40 jaar kinesitherapie praktijk - 95 dagen wandelfeest.
05-07-2018
Na de regen kom je in mobilhome die is omgetoverd tot een mobiele badkuip.
DAG 68: Donderdag 5 juli 2018.
Onder mijn voeten: Santillana del Mar San Vincente de la Barquera 34,5 kilometer.
Na de regen kom je in mobilhome die is omgetoverd tot een mobiele badkuip.
Gisteren was er net boven ons hoofd tussen de rotsen en de bergen een zeer hevig lokaal onweder. We hadden Jak in de mobilhome gelaten en gezien het zonnetje nogal hevig scheen en ons mobiel bureel er warmpjes bij stond bij het vertrek naar dat mooi toeristische centrum, had ik de beide dakvensters verticaal open geplaatst om een maximum aan frisse wind binnenin te kunnen laten circuleren. Zo kreeg onze troetelbeest ook wat verluchting, vonden we allebei. Toen ik na een haastige loop bij het einde der regenbui aankwam bij de motorhome was Jak buiten zichzelf van angst en druipnat. De beest had gelijk onder de douche gestaan. Om de familiale vrede en rust wat te bewaren had ik zeer gauw de hele vloer opgedweild en droog gewreven want op heel de bodem stond zeker een halve centimeter water. Voor de dames arriveerden heb ik die dweil wel zeven maal moeten uitwringen. Maar de grootste schade was het bed onder het dakraam. Het matras was doordrenkt en er zo op slapen was geen oplossing. Daar kwam tante Kaat met haar solition Espagnol. Sonja toverde een zilveren overlevingsdeken tevoorschijn en dat hebben we dan samen met een handdoek en dweilen op de matras gelegd. De bovenkant waar we dan op sliepen was dus droog, maar heeft deze nacht veel gekreukeld. Het voornemen gisterenavond was ( het bleef de hele vooravond en tot zelfs laat heel donker, grijs, en aanhoudend was er gerommel in de lucht) wanneer het deze morgen nog altijd zo moest uitzien, mezelf een dagje rust te gunnen. Maar hoerahoerahoera, deze morgen scheen het zonnetje (het was wel wat flauw met veel water erbij) maar ze scheen en zodanig waren we om 08.24 toch weer vertrokken. We hadden met de senioritas afgesproken om elkaar te ontmoeten on Comillas, dat was na een 24 kilometer. Mits wat zend en ontvangstwerk met de zender bereikten we elkaar fysiek zeer snel. De tocht was een beetje gezelliger dan gisteren, ook meer aardewegen en meer variëteit in wat je zag langs de kanten. Ik passeerde een 19 jarige dame die mij zelf aansprak omdat ze op mijn rugzak zag dat ik van Brussel naar Finistera stapte. Ze kon niet geloven dat ik het allemaal te voet aflegde. Zij was gestart in Bilbao en wou op deze wandeltocht van Bilbao naar Compostella haar middelbare onderwijsperiode afsluiten, en dat wou ze bewust zonder vriendinnen doen. Zo heeft iedereen hier wel een reden om deze voettocht een eigen ziel te geven. Ook die Amerikaan die ik onderweg groette. Hij had een Sabatical time van zes maanden en wou deze maand (van 1 juni tot 31 juni) helemaal zonder kids en vrouw even schoon schip maken in the mind. Wanneer ik hem vroeg wat hij deed bleek hij een verkoopsfunctie te hebben in een multinationale onderneming die zich vooral toespitste op deegwaren en granen. We always will be eating bread, be shure, my job will never disapear waarna hij op een typisch Amerikaanse bulderlach mij liet voorgaan. Ook vandaag wandelde ik de meeste tijd op een 8 a 10 kilometer van de kust. Wanneer je dan een heuvel oploopt en boven op het puntje naar rechts keek, zag je meermaals in de verte de zee. Je hebt bij deze Camino eigenlijk constant een vakantiegevoel. Telkens je een dorp of stadje door kruist ruik je zonnecrèmes, zie je surfplanken en lopen er allerlei goed gemusculeerde binken en mooi gevormde bikinis door je gezichtsveld. Niet dat ik daar speciaal naar kijk of op let, maar af en vergewis ik mij ervan of mijn ogen niet hebben geleden onder die lange stapdagen. Tot heden toe zit alles op dat vlak nog O.K. Vanavond eten we scampi a lail met een slaatje en een fris wijntje van de streek. Ik vroeg aan de fourageurs eens te kijken achter een Godello wijntje. Morgen wacht er een zwaardere dag van 42 kilometer en dan s avonds nog de match van de rode duivels. Ik gun hen de halve finale, maar ben er eigenlijk van overtuigd dat Brazilië voor hen geen partij zal zijn. Hopelijk ben ik verkeerd, maar mijn voorspelling is 3-1 voor Brazillië. Ik groet u van op een zonovergoten strandje op de zijkant van San Vincente en laat je nu rustig over aan je andere dringende activiteiten. Groetjes.
Helaas geen foto's vandaag. Ik heb mij laten verrassen door een lege batterij deze morgen en opladen kon ik niet aangezien het kabeltje op mijn bureel lag. Sorry.
Achter mijn handen
EEN CREATIEVE MAAR VOLSTREKT ONEERLIJKE PATIËNTE
Nog steeds, na mijn 40 jaren dienst, sta ik regelmatig verstomd over wat voor variaties van argumentaties door de patiënten worden gegeven wanneer het onderwerp pijn wordt aangesneden. Ooit vertelde ons een professor in de lessen pathologie (ziekteleer) tijdens de opleiding dat een pijn steeds moet worden beschouwd als een signaal dat uw aandacht verdient. Het alarmsignaal of de rode driehoek op het dashboard van een wagen. Bovendien, en dat was zijn eigen axioma, ontstaat pijn nooit zomaar. Een pijn heeft altijd een origine, hoe moeilijk die ook te vinden is, of hoe onduidelijk de oorsprong ook moge zijn. Pijn zonder oorzaak is zoals een boom zonder wortels. Bestaat niet!
Ik verzorgde een buurvrouw die net een ingreep aan de rechterschouder had ondergaan. De opening tussen het dak van het schouderblad en de top van de bovenarm (subacromiale ruimte) wordt een beetje ruimer gemaakt door een laagje kalk langs de onderkant van het acromion weg te vijlen. Zo beschikken de pezen van de rotator cuff spieren over meer bewegingsvrijheid en kunnen ze minder gemakkelijk worden ingeklemd bij het heffen van de arm boven schouderhoogte. Een vrij eenvoudige ingreep die echter een nauwgezet postoperatief advies mee opdringt aan de patiënt. De ingreep valt of staat met het strikt volgen van het advies over beweging en belasting na de ingreep. Een nauw uitgestippeld tijdsparcours samen met een permanente evaluatie van de revalidatiestatus door de therapeut bepalen wat en hoe je de arm kan gebruiken in functie van het reeds afgelegde genezingsproces. Indien je deze tijd van herstel niet respecteert en dingen uitvoert of je schouder belast in een te vroeg stadium, riskeer je dat de ingreep zijn doel niet haalt. En juist hierin zijn patiënten heus niet altijd even eerlijk.
De buurvrouw -we kennen elkaar heel goed- was een zeer keurige huisvrouw die netheid hoog in het vaandel voerde. Net iets te hoog. Want de periode dat ze de ingreep onderging vielen de bladeren volop van de bomen. Je kon er gewoon niet naast kijken, overal lagen de bladeren verspreid in de voortuintjes. De stoep waar mijn patiënte woont, was echter volledig bladvrij ook al bevond er zich een grote linde en een berk in de voortuin vlak tegen dit trottoir. In het voorbijrijden zag ik ze ooit eens borstelen met een geweld alsof haar wraak zich op de gevallen bladeren koelde.
Onmiddellijk maakte ik de bedenking dat dit een goed verloop van de genezing zeker zou tegengaan, maar verder gaf ik er geen aandacht aan. Naarmate de revalidatie echter vorderde, namen de klachten van pijn en moeizaam functioneel herstel toe, in plaats van te verbeteren. De grafiek van het herstel was niet te vatten in de Gauss-curve. De sky was duidelijk niet meer de limiet, wel de pijn. Ondeugdelijk vroeg ze mij regelmatig of deze pijn normaal was in dit herstel en telkens antwoordde ik wellicht iets te braaf, dat dit zeker niet tot de normale evolutie behoorde en dat pijn altijd een reden heeft. Zelfs ook als die pijn toeneemt tijdens een herstelproces. Dit was voor mij duidelijk een rood vlagje, opvolging en aandacht hoogdringend.
Bij een overleg met de huisarts over deze abnormale gang van zaken, stelde de arts voor om de patiënt naar hem door te sturen en zo een controle bij de orthopedist te regelen.
Mijn broek zakte tot op mijn hielen wanneer de specialist in zijn advies aandrong om de oefeningen minder belastend te maken. Ik nam telefonisch contact op met die chirurg. Bleek dat mevrouw verteld had dat ze na de oefeningen wel een hele tijd buiten strijd was omdat die schouder dan veel te zwaar belast was geweest. Iets wat ik duidelijk kon weerleggen omdat in de planning ook uit te voeren oefeningen en bepaalde mobilisaties een naam hebben en ik duidelijk kon maken dat we al de fasen nog niet hadden doorgemaakt. Bepaalde doelstellingen op bepaalde tijdstippen waren zelfs nog niet bereikt. Ik argumenteerde dat ik mijn verantwoordelijkheid wel had genomen. De pijn die mevrouw had was niet van de oefeningen, dan wel van de belastende bewegingen bij de huishoudelijke taken zoals vegen, ruiten kuisen, emmers dragen De specialist begreep de dubieuze situatie en verkocht het verhaal als dit van een therapie-ontrouwe patiënt.
Ik behandelde de mevrouw nog net eenmaal om haar bekend te maken dat mijn therapie hier eindigde, en om haar de rekening te kunnen overhandigen. Met de grootste dosis tact die in mijn corpus aanwezig was, vroeg ik haar om de revalidatie bij mij stop te zetten want dat ik echt niet gediend was met zon vorm van antireclame betreffende mijn professionele status. Zeker wanneer het verhaal naar de orthopedist toe bol staat van onwaarheden en opportunistische prietpraat om zo zichzelf uit de wind te zetten. Bovendien kwam ik met harde feiten en vertelde ik haar dat ik ze zag worstelen met de borstel tegen de bladeren (iets wat nu net 100 % niet aangewezen is voor een herstellende schouder) en dit terwijl haar duidelijk was vermeld welk risico ze liep door te vroeg deze schouder te belasten.
Dat wij sindsdien niet de allerbeste vrienden meer zijn is een evidentie. Ik ben echter zeer overtuigd van mijn juiste keuze, omdat de vaststelling die je maakt in dergelijke omstandigheden ook veel te maken heeft met respect omtrent je revalidatiewerk. Zulke patiënten ben je beter kwijt dan rijk. Bovendien kunnen die veel schade veroorzaken voor je reputatie.
Een slechte en verwarrende afpijling en dan nog een zwaar onweer op de koop toe !
DAG 67: Woensdag 4 juli 2018.
Onder mijn voeten: Santa Cruz de Bezana Santillana del Mar 35,7 kilometer
Een slechte en verwarrende afpijling en dan nog een zwaar onweer op de koop toe !
Het zag er niet zo goed uit deze morgen, en al ben ik nu reeds een beetje vertrouwd met de kleuren en tinten van de bewolking, deze keer wist en voelde ik het: vandaag heb ik prijs, hier valt regen uit. De zon was in vakantie, de weervrouw in bevallingsverlof en de meteo zo verkeerd als suiker bij de frietjes. We dachten een ontspannend dagje te lopen omdat we gisteren reeds een deel van de huidige tocht hadden afgelegd. De verrassing was groot toen niet alleen ik, maar zeker een tiental andere pelgrims zich lieten vangen aan twee door elkaar lopende parcours die eigenlijk alles met elkaar te maken hadden, want beiden waren het wegen van de Camino. Mijn GPS had mij al laten blijken dat ik van het normale tracé was afgeweken. Maar als je voorgangers blindelings volgt denk je dat ze wel juist zullen zijn. Daarenboven waren het zeker wel een tiental wandelaars die allen in de val liepen. Wat was er gebeurt? In Requejada loopt een rivier en een spoorweg. In heel de omgeving is er maar 1 brug in Westelijke richting om die Besaya-rivier over te steken, maar die is op een zeer drukke weg. De verantwoordelijken van de Camino vonden er dus niets beter op dan deze drukke weg te vermijden en zeven kilometer meer Noorderlijk de rivier en de spoorweg te kruisen. Enkel vergaten ze de oude pijlen te neutraliseren. Op een bepaald moment zag ik twee pijlen staan: één ervan rechtdoor, de andere wijzend naar rechts. Je kiest dan en aan de hand van het GPS-schermpje merkte ik dat er plots een zevental kilometer meer moest worden afgelegd. Een voordeel is dan, dat je niet alleen bent. Maar die 28 voorziene kilometers worden er dan plots 35, en dat is niet leuk. Bovendien weet elke wandelaar dat er toffe en heel attractieve parcours zijn, maar dat het soms ook aardig kan tegenvallen. Vandaag was zulk een dag. Van die 35 kilometer werden er zeker 30 op asfalt gelopen waarvan dan nog 15 op een drukke nationale weg. Je kan het vergelijken dat je van Kampenhout naar Mechelen loopt langs de drukke N-26. In Torelavega staat een indrukwekkende fabriek van Solvay die waarschijnlijk wel aan 50% van werkwilligen uit de stad een inkomen bezorgt. Ik passeer twee koeltorens waarop in grote letters AGUA vermeld staat en ook een mastodont van een schouw. Heel veel verantwoordelijken van verschillende gebouwen verplaatsen zich per fiets en hier en daar zie ik zelfs een golfkarretje met waarschijnlijk één of ander kaderlid, maar wel zonder chauffeur . Het valt mij op hoe netjes en prachtig onderhouden deze gebouwen van de fabriek wel zijn. Ook de groene zones rond de verscheidene productie hallen zijn met man en macht verzorgd en stralen een zeer aangename sfeer uit naar al wie deze grote en uitgebreide werf passeert. Heel veel Spanjaarden wonen niet zo netjes en proper groen zoals dit fabrieksgebouw zich bevindt in deze industriezone. Bij het kruisen van een rond punt op 10 kilometer van Santillana del Mar kom ik zowaar mijn eigen vrouw tegen op Spaanse wegen. Toeval bestaat niet en is volgens mij ook uitgesloten. Op een brugmuur lees ik de Spaanse spreuk die ik reeds jaren per gelegenheid aan mijn patiënten vertel: leven alsof het je laatste dag is voor je dood! Wanneer ik in Santillana arriveer overspoelt me een gevoel van déjà vue. Ik weet het onmiddellijk te plaatsen. In Rocamadour is ook zulk een toeristisch wandel-winkelstraatje. Hier is dat net hetzelfde, ook heel veel toeristen. Allerlei souvenirwinkeltjes trachten die argeloze bezoekers hun beursje te doen lichten. Ook wij zijn er bij betrokken. Ik kan het niet nalaten een ijzeren plaatje te kopen die een Compostella wandelaar uitbeeldt en de weg wijs naar het einddoel. Kan ik gebruiken op de boekvoorstelling stelt Marie-Rose voor. Daarna plakken we het thuis tegen onze voorgevel. Wanneer we ons op de terugweg begeven breekt er plotsklaps een hevig onweer uit, hier vlak boven ons in de bergen. Dat het hier kletterde van de donder en Roos haar tandjes, daar moet ik geen tekening van maken. Ook de lokale middenstand was dat hier niet gewoon want verscheidene smartphones werden gebruikt om dit water-, klank- en lichtspel digitaal vast te leggen. Deze avond eten we Spaanse worsten met oesterzwammen en gebakken patatjes. Marie Rose staat erop dat de foto van de zeer zeldzame Hertshoornkever ( de grootste kever van Europa, overal in Europa te vinden maar wel erg zeldzaam) vandaag mee de wereld ingestuurd wordt. Ze maakte deze foto gisteren en was zo fier dat ze dit beestje in levende lijve mocht tegenkomen. Alleen de mannetjes hebben zulk een gewei op hun kaken. Geniet van het plaatje, maar niet voor gevoelige kijkers want Sonja kwam er slecht mottig van: zukkene griezel Morgen wandelen we weer een zwaar tochtje naar San Vincente de la Barquera over 34 kilometer, of mag het ietsje meer zijn?
