We nemen ook de beelden mee waarvan hier foto's volgen:
* van de 7de / 21ste reisdag: Sint-Jacob als de strijdende Santiago Matamoros (dankjewel, Jurgen), een 16de-eeuws glasraam in de Basilique Notre-Dame in Châlons-en-Champagne en twee figuren van het meesterlijke monument voor de gesneuvelden voor de Saint-Etiennekathedraal daar
*van de 8ste / 22ste reisdag: een honderd jaar oud grafje van een zuigeling op een dorpskerkhof, nog altijd van bloemen voorzien en het mooie kerkplein in Vitry-le-François
* van de 9de / 23ste reisdag: de mooie kleuring van het landschap aan de noordelijke oever van het Lac du Der en de uit de kluiten gewassen romaanse toren in Voillecomte, slecht onderhouden maar schilderachtig
* van de 10de / 24ste reisdag: de fijn geborduurde gordel in Joinville die als "de gordel van St.-Jozef" uit het Heilig Land werd meegebracht en een sluiswachtershuisje aaa het 'Canal de Champagne en Bourgogne'
* van de 11de / 25ste reisdag: de graflegging van Christus in Chaumont en Marina met haar fietshelm-op-zijn-zondags
* van de rustdag in Langres: de stad van beneden uit, een mooie tekst van Diderot (er zijn er hier op allerlei plaatsen te lezen), een stukje stadsmuur bij een van de poorten en het dak van de Basilique St.-Jean- Baptiste, die duidelijk maakt dat Langres de poort tot Bourgondië is en Compostelagangers dus doet dromen...
Volgende keer trekken we inderdaad door Bourgondië. Waarschijnlijk is dat in de herfst van 2015.
De blog wordt dus voor vele maanden inactief.
Bloglezers die van ons in april geen mailtje hebben gekregen, maar er in de toekomst graag een willen als de blog actief wordt, kunnen dat melden op het e-mailadres sermeus.paul@gmail.com .
Ten slotte nog dit voor de "échten": i.v.m. Sint-Jacob de Meerdere en Sint-Jacob de Mindere zaten we verkeerd. Dat komt doordat in de kerk van Wassy bij een beeld van Sint-Jacob met een reusachtige schrijfveer (?) in de hand de toelichting werd gegeven dat dit Sint-Jacob "le Majeur" was, de Meerdere dus. Een schelp was er niet te zien, het ging dus om een ander Sint-Jacob dan degene die in Compostela bezocht wordt.
Wat opzoekwerk leert ons het volgende: Sint-Jacob de Meerdere is Sint-Jacob van Compostela; Sint-Jacob de Mindere is de heilige die waarschijnlijk de auteur is van de brief van Jacobus in het Nieuwe Testament.
De twee hebben iets gemeen: ze waren allebei apostelen en ze waren beide belangrijk genoeg om voor de machthebbers van hun tijd een stoorzender te zijn die men dan maar uitschakelde.De ene was misschien eerder een vechter en doener, de ander een denker en schrijver.
We besluiten hen allebei als beschermheilige van onze tocht te beschouwen.
Terugblikkend op het derde traject (Vireux-Molhain - Langres)
We legden voor het eerst een traject met de fiets af. We willen dat nog eens doen, misschien nog twee keer, want het was best een meevaller. In het toch wat "lege" Noord-Oost-Frankrijk vonden we met ritjes van 30 à 65 km een naar ons gevoel passend tempo.
Hoewel we, zoals vele Vlamingen, al vele streken in Frankrijk bezocht hebben, lukte ons toch om voldoende verkennend en bewust belevend op weg te zijn, kleine dorpen en gehuchten rustig passerend, soms even rondkijkend in een stadje en in één grotere stad.
We kwamen veel oprechte vriendelijkheid tegen, de mensen nemen weinig afstand. We hebben heel wat fijne mensen ontmoet, ook enkele toffe gastheren of gastvrouwen, soms interessante andere (Compostela)reizigers.
Op veel plaatsen in de Champagne en meer nog in de Franse Ardennen lijkt de tijd, vanuit ons aanvoelen, al lang stil te staan. Hier en daar is het wat teneerdrukkend: vooral in de Ardennen staan veel huizen leeg, fabriekjes zien er doorgaans nog uit als vijftig of meer jaar geleden, van het beperkt aantal winkelhuizen is de helft gesloten (soms recent), zorg voor bouwkundig erfgoed lijkt bijna onbestaand (aan de mooie vakwerkhuizen of -schuren bijvoorbeeld, in Duitsland of Engeland liefdevol onderhouden, doet men gewoon niks; we zagen welgeteld één restauratie bezig: aan de voorgevel van de kathedraal van Reims - zeg niet dat men het ver zoekt).
Hoewel enkele trajecten wat eentonig zijn (de streek ten noorden van Reims) hebben we vooral veel mooie landschappen gezien. We volgden in de Franse Ardennen de 'Voie verte Transardennaise' en in de Champagne voorbij Vitry-le-François meestal het pad langs het 'Canal de Champagne en Bourgogne', allebei voor fietsers gereserveerd. Daarnaast volgden we meestal een door de toeristische dienst aanbevolen 'route partagée' doorheen de regio. Het aantal auto's op deze tweede- en derderangswegen is zeer klein en de chauffeurs zijn hoffelijk. We legden met de fiets 461 km af. We trokken elf dagen verder en bleven in twee steden (Reims en Langres) een dag ter plaatse.
In totaal zijn we nu 25 dagen al wandelend of fietsend onderweg en legden we 707 km af.
