Even in León, waar pelgrims rusten - soms wat te veel
Een dag verpozen wil zeggen een dag rusten, dus kalm aan doen in deze plaats met haar intieme binnenstad.
Maar voor de middag gaan we naar het klooster van San Marcos. Daar huisden immers de monnik-soldaten van de ridderorde van Sint Jakob, die de pelgrims beschermden. Het is een schitterend gebouw met een gevel van wel 100 meter. Boven de hoofdingang is Sint-Jakob als Matamoros weer druk doende met het afslaan van moslimhoofden. Hoort hier geen bordje met de melding dat zulke activiteit in deze tijd minder kan worden toegejuicht? In de kloosterkerk zijn honderden Compostelaschelpen afgebeeld en de ruimtes hebben rijkelijke plafonds.
Daarna is er ruim tijd, want pas om 4 uur kunnen we het mooiste van León bekijken: het Pantheón Real. Tijd zat dus, zelfs voor een middagdutje. Daarna heel rustigjes op weg door de zonnige bijna-vrieskou, een rest van de oude stadsmuren bekijken, dan naar de romaanse kerk van de Visigotische schriftgeleerde Sint-Isidoor. Om 4 uur zijn we aan het pantheon, dat ... even tevoren gesloten werd. Slecht gekeken en vervolgens veel te lang gerust en gekuierd..!
Een noodplan dan maar: morgen staan we om 10 uur aan de deur van het pantheon. Om 11 uur marcheren we de stad uit. Met wat reppen zijn we dan voor het donker wel op onze bestemming. Eigen schuld, dikke bult!
Van Arcahueja tot León, de laatste grote stad vóór Compostela
Op deze 100ste reisdag (rustdagen tellen we niet niet mee) hebben we het zo geregeld dat we maar enkele uurtjes moeten stappen, zo houden we vandaag ( en ook morgen) flink wat tijd voor de laatste stad met meer dan 100 000 inwoners die we tegenkomen.
Het naderen van León is redelijk aangenaam, vooral doordat we van de gewone route worden afgestuurd en langs een voorlopig pad moeten. Vanop een heuvel zien we de stad liggen, met de kathedraal goed zichtbaar en verder weg de bergen met verse sneeuw. We dalen af, aan een apotheek knippert het: 11 uur, 6°.
Nog drie kwartier door de wijken waar de vroegere bewoners van de leeggelopen dorpen nu opeengestapeld leven en we zijn in het hart van de stad. We hebben 13 103 stappen gezet, goed voor 9 km.
's Middags beginnen we met de logische dingen voor een Compostelaganger in León. Een: een bezoek aan de Iglesia de Santa Maria del Camino - kerk gesloten, maar toch heel mooi plein ervoor. Twee: aansterken met een flinke portie morcilla, de plaatselijke, flink gekruide bloedworst - Paul enthousiast, Marina schoorvoetend. Drie: de kathedraal bezoeken - een juweel met reusachtige glasramen. Net als in de kathedraal van Reims word je hier aangemoedigd door een lachende engel, de aartsengel Gabriël zelf. Hij is wat moeilijker te vinden en vooral: hij lacht net iets minder vriendelijk. Maar ja, een (Noord-) Spanjaard is geen Fransman, zeker?
Het mooiste van León, als we onze vrienden Jurgen en Walter mogen geloven (en dat doen we), houden we voor morgen.
Het weerbericht heeft het over een "bajada de temperaturas de 10 grados". Het gaat van 19° naar 8° in twee dagen, 's nachts zal het bijna gaan vriezen. Héél wat minder dus.
Zo is het ook met de tocht van vandaag: we lopen aanhoudend vlak bij de rijweg, die stilaan drukker wordt. En vooral, de uitzichten verbeteren er niet op: het landschap wordt meer verbrokkeld en verrommeld. De wat grotere stad die dichterbij komt, waarschijnlijk. Toch wat deprimerend.