Achter mijn handen
PIKKEDIEVEN
In de wachtzaal worden de patiënten zo goed mogelijk verwend. Men kan er een kop koffie drinken en heel ontspannen het dagblad lezen. Aangezien onze afspraken in 95 % van de behandelingen zeer stipt worden afgewerkt, krijgen we al eens klachten over ons heen omdat de patiënt niet de tijd kreeg om zijn kopje te ledigen of een artikel volledig te kunnen lezen. Ze moeten dan maar iets vroeger komen luidt dan dikwijls onze respons. De krant wordt elke dag afgeleverd om 06.30 uur en als de eerste zorgbehoeftige om 07.00 of 07.30 binnenkomt, is het een leuke ochtend als je zo kan beginnen.
Enige tijd geleden kwam er op een woensdagvoormiddag uiting dat de krant niet volledig was geleverd. Het achterste deel was niet meegeleverd meldde een patiënt om 10.30 uur. Raar, want de vorigen hadden niets verteld over een onvolledige krant. Nog meer eigenaardig was het dat de andere dagen alles in orde bleek, tot er de volgende woensdag opnieuw een probleem was met een onvolledige krant. Maar ook deze keer kwam de opmerking ruim laat in de voormiddag. Opnieuw waren op de andere dagen geen meldingen van onvolledige dagbladen. Heel langzaam aan begon er bij de therapeuten een vermoeden te groeien van ontvreemding door derden. Analyse van de voormiddag maakte dat we een 18 namen konden weerhouden, die eventueel in aanmerking kwamen voor het statuut ontvreemder. De volgende woensdag nam ik de taak op mij om te controleren of de gazet helemaal compleet werd bezorgd. Dat bleek zo wel te zijn. Bij regelmatig nazicht in de wachtzaal na het binnen laten van de wachtende patiënt konden we niets opmerken en bleef de krant compleet tot na 10.30 uur. Ondertussen was de lijst van 18 namen geslonken tot 4 namen, want het was telkens na 10.30 dat het deel krant verdween. Ons vermoeden richtte zich via logaritmes en wiskundig, algebraïsch denken en redeneren tot twee namen waarvan er één bij was die mij vreselijk verraste. Die bleek het later ook niet te zijn geweest.
De vijfde week werd de wachtzaal stiekem heel goed in het oog gehouden tussen 10.00 en 11.00 uur. Vooral die twee namen maakten ons nieuwsgierig, want beiden kwamen om 10.00 uur.
Toen de ene patiënt om 10.00 uur was binnengegaan lag de krant er nog volledig. Toen de andere naam was binnengegaan, lag die er ook nog volledig. Toch bleek om 11.00 uur de krant weer onvolledig te zijn. Het raadsel duurde nog juist één week langer. De truc werd doorzien. Ongelooflijk hoe inventief sommige patiënten toch wel blijken te zijn.
Wat bleek er te gebeuren.
Om 10.00 ging mevrouw de pikkedief binnen voor haar behandeling. Om 10.30 ging de mevrouw na haar behandeling langs de uitgang gewoon buiten. Wanneer de patiënten, die om 10.30 afspraak hadden, waren binnen gelaten, kwam diezelfde mevrouw langs de ingangsdeur (in de voormiddag is het binnen zonder bellen) terug naar de lege wachtzaal. Ze nam de bladen die ze nodig had en wandelde langs de ingangsdeur simpel naar buiten. Het bleek te gaan om de bladen waarop de kruiswoordraadsels staan die haar interesseerden.
We wisten dus wie het was. Nu nog een degelijke rustige manier vinden om heel diplomatisch (niet mijn sterkste kant) deze slechte gewoonte aan de kaak te stellen en de andere patiënten niet te shockeren.
Op woensdag de week nadien hing er in de wachtzaal een A-3 papier waarop een niet mis te verstane tekst stond te lezen.
We stelden aan één welbepaalde persoon voor om de krant gans heel te laten zodat éénieder die hier op bezoek kwam de kans zou krijgen om dagelijkse het recente nieuws te kunnen lezen. In duidelijke termen stond vermeld dat ons vermoeden ging naar iemand, maar dat we beleefd wilden blijven en liefst een persoonlijke confrontatie wilden vermijden.
Het papier heeft er maar 1 woensdag moeten hangen, want sindsdien bleef de krant compleet.
Santander een billijke stad vol pleintjes en parkjes maar ook ideaal voor windowshoppers.
DAG 66: Dinsdag 3 juli 2018.
Onder mijn voeten: Guemes Santa Cruz de Bezana 31,8 kilometer.
Santander een billijke stad vol pleintjes en parkjes maar ook ideaal voor windowshoppers.
Normaal zou de tocht vandaag na 15 kilometer al eindigen in Santander. Aangezien er in het logboek morgen een wandeling is voorzien van 38,5 kilometer, besprak ik met de afgevaardigden van de logistiek om vandaag iets verder te wandelen en zodoende morgen iets minder te moeten afleggen. Insgelijks is het parkeerprobleem in hartje Santander ook opgelost. Terwijl ik om 07.30 mijn bordje met platte kaas en bruine suiker leeg lepel, maak ik me de bedenking, vandaag zeker mijn regenjasje niet te vergeten. De wolkenschilderij is één en al expressionistische kunst van donkere kleuren en grauwe vlekken. Geen blauw penseeltrekje te bekennen. Ook valt er van die heel fijne zever maar te weinig om je er tegen te verdedigen. Ik vertrek dus om 08.04 uur met mijn zwart licht ademend Marcelleke want niet alleen de atmosfeer is zwoel, ook mijn lichaam blijft warm aanvoelen. Dus kleed ik me zo licht mogelijk, op het gevaar af dat dit zelfs een te frisse outfit is op deze trieste morgen. Het eerste uur moet er gedaald en geklommen worden langs de CA-443 (een soort departementale verkeersluwe asfaltweg) en plots na een kort venijnig klimmetje na een haakse bocht sta je met je koplampen frontaal op die mooie kliffen te schijnen. Ook het geluid van de branding overvalt je intens, net zoals de uitkijk op deze kustrotsen. Ik blijf erbij: soms kan ik het verschil met Ierland niet opmaken. Het feit van zoveel mooie natuurelementen tezamen voor je kijkers geworpen te krijgen, voelt aan alsof je even het wiel van je voorganger moet lossen. Even blijven staan helpt dan schitterend en je nek en schouderspieren wat beweging gunnen door als een zwaan, je hoofd langzaam draaiend de meander te doen opnemen. Beginnend van links durf ik dan wel eens een minuutje over doen om mijn hoofd van uiterst links naar rechts te draaien. Gelijktijdig speur ik gans de horizon af als een radar zoekend naar schip of vliegend tuig. Het helpt me om beelden vast te leggen die ik zeker niet wil vergeten. Dit is weer zo één van die mooie plekjes op deze Camino del Northe die mij doen glunderen van plezier en intens geluk. Wat is dit een prachtige streek, maar vertel het niet te veel verder, want anders komt iedereen naar hier. Al gauw kom ik enkele vroeger vertrokken pelgrims tegen op mijn pad. Sinds een dag of vier zijn hier veel jeugdige wandelaars bijgekomen. Een groep Spaanse 18 jarigen imiteert al wandelend liedjes van Leonard Cohen. Heimelijk neurie ik in mijn binnenste zachtjes mee op de melodie van Hallelujah Suzanne So long Marianne Take this waltz allemaal verschijnen ze op het repertoire. Ieder van de groep op beurt geeft een titel aan en de rest valt dan meezingend in. Gezien ik ook heel graag de muziek en het werk van Leonard Cohen hoorde en kon genieten van zijn zware dronkenmansstem, kende ik wel een deel van de liedjes en zodoende bleef ik dan ook enkele tijd meewandelen op het ritme van deze groep. Maar toch niet te lang. Voor we de veerpont bereiken moet ook de pelgrim een tweetal kilometer over het zandstrand lopen. Geen cadeau, want dat zand schuift weg en zowel de enkels als mijn knieën laten voelen dat ze deze ondergrond niet aangenaam vinden. Bovendien lopen je kousen en schoenen binnen de kortste keren vol met losse zandkorreltjes. Aan de steiger (voor mijn tweede en tevens laatste veerpont verhaal) ontmoet ik twee oudere Oostenrijkse heren. Het is te zeggen, mijn leeftijd, maar ze zagen er wel meer versleten uit. Zij doen 300 kilometer van deze Camino en willen over een tijdspanne van 4 jaar in Compostella aankomen. Dit was hun tweede jaar. Wanneer ik in Santander mijn voetjes terug op vaste grond plaats, sta ik onmiddellijk in het drukke verkeer. Het is alsof er een aardbeving plaats heeft in mijn hoofd. Die drukte van de stad, al die door elkaar lopende mensen, die rode voetgangerslichten, die toeterende Spanjolen met gebrek aan geduld, de bedelaars, het gekwetter van Spaanse tetteraars en de stank van uitlaatgassen Even wennen baasje, dacht ik. Gans Santander moet gedwarst worden. Van Oost naar West is het één grote aaneenschakeling van allerlei schone, dure, excentrieke en ook gewoon Spaanse winkels. Je komt er niet de gewone Spaanse Cantabriër tegen, wel de meer gegoede klasse en mooi opgedirkte vrouwen en adolescenten. Je kan het goed vergelijken met de Leuvense populatie in de Bondgenotenlaan op een zomerse braderiedag. Heel veel goed onderhouden en dan ook zeer nette parkjes en minipleintjes waar allerlei mogelijkheid is om zich te bewegen en kinderen te laten spelen. Het valt me hier weer maar eens op, maar in Spanje heeft het kleinste dorpje een kinderspeeltuin maar ook dikwijls outdoor fitness apparatuur voor volwassenen. Hoe groot of hoe klein dat dorpje ook mag zijn. Ik dank Jop en Vicky voor hun reactie via de blog en kan heel gewetensvol melden dat Jak ( biche de boubou) en tevens ook mijn beide vrouwelijke raadgeefsters, tevens dienst doende medische begeleidsters, senior leader in pedicure, manicure en coiffeuse-technieken, ook verantwoordelijken voor de keuken en catering, aangesteld als stafleden backstage, tevens logistieke verantwoordelijken en CEOs van deze operatie en project, het heel goed stellen en zich beter en beter beginnen aan te passen aan de grillen van een eenzame wandelaar. Ze beginnen het zelfs meer en meer plezierig te vinden. Ook de animatie bij thuiskomst begint er meer en meer op te trekken. Maar daar zijn fotos van. Vanavond eten we pasta met hesp en kaassaus en daarbij een goed glaasje bier. Mahou Classica original zijn blikjes van een halve liter en daar kom ik juist mee toe. Morgen trekken we verder naar Santilliana del Mar over een afstand van 32 kilometer. Hopelijk lezen we elkaar dan opnieuw.
Achter mijn handen
HET MAANDELIJKS OVERLEG
Het is een uniek gebeuren in het kine-landschap. In Herent hebben de patiënten van een welbepaalde huisarts echter het grote voordeel dat die arts elke maand een uur van haar tijd besteed aan overleg in verband met de kinesitherapeutische behandeling van haar patiënten door ons. Elke tweede vrijdag van de maand tussen 13 en 14 uur ontmoeten de huisarts en ikzelf elkaar in haar spreekkamer en wordt er van gedachten gewisseld over de behandeling en het bereikte resultaat bij elk van haar patiënten die door iemand in onze praktijk behandeld worden. Het is historisch gegroeid omdat de huisarts en ikzelf ongeveer in dezelfde periode van start gingen met onze zelfstandige praktijk. Bij een beleefdheidsbezoek van mijzelf aan die huisarts, werd het voorstel geopperd dat zij heel graag haar patiënten van zeer nabij wou opvolgen, en om bijkomende administratieve verslagen te vermijden, werd zo deze formule leven ingeblazen. Een zeer vooruitstrevend initiatief zo blijkt. Want nu, anno 2018, wordt dit overlegmodel tussen kinesist en huisarts nog altijd als het ideale model vooruitgeschoven, maar omwille van tijdsdruk en het ontstaan van groepspraktijken is dit helaas in het werkveld haast niet zo gemakkelijk inpasbaar. Toch zijn zowel de arts als ikzelf overtuigd van het nut van zon overleg. Veel papierwerk en administratieve formaliteiten zijn op die plaats en tijd eenvoudig uit te wisselen. Ook kan er gepraat worden over randopmerkingen bij deze of gene diagnose. Een zeer nuttig instrument is de nabeschouwing van onze behandeling omdat de arts ook bekent dat zij dikwijls de patiënt maar beoordeelt in een momentopname. Heel veel ongekende informatie over herstelproces, therapietrouw, medicatiegebruik en dergelijke kan hier door onderling beraad in een klaarder daglicht geplaatst worden. Veel wordt gepraat over de resultaten van de therapie. Het is voor ons een bijkomende stimulans om het beste van onszelf te geven naar de zieke toe. Immers, elke maand volgt er een afweging in welke mate onze therapie al of niet resultaten heeft geboekt.
Het overlegmodel zoals wij dat nu al een kleine 35 jaar toepassen wordt door onze Minister van Sociale zaken en volksgezondheid, Maggie De Block, heel zwaarwichtig verdedigd en vooruitgeschoven in tal van dossiers en studies betreffende kwaliteit bevorderende methodes in de eerstelijnsgezondheidszorg. Beiden zouden wij een patent moeten aanvragen voor deze manier van patiëntenbespreking. Denk echt niet dat deze vergadervorm van samenkomen en dialogeren een algemene norm is. Niet veel artsen zijn bereid om deze vorm van patiëntenopvolging en begeleiding toe te passen en te kaderen binnen hun eigen praktijkgebeuren. De voorbereiding en ook de vergadering zelf vergt heel wat tijd van zowel de kinesist als van de huisarts. Eerst is er de selectie en het uitzoeken van de patiënten van die bepaalde arts. Dan volgt het werk om voor elke patiënt een korte samenvatting te geven van de behandeling en het bereikte resultaat. Ten laatste wordt er een idee gegeven over de prognose. De toegepaste techniek samen met het tussentijds verslag zouden moeten kunnen argumenteren of de doelstellingen zijn bereikt, of een verdere behandeling verantwoord is, of dat er moet worden doorgestuurd voor verder onderzoek. Ik ben ervan overtuigd dat veel patiënten niet eens beseffen in wat voor een bevoordeelde situatie ze verkeren wanneer hun herstel en behandeling door dit overlegmodel worden gestreamd.
