° aan. Na een kort kathedraalbezoek gaan we dan maar geen brood kopen voor een picknick, liever proeven we in de Calle Laurel enkele lekkere tapa's (met dank aan Luc voor de tip). Natuurlijk gaan we ook langs de Santiagokerk, met een weer zo druk in de weer zijnde Sint-Jakob dat de hoofden van de Moren in het rond vliegen. Maar echt bijzonder is hier een 'paasgrafje', bijna zoiets als een kerststalletje.
Het levendigst zijn in Logrono de winkelstraten in de uit woonblokken bestaande moderne stad. Langs een voetgangersbrug stappen we een kilometerslange weg op, eerst door parken, later door een groot vrijetijdsgebied. Een traject als vandaag, een grote stad in en daarna weer uit, heeft bijna uitsluitend verharde weg en is niet mooi. Maar ze hebben hier echt wel hun best gedaan voor de Compostelagangers.
Nog wat autowegen kruisen, zelfs even volgen. Vanop een hoogte blikt een reusachtige stier naar ons. Met flink koude neus en handen komen we in Navarete aan. Een flink traject!
's Avonds in het dorpscafe bestelt Paul in wankel Portugees met wat Spaans haar erop de nodige hapjes. Een man naast hem zegt dat hij meteen het Italiaans accent herkent, hij is immers zelf Italiaan... Hoe een germanist in een romaanse knoop kan geraken.
We zetten vandaag 31 971 stappen, goed voor 22,5 km.
We verlaten Los Arcos langs een breed aangelegde landweg. Het weer is somber en fris, maar bijna volledig droog. Stroken wijngaard en jong graan wisselen mekaar af, met geregeld een olijfboomgaard ertussen: bruin, felgroen, zilvergroen. Het pad is geel en we zullen het de hele dag voor en achter ons zien, dikwijls kilometers ver, net als in ' De tovenaar van Oz'. Afwachten of we ook bijzondere figuren zullen ontmoeten. Langs de Camino is dat niet onmogelijk.
Een andere Compostelaganger haalt ons luid zingend in: " Yo soy peregrino, yo soy caminante". Bij een koffie in Sansol toont een wandelaar ons zijn pasje van 'ambassadeur' van de Navarrese Compostelavereniging en geeft ons allebei een zakje met een houten kruisje in T-vorm. Een kleine gift van ons wordt resoluut geweigerd.
Tegen de middag zien we Torres del Rio voor ons. Het is net warm genoeg om te kunnen picknicken, dus doen we dat even verder.
Na de middag gaat het nog een drietal uren over het nu aanhoudend stijgende of dalende gele pad. Toch wel vermoeiend! Kort nadat we de eerste agave op onze tocht hebben gezien, keert het weer. We kunnen Viana, ondanks zijn monumenten een wat verpauperd stadje, in de stralende zon binnenstappen. Buiten het portaal van de Santa Mariakerk ligt Cesare Borgia begraven. Men wou zo een schavuit niet binnen de kerk, naar het schijnt. Wijzelf raken de kerken langs de Spaanse Camino ook maar zelden in, zou dat iets betekenen?
We warmen ons maar op aan de mooie gedachte op het papiertje dat in het zakje van de 'ambassadeur' zit: " Denk eraan dat je, als je deze aarde verlaat, niet zal kunnen meenemen wat je gekregen hebt, maar alleen wat je gegeven hebt."
We zetten vandaag 26 065 stappen, goed voor 19 km.
Van Estella tot Los Arcos: met werkhandschoenen de dag door
Aan het ontbijt vertelt Andre, de Compostelaganger die in hetzelfde verblijf logeert, welk 'ongevalletje' hem overkomen is. Hij had, alle aanbevelingen volgend, het gewicht van zijn rugzak precies afgestemd op 1/10de van zijn eigen gewicht. Zijn vrouw had gehoord van het neerleggen van een steen, symbool van een persoonlijke zorg, op de Cruz de Ferro-pas en bracht hem nog een kleine steen. Dan volgden zijn drie dochters, ook twee pleegkinderen en ook nog 2 nichtjes. En zo ging h8et gewicht met een kilo omhoog. Wat zijn wij gelukkig dat vrienden ons nooit meer vragen dan een kaarsje te branden!