Zou het oude plaatsje Mansilla de las Mulas wat charme brengen? Misschien ligt het aan ons, maar het komt ons voor dat het aan de toegang tot het stadje gebeeldhouwde pelgrimspaar er somber bij geworden is. Terecht, zo blijkt: van de "goed bewaarde stadsmuren" een foto nemen zonder doorhangende kabels of eternitplaten erop is praktisch onmogelijk. Maar oef, het centrale pleintje valt langs één kant zeer goed mee. Een kiekje dus, met Marina erbij.
In Villamoros drinken we een voormiddagkoffie. Men heeft er de kachel aangemaakt, want het warmt vandaag maar moeizaam op. Heerlijk!
In Puente Villarente is de brede rivier waarover de middeleeuwse brug ligt grotendeels grasland geworden. Aan de overkant wachtte vroeger een ezelin om zieke of uitgeputte pelgrims tot in León te brengen. Voor ons is dat onnodig. We stoppen nog even vóór de stad, in Arcahueja. Aan de rustplaats voor het dorp wordt de afstand naar Compostela aangegeven: 307 km. Als dat geen moed geeft!
We zetten vandaag 24 896 stappen, goed voor 17,5 km
Van Calzadilla de los Hermanillos naar Reliegos: geen dorp, geen schaduw
We gaan nog even langs bij de vriendelijke dorpswinkelier en beginnen aan het laatste stuk van de meseta. Het gaat over de Romeinse weg, door het karige, eentonige maar warmgekleurde landschap. De wind, volgens het weerbericht van een forse windkracht 5 naar 3 naar 1 geminderd, is niet meer voelbaar. Het wordt al snel zo'n 20 graden in de schaduw, in de zon een tiental graden meer. Piepkleine herfsttijlozen op de weg zetten wat lila stipjes en het Cantabrisch gebergte komt weer wat dichterbij. Maar onze wandelgids kan hier niet veel meer melden dan dat er na 3 km een bocht naar rechts is, dat nog eens 5 km verder een spoorweg zichtbaar wordt... Je komt door geen enkel dorp. In zulke omstandigheden begin je voor je het weet enigszins verdoofd te stappen .
In de schaduw van een van de zuiderse eikenboompjes die maar een paar meter hoog worden, zit een Amerikaanse Compostelaganger tegen de grond wat te rusten. "You must be mad to do this!" vindt hij. We spreken hem niet tegen. In volle zomer moet je dit echt niet doen. Zeker niet in de middaghitte! Er valt hier dan af en toe eens iemand dood. Wij zelf laten dat optionele deel van het wandelprogramma liever terzijde.
Tegen het warmste van de dag komen we in Reliegos. Ons litertje water voor elk is op. Tijd voor de zo gemiste koffie! "I think so," horen we een wandelaarster zeggen aan het tafeltje achter ons. Vergeet ze nu geen 's'? Wij kunnen die lekkere douche alleszins goed gebruiken.
We zetten vandaag 25 403 stappen, goed voor 18 km.
Van Sahagún naar Calzadilla de los Hermanillos: weg van de (pelgrims)snelweg
De waarheid heeft haar rechten. Dat je de wandeldagen vóór Leon alleen langs nietszeggende plaatsjes passeert, leek wel zo in onze wandelgids, maar is niet helemaal waar. Het kleine Sahagún heeft toch wel wat te bieden. En omdat we vandaag tijd genoeg hebben, kijken we er 's voormiddags nog even rond.
De 13de-eeuwse San Lorenzokerk heeft een machtige toren, tegelijk bonkig en sierlijk. Wat verder, in de al even bijzondere Iglesia San Tirso, raadt men ons aan in de kloosterkerk van Santa Cruz langs te gaan, al is die eigenlijk gesloten. Als we aan de juiste deur bellen, zal een zuster ons wel toelaten. En zo gebeurt het: ze kijkt ons van achter een luik onderzoekend aan, we worden betrouwbaar bevonden en dan allervriendelijkst ontvangen. We zien hier het graf van koning Alfonso VI, met wie we bij aankomst in de stad al gefotografeerd werden. Naast hem rusten vier vrouwen in één kist. "Vier van zijn vrouwen", zo lezen we - was hij de Spaanse Hendrik VIII??