Er is door al die jaren heen en door dit overleg een zekere professionele vertrouwensband gegroeid met die arts. Daar zijn waarden aan verbonden, ook extraprofessionele. Ik hoor ook al wel eens een cynische minder enthousiaste ondertoon. Soms wordt er door toeschouwers al eens gealludeerd op een geheim verbond, een kanalisatie van patiënten of afgesproken doorstuurgedrag. Dit is nu de ideale plaats om dit met klem te weerleggen. Ik kan u vertellen dat alle patiënten steeds vrij zijn en waren om te kiezen door welke therapeut ze willen (wilden) behandeld worden, bovendien zijn er verscheidene kinesitherapeuten die van die arts patiënten krijgen doorgestuurd op basis van hun specialiteit of beheersing van speciale technieken of stijlen. Meer nog, dit overleg werkte zeer aanstekelijk. In dit kielzog van beraadslagingen volgden later de lokale thuisverpleging en nog een andere kinesitherapeute die destijds bij mij haar loopbaan als zelfstandige begon en dus het klappen van de zweep leerde. Telkens op de eerste en de derde vrijdag van de maand is het hun beurt om te vergaderen.
Bovendien is een beleefde maar toch vriendschappelijke relatie met een arts onontbeerlijk gebleken in moeilijk te behandelen aandoeningen. We wisten ons steeds loyaal gesteund door de dokter wanneer bepaalde toepassingen niet resulteerden zoals we hadden verwacht, net omdat de dokter wist hoe en wat we verrichtten. En het is nog altijd zo, dat een medische wetenschap geen exacte wetenschap is. Waarom de ene patiënt zo reageert op een behandeling en een andere patiënt gans anders (langere duur-meer pijn- ) herstelt via dezelfde behandeling is nog steeds niet geweten. Om bepaalde dingen te kunnen bespreken, ook situaties waarin er werd gefaald moet je elkaar toch wel wat beter kennen en begrijpen. Hier speelt vertrouwen en loyaliteit een grote rol.
Ooit ging ik samen met die arts op ziekenhuisbezoek bij een patiënt die we beiden behandelden. Wanneer je naast het ziekbed staat van die patiënt en samen afspraken kunt plannen voor de behandeling thuis is dit heel comfortabel voor alle partijen en worden latere misverstanden vermeden. Ook weet de patiënt zich gewaardeerd dat hij op die manier benaderd wordt. Het was meermaals in mijn zelfstandige loopbaan aangenaam werken op deze manier. De zieke weet zich veilig geborgen omdat zowel arts als kinesitherapeut de neus in dezelfde richting hebben met maar één doel: de patiënt beter maken.
Ik ben een dankbare therapeut om de tijd en interesse die de arts voor mij in functie van haar patiënten spendeerde.
Onder mijn voeten: Laredo Guemes 36,2 kilometer.
Eventjes bootje varen.
Bij de planning van deze tocht werd er rekening gehouden met een te nemen veerpont tussen El Puntal en Santona. Enkel de plaats waar ik deze moest nemen had ik totaal verkeerd ingeschat. Ik liep naar de haven van Laredo en dacht daar eenvoudig in te schepen maar de realiteit was wel wat Spaans anders. Tussen mijn virtuele startplaats van de veerboot en de echte aanlegplaats was er zeven kilometer verschil. Gewoon de andere uithoek van het zandstrand. Ik had dus een ideale ochtendwandeling voor de boeg. Meteen kreeg ik een ander cijfertje onder het schermpje af te leggen kilometers. De 28,9 veranderde in 35,9. Reden om asap mijn begeleidende crew in te lichten dat het aankomstuur zou wijzigen. Daarenboven was Murphy ermee gemoeid. Bij de klim even na Santona was er oponthoud omwille van de zeer hevige regen en bijhorend onweer deze nacht. De gevaarlijke klim langs een smal steil pad dat amper 2 voeten breed was, met links en rechts bramen en ruige struiken, liet voorbij steken niet toe. Daarenboven was de modder en de gladde keien een reden om zeer voorzichtig te klimmen, maar nog meer voorzichtig te dalen. Het voorbij steken van al te behoedzame mede-pelgrims was bijna niet mogelijk omwille van het te smalle pad en de langs weerszijden aanwezige ruige flora. Het duurde iets te lang voor mij en de zee van ruimte die onder onze voeten lag daar beneden op het strand hield te lang aan om mij niet wat nerveus te maken. Ik moet toegeven dat ik als oude haast gepensioneerde mij afvroeg wat sommige heel jonge mensen bezielt om dit deel van de tocht op deze manier en met zulke zwakke conditie te komen afwerken. Dit was uiteraard volgens mij veruit de gevaarlijkste dagtocht tot heden maar sta me toe om onbekwaamheid een gezicht te geven. Ik zou niet opschrikken van het aantal ongevallen dat zich voordoet op dit huidig parcours vandaag, gedeeltelijk ook door de onverantwoordelijkheid en de onvoldoende bekwaamheid en fysieke voorbereiding van sommige klimmers. Zeker wil ik niet pretentieus overkomen, maar ik vind het soms een vreemd verhaal en zelfs ongelooflijk wie hier allemaal als pelgrim op het decor verschijnt. Ik heb een grote dosis respect voor velen die zich ernstig prepareren en omwille van de inspanning zichzelf hier wel enkele malen tegenkomen. Maar waar is de grens tussen zelfoverschatting en prestatiedrang zonder kennis van zaken in deze en dus roofbouw op je lichaam en anderzijds een intensieve prestatie die maakt dat je je zelf terecht op een hoger niveau tilt als mens . Dat is maar de vraag. Het was een bedenking die ik maakte wanneer ik sommige deelnemers vandaag gedurende dat uurtje gevaarlijk parcours hoorde gillen, krijsen, vloeken in het Spaans, zelfs wenen na een kleine val in de struiken. Er zijn geen pelgrims meer Sire
Mijn tocht vandaag kende een klein lusje omdat ik mijn hoofd bij het klimmen naar beneden richt. Het gebeurt niet gauw maar als je dan aan een afslag vergeet naar omhoog te kijken kan het zich voordoen dat je rechtdoor loopt waar de Camino je naar rechts wil doen gaan. Ik herstel het euvel maar het kost me gauw 1500 meter. Niet zo veel denk je wellicht, maar de warmte en de andere behoorlijk zware kilometers laten een helder besluit na: dit was een zware dag. De natuur is hier nog steeds zo prachtig mooi. De meteo is pertfecto, de voetjes en pezen doen geen pijn meer en het lopen in deze ongelooflijke omgeving zorgen voor een boost die je met een Red Bull niet kan bereiken. Ik vermoed dat er te weinig mensen deze streek kennen of kennis mee maakten. Het staat voorlopig in mijn persoonlijke top-drie en niets doet vermoeden dat deze tocht in een lagere beoordeling zal terecht komen. Het is hier zalig wandelen en bovendien wordt je als wandelaar rechtstreeks betrokken in het alledaagse leven van de populatie alhier. Door hun voordeur te passeren ruik je wat voor eten ze klaarmaken, hoor je hun vertellen en zie je hen werken. Dit deel van Spanje kan ik niet vergelijken met mijn vorige Camino. Prachtig en aandoenlijk mooi, leuk en variabel, wel 40 % zwaarder, maar dat heb ik ervoor over. Vanavond eten we een varkenshaasje met macedonia de venduras, asperges en opgelegde paprikas, met een sausje van ajuin, look en Tijm. Daarbij Frans brood en een Rioja wijntje. Je zou er willen bij zijn he? Morgen wandelen we tot voorbij Santander en zoeken een plaatsje om te overnachten tien kilometer na deze wonderbaarlijke stad. Ik bied je dan een nieuw verhaal. Groetjes aan Josianne en Christian die in Herent een hete warme zomer doormaken. Bedankt aan Guy voor zijn drank-voorstellen.
Achter mijn handen
DE BELGISCHE KAMPIOENEN
De natte droom van menig kinesitherapeut in het verzorgingslandschap is zonder meer de revalidatie te mogen uitvoeren van een sporter die goed presteert op nationaal niveau. We moeten daar niet preuts over doen, het streelt uw ijdelheid en meer nog, het krikt uw eigenwaarde naar een hoger echelon als je de lichamelijke herstelprocedure bij een gekende sporter tot een goed einde brengt. Anderzijds kan je het ook je handen massage-dood maken als therapeut, want stel dat je de doelstellingen die je samen hebt bepaald, niet worden behaald, dan kan je slechte reputatie meteen ook nationaal nieuws worden. Ik had een collega die twee jaar na elkaar vrijaf nam tijdens de ronde van Frankrijk om er te kunnen vertoeven in het circuswereldje van de grootverdieners van de wielersport. Na twee jaar had hij het als sportverzorger te midden van deze groten der velo-aarde wel voor bekeken gehouden. Niet dat hij het niet graag of niet goed uitvoerde, maar hij vond het gevoel van zijn pispaalgehalte te groot en dacht dat door zijn verantwoordelijkheidszin de emmer van de vernedering soms overliep. Dikwijls noemde hij die coureurs naast de pot gescheten, dikke nekken. Die ervaring heb ik echt niet gehad. Ik mocht tijdens een trip van München naar Brasschaat, onder organisatie van een bekende professionele voetbalspeler meefietsen. Na de rit werd er elke avond door Joke (mijn dochter) en een viertal andere kinesisten duchtig gemasseerd. Er reden toen ook een paar bekende namen uit de voetbalwereld en de wielrennerij mee met ons. Nooit hebben Joke noch ikzelf één negatieve reactie gekregen op onze vrijwillige massage na elke rit. Integendeel. Persoonlijke bedankingen en waardering voor deugddoende herstelmassage vielen ons telkens elke avond te beurt. Er werd zelfs alvorens een volgende rit startte s avonds al een afspraak gemaakt voor de recuperatiemassage de volgende avond. Sommigen wilden zeer zeker gemasseerd worden. Nog steeds zijn er contacten met bekenden uit die tijd.
Ik mocht ooit de provinciale danskampioene behandelen daags voor haar nationaal kampioenschap. Er werd me gesmeekt om een behandeling. Het was aan de andere kant van de GSM verbinding één ellende en verdriet over gans de lijn. Zeven maanden hadden haar danspartner en zijzelf geoefend om een bepaalde choreografie op muziek vlekkeloos te kunnen uitvoeren, morgen op het nationaal danstreffen. Men zou er de Belgische kampioenen klassieke dans bekronen en ze hadden zich hiervoor ook ingeschreven. Zaterdag voor de bewuste zondag doet er zich tijdens de ochtendtraining een onwaarschijnlijke en zeer acute spierkramp voor ter hoogte van bilspier (Gluteus Maximus). Normaal stappen kon niet want het steunbeen kon niet normaal belast worden omwille van de pijn. Na een paar minuten rust bleek al gauw dat dansen niet meer tot de elegante mevrouw haar mogelijkheden behoorde. Laat dat danspaar nu ook met elkaar gehuwd zijn en je kan denken in welke modus deze dansvloerlibellen huiswaarts reden na de ochtendtraining. De echtgenoot was met geen tang aan te pakken van pure frustratie, dus ook niet door zijn echtgenote. Daar passeerde de overgave en inspanning van zeven maanden training aan viermaal per week aan hun beider neus. Je zou voor minder wenend aan de telefoon van een kinesist hangen.
De vraag was eenvoudig, de afspraak al iets minder gemakkelijk want ik vermoedde dat het hier een lichte uitrekking betrof van de aanhechting van de grote bilspier die dwars achteraan over je linker en rechterachterkwartier loopt. Ik noem het een minder gemakkelijke afspraak omdat ik telefonisch geen optie durfde te nemen over de haalbaarheid van mijn inspanning om deze pathologie nog te kunnen herstellen voor zondagmiddag 15.00 uur. Ik plaatste de danseres op zaterdagnamiddag 14.00 uur een eerste keer. Na een observatieronde en plichtsbewust onderzoek bleek dat mijn voorheen gemaakte veronderstelling volledig correct was. Na een eerste intense behandeling spraken we af dat er moest gerust worden en dat de poep zoveel mogelijk moest worden afgekoeld met ijsapplicaties. Niet zo een leuk vooruitzicht voor de charmante dame, maar het moest zo maar eens goed komen. Ik sprak verder af dat ik haar op zaterdagavond na een uur of zes herstel nog eens zou behandelen. Toen ik de dame die avond behandelde merkte ik stilzwijgend op dat dit herstel wel degelijk was ingezet. De bilstreek was minder warm, de beweeglijkheid was terug toegenomen, de passieve rekking van de spier was opmerkelijk minder pijnlijk en ook de spierfascia (het vliesje rond de spier) was bij manipulatie veel soepeler, gaf minder weerstand en voelde minder gespannen aan. Mijn, haar, onze hoop nam zienderogen toe. Weer vloeiden er traantjes, maar deze keer van vreugde, want de dansende vloer-streelster kon zelf ook niet ontkennen dat ze zich beter voelde. Zou ik dan toch kunnen deelnemen morgen?
Zondagochtend om zeven uur staan beiden in trainingspak in de praktijk. De verplaatsing naar Oudenaarde waar het kampioenschap zou plaatsvinden was toch wel een dik uur rijden en ze wilden zich toch niet afjagen om er bijtijds te zijn Ik denk eerder dat ze in hun bed al aan het trappelen waren van ongeduld, hoop en heimelijke overtuiging.
De eerste testonderzoeken bleken fenomenaal te zijn. Ik had de raad gegeven om voor het slapengaan de bilspier goed te beleggen met een laagje Voltaren emulgel en dan deze bil in te pakken met een twee lagen keukenplasticfolie, zodat de gel maar één richting uit kon tijdens de slaap, namelijk door de huid naar binnen. Ze moest ook op bevel van de kinesist slapen met een bil bedekkende boxershort zodat deze folie niet kon loskomen. Ook omdat de bloedvaten en de spier goed opgewarmd bleven en zodoende de goede doorbloeding kon zorgen voor een effectieve evacuatie van de afvalstoffen op de plaats van deze verrekking. Ook zou een foutloze doorbloeding een optie zijn op voldoende aanbreng en bevoorrading van herstellende micro-organismen ter plaatse. De echtgenoot kon met deze laatste beslissing niet zo overweg maar mijmerde groen lachend op dat het was voor het goede doel en hij dus dit ongemak er wel bij zou nemen.
Ik heb bij de vrouw een huidkleurige flexie-tape aangelegd. Er werd oppervlakkig afgewerkt met een elastisch druk verleggend verband die de aanhechting van deze Gluteus Maximus danig ontlastte op de aanhechting. Het effect was beter dan ik had durven hopen.
In de praktijk werden een aantal uitlokkende bewegingen uitgevoerd aan het sportrek en ook werden uitlokkende stretchtesten opgelegd. Alles bleek negatief wat pijn en kramp betrof. Ik vroeg hen om in slow-motion de moeilijke stukken van de danspasjes eens uit te voeren in de praktijk. Niets dat nog pijn uitlokte, en gracieus werd de lijn afgedweild met hun beide neuzen in dezelfde richting. Het was een privé demonstratie en het optreden deed op zijn beurt mijn neus krollen van blijheid, eergevoel en trots. Alle inspanningen waren duidelijk niet voor niets geweest en zowel de mevrouw als mijnheer waren overtuigd dat ze de wedstrijd zowel mentaal als fysiek zouden aankunnen.
Het paar danste zich die zondagnamiddag tot Belgisch kampioen en het verhaal zou zich nog drie jaren na elkaar herhalen. Ze zijn viermaal Belgisch kampioen geworden en uit louter bijgeloof heeft de dame zich regelmatig uitgebreid laten verzorgen voor een wedstrijd.
Zeg nu nog dat wij niet het mooiste beroep op aarde mogen uitoefenen.
Waar de koeien en de paarden tussen de pelgrims lopen.
DAG 64: Zondag 1 juli 2018
Onder mijn voeten: Castro-Urdiales Loredo 31,4 kilometer.
Waar de koeien en de paarden tussen de pelgrims lopen.
Op het logboek stond dat de afstand een 30 kilometer zou zijn, maar in werkelijkheid waren het er 31,4. Ook vergat ik in het begin mijn GPS-registratie in te schakelen waardoor ik steeds anderhalve kilometer meer moest rekenen. Dat was een beetje ingewikkeld. Maar het parcours, ik blijf erbij, was weer zo uitzonderlijk mooi. Het eerste en het laatste kwartier werd de kustlijn gevolgd, alles er tussen in werd gevuld met bossen en weiden. Ik zie in de verte een bootje met een kleine kapitein die op een zondagmorgen aan het vissen is. De Cantabrische kust op een zondag morgen. Kan het nog idyllischer worden? De ondergrond zou vandaag het verschil maken. Er werd gewandeld over plaveien, puntige rotsblokjes, zandgrond, aardewegen, asfalt en zelfs modder van leem. Ook de bouwtrend die ik hier vandaag een paar keer opmerk heeft veel weg van de gekende Oostenrijkse Tiroler chalet. Regelmatig zie ik zulke chalets langs de kant staan. De mensen zijn hier heel vriendelijk, althans tegen mij. Toen ik bleef staan bij een bejaarde man die rustig vanop zijn stoel met een elektrisch kliefhamertje boomstronken van de Steeneik aan het klieven was, zette hij prompt de machine stil en begon een heel verhaal tegen mij te vertellen over de soort van dit hout en de duurzaamheid en de gedraaide nerven die het klieven zo moeilijk maken. Het opbranden van hout is zeer verschillend. Deze steeneik is uitermate geschikt om je te verwarmen via een kachel. Het hout brandt zeer langzaam en de calorische waarde is zeer groot. Toch ongelooflijk dat ik die Spanjool verstond, want ze praten nog sneller als ik en hun spraak is gelijk aan het geluid van een ratelende mitraillette. Na een tijdje loopt het pad opwaarts naar het zuiden en dus landinwaarts. Ik moet een weidepoort zelf openen en ook zelf sluiten. Eerst dacht ik aan een oplossing om loslopend wild binnen die zone te houden. Echter na enige tijd beland ik midden tussen de grazende koeien en jonge stiertjes. Blijkbaar zijn die beesten hier meer gewoon want ze maken geen aanstalten om mij te bedreigen noch aan te vallen. Wanneer er een bruine koe met een nog bruiner gat midden op mijn gaanpad staat, zwaai ik een paar maal met mijn pet en dat is reeds voldoende om haar tussen de struiken te jagen. Zij en ik lopen verder elk in onze eigen richting, ik met de rugzak en zij met een buikzak onder haar corpus. Er wacht mij echter een minder aangename taak. Ik moet deze berg over. Via een aardenweg die pas aan diggelen is gereden door een landbouwvoertuig met rupsbanden, wordt dit strookje om op te wandelen echt wel acrobatenwerk. Gans de ondergrond van leem is open gereten en vormt door de felle regen van gisteren een haast ondoorwaadbare modderbrij. Bijkomend probleem is de inclinatie van de bodem die op sommige ogenblikken toch wel 15 % aanduidt. Dan kom je boven op de top en wegen je schoenen wel vier maal zo zwaar van al die gele leem die kleeft aan je schoenzolen zoals Zoetemelk destijds aan het wiel van Merckx. Geleidelijk aan, door het wandelen tussen gras en onkruid kan je je van dat smerig boeltje ontdoen, maar zelfs je kousen en kuiten blijven smerig en door het zweet vang je zelfs modder langs de binnenkant in je wandelsokken. Ik loop langs de aardenweg naar het dal en kom op een betonwegeltje een eerste huis tegen. Er stond daar plots een paard in de gang. Het grazende dier was zich van geen kwaad bewust. Wel moest het zich even verplaatsen om mij een veilige doorgang te bieden. Het internationale kchchchc heeft ook hier geholpen. Het beestje zette zich wat schuin en heeft mij geen poot in de weg gezet.
Wanneer ik in de stad Laredo aankom is dit inderdaad een stad waar naast de naam ook in het centrum muziek in zit. Er is straatanimatie met allerlei artiesten en bij ééntje ervan kan ik het niet nalaten een cent te werpen in het mandje. Ze hadden via nylon draadjes een viertal poppen aan elkaar vastgemaakt op zulk een ludieke en zeer creatieve wijze, dat wanneer de eerste touwenpop bewoog al de anderen op het ritme van de muziek mee dansten. Heel ingenieus. Vanavond eten we pasta met kaassaus en prei met daarbij gemarineerde kippenfilet.
Morgen vertrek ik in Laredo en wandel tot in Guenes over 28 kilometer of ietsje meer? Mag ik Guido verwittigen dat hij zijn pen al maar klaar legt want zowel zijn eerste pentekening als de tweede worden voorzien om in de boek gepubliceerd te worden. Je beste handje klaar zetten he Guy. Guy is een patiënt die heel veel van zijn frustraties en emoties uit zijn lijf jaagt via klaarheldere en subtiel mooie pentekeningen. Het feit dat hij mijn verhalen condenseert tot één tekening maakt zijn werk alleen al uniek. Aan de andere Guy van Sacacorchos zeg ik dank want de Spanjekenner heeft me weeral een goede voorzet gegeven over de wijnkeuze in deze streek. Ik weet u nu al te zeggen Guy, dat die Rioja wijn die je aanhaalt inderdaad heel lekker is. Eergisteren nog geproefd in het restaurant van de pelgrimsmenu. Ik schrijf nu op het bestelpapiertje de Godella wijn en verwittig de senioritas dat ze enkel mogen proeven bij thuiskomst en onder bescherming en begeleiding van mijn aanwezigheid. Tot de volgende vertelsels.
Achter mijn handen
EEN GEVANGENISBEZOEK
Bij een huisbezoek loop je de kans dat je pad gekruist wordt door de dienst verpleging omdat meestal de bezoeken aan huis plegen uitgevoerd te worden omdat de patiënt zich niet kan verplaatsen. Dikwijls zijn daar mensen bij die thuis ook moeten verpleegd worden omwille van hun wonde(n) of ziekte. Zo ontstaat er al gauw een kring van kennissen bij de verpleegsters en verplegers die je opbouwt en waarmee je puur professioneel goede banden onderhoudt, al was het maar om praktische afspraken wat te vereenvoudigen. Er zijn op die manier binnen de verpleegwereld van zelfstandigen en Witgele kruis een groot aantal collegas die we bij voornaam aanspreken en die we binnen ons en hun vakgebied regelmatig interpelleren om een probleem bij eender welke patiënt te helpen oplossen. Hier en daar werd er zelfs afgesproken om samen met de verpleging een patiënt te helpen draaien in bed, te helpen bij de transfer van de zetel naar het bed en eventueel een dringende medicatie tijdens onze behandeling te helpen aanreiken. Het was zeer eenvoudig en aangenaam als je elkaar voor zon dingen aanspreekbaar kon maken, en zo lang ik werkte had ik met alle ziekenverplegers een zeer goede relatie. Natuurlijk waren er individuen waar de relatie iets verder reikte dan gewoon een babbeltje of een vraag. Ook waren er verzorgers waar het contact niet zo intens verliep.
Jean-Philip was zo een verpleegkundige waar het mee klikte. In een bepaalde periode liepen we allebei op een zekere locatie elkaar dagelijks tegen het lijf omwille van een omslachtige behandeling bij een mevrouw met verscheidene breuken en erg gecompliceerde wonden. Zijn behandeling liep al snel uit tot drie kwartier en soms nog langer. Toen ik dan aankwam in het huis maakte ik tijdens de verzorging door de verpleger een rustige babbel over koetjes en kalfjes, over het gezin, over het beroep, over vervelend doktersgedrag, over de onderverloning of over zijn paarden. We hadden wel altijd een onderwerp en we vonden elkaar in onze filosofische gesprekken vrij eenvoudig terug op dezelfde golflengte. Heel de duurtijd van mijn praktijk is Jean-Philip me regelmatig tegengekomen en ik hem. En even regelmatig hadden we telefonisch contact over patiënten en startende behandelingen. Hij was ook de verpleger die iets naast zijn taak durfde uit te voeren voor zijn zieken. Zo ging de goedhartige verpleger regelmatig medicatie ophalen in de apotheek, bracht hij al eens een brood mee voor de patiënt en deelde hij gekregen groenten van de boer uit tijdens zijn huisbezoeken. Wanneer de patiënt een kinesitherapeut nodig had prees hij mij loyaal aan en omgekeerd bij een vraag naar een verpleging prees ik hem aan bij mijn patiënt, al was hij meestal wel de eerste die bij de zieke thuis op bezoek kwam. We vormden haast een therapeutische tandem.
Er is in het leven van Jean-Philip iets fout gelopen. Er werd hem een delict ten laste gelegd waar ik over schuld of onschuld niet durf te oordelen. Ik hoef dat gelukkig ook niet te doen. Hij werd aangehouden en zat enige tijd in voorarrest in de hulpgevangenis van Leuven.
Toen kwam er een brief van hem op mijn thuisadres. Zijn vraag of ik eens wou langskomen, kwam niet echt onverwacht. Innerlijk had ik deze persoonlijke To Do altijd naar de rechter kolom verschoven. Ik geraakte er voor mezelf niet helemaal uit omdat ik Jean-Philip in de cel niet kon kaderen in mijn vriendschap van weleer. Eigenaardig vind ik dat nog steeds.
Je kan er enkel bezoek afleggen op verzoek van de gedetineerde zelf en daaromtrent zijn er bepaalde procedures voorgeschreven. Je komt niet zomaar binnen in de bajes en je bent er niet altijd even welkom. Ik ging in op het verzoek en sprak een bepaalde dag en uur af zodat de cipiers konden verwittigd worden van mijn visite.
Mijn vriend daar te zien in die omstandigheid heeft op mij een diepe indruk gemaakt. Ik ben daar dagen mee bezig geweest. Je verwacht die persoon niet in zon situatie. Constant ben je tussen de twee oren aan het corrigeren, ben je wat je ziet en wat je voelt, wist en denkt aan het plaatsen in de context waar het hoort. Maar met deze context kan je je niet verzoenen want zo ken je de Jean-Philip niet. Hij hoort daar precies niet thuis.
Ook de behandeling van je eigen persoon: je komt binnen en moet onmiddellijk al je spullen zoals autosleutels, smartphone, portefeuille, juwelen en dergelijke afgeven. Dan moet je je vingerafdruk maken en wordt er nog een foto van je gemaakt. In indianenpas (alle bezoekers achter elkaar op één rij) mag je dan tussen twee cipiers (ééntje vooraan en ééntje achteraan) naar een grotere ruimte waar tafeltjes en stoelen staan. Eén cipier blijft aan de ingangsdeur staan om al wat er wordt gezegd te registreren. Privacy zero! De andere cipier staat aan de deur waarlangs de gevangenen binnengeleid worden. Ook achter elkaar in een grijs plunje. De eerste beelden van mijn vriend waren abominabel. Hij was erg vermagerd en zijn aangezicht was plots 10 tot 15 jaar ouder. Hij was nerveus en stamelde een paar eerste woorden. Ik weet ze niet juist meer te herhalen, maar het kwam erop neer dat wie zou gedacht hebben om elkaar hier ooit nog eens te moeten ontmoeten.
Vrij snel liep het gesprek vlotter en verhaalde hij me zijn dagen in jail en kwamen er vragen over onze gemeenschappelijke patiënten. Over wat de vooruitzichten waren en wat er allemaal komt kijken bij een gevangenisverblijf. De verkoop van de wagen en de woonst, de betaling van de advocaat en de sociale gevolgen in verband met zijn werk en burgerrechten. Hij had heel veel zorgen die niet onmiddellijk konden worden opgelost. En ik maakte regelmatig tijdens dat gesprek de bedenking dat een mens mag misdaan hebben wat maar kan, maar dat deze situatie mentaal overleven echt geen eenvoudige opdracht kan zijn. Er kwamen traantjes aan te pas en ik achtte mij gelukkig dat ik na enige tijd dit bezoek-oord weer kon verlaten. Ik had met Jean-Philip nooit één probleem gehad. En wie zonder zonden is mag gerust de eerste steen werpen. Hier en nu in deze situatie zijn er geen winnaars. Wanneer je in een penitentiehuis terechtkomt is er boete en is er treurigheid. Dit verdriet heeft echter niets om handen met het verdriet dat we dagelijks in ons beroep tegenkomen. Ik moest mezelf dwingen deze droefheid zijn specifieke plaats te geven en dat heeft wel enkele dagen geduurd.
Bij het buitengaan was ik zo verbouwereerd dat ik enkele van mijn persoonlijke spullen vergat mee te nemen. Zo stond ik aan de wagen zonder mijn vergeten sleutels en kon ik voor een tweede keer die dag aanbellen aan de hulpgevangenis. En ik die mezelf zonet gezworen had er alles aan te doen om hier nooit meer te moeten binnenkomen. Ik zie Jean-Philip nog enkele keren en weet mij verlicht in mijn wrang gevoel omdat dit schouderklopje haast zoveel waard is dan een reanimatie bij een hartfalen. Moed Jean-Philip, er komen zeker betere tijden. Jean-Philip moet nog twee jaar overleven en komt dan waarschijnlijk vervroegd vrij. Zijn straf is dan een geheelde wonde waarvan het litteken één grote streep van wild vlees zal nalaten. Wellicht zal zijn maatschappelijke straf nooit eindigen!
Er was nog zoveel goeds te doen in onze stiel Jean-Philip!
Goodbye Baskenland, welkom in Cantabrië met zijn Picos, Santander, Altamira grotschilderingen, koeien op de wei tot aan de zee, het groen toerisme en de prachtige natuurreservaten.
DAG 63: Zaterdag 30 juni 2018.
Onder mijn voeten: Pobena Castro-Urdiales 24,7 kilometer.
Goodbye Baskenland, welkom in Cantabrië met zijn Picos, Santander, Altamira grotschilderingen, koeien op de wei tot aan de zee, het groen toerisme en de prachtige natuurreservaten.
Ik verlaat om 08.04 uur Pobena en weinige tijd later ook het Baskenland. De ruige natuur met zijn bossen op de heuvels maken plots plaats voor weilanden die de koeien haast doen herkauwen in het zeewater. Ik wandel ongeveer twee uren aan de Cantabrische kust en kan mijn ogen niet afhouden van de 11 wachtende zeeschepen die in volle zee hun nummer moeten afwachten die de toegang tot de haven van Bilbao toelaat. De hemel boven de zee voorspelt niet veel goeds, nochtans is de temperatuur tussen de 25 en de 28 graden en doet de zeebries mij nog altijd veel deugd. Heel veel wandelende senioren kom ik hier tegen. Allen zeggen ze vriendelijk Ola. Sommigen voegen er dan nog de Buenos dios aan toe, maar dat is alleen weggelegd voor de meer socialen. Wat ik opmerk langs deze wandelweg zijn de vele ruïnes en overblijfsels van vroegere woningen. Totaal vervallen en in onherstelbare staat achtergelaten. Zo zijn er ook de overblijfsels van een aquaduct die staan te pronken rechts van de weg. De kliffen alhier doen mij meermaals denken aan de tijd dat ik samen met Jos in Ierland wandelde. Deze kust is in vele facetten te vergelijken met Ierland, alleen is het hier warmer en zijn de woningen korter bij de zee gebouwd. Dat zag je Ierland niet zo veel. Wanneer ik even onoplettend ben en rechtdoor wandel waar ik normaal rechts af moest slaan kom ik aan een heel pittoresk plaatsje. Het is een oude wasplaats vlak naast een bron. Die natuurlijke waterspuwer fungeert dan als spoelwatertoevoer voor een overdekt waterbekken. Zelf vind ik de foto geslaagd voor wat hij moest weergeven. Op die kustweg zijn er veel kleine boerderijen die trachten te overleven door het kweken van groenten voor eigen gebruik en kleine stallingen met wat vee. Dat cantabrië geen kleine provincie is getuigt een bordje dat me wijs maakt dat de Sint Jacobsroute hier 185 kilometer door loopt. Een heel stuk van het parcours vandaag liep over een oude spoorlijn die ijzererts vervoerde: de via verde El Piquillo. Ik kan het niet laten om even een foto te maken van een landtong die zo tekenend mooi in zee uitmondt. Even later ben ik de gelukkige wandelaar door een eucalyptusbos. De geur verraadde de bomensoort. Terwijl ik deze berg vol eucalyptusbomen aan het trotseren ben moet ik tot twee maal toe een loslopende hond van mij afschudden. Niet dat ze agressief waren, helemaal niet zelfs. Maar ze blijven naast je lopen alsof je hun baasje bent. Espania, el pays del perros libros. Nochtans zie je hier ook bedroevende scènes van honden die de ganse dag aan de ketting liggen achter een hekken en je triest en troosteloos aankijken wanneer jij hen passeert. Je ziet ze denken: ik wil hier weg, neem mij mee Ik passeer dan meestal zo rap mogelijk en indien ik mijn havermoutkoekjes in mijn broekzak heb, durf ik al eens een stukje aan die honden geven. Sorry Hilde, maar dit is ook voor een goed werk. De aankomst in Castro-Urdiales loopt ook over een oude mijnspoorlijn: de Via verde Traslavina. Het is duidelijk dat deze stad een rijk verleden heeft gekend. De woningen en infrastructuur zijn geweldig hedendaags en ook het commercieel centrum met zijn verscheidene grootwarenhuizen verraden dat hier rijk volk woont. Samen met Santander, Laredo en San Vincente de la Barquera vormt deze plaats de quatre villas del mar, een verbond van de vier grootste Cantabrische havensteden. Wanneer je vanuit de oude spoorlijn plots op het strand terecht komt is het wel even wennen. Ik kan visueel genieten van al die strandliggers, half ontblote lijven en de gemengde geur van zonnebrandolie met allerlei parfums. Dit is een totaal andere wereld. Wanneer ik in de verte een wedstrijd zie van skaters die per twee zo snel mogelijk moeten slalommen over 50 meter, blijf ik toch even staan. Het berkijken waard. De kleurrijke vissersboten in de haven zijn ook een digitaaltje waard.
De dames zijn gaan winkelen, maar terloops meld ik u allen dat ze tot heden toe al heel flink en ondernemend zijn geweest. Enkele malen kon ik aan den lijve ondervinden dat het parkeren hier in Spanje met een motorhome geen sinecure is. Zij doen het tot heden toe schitterend en onder hun beiden vormen zij wel een heel sterk team. Ik voel me omringd als ben ik een professionele voetballer die met zijn privé team mee de wereldbeker gaat spelen. Alhoewel, die kapsones van sommigen zal je bij ons niet vinden. Daarjuist heeft Sonja mijn voetjes verzorgd. Te lange nagels werden geknipt en eelt en kloofjes van het wandelen werden bijgewerkt en gezalfd. Mijn voetjes voelen aan als het poepje van een pasgeboren baby. Vanavond eten we scampis met veel lail en champignons, sla, tomaatjes, stokbrood en vino pinto. Misschien heeft Guy nog een suggestie voor Cantabrische wijn?
Morgen blijven we hier nog een dagje staan en komt Sonja mij in Laredo oppikken. Maandag trachten we op tijd binnen te zijn voor de rode duivels.
Tot het volgende verhaal.
Achter mijn handen
HET JAAR 2002 WANNEER DE BOM VIEL IN HET KINE-LANDSCHAP
Ministers drukken nogal graag een persoonlijke stempel op hun beleid tijdens hun bewind. Nergens stroken de namen over personen in dit boek. Hier kan ik niet anders dan de naam van de toenmalige beleidsverantwoordelijke te noemen. In 2002 werd door een bloedrode Minister Frank Vandenbroucke de kinesitherapie nomenclatuur grondig en totaal door elkaar geschud en bleef er van de oudere afspraken tussen de verzekeringsinstellingen of mutualiteiten, de federale overheidsdienst en de kinesitherapeuten federaties niets meer over. Geen spaander bleef er heel van de tot dan toe dienende en goedgekeurde conventie. Ook administratief veranderde er 80% van de plichtplegingen. En we moeten durven eerlijk zijn: het kinesitherapiegebeuren van voor de jaren 2000 was aan sanering toe, er waren misbruiken gesignaleerd en er waren Napoleon-toestanden. Enkel, de borstel van de minister van Sociale zaken was iets te stijf en te grof. Vier collegas (waar we weet van hadden) pleegden zelfmoord, verscheidene praktijken sloten hun zelfstandige activiteit. Menig kinesist besliste uit de conventie te stappen uit onvrede of gemis aan respect of erkenning voor zijn beroep. De schade die de bom Vandenbroucke toebracht aan onze beroepsgroep was dan ook zodanig groot dat hij achteraf zelf zijn eigen shrapnels moest ontwijken. Hij onderwijst nu in één of andere faculteit waar hij toch minder grote schade kan aanrichten dan in een nationaal beleidsdepartement. Trouwens, het was niet zijn eerste flater.
Destijds als voorzitter van de socialistische partij suggereerde hij nog liever om miljoenen Belgische frank te verbranden dan ze te schenken aan noodlijdenden zoals de filosofie van socialisten toch zou doen vermoeden. Het departement onderwijs heeft hij destijds ook willen hervormen, maar evenzo daar is hij met stille trom (moeten) vertrekken. Geen goed woord kon hij over de kinesitherapeut over zijn lippen krijgen. Hij sprak van een wellness instituut in plaats van een revalidatiepraktijk. Deze uitspraak is hem door menig beroepsgenoot erg kwalijk genomen en zal ons nog zeer lang achtervolgen. De woede was, is en zal nog groot zijn. Meer dan hij vermoedde of zelf wenste heeft zijn passage in sociale zaken hem veel stemmen gekost bij een daaropvolgende verkiezing.
Wat heeft hij dan met zijn departement toen zoal veranderd?
Het overzicht is moeilijk te geven, en toch waag ik mij eraan opdat de objectieve lezer ook eens mag weten waar dove politiekers zich plegen mee te bemoeien, en hoe fout het kan lopen door onbekwaamheid en gebrek aan kennis te velde.
- Een patiënt moet op 18 behandelingen van zijn pathologie hersteld zijn, want meer beurten krijgt hij niet voor een aandoening. Er zijn een aantal uitzonderingen voorzien, maar lang niet genoeg om patiënten op hun recht van herstel of revalidatie volledig te garanderen.
- Een behandeling van een halfuur wordt nog steeds anno 2017 (na vijf jaar niet aangepast te zijn aan de loonindex) ondergewaardeerd. Er wordt in de kinepraktijken gewerkt aan een ereloon van 22,06 euro per halfuur. Vergelijk dat maar eens met het uurloon van een loodgieter of haarkapster. Vergelijk het eens met het honorarium van een huisarts of met het loon per minuut van een advocaat. Meer zeg ik hier niet over.
- De dagelijkse administratie werd loodzwaar gemaakt door allerlei verplichte en onnodige aanvragen, mededelingen en aanpassingen die door ons in dienst van de patiënt moesten worden voorgelegd aan de adviserende geneesheer.
- Het beroepsrespect werd zeer zwaar aangetast omdat de kinesitherapie in een kwalijk daglicht werd gesteld door te stellen alsof wij de groot-verslinders waren van de budgetten, terwijl we toch enkel werken op verwijzing van een arts. Het is ook van uit die tijd dat het voorschrijfgedrag door artsen drastisch verminderde.
- Wat ons nog het meest tegen de borst stootte was de miskenning van de chronische patiënten. Men wou als departement sociale zaken gaan besparen op een zeer brutale wijze en juist bij die groep van personen die het meest kwetsbaar waren en minst mondig. De strategie van de minste weerstand natuurlijk.
Het dateert van die tijd dat ik samen met een groep kinesitherapeuten in een denkgroep deelnam aan een constructieve manier van voorstellen en denken om deze ramkoers van de minister van Sociale zaken wat bij te sturen. We hadden na verscheidene vergaderavonden een vrij praktisch en eenvoudig te lezen werkdocument opgesteld met allerlei voorstellen om de pil van de nomenclatuuraanpassing wat doorslikbaarder te maken. We hadden het via kennissen links en rechts en ook dankzij een gouden tip van een insider ook zover gekregen dat een overleg met de minister zelf in zijn dagprogramma werd ingepland. Toen we met ons vieren naar het ministerie trokken, bleek de socialist nog maar eens door een andere voorname gebeurtenis te zijn verhinderd en moest zijn woordvoerster (een verpleegster van beroep) ons te woord staan. Ze was kine-onkundig, vooral niet coöperatief en ze had heel duidelijk van hogerhand de opdracht gekregen de beslissingen te handhaven en te verdedigen, tot in het absurde toe. Dat mensen zich in zon gesprekken onnoemlijk belachelijk en hilarisch opstellen wordt waarschijnlijk ruim gecompenseerd door hun maandwedde, voordelen in natura en uitzicht op een rijkelijk pensioen. Heel groot was de ontgoocheling dat we zo hard hadden gewerkt voor helemaal niets.
Om een lang verhaal kort te maken, sinds 2002 is het kine-landschap door Mijnheer Vandenbroucke lelijk herschetst. Het draagt echter wel zijn zo begeerde stempel maar heeft anderzijds geen moertje bijgedragen tot een verbetering of herstel van het nationaal budget, herstel van de kinesitherapeutische beroepswaarde of het herstel van de patiënt. Zijn eigenwaarde kreeg wel een opvlieger, al hangt daar evenwel nog altijd een staartje aan met waardeloze papieren vlindertjes.. Zijn opvolgster is ook een blok aan ons been, en heeft ook blijkbaar nood aan bewegingsrevalidatie....
Onder mijn voeten: Bilbao Pobena 26,4 kilometer (16,2 kilometer)
De brug was een brug te ver.
Vandaag juist 41 jaar geleden werd mijn eerste dochter geboren terwijl ik haast doodging van spanningshoofdpijn. Het was een geweldige worp en zowel moeder als kind stellen het na die 41 jaar nog steeds heel goed. Voor die schepping en de goed bewaarde toestand achteraf ben ik de schepper ook nog steeds heel dankbaar.
Gisteren stonden wij op een bergtopje boven Bilbao. Het uitzicht was schitterend want heel de stad en omstreken lang letterlijk onder onze voeten. Vooral na zonsondergang was het een mooi schouwspel. De lichtflikkeringen en de bijhorende verlichting van sommige al of niet openbare gebouwen maakten het wel heel attractief. Vooral het stadium van Bilbao met zijn verscheidene kleuren en afwisselende intensiteit was een show op zichzelf. Alhoewel we niet op de voorziene plaats stonden die we hadden gepland, viel deze staanplaats reuze mee, alleen al voor het zicht. Deze morgen was het idee om te vertrekken om 26,4 kilometer te lopen, maar een brug te ver heeft mijn plannen gedwarsboomd. De Camino loopt aan de overzijde van de rivier en als dusdanig had ik het plan opgevat om via de motorhome tot aan de Camino te rijden zodat ik geen verloren kilometers zou moeten lopen. De brug die ik moest hebben werd omwille van het drukke stadscentrum en allerlei omleggingen door het musicfestival van vanavond, niet gevonden. Plan B dan maar. Aan deze kant, de oever zoveel als mogelijk volgen en waar er kan worden overgestoken, beginnen aan de Camino. De eerstvolgende brug kwam er na 9,4 kilometer. Zodus werd mijn tocht vandaag buiten mijn wil verkort met ongeveer 10 kilometer. Later zag ik op de planning dat er 4 kilometer na Bilbao een veerpont is die elk kwartier vaart. Heb ik dus niet opgemerkt. Ook hier wordt aan deze bekende weg naar Compostella nog steeds haard getimmerd. Decameters lange houten staketsels doen je als pelgrim of wandelaar lopen op splinternieuw aangelegde houten wandelterrassen. Men zegt hier dat door de Europese subsidies, sinds de Camino Europees erfgoed is geworden, er heel veel geld tegenaan wordt gesmeten. Bij mijn wandeling langsheen de lange havengeul van Bilbao maak ik ook kennis met de haven zelf. Ik druk mij niet uit in vergelijkende termen, maar deze aanlegplaats voor maritiem transport is geen kleintje. Oceaanschepen liggen ver buiten de haven in volle zee te wachten om hun lading te mogen ophalen of te lossen. Containerschepen worden door hoge en speciale kranen volgestouwd. Vrachtwagens staan in file te wachten om de haven te kunnen binnenrijden. Antwerpen is groter, dat weet een sinjoor van hier tot in China, maar Bilbao is toch ook geen pamperjong hoor! Ik ontmoet onderweg twee Franse heren van boven de 60 jaar. Jonge kerels dus nog. Ze zingen Franse chansons, waar ik hier en daar er ook eentje van ken. Edith Piaff met haar wereldberoemde hit van Non, rien de rien en La vie en rose en een liedje van Michel Sardou (Les lacs du Connemaran) zijn me bijgebleven en heb ik zelfs meegefloten. Het was weer zalig wandelen vandaag. Ondanks de kortere afstand heb ik toch weer 100% genoten van zoveel mooie vergezichten, ongeremde warmte en frisse zeewind, de geur van het zilte water vermengd met zout gevangen visbestand . Je tuimelt hier vanuit het bos figuurlijk naar beneden en je zou kunnen rollen van tussen de bomen tot op het strand. Dit zijn we niet gewoon van te zien. Ook zijn de heuvels hier weer wat scherper en zie je haast geen vee meer in de weiden staan. Tijdens de tocht naar Pobena en wat van de hoofdweg verwijderd, belandde ik tussen een kudde schapen met een herder, geen hond erbij. Plots sta je midden in die groep kakkers en bleiters. Allemaal supporterend voor Meeeeerckx. De herder groette mij heel vriendelijk met de gekende Buenno Camino, senor. Ik verlaat de groep met stront aan mijn zolen. Deze avond gaan we hier in het dorpje eten. De menu kost hier 10 euro voor een voorgerecht, hoofdschotel en dessert. Wijn inbegrepen. Je moet dan wel eten wat de pot schaft. En dat kan voor lekkerbekken al eens tegenvallen, maar ik heb mij dat tot heden nog niet beklaagd. Morgen loop ik Castro Urdiales over 23,7 echte kilometers. Als het weer is zoals vandaag zal het weer zweten worden en gaat dat douchke op de camping wel heel veel deugd doen. Daarjuist belde ik nog met mijn vorige begeleider. De Walter stelt het blijkbaar nog goed, al vermoed ik dat er wel afkickverschijnselen zullen opgetreden zijn na die zes weken volledige vrijheid. Zijn verblijf in Laval was wellicht een ideale buffer om terug naar het normale leven weer te keren. De koekjes van zijn zus Hilde, hebben mij tijdens die zware tocht toch over de hongermokerslag heen geholpen. Mens wat was die tocht zwaar geweest voor zo'n oude mens als ik. Dank aan Hilde voor de havermoutkoeken, want die kwamen weer maar eens goed van pas. Groetjes aan mijn broer Luc die het tuintje thuis goed onderhoudt samen met zijn Lieve. Mag ik je groeten tot de volgende?
Achter mijn handen
EEN HUISBEZOEK BIJ EEN PROSTITUEE
Al wat ik weet en vertel over de wereld van de prostitutie heb ik geleerd en vernomen van Lydia. Een zeer aantrekkelijke en beleefde dame die onder de hoede van haar echtgenoot een bar met kamer uitbaatte in Herent op de Mechelsesteenweg. Geen kwaad woord wil ik horen over meisjes uit deze beroepsgroep. Niet omdat ik ooit gebruik maakte van hun diensten, dan wel omdat zij op mijn vaardigheden beroep deed in een zeer penibele situatie. Om vele misverstanden en speculaties de keel toe te knijpen parkeerde ik steeds bij dit huisbezoek vooraan op de iets te nauwe plaats voor de bar. Iedereen mocht weten dat ik hier mijn job uitvoerde en er ook nog voor betaald werd.
De deurbel van het etablissement was een parlofoon die van binnen uit de deur kon openen. Zodoende kwam ik steeds alleen in de gang gewandeld. De eerste indruk die ik opdeed was bij wijze van spreken zeer contradictorisch.
Ik kwam via de voordeur binnen in een flauw wazige roodverlichte gang, waar drie deuren op uitkwamen. De deur frontaal was behangen met een levensgrote foto van Paus Paulus VI. Dat verwonderde me al zeer. Niet dat ik niet veel gewoon ben, maar deze Heiligverklaarde man acht je nooit hier letterlijk tegen het lijf te lopen.
Een tweede impressie was dat er op de deur rechts van mij een plaatje hing met de vermelding KAMER-PRIVE. Ik die dacht dat hier alles wel privé zou zijn. Met andere woorden, ik loop hier wel gevaar in een publieke zone andere getalenteerden te mogen begroeten. Dat zegt me echt niet zoveel. Van spanning gesproken. Op de derde deur stond een afbeelding van een schuin glas Champagne en de naam bar. Nog voor ik een beslissing moest nemen om een deur te kiezen, wordt de deur van de bar met een grote zwier geopend. Een aangename mannenstem begroet me vriendelijk en vraagt of ik de kinesist ben die ze hadden gebeld. Affirmatief antwoord ik een heel klein beetje bedeesd met onmiddellijk de vraag of mijn geparkeerde wagen vooraan in niemands weg staat? Het gesprek verloopt vrijwel vlekkeloos en de perceptie die ik had van de doorsnee pooier krijgt een flinke dreun. De echtgenoot van Lydia (zo noemt hij zijn vrouw) heeft alle medicatie geprobeerd die pijnstillend werkt en werd voorgeschreven door de behandelende huisarts. Niets brengt de verzachtende en te verwachten pijndemping. Vermits de rechtopstaande houding het merendeel van haar dagelijks werk uitmaakt en veel bewegingen vanuit de lage rug en lenden echt niet mogelijk zijn, is hier sprake van een redelijke werkonbekwaamheid. De zaak blijft en blijkt dus voor enkele dagen gesloten. Een onopmerkelijke zucht van verlichting schoof zacht door achter mijn adamsappel.
Lydia lag in de sofa in de kamer waar privé op stond en naast mijn oog voor de patiënt had ik wel snel opgemerkt dat dit DE plaats betrof waar menig wetenschapper, filosoof, pastoor of andere zanger in een koor, hun elders niet toonbare vaardigheden ten tonele konden voeren.
De reguliere houding van een rug lijder laat ons absoluut toe om te weten dat deze mevrouw echt wel veel pijn had. Na een heel klein onderzoekje en enkele gerichte vragen spitste mijn aandacht zich toe op een ingeklemde zenuw tussen lendenwervel 5 en sacrale wervel 1. Het pijntraject en de bijhorende uitstraling verraadt dan heel precies waar deze zenuw ingeklemd zit. De minste lokale druk of beweging in dit gebied kan een onhoudbare pijn veroorzaken in de liesstreek, de buitenkant van de dij, de achterkant en buitenzijkant van de kniestreek en tenslotte in de kuit van het getroffen been. Het was een schoolvoorbeeld van een Ischias.
Ik maakte mijn bevindingen over aan Lydia en ondervond aan de hand van haar vragen dat zij er op stond dat ik duidelijke en correcte informatie zou geven. Ze wees me op het feit dat ze niet hield van verhaaltjes om het haar zo rooskleurig mogelijk voor te stellen. Eén van de vragen was hoelang ze zo plat zou moeten liggen en of de pijn nog zou toenemen. Mijn antwoord was zoals een reactie op de vraag naar de toekomstige lotto-getallen. Heel zeker kon ik die tijdspanne niet benoemen maar het maximum zou toch snel een achttal weken zijn, daar waar het snelste herstel vier weken bedraagt. Na mijn vraag naar de tijdstippen van optreden van sommige symptomen kon ik vrij zeker concluderen dat deze Ischias reeds over het hoogtepunt heen was, maar dat een verdere revalidatie toch gauw een viertal weken zou innemen. Daar kon ze zich in vinden en indien dat zo was, moest er die tijdsruimte maar voorzien worden om haar zo maximaal mogelijk beter te maken en te herstellen. Of ze elke dag kon rekenen op mijn behandeling en of ik haar klachten ook au sérieux wou nemen, want ze had ondervonden dat men niet steeds even respectvol en even empathisch omging met haar intense klacht en arbeidsonbekwaamheid met name in dit specifieke beroep.
De klik was gemaakt. Lydia werd zeven op zeven dagen behandeld en herstelde vlot. De dagelijkse gesprekken die we voerden tijdens de herstellende massage en revalidatieoefeningen wakkerden een zeer eenvoudige vriendschap aan. Niets meer .
We praatten ronduit over vele misverstanden die betrekking hadden met haar beroep. Te veel werden prostituees gestigmatiseerd en met de vinger nagewezen. Het was een gesprek met vele polarisaties tussen goed en slecht. Het waren heel toffe conversaties over allerlei lagen van sociale klassen die door de deur van deze kamer waren gewandeld. Ook het onderwerp van de levensgrote foto van de paus op de deur kwam ter sprake. Lydia was thuis heel christelijk opgevoed. Ze praktiseerde nog elke week al leefde ze in dagelijkse zonde (had ze zelf tussen de regels door eens gezegd). Bovendien vond ze Paus Paulus VI een heel voorname en begeesterende persoon. Maar de voornaamste reden van die afbeelding op die deur was wel dat een derde van haar klantenbestand geestelijken waren uit de streek van Leuven en Mechelen. Die eerwaarden zaten ook met levensvragen, waren dikwijls ook op zoek naar antwoorden en oplossingen. Ze vertelde me schrijnende verhalen over zielenherders die zo infantiel eerlijk waren over hun gebrek aan affectie, en DE drang die vastzat op één van hun genen. Details die mij moesten duidelijk maken dat ze het niet ter plekke improviseerde, openbaarden me de wereld van deze rand van de maatschappelijke beroepsgroep. Het werk van een publieke vrouw bespaart de maatschappij dus wel degelijk veel andere ellende. Wanneer een kerkdienaar vroeg om gewoon eens naakt naast een naakte vrouw te mogen liggen zonder enige andere actie, wanneer zon zielenherder eenvoudig eens wou praten over seksuele handelingen zonder er iets bij uit te voeren.
Wanneer je zo vier weken dagelijks met elkaar een half uur vult met gesprekken dan krijg je langzaam wel zicht over de persoon die voor je ligt. Ik noem deze mevrouw nog steeds een zeer moedige en oprechte dame. Mijn respect voor deze beroepsgroep steeg zienderogen en ook recht evenredig met het aantal verhaaltjes. De eerbied die groeide heeft voor geen enkel ander gevoel of beoordeling plaats moeten maken. Hun werk bevindt zich inderdaad in letterlijk en figuurlijk een wazige zone, maar de overheid heeft geen oog voor deze realiteit en alternatieven zijn er alleen maar in het criminele gebied.
Lydia herstelde perfect via een doorgedreven en intensief revalidatieprogramma volledig van deze hernia en dit zonder operatieve ingreep. Na een zestal weken werd de zaak opnieuw heropend. Nog lang nadien reed ik regelmatig voorbij de bar en bleef ik telkens door zon goed gevoel overspoeld worden bij de gedachte aan deze patiënt. Ik kwam de mevrouw ooit eens tegen in de dorpskern van Herent en de begroeting was heel hartelijk en oprecht vriendelijk. Ik kreeg zowaar een wang kus van deze cocotte in het bijzijn van haar echtgenoot.
Voor u, Lydia, alleen maar respect.
Onder mijn voeten: Zenarruza Bilbao 32 kilometer.
Bilbao en het Guggenheim museum.
Het zwaardere werk werd gisteren geleverd met de beklimming van twee hoge heuvels. Vandaag de lichtere soort van deze wandelinspanningen. Het was woensdag te intensief geweest om het vandaag al die pelgrims nog eens zo zwaar te maken. Tussen de twee heuvels gisteren was er weinig plaats voor opvulling. De stukken tussenin waren ofwel vals plat ofwel heuveltjes van tweede categorie. Vlakke stukken waren er echt niet bij. Vandaag dus wat rustiger aan. Het mocht wel. Ik had mijn wederhelft beloofd om op tijd met haar naar het stadscentrum van Bilbao te gaan en zeker een paar afbeeldingen van het Guggenheim huis te maken, om daarna de match van de rode duivels te kunnen zien. De grote koperen spin die achter het museum staat, had via afbeeldingen in de boekjes op mij wel wat indruk gemaakt. Ze bleek van dichtbij ook wel best indrukwekkend. Ook de grote dikke poes bekleed met allerlei kleurige bloemen was een snapshot waard. Rond het gebouw heerst een gezellige drukte met wat straatanimatie onder de vorm van een man die zich zilver had geverfd en bewegingsloos zijn centen stond te verdienen. Twee muzikanten die ferme Jazz van Orléans speelden op trompet en klarinet. Het luisteren waard. Er warren ook drie jonge kunstenaars die met klapperende tanden en een stuk zeil over hun lichaam met een stok naar voor het hoofd van een hond simuleerden. Dat deden ze met twee stukken hout die ze via een touw en veer tegen elkaar lieten klepperen. Het kastanjetterig geluid was gelijktijdig en in cadans met verschillende ritmische zinnen die ze allen mooi van buiten hadden geleerd. Het was een heel tof schouwspel. Telkens iemand wat in de geldschaal wierp, maakten de drie hondenhoofden een diepe buiging tot tegen de grond. We hebben ons vermaakt en de busreis naar het centrum was ook een animatie op zichzelf. Bilbao is een stad die diep in het dal ligt tegen de Rio Barbadum Ibea. Een waterloop die uitmondt in de zee maar die voor deze stad in de loop der eeuwen altijd een belangrijke haven en uitvalsbasis is geweest. In de stad zelf merkte ik niet 1 fietser. Niet zo eigenaardig als je observeert hoe die Spanjolen hier rond dollen met hun vierwielers. Je kan fietsen in deze stad gelijkstellen met een suïcidale poging. Voetgangers respecteren zelfs de voetgangerslichten niet. De camping waar we onze boontjes hadden op te week gelegd was dit weekend volledig voor caravans, tenten, motorhomes en enige andere eventuele over-nachter gesloten. Vanaf morgenavond gaat hier een internationaal muziekfestival plaats hebben (rock Werchter allures) en overal in de stad zie je reuze grote podia van wel meer dan 20 meter hoog die opgebouwd worden door honderden vaklui. Het lijkt wel een menselijke mierennest. De bierstandjes, ik telde ze en kwam uit op 54 op het ene terrein en 38 op het tweede, zijn een aanéénschakeling van groene vierkante tenten. Elk met complete tapinstallatie voor 4 kranen die geleverd worden door de brouwerij Heineken. Gelukkig dat de Spanjaard in de keuze van dorstlessing niet kieskeurig is. Wanneer we terug huiswaarts keren kopen we eerst nog een goed warm vers Baskisch brood en wat regionale hesp. De verkoopster wil voor ons zelfs nog poseren terwijl ze een hammetje in fijne reepjes snijdt. We eten deze avond dus boterhammetjes met eendenpastei, kaas en gerookt rundsvlees. Deze middag aten we warme kalfslapjes, met champignons en gekookte patatjes. Lekker. Morgen een tochtje van 26 kilometer dat vlak is als de zee en meestal langs veldpaadjes. Bij aankomst zijn we terug heel kort bij de kust. Geniet van de fotos met het splinternieuw kodakske.
Achter mijn handen
EEN VERHAAL OVER PALLIATIEVE SEDATIE
Het is me niet zo dikwijls overkomen dat een patiënt het begrip palliatieve sedatie over zijn lippen krijgt. Een emotionele vermenging van hopeloosheid en afwezigheid van perspectief enerzijds. Anderzijds een eigen initiatief dat een horizon biedt op een stopzetten van een uitzichtloze medische behandeling met potentiële degeneratie van het eigen lichaam als gevolg. Danny besloot na ettelijke jaren herhaaldelijk lichamelijk verval en revalidatie, het recht op palliatieve sedatie te gebruiken. Veel tegenwind heeft hij niet gekregen in deze beslissing. Als vader van een tienjarige dochter en echtgenoot van een haast onvermoeibare en nooit opgevende partner, was het voorwaar geen sinecure om deze nog maatschappelijk vreemde overweging te bewandelen. Het waren meerdere jaren van (soms letterlijk) vallen en terug opstaan, van neerslachtigheid omwille van de melding van opnieuw een andere aanstormende pathologie. De vicieuze cirkel bleef en het cruciale uitzicht op de mogelijke positieve ontwikkeling of afwikkeling bleef maar uit. Het was een heel lange periode, getekend door isolatie in een ziekenhuiskamer en vervreemding van de intieme huiselijke sfeer. Een hectische fase van praktische en logistieke organisatie en afsprakenbeheer bij allerlei medische diensten en afdelingen. Maanden na elkaar was er geen sociale noch fysieke communicatie met de omgevende wereld. Een lange periode waarin de stress zich opstapelde en uitzicht op volledig fysiek herstel uitbleef. Het gemis van zijn vroegere professionele leven met de daaraan verbonden waardering en achting van opdrachtgevers betreffende je realisaties en inzet. Danny had het emotioneel niet zo eenvoudig en veel te dikwijls gingen wij er van uit dat zijn onuitputtelijk lijkende emmer van moed en overgave echt bodemloos was. We hebben ons allen als zorgverstrekker wellicht daarin vergist. Al onze goede bedoelingen ten spijt (en wellicht een geluk dat we de man zo konden blijven motiveren), maar ik heb aan den lijve ondervonden dat een mensenkarakter sommige dingen niet accepteren kan. Dat er grenzen zijn.
Het verhaal:
Danny is een zelfstandige aannemer met twee metsende ploegen die vrijwel gelijktijdig elk een werf afwerken. Hij levert goed werk en vrijwel alle opdrachtgevers spreken met lof over de realisaties van deze bouwondernemer.
Danny is reeds vanaf zijn achtste levensjaar diabeet Type 1. Op zijn dertigste levensjaar wordt hij in behandeling genomen voor een ernstige kwaadaardige kanker. Ongeveer zes maanden verblijft Danny permanent op een ziekenkamer.
Op zekere avond gaat Danny één van de bouwwerven inspecteren. Hij valt van een betonnen trap in de kelder. Hij belandt in het ziekenhuis met een open enkelfractuur. Op liefst zes plaatsen is deze enkel verbrijzeld en dient die te worden gefixeerd via operatieve weg. De operatie verloopt goed maar post-operatief zijn er complicaties. Een herseninfarct belemmert een terugkeer naar huis. Er wordt een revalidatieprogramma voorgesteld in Pellenberg vanwege de halfzijdige paralyse. Daar wordt ernstig werk gemaakt van de gangrevalidatie. De laatste resten van de voetwonde willen echter niet helen en de open wonde blijft een acuut gevaar voor infectie. Daarenboven ontwikkelt zich daar een doorligwonde ter hoogte van de hiel. Bij labo-proeven wordt opgemerkt dat de bloedspiegel van Danny een hoger glucosegehalte aangeeft. Elke dag enkele keren insuline inspuiten, leven met een regelmaat van een klok en zeer aandachtig omspringen met voeding en dieet, zijn het volgende verdict. Niet echt een prettig vooruitzicht. Er wordt enige tijd na de ingreep opgemerkt dat één van beide nieren blokkeert. Nierdialyses dringen zich op. Ondertussen merkt de dienst oncologie ook nog een kwaadaardige tumor op die op zijn beurt langere nabehandeling vereist. Op dat ogenblik zijn we reeds een viertal jaren verder. Hartklachten met uiteindelijk een ernstig infarct dienen zich aan en creëren een nieuw medisch dossier. Op de dienst nefrologie wordt opgemerkt dat de nieren van de patiënt het niet meer autonoom aankunnen. Drie maal per week aan de kunstnier is het verdict. Een zeer ernstige inbreuk op zijn sociaal en privéleven. Ook de hele organisatie rond het transport, het verloop, en de thuisbezorging heeft ons als zorgverstrekker geïmpressioneerd. In een tijdspanne van zes jaar zijn er 28 volledige narcoses uitgevoerd en 15 plaatselijke verdovingen!
Het is in die periode dat wij kennis maken met Danny, zijn toegewijde echtgenote, zijn dochtertje en het huisdier, Zita, de onafscheidelijke dwergsnowsher. Een thuisbehandeling na langere tijd in het revalidatieoord was een zegen en de reünie met het ganse gezin was een weldaad voor éénieder. Ons gevoel bij deze revalidatie was vanaf dag één een tasten naar coöperatie, pogen naar meer potentiële fysieke functionaliteit in het gezin, een wil van beide kanten om hier nog 100 % aan mogelijkheden uit te halen. Danny wou de kom aan uitzichten en mogelijkheden die hem nog restten tot op een doorgewreven bodem leegschrapen. Te weinig hielden we rekening dat door het herseninfarct ook de eigen lichaamsperceptie was aangetast. Te veel spoorden we de man in die periode aan om tijdens de rustige dode momenten ook zelf te oefenen, maar dit bleef heel dikwijls, (tot ongenoegen van ons en de omringende mantelhulp) een dode letter omdat de patiënt gevangen zat in de neerwaartse spiraal van de zo broodnodige maar onvoldoende aanwezige proprioceptie of andere vaardigheden. Ook de mentale cognitieve functie herstelde niet zoals de lichaamstaal van de man zou laten vermoeden. Achteraf beschouwd moeten we correct zijn en durven erkennen dat we als zorgverstrekker en mantelhelper licht in de fout gingen. Te veel aanmoedigen en te veel druk leggen op een fysiek en mentaal herstel van een zieke kan soms wel eens contraproductief uitdraaien. Althans die evaluatie heb ik helemaal alleen voor mezelf gemaakt achteraf. Juist of niet juist, maakt voor de patiënt hier niet veel uit, ikzelf kan daar echter wel mijn les uit trekken. Ik voorzie hierover achteraf nog een gesprek te voeren met de weduwe.
Het oefenen en herstellen in de thuisfase verliep zowat parallel met de herstelgrafiek in het revalidatieoord. Regelmatig gingen we met grote sprongen vooruit. Geregeld waren er perioden dat er geen progressie gemaakt werd en dat de toestand stagneerde. Soms waren er tijdspannes waar we opmerkten dat er mogelijkheden moesten prijsgegeven worden.
Ernstiger was het gesteld met de hielwonde die maar niet wou helen of toegroeien. Allerlei technieken, zalven, bloedgels, infiltraties en of medicatie bleken onvoldoende resultaat te bieden. Een normale voetplaatsing tijdens de steunfase van de gang bleef onmogelijk. Omwille van een speciaal ontwikkelde schoen in de orthopedische werkplaats kon Danny dan toch wel enkele tientallen meters wandelen met één kruk. Een wondermooi resultaat vonden we allen.
In die tijd kwamen we in een zeer beslissende fase. Artsen stelden vast dat de bloedsomloop in het onderste lidmaat links onvoldoende was. Bovendien had een scan uitleg verschaft omtrent een mysterieuze pijn in het rechter kniegewricht en bovenbeen: Een vergeten voerdraad was na de plaatsing van een stent, achtergebleven en vastgegroeid met de omliggende zachte weefsels. Hij werd nog verwijderd begin september 2017.
Niets, geen enkele ingreep of medicatie kon de manke bloedsomloop in het onderbeen ter plaatse saneren. Er zou maar één uitweg zijn om het leven van de patiënt draaglijk te maken. Een amputatie van het linkeronderbeen werd voorgesteld. Na twee dagen werd deze beslissing reeds herzien en aangepast naar een nog erger verdikt. De amputatie van het ganse linkerbeen tot boven de dij zou moeten gebeuren.
Het was na die mededeling aan Danny dat het ganse proces over zijn persoonlijke beslissing in een stroomversnelling kwam.
Midden in de nacht van dinsdag op woensdag om 02.45 rinkelde mijn GSM. Danny aan de lijn. Het integrale gesprek letterlijk weergeven kan ik niet meer, maar het gesprek was meer een monoloog van opluchting en verzuchting. Danny maakte me bekend dat hij alle behandelingen zou stopzetten. Hier was het einde van de rit. Geen verdere ingrepen, wel sterven zonder pijn.
Wat mijn houding was? Intens luisteren en melden dat ik de situatie zeer goed begreep en niets anders wou doen dan dit in zijn juiste context te plaatsen.
Danny : Of hij niet stoorde. Ik heb reeds een drietal mensen gebeld. Mijn vrouw, mijn broer, een vriend en nu jij. Ik voel me zo opgelucht. Geloof me of niet, maar ik voel me zo verblijd nu ik deze beslissing nam. Ik besluit mijn leven en mijn dood in eigen handen te nemen. Ik verkies te sterven ! Zoveel jaren heeft de geneeskunde mijn leven bepaald, zo lange tijd heb ik het uiterste van mijn mentaal en fysiek aankunnen gespendeerd aan een herstel. Zoveel jaren heb ik mijn vrouw en dochtertje belast met mijn gezondheidsproblemen. Ik wil echt niet meer in het middelpunt van een georganiseerde help- en zorgorganisatie staan. Ik wil niemand meer ten laste zijn. Financieel heeft dit mij al een fortuin gekost. Mijn vrouw is door mijn gezondheidsproblemen haar job kwijt geraakt. Ik wil bewust dat hier een einde aan komt. Nu de uitzichten werkelijk hopeloos worden en dit herstel gegarandeerd nooit meer wordt zoals het voorheen was, nu is alles plots veel eenvoudiger. Ik neem het besluit er een einde aan te laten maken.
Wat volgde was een veelzeggende secondenlange stilte aan weerszijden van de telefoon. Ik stamelde respect te hebben voor zijn besluit en in de context van dit gesprek zijn beslissing bij allen die het ter sprake brachten volledig bij te treden en desnoods het met zijn eigen woorden te argumenteren. We spraken nog af dat ik overmorgen namiddag in het ziekenhuis samen met Joke een laatste bezoek zou brengen op donderdag.
Het bezoek verliep veel aangenamer dan we allebei hadden durven denken. Er werd Cava geschonken en uitbundig gegrapt en gesold. De dochter en de echtgenote waren erbij. De sfeer was er eentje van openheid. Er werd gemeld dat Danny vrijdag daaropvolgend zijn laatste nierdialyse zou ondergaan. De plekken van gemis aan doorbloeding op zijn been waren toen al zichtbaar. Hijzelf was goed gehumeurd en lachte veel mee. Niet altijd. We hebben zoveel dingen aangehaald en blijkbaar verlopen sommige onderwerpen veel vlotter wanneer de druk van lukken of mislukken, presteren of niet presteren wegvalt. Die laatste keer dat ik Danny samen met Joke in zijn kamer opzocht was de echte Danny: toffe kerel met zin voor humor en verblijd tot en met.
Danny : Wanneer je bewust in je laatste fase komt, ontbreekt de angst om te sterven. Deze bevrijdende sensatie maakt dat je in blijheid afscheid kan nemen. Ook al heb ik het leven zo lief gehad.
Onder mijn voeten: Deba – Zenarruza – Gernika 38,7 kilometerr
Gisteren de mooiste tocht tot heden, vandaag de allerzwaarste tot heden.
In diepe rouw zit ik hier verzonken want sinds gisterenavond heb ik mijn digitaal fotobakje aan diggelen geschoten. Na 12 jaar zeer trouwe wandeldienst en getuige van het eerste uur der schone tochten heeft mijn “kodakske” voorgoed zijn lens gesloten. Deze morgen nog nieuwe batterijen gestoken, doch de reanimatie kon niet meer baten. Ik was reeds te ver onderweg toen ik het niet meer functioneren vaststelde, want anders had ik Sonja het hare meegenomen. Ze had het me nog voorgesteld, omdat ik gisterenavond reeds tekenen van schielijk overlijden had vastgesteld. Soit, vandaag nu eens geen foto’s en eerlijk gezegd, ik denk niet dat ik bij al dat zweten daarvoor nog energie zou kunnen gespendeerd hebben. Dit was werkelijk een harde noot om te klieven. Door het Baskische hinterland lopen wouden die toch wel een grote oppervlakte beslaan. De bossen liggen op heuvels die elkaar opvolgen zoals de slokken bij het leegdrinken van een fles. Geen vlakten tussenin. Het ging weer op en neer en de GPS geeft ditmaal 183 verdiepingen aan. Daarbij komen dan nog de kilometers en alsdusdanig moet ik geen tekening maken hoe blij ik was bij de aankomst alhier. Deze morgen was het trouwens de eerste maal sinds de aanvang van deze missie dat ik wat stijve beenknoken had. De knietjes en de kuiten waren nog niet helemaal ontzuurd en hersteld van de felle finale afdaling gisteren. Dat voelde ik meteen. De recuperatietijd (die ik voor mezelf inschat op een 15-18 uren) tussen de laatste inspanning en de aanvang van een nieuwe, was niet helemaal gerespecteerd door het late uur gisteren, van binnenkomen. Bovendien was het parcours gisteren ook al niet van de poes. Onderweg kwam ik een Duitser tegen uit Frankfurt. Hij vroeg of ik ook een Duits was. Nu moet je weten dat Sonja gisteren die vlag nog in de juiste richting heeft gehecht aan mijn rugzak. Een Duitser die het verschil niet kent tussen Belgische vlaggen en Duitse drapeaus. En dan maar roepen dat ze het wel zullen “shaffen”. Een iets of wat bejaarde dame (ik schat ze een 75 jaar) houdt me tegen wanneer de Camino een ander smal padje kruist, waar die oude kokette mevrouw met zonnehoed en bril uitgewandeld komt. Een diva is mijn eerste gedacht, en daar bleef ik bij. Zij is duidelijk overstuur. De flegmatieke verschijning was Australische en had op dit uur van de dag (09.25 h) reeds een half uur verkeerd gelopen en nergens nog een geel pijltje tegengekomen. Bijkomend probleem was dat ze de Spaanse taal niet machtig was en de landbouwer die ze tegenkwam geen Engels verstond. Hij had toch gemerkt dat ze de camino deed en haar met vingerwijzingen uitgelegd dat ze van het pad afgeweken was. Toen ze uit een zijpad mij van ver gesticulerend aanmaande even te wachten was ze zo blij dat iemand haar in haar taal kon helpen. Toen ik haar begeleide naar het te volgen pad van de Camino, had ze moeite om mij niet te zoenen. Ik had daar ook moeite mee. Duidelijk, ik had touch. Na een tijdje wandelen en praten verontschuldigde ik me met de woorden dat ik waarschijnlijk “to fast” zou zijn voor haar en dat ze goed de gele pijlen moest observeren. Ze bedankte me nog eens en riep me nog na “See you later”. Een reis naar Australië zit er voor mij niet in. Ik kan echt niet tegen dat lange stil zitten en de laatste keer dat ik zo ver vloog heb ik mezelf gezworen dat nooit meer te doen. Het traject vandaag ging meestal over een smal padje door de bergen van het Baskenland. Regelmatig las ik de in graffiti gespoten boodschap “Independenzzia”. Wanneer ik bij het binnenwandelen van Zenarruza links naast mij het dennenbosnader bekijk, merk ik iets heel speciaal wat ik nog nooit had gezien. De stammen van de hoge dennen staan loodrecht op de zeer schuine helling en de noordkant van al die stammen is helroest gekleurd. Je zou haast denken dat ze in die kleur zijn gespoten. Ik zag het wat verder nogmaals. De schors van die hoge stammen is gedeeltelijk (de noordzijde) anders van kleur zoals je bij ons het mos zou zien. Beslist mooi om te zien, roestrode stammen. Wanneer ik in Zarrabenta even halt hou om wat te drinken en mijn suikergehalte met enig fruit (dadels-banaan-vijgen) terug op peil breng zit er naast mij een matig corpulent meisje die ik bewonderend observeer. Ze is aan het podologisch toilet bezig. Haar wreven zijn omzwachteld met een windel en rond elke teen zie ik een plakker. Ook de pleisters rond haar hielen verraden dat het voor dat kind inderdaad een echte pelgrimstocht is. Dat moet pijn doen, daar ben ik zeker van. Vooraleer ik Guernika kan bereiken wacht mij nog één heuvel die ik in drie sessies beklim. De laatste loodjes wegen altijd het zwaarst, ook hier. Vanavond eten we een heel fris slaatje met tomaten en tonijn en mayonaise. Gerookte zalm, hardgekookte eitjes en krab. Smikkelen zullen wij hier doen. Morgen de trip naar Bilbao nog verteren en dan ’s avonds naar de rode duivels kijken. Zien of zij het ook zo goed doen als ik, maar dan veel beter betaald. Mag ik groeten en hopen dat je morgen nog razend benieuwd zal zijn naar het donderdag avontuur.
Achter mijn handen
VRIENDSCHAP ONTSTAAN DOOR TOEVALLIGHEID
Zaterdagnamiddag 13.30 uur rinkelt mijn GSM. Onbekend nummer. Bij het opnemen hoor ik aan de andere kant van de verbinding een mannenstem die zich voorstelt als zaakvoerder van een bekend kledinghuis in de Bondgenotenlaan te Leuven. De naam van de zaak is een icoon in Leuven en wijde omstreken. De stem meldt me dat een zekere man die op dat ogenblik cliënt is in zijn kledingzaak, en ook in mijn straat woonde en eveneens bij mij in behandeling was op dat ogenblik, mijn naam had vernoemd om zijn acuut probleem op te lossen.
Wat was de moeilijkheid? De zaakvoerder kent op zaterdag zijn topdag, laat dan die zaterdag drie weken voor Kerstmis zijn en meteen besef je dat deze zaterdag, financieel, de beste dag van het jaar moet zijn voor deze kostuumverkoper. Eén van zijn verkopers ligt plat (met de benen in Trendelenburg) in het appartement boven de winkel, geveld door een acute lumbago. De urgente ruglijder kan zich amper draaien en heeft onuitstaanbare pijnen bij het verdraaien van zijn lage wervels. Zodus moet de arme zaakvoerder zijn verkoopcijfer van die dag afwerken met 33 % minder mankracht. Al zijn klanten in de winkel afwerken met zijn dochter en hemzelf draait uit op een ware nachtmerrie. De zielige medeverkoper lag nu al een uur op de zetel boven de winkel, maar zijn rug beterde niet, geen zier. Odiel, de baas van de zaak, vertelde het verhaal tijdens het verkopen van een kostuum aan een klant en die raadde prompt aan om zijn persoonlijke kinesist te telefoneren in Herent. Het zou wel eens kunnen zijn dat die man hulp kon bieden. Na dat beruchte telefoontje besteeg ik heel snel mijn BMW-motor omdat ik vermoedde dat foutloos parkeren op deze weekenddag in Leuven wel eens een zware opdracht kon worden met tijdsverlies. Een kwartiertje later wandelde ik niet zo rustig en enigszins geënerveerd met mijn helm onder mijn arm en gekleed in een lederen vest deze sjieke winkel binnen. De winkelstijl en mijn huidige kledij waren als vloeken in een kerk. Blikken die ik echt niet wil benoemen, lichaamstaal die ik goed begreep ontgingen mij niet en waren mijn deel. Om mijn niet verkeerd te begrijpen verschijning de juiste beoordeling te gunnen, vroeg ik aan de iets wat oudere dame achter de kassa, naar de zaakvoerder. Die bracht me in de kortste tijd bij Mijnheer Odiel. Ik werd getaxeerd als een hooligan in een modezaak. Bij mijn presentatie en vermelding dat ik de kinesist was die werd opgebeld, kraakte het ijs. Ik mocht met de lift samen met de zaakvoerder naar de tweede verdieping.
Daar trof ik een man aan die pijn leed als een besneden snijplank. Stiekem wou ik hier wel prijzen winnen want in deze zaak passeerde wel een hele sjieke wereld. Ik ondernam poging één om langs de patiënt heel snel in actie te schieten. Odiel bleef kritisch drie meter naast mij staan en bekeek heel ongelovig hoe ik de man zijn benen bewoog en langzaam in een betere positie trachtte te leggen. Mijn uitleg die zich vooral richtte op toekomstige dingen die de man zou gaan voelen bij de uitvoerende bewegingen klopte helemaal. Dat gaf de zieltogende verkoper al heel wat vertrouwen. Ik had hem op eigen kracht in een mum van tijd van ruglig naar zijlig weten te maneuvreren. Alles zonder al te veel pijn, omdat daar ook wel speciale technieken voor bestaan. Het vertrouwen was er.
Poging twee bestond erin om de spieren rond de acute spierspanning en de druk op de zenuw, zeg maar zone des doods, zodanig te verminderen en te ontlasten dat een rechtopstaande houding weer tot de mogelijkheden zou gaan behoren. De zalf die ik toen gebruikte werd later uit de handel genomen omdat ze waarlijk heel goed werkte en bestanddelen bevatte die een spier daadwerkelijk relaxeerden. Decontractil was het attribuut, mijn handen en vingers het middel. Het zonegedeelte van pijn en compressie begon onder mijn gemanipuleer zowat te stomen. De kerel begon zich uit eigen beweging wat te verleggen en het kleine detail dat voordien hoofdzaak was (zich niet kunnen bewegen) werd plots herleid tot een bijkomstigheid. Na weliswaar een drie kwartier durende behandeling stond die man plots terug rechtop.
Bij mijn derde actie vroeg ik de figuur om eens langzaam door de benen te buigen en naar voren te bukken. Alles verliep prima. De man heeft in de winkel de cijfers van de zaak zeer goed beïnvloed. Zijn entree in de zaak na mijn behandeling maakte indruk op alle verantwoordelijken van de zaak. Van “jamais vu” tot “bovenaards” naar “meesterlijke bekwaamheid” waren termen die na mijn tussenkomst werden vernoemd. De verkoper zelf heeft zich de week nadien nog een aantal keren laten behandelen tot hij volledig klachtenvrij was.
Odiel, de baas van het etablissement, belde mij een aantal weken later nog eens op. Mijn miraculeuze tussenkomst (in overdrijven is die man niet zo slecht) had op hem al enige tijd indruk gemaakt. Zijn echtgenote stond in de winkel achter de kassa en had onlangs ook wel last gehad van pijnlijke lenden en pijn in één been. Of hij met haar eens mocht langskomen en mijn advies mocht krijgen. Wonder boven wonder slaagde ook deze behandeling volledig van de eerste keer. Mevrouw had zich sinds weken nog nooit zo vitaal en pijnloos gevoeld. Er werd aan de huisarts een voorschrift gevraagd om elke week eenmaal langs te komen. Odiel vervoerde telkens zijn echtgenote tot in de praktijk en bleef tijdens elke sessie gelijktijdig met mij een babbeltje slaan. Het klikte heel goed en al heel snel vernam ik zijn plan om met de fiets tweeduizend driehonderd kilometer naar Compostella te rijden. Op kousenvoeten vroeg ik hem of ik niet mocht meerijden samen met zijn kameraad van Heverlee. Het antwoord was affirmatief. Sindsdien zijn hij en ik eigenlijk vrienden geworden die veel, heel veel avonturen samen hebben beleefd. Corsica, Frankrijk, Zuid-Afrika, Portugal, Italië, Mallorca, Nederland, Spanje, Duitsland, vele belevenissen in België hebben we samen uitgetekend en beleefd. Vele keren sliepen we in één bed. We leerden samen ook via allerlei gelegenheden weer nieuwe gemeenschappelijke kameraden kennen. We blijven elkaar nog steeds ontmoeten en springen voor elkaar in de bres op alle terreinen.
Het eigenaardige aan deze vriendschap: wij verschillen 19 jaar en toch nog steeds is Odiel in staat zijn sportieve prestaties met mij, met onze vriendenkring te delen. Zijn leeftijdshandicap was geen handicap want overal kan hij nog mee. Odiel is nu in 2018 bijna 85 en nog steeds fietst hij heel eenvoudig en vrij modest zijn 80 kilometer aan zee.
Top zo’n vriendschap, ontstaan door een eenvoudige kinesitherapeutische tussenkomst.
Disfrutar del momento: Geniet van het (drink)moment !
Het was in de gids beschreven als een wandeling van 7 uren over 23 kilometer, wat ik echt zwaar bekritiseerde als zijnde een gids voor dummys. Dat gevoel had ik gisteren althans met de tocht naar Deba. De afstanden en de eraan verbonden tijden zorgden voor heel wat hilariteit bij Joke, Piet en mezelf. Ofwel waren die auteurs echt niet klaar voor dit grote werk, ofwel deden ze de tocht met rollator, dachten we. We deden die tocht in haast anderhalf uur sneller. Dus nam ik die 7 uren voor vandaag niet au serieux. Hoe zwaar de tocht vandaag ook was, ik benoem ze tot één der mooiste tot heden toe. Deze tocht was beklijvend zwaar (190 verdiepingen= 760 hoogtemeters) maar intens genieten was mijn deel. Ik hoop dat de volgende dagen dezelfde sensatie uitgaan. Dit was één der meest uitgelezen wandelingen die ik ooit heb gemaakt. Ellenlange stijgende heuvels waar je ademend als een uitgeraced paard boven aan de top aankomt en waar je badend in je eigen transpiratienat toch nog kan denken: awel ja Smetje, hiervoor doe je dat. Twee beloningen krijg ik telkens bovenaan. De eerste is steeds een verfrissende zeebries die van diep onder uit de vlakte en je voeten, je lijf en leden haast uit je kleren blaast maar o toch zo verfrissend op je huid afkomt dat je dit gewoonweg aardig en aangenaam vindt. Nog nooit heb ik zo intens tijdens een zware inspanning op een windje zitten wachten. De temperatuur steeg hier rond 14.00 uur al gauw tot 28 graden en wandelen zonder hoofddeksel of beschermende kledij wordt onmiddellijk afgestraft door een verbrande huid waar dan ook. De tweede aangename verrassing is dat je haast na elke bergtop een intens ander en verschrikkelijk schoon landschap krijgt voorgeschoteld. Je begint bijna sneller te klimmen omdat je ongeduldig wordt van er nu weer zal te zien zijn. Dan moet je niet stom staan dat ik als een briesend paard sta te koekeloeren naar al dat hoogstaands mooi onder mijn voeten. Aan de twee mensen die zomaar mijn leven kwamen ingewandeld en die nu een zware periode doormaken meld ik met fierheid dat er voor hun beiden een 48 uren kaarsje brandt in de kapel van Orio. Ik sprak er met de big boss van deze schepping en vroeg hem uitdrukkelijk deze mensen toch wat tijd te gunnen om de ware grond terug onder hun voeten terug te laten voelen. Komt wel in orde maatje, was het antwoord. Er is dus hoop he vrienden. Het parcours vandaag heeft me zweet en tranen van het zout in mijn ogen gekost. Dit was wel degelijk een aartsmoeilijke tocht, maar overleven is me op het lijf geschreven. Ik zag verscheidene wandelaars onderweg zittend, liggend in het gras, snakkend naar adem en frisheid. Ik doe voor hen niet onder, want ook ik bleef een aantal malen gluren naar het wonderbaarlijke schouwspel onder mijn voeten. Wat een pracht van een natuur vind je hier. Ik bedacht onderweg dat dit deel van mijn tocht haast het plaatsje krijgt in de top twee. De Loire-streek was ook heel lieflijk en mooi, maar in geen enkel detail vergelijkbaar met wat je hier achter elk bochtje en topje kan afkijken. Het is echt niet gewoon, dit heb ik nog niet zoveel malen meegemaakt. Sonja naaide een Belgische vlag horizontaal op mijn rugzak waardoor de Belgische driekleur plots de gestalte kreeg van een Deutsche moffenflag. Ik kreeg vandaag twee keer de groet te horen Grossgot. Dat is niet echt wat de bedoeling was. Ik laat sofort, sebiet, onmiddellijk nog die vlag 90° rechts draaien zodat de tricolor verticaal staat. Ik ken niet genoeg Duits, en een dialoog op zijn Pfaffs beginnen, is ook niet aan mij besteed. Even was er een weinig opschudding onderweg toen de Camino mij op een verkeerd been zette. Ik werd volgens de pijlen naar rechts gestuurd, waar mijn GPS me toch verplichte om rechtdoor te gaan. Ik betrouwde op de pijlen en het kwam mij verkeerd uit. Maar velen zijn me in die vergissing ook voorgegaan. Aan de voetafdrukken en de verwrongen pinnentjesdraad, de omvergeduwde omheining en de omlaag geduwde draad die de weg van het bos scheidde, besefte ik dat er beter naar de GPS was geluisterd. De leugenberg noem ik het bij mezelf achteraf. Toch 1,5 kilometer extra op de teller en dat noem ik geen cadeautje in deze omstandigheden. Het ging bijzonder bergop en de ondergrond was voor deze droogte nu, abnormaal modderig en vochtig. Op gruwelijke wijze moest ik mij een weg banen door plassen en af en toe noodlottige schuivende modder. Gevloek en gesakker die een pelgrim niet waardig zijn ontvallen uit mijn mond. De resten van de frustratie bespaar ik de waardige lezer, want op de plaats des onheils heb ik eens goed en ferm gep.st. Onraad zal achteraf dan wel geroken worden denk ik zo. Ik overleef ook deze frustratie, maar owee, net voor het binnenvallen van de vesting Deba moet ik een kramakkelig duivels pad met rotsblokjes en ronde keien afdalen. Mijn GPS meldt mij in stilstand en licht achterover gebogen, dat de inclinatie 38 % is. Dat is alles goed vasthouden of je spullen, je broek en je schoenen vallen alleen naar beneden. Ongeveer 1,5 kilometer duurt dit en wanneer ik plots op de grote baan naar het station sta voel ik pas hoe pijnlijk mijn kuiten en hielen aanvoelen. Ik verbroeder me echter met deze lichaamsdelen door op de Plaza Mayor een halve liter Amstel (Caja) te drinken. Mijn lichaam, mijn tong, mijn keel, mijn slokdarm, mijn maag en darmen zijn zo blij dat