Toch volgen ook voor ons wat ongelukjes. Paul raakt met zijn wandelstick in een grondrooster en direct schuift de rubberen dop eraf. Die blijft, gelukkig, goed zichtbaar liggen in het blijkbaar met vuil volgetorende rooster. Het deksel zit muurvast. Dan maar vissen. Geen verheffende bezigheid, maar het lukt! Marina is dan weer haar handschoenen kwijt. Dus zoeken we er nieuwe, onder meer in de shop van een tankstation. Geen handschoenen, wel ... werkhandschoenen. Dan zo de kou maar mijden!
We hebben inderdaad een heel frisse dag, met in de voormiddag almaar forse regen, later koude wind erbovenop.
Van Estella zijn we al vlug in Irache, waar voor de Compostelagangers een wijnbron voorzien is. Wie ooit krachtig en vitaal in Compostela wil geraken, moet hiervan drinken, zo luidt het. Paul offert zich dan maar op.
We komen aan Villamayor de Monjardin, met zijn indrukwekkende burcht op de bergtop. Hier kunnen we in een bar lekker opwarmen naast de kachel.
Gelukkig blijft het vanaf de middag droog. Nu nog een 12-tal km tot de volgende plaats, Los Arcos. Een breed en tamelijk zacht pad - de Spanjaarden laten je niet over asfalt lopen, zoals de Fransen - leidt ons door een uitgestrekte vallei. Wat eentonig, maar aantrekkelijk, zelfs bij dit weer. Zo groen als dit Spanje is zelfs Ierland niet.
Om half vijf zijn we bij de Santa Mariakerk in Los Arcos. Nu eerst goed opdrogen!
We zetten vandaag 29 268 stappen, goed voor 21 km.
Het stadje Estella is beduidend geworden doordat de Compostelaweg er langs loopt en dus een goede stopplaats.
Op deze zonnig-frisse dag nemen we eerst de tijd om het timpaan van de kerk Santo Sepulcro te bekijkenz: onderaan het Laatste Avondmaal, bovenaan Christus' dood.
Hoewel het stadje in zijn geheel zeker niet ongeschonden is, volgt dan een flinke schep romaanse kunst: het paleis van de koningen van Navarra en de burchtachtige kerken San Pedro de la Rua en San Miguel. Met de vrouwen bij Christus' lege graf, in Michiels gezelschap, blijven we daar nog even in de sfeer van Pasen. Op een ander tafereel doorsteekt hij naar gewoonte de duivelse draak, om daarna de zielen te wegen. Abraham, met de zielen der gelukzaligen in zijn schoot, kijkt toe. Wij ook.
Wanneer we op de kaart zagen hoe onze 79ste dagetappe zich rond de autoweg slingert, en we er vijf keer over of onderdoor zouden fmoeten, verwachtten we niet veel goeds. Zou dit een dagje beton worden met een sausje van autogeraas? Het valt enorm mee. We zien de autoweg telkens maar even en doordat er nauwelijks auto's op rijden hoor je hem niet. We lopen het grootste deel van de dag zelfs door een schitterend landschap: fraaie vergezichten en tinten van grijs, felgroen van het jonge graan en wit van de vele meidoorns, die zich massaal van bloeimaand vergissen.
Meest opvallend is hoe vliegensvlug de stijl en sfeer van de dorpen verandert: bij Cirauqui, het tweede dorp voorbij Puente la Reina, lijkt het bijna alsof je een plaatsje in Puglia of Zuid-Spanje nadert. Ongelooflijk dat het er 15 dorpen en 50 km terug, in Baskenland, nog bijna Zwitsers uitzag!
Even voorbij het dorp stappen we over een praktisch ongewijzigde Romeinse brug, vervolgens enkele km over een pad uit diezelfde tijd. Die Romeinen voorzagen zelfs al een ononderbroken streep op het midden van de rijweg...
Er worden 'buenos vibraciones' aangekondigd en inderdaad: tegen een vrijwillige gift mogen we ons van een drankje en koekje voorzien en in een voor verpozing aangepaste olijfboomgaard een plekje zoeken. We zijn hier niet alleen!
In Villatuerta bekijken we de Verrijzeniskerk, robuust als een fort, zoals bijna alle kerken hier. Niet veel later zijn we in Estella.
Van het thuisfront (ons nichtje Kathleen) hebben we vernomen dat koning Filip zich ook al op het Compostelapad begeven heeft, hij loopt zelfs maar 4 dagetappes voor ons. We gaan toch maar geen inhaalpoging wagen. Erger nog, we permitteren ons een rustdagje in het mooie Estella.
We zetten vandaag 31 795 stappen, goed voor 22 km.
Van Muruzabal tot Puente la Reina: een iconische plek
In onze trekkers-B&B worden we al om half zeven wakker. We horen het ochtendlijk gestommel van de vijf Koreaanse dames die ons bij het avondeten vrolijk met eindeloos geslurp en gesmak hadden verrast. Aan het ontbijt wensen we mekaar 'buen camino'.
Niet lang na achten zijn we de deur uit, voor een heel korte etappe nochtans. Maar we proberen op de middag in ons hotelletje te zijn. We maken een ruime boog om het kleine ronde kerkje van Santa Maria de Eunate te gaan bekijken.
We willen er, zoals velen volgens onze gids, "genotvol twee of drie keer blootvoets en zwijgend rond stappen om de kracht van deze plaats te voelen". De romaanse kerk is echt bijzonder, maar toch valt het wat tegen: kerk en domein kunnen pas vanaf half elf betreden worden. Dat is anderhalf uur wachten - te veel voor ons.
Dan liever de natuur langs het pad bewonderen. Zijn dat nu paddenstoelen of andere planten?? Al snel zien we Obanos liggen. Daar stoppen we even bij het monument waar de Camino Aragones zich, als laatste, bij onze route voegt. Vanaf nu tot Compostela is er maar een enige en echte Camino Frances meer.
De berg aflopend richting Puente la Reina zien we voor het eerst aanplantingen van olijfbomen. Het plaatsje is in de vroege middeleeuwen als pelgrimsstadje ontstaan. Drie parallele straten leiden er naar de 110 m lange brug over de Arga , die het stadje zijn naam gaf. We bewonderen o.m. de Sint-Jakobskerk met het meer dan levensgrote Sint-Jakobsbeeld. Op de brug speelt Paul fotograaf voor een Amerikaans paar dat bereid is voor ons hetzelfde te doen. We denken terug aan Lyon, waar op het Sint-Jakobsmozaiek twee figuurtjrs te zien zijn die de Puente la Reina oversteken. Zijn wij dat nu een beetje?
We zetten vandaag 13 931 stappen, dat is goed voor een kleine 10 km.
Om 9 uur zijn we op stap. Aan het stadhuis maakt Marina de bewijsfoto, van Paul dit keer: ja precies tot hier zijn we in september gestapt.
Na een uurtje langs veel flatgebouwen en veel groen zijn we aan de Universidad de Navarra. Een bordje nodigt ons uit om als Compostelaganger niet minder dan een accreditering van de universiteit te ontvangen.'t Is maar een stempeltje in de pelgrimspas, maar soms ben je vlug verleid ... Doordat de universiteit vakantie heeft, krijgen we de stempel wel vanachter een getralied raam.
Dan begint de geleidelijke stijging naar de Alto de El Perdon. Voor onze landgenoot Frans Koks is die blijkbaar wat te sterk geweest - niet het eerste kruis voor een omgekomen pelgrim langs de weg. Het landschap, met meer en meer uitzichten, bloeiende meidoorn, wilde helleborus en piepkleine narcissen wordt mooier.
Wat ook almaar toeneemt, is de wind, toch wel stevig bij dit grotendeels zonnige weer. Al in Zariquegui bij de middagpicknick, vliegt het broodbeleg de tafel af. Toeval is dat niet: we komen al vlug aan het windpark (parque eolico) waar 40 windmolens een keten vormen op de bergkam.
Tijd om een laatste blik te werpen op de Pyreneeën achter ons.
Een beetje surrealistisch: tussen de generatoren stapt hier een stoet van middeleeuwse pelgrims die zich door de melkweg laten leiden. Waar de weg van de wind en die van de sterren mekaar kruisen, zo zegt men.
Het gaat flink bergaf naar Uterga, waar de eigenaar van een groot historisch dorpshuis ons de huiskapel toont.
Het weer wordt somberder. Niet zo erg: ook met grijze wolken erboven zijn de dorpen in de verte, met het felgroene jonge graan ervoor, mooi om te zien. Pas als we in ons verblijf in Muruzabal zijn, barst er een bui los.
We zetten vandaag 28 548 stappen, goed voor 19,5 km.
Klaar voor het negende traject: zuidwestwestwaarts nu
t Wordt lente, t wordt lente, ik voel het aan mijn instrumenten, zei een ernstig man ons ooit. Voor ons is het net iets anders: we voelen dan dat we weer op stap moeten. Hoe geraken we anders in Compostela?
We hebben nog zn 730 km te stappen, ten minste als onze Compostelagids correct is. Langs de weg zie je van alle afstanden. Je kan natuurlijk ook verschillende trajecten volgen. Maar wij houden het voorlopig bij de klassiek Camino francés. We proberen in dit apriltraject vanuit Pamplona tot in Burgos te geraken, een 250 km. We lopen nog een stukje door Navarra, dan door de Rioja en daarna door noordelijk Castilië. Almaar westwaarts, met een klein tikje zuid erbij voor de sfeer.Nu wordt het echt Spanje.
We gaan ons weer overgeven aan de Weg en afwachten wat hij ons brengt. Traag is mooi (en echt snel kunnen we toch niet...).
Vanaf dinsdag 3 april verschijnt op de blog elke avond weer een verslagje.
Dit gedeelte, door het neerslagrijke en eerder frisse Baskenland en over de Pyreneeën, stapten we niet in de echte herfst, maar al in de nazomer. We hielden het voor de veiligheid bij tien rustige wandeldagen en die verliepen voor het eerst zonder enige voetproblemen.
We hebben niét met de Basken kunnen zingen, maar hebben wel het befaamde pelota zien spelen, zelfs de vorm met de blote hand, esku huskako pelota, motorisch niet niks!
We legden 170 km af en rustten onderweg in Saint-Jean-Pied-de Port (Donostia voor de Basken). In totaal zijn we nu 2081 km ver. Daarvan hebben we 831 km gestapt en 1250 km gefietst. Er zijn er nog minimum 730 km te doen. (Wie van bij ons langs de kortste weg naar Compostela trekt, doet daar ongeveer 2300 km over.)
In het voorjaar trekken we weer verder, stappend en langs de Camino frances. Misschien maken we later nog wat kronkels, dat zien we dan weer.
De blog ligt weer voor een hele tijd stil.
Hier volgen nog wat foto's van mooie plekken of wat bijzondere momenten van de eerste zeven dagen:
* van de 1ste (van dit traject) / 67ste (in het totaal) reisdag: een schaap langs de weg
* van de 2de / 68ste reisdag: nog een beest: een van de ongelofelijk lange plaatselijke regenwormen (naast de worm ligt een munt van een euro, géén cent)
* van de 3de / 69ste reisdag: een wilde bloem en (fotografeerbare) solidariteit onder Compostelagangers
*van de 4de / 70ste reisdag: vroege ochtend boven de Pyreneeën, met links in de verte de Pic du Midi
* van de 5de / 71ste reisdag: een stèle bij het dorpje Etchberria en een pastorale plek langs het pad
* van de 6de / 72ste reisdag: het wegkruis van Galzetaburu en een landschapsbeeld
* van de rustdag in Sain-Jean-Pied-de-Port: huizen in de lange hoofdstraat rue de la Citadelle en het kerkje met het pelotaterrein in het gehucht Uhart-Cize.