Tegen de middag zijn we de stad uit. Het zou nu lang pelgrimssnelweg worden: naast ons een gewone rijweg, niet veel verder de autoweg. Al zijn beide heel weinig bereden, we kiezen voor vandaag en morgen toch een alternatieve route, de zogenaamde Romeinse weg. Het wordt plots heel stil: zie je op de gewone camino geregeld anderen, dan worden we hier maar 1 keer ingehaald door een fietsend gezin en zien we maar één andere stapper.
In Calzada del Coto lijkt het weer of de platanen mekaar de hand reiken om de doorkijk naar de dorpskerk mooier te maken. We stappen nog twee uur - het is net niet te warm - op een brede lege aardeweg door een nogal leeg landschap en komen genant vroeg aan in Calzadilla de los Hermanillos. Net als altijd: buiten de camino word je veel hartelijker ontvangen.
We zetten vandaag 20 831 stappen, goed voor 14 km.
Van Calzadilla de la Cueza tot Sahagún: het lemen land
Vanuit onze kamer zien we de zon opgaan boven de meseta. Op tijd vertrekken, want we willen wat opschieten vandaag.
Het landschap is hier eentonig, zeggen andere Compostelagangers ons: velden, velden en nog eens velden. In deze streek had men vroeger geen steen om mee te bouwen, en daardoor zijn veel oude huizen en schuren uit leem opgetrokken. Leem is hier de grondsoort. En daardoor is het hele land leemkleurig, vandaag weer met een blauwe lucht erboven. Wij houden ervan.
Kleine dorpen volgen mekaar snel op. In Ledigos meldt een bord dat we op 373 km en 270 meter van Compostela zijn. Als dat niet nauwkeurig is! Verder, tussen Moradinos en San Nicolás zien we ver naar het noorden de tweeduizenders van het Cantabrisch gebergte liggen.
Kort voor het stadje Sahagún komen we over een oude brug bij de kapel van de Virgen del Puente. Hier heeft de stad een monument geplaatst voor koning Alfonso VI.
Je bent nu precies halverwege de Camino Frances door Spanje, zo luidt het. Of dat óók tot op de meter nauwkeurig is, is twijfelachtig. Toch laten we ons hier maar vereeuwigen, met Alfonso als getuige.
Weinig later zijn we in Saragún. We zetten vandaag 30 958 stappen, goed voor 23 km. Morgen kijken we hier eerst eens rond en houden we de tocht wat korter dan vandaag.
We trekken een verlaten stuk meseta door: 16 km zonder een dorp, langs een rechte weg, in een vlak landschap van akkers. Op 800 m hoogte, maar zo plat als een euromunt, zoals het een deugdelijke tafelberg betaamt.
We hebben schitterend helder weer, met aanhoudende wind in de rug, als van een krachtige ventilator. De laatste jaren zijn er populieren langs de weg geplant. In de zomerhitte blijft dit door uitdroging en eentonigheid die de wandelaar bedreigen een gevaarlijk stuk camino. Ons blijven de visioenen bespaard, al horen we, gestadig stappend met de blik op de lege velden, verre zweverige muziek heel geleidelijk naderbij komen. Het hele fenomeen wandelt ons even later voorbij: twee jonge Compostelagangers die zich door deze muziek laten begeleiden, wat maakt dat ze ons met gemak inhalen.
Hier en daar wordt op het land gewerkt, nooit zagen we zoveel keien opgeploegd.
Na uren rechtdoor stappen komen we in Calzadilla de la Cueza. Men heeft hier vrolijk versierd en wij bestellen hier in het barretje bij de ingang van het dorup de koffie die we gemist hebben. Een affiche vertelt er dat de Guardia Civil de pelgrims beschermt. Hopelijk niet zoals ze dat met de Catalaanse burgers doet, merkt Paul op. Hij maakt een foto van de affiche . Tien minuten later melden we ons aan in ons verblijf. Meteen zien we er Paul zijn foto op het scherm verschijnen! Moeten we vrezen dat Paul zijn lacherige gedoe bij de affiche al gemeld is en moeten we de G.C. verwachten??
Gelukkig hebben we onze bloglezers. Mocht de blog de volgende dagen stilvallen, dan schakelt zeker wel iemand Buitenlandse Zaken in.
We zetten vandaag 23 360 stappen, goed voor 16,5 km.