Van de eerste zeven dagen van dit traject nemen we zeker de beelden mee waarvan hier foto's volgen:
* van de 1ste (van dit traject) / 15de (in het totaal) reisdag: het Ardennenstadje Fumay en het gezicht op de Maasvallei vanuit de hoogte, op weg naar de Mont Malgré Tout
* van de 2de / 16de reisdag: de rotsen 'les fils d'Aymon' (de vier Heemskinderen - je ziet ze netjes op het Ros Beiaard zitten) en Marie-Thérèse, onze gastvrouw in de table d'hôtes Ferme de St.-Julien in Charlevolle-Mézières, die ons niet alleen voor een prikje van een royale maaltijd voorzag, maar achteraf ook nog op haar zelfgeparfumeerde eau de vie tracteerde
* van de 3de / 17de reisdag: de grappige ornamenten op het verdedigingskerkje van St.-Marcel en het gezellige plaatsje bij de kerk in Warby waarvan we onze picknickplek voor die middag maakten
* van de 4de / 18de reisdag: de zilverwit oplichtende , nog kale bomen langs de weg (soort ons onbekend) en Sabine, de Duitse diaken die op haar eentje vanuit Keulen in jaarlijkse stukjes naar Compostela loopt en met wie we, net als met onze gastheren van die dag, Anne en Dominique, een zeer fijne ontmoeting hadden
* van de 5de / 19de reisdag: de heuvel waar de Fransen, met enorme verliezen, vanuit de Aisnevlakte tegen het einde van WO I de strategische doorbraak aan de Aisne wisten te forceren en akkers van de noordelijke Champagne, in kleurige geometrisch motieven (zeker al je de lucht erbij neemt)
* van de rustdag in Reims: het graf van St.-Remigius, prachtige kolommen in de Basilique St.-Remi, massa's gestapelde flessen in de champagnekelders bij Taittinger en de lachende engel in de kathedraalgevel, die ons een goede verdere tocht leek toe te wensen
* van de 6de / 20ste reisdag: de eerste wijngaarden die we tegenkwamen (behalve een perceeltje aan de Maas bij Dinant) en het wijndorp Ambonnay, met zijn romaanse kerk en waar er tot in het dorp wijngaarden staan.
Langres noemt zich een knooppunt van pelgrimswegen, waaronder die van Keulen naar Compostela. Daarbij kan men in Langres kiezen tussen die door Midden-Frankrijk en die via Dijon en Le Puy-en-Velay (grofweg de onze). Maar veel is er hier nu van Compostelagangers niet te merken: op deze hele dag loopt er een enkele zwaarbeladen man door ons beeldvlak, en dat is goed zo.
Langres ligt ommuurd op een heuvel en is de geboortestad van filosoof en eerste encyclopediemaker Denis Diderot, hier zowat overal aanwezig. Om langzaam af te kicken stappen we vandaag de zeven poorten en twaalf verdedigingstorens af. Iets binnen de stadswal zien we het Diocesane Centrum van deze streek, een gebouw dat tijdens de revolutie niet werd aangeslagen, wellicht omdat de paters karmelieten zieken verzorgden en men snapte dat men een probleem schiep als men hen naar moeders pappot terugstuurde (of erger).
Uit grotere vertrouwdheid met het fenomeen pelgrim volgt ook het verschijnsel pelgrimsbedrog, zo merken we: de 'assiette du pèlerin' die men de Compostelaganger tegen voorlegging van de nodige bewijsstukken aanbiedt, kost net zoveel als de (toegegeven, goedkope) menuutjes die elkeen overal kan bestellen.
Wij trekken, aan het einde van dit mooie fietstraject, de pelgrimsdeur weer even achter ons dicht!
's Morgens kijken we in Chaumont nog even rond in de oude stad. In de Basilique Saint-Jean-Baptiste gaan we de bekende 15de-eeuwse graflegging van Christus, met levensgrote beelden, bekijken. Je kijkt toe vanachter een getralied deurtje, als iemand die mee in de kring van de dieptreurenden komt staan.
Een man die het orgel komt bespelen nodigt ons bij hem boven uit. Het is een gedreven iemand, die ons enthousiast de mechanische werking van het orgel uitlegt en de veelzijdigheid ervan toont. Met kleine fragmentjes illustreert hij de ijlheid van de klaroentoets, het komieke effect van de bourdon, hij speelt een romantische frase ... en eindigt met de aanzet van Bachs toccata con fuga in D. Muziek om een heel eind mee te fietsen!
Langs het kanaal is de opkomende lente weer op zijn mooist. Fietsers zijn er bijna niet, eerder mensen die vanuit het dorp, met hond, partner en/of kinderen even de kanaaldijk op wandelen. Koeien zijn er wel geregeld. Anders dan bij ons laat men de stier hier gezellig bij zijn dames blijven, toch ook wel een uiting van het Franse 'savoir vivre'.
Soms lopen het kanaal en de almaar smaller wordende Marne een stukje mooi naast mekaar. Dan zie je vanop het fietspad middenin de strakke kanaaloevers vlakbij en de Marne, die in de diepte tussen de bomen kabbelt. We verzamelen zoetwaterschelpen, van buiten onopmerkelijk, van binnen bijzonder mooi gekleurd. Daar wordt thuis iets mee gedaan.
Na het nodige kilometertjesmalen door een vlakker wordend landschap zien we vanop een sluis plots Langres liggen, nog kilometers voor ons, een paar honderd meter in de hoogte.
Het is daar nog een hele klim. Maar oef, we zijn er, in de 'poort naar Bourgondië', het eindpunt van ons lentefietstraject. We blazen hier, veilig tussen de oude stadsmuren, nog een dagje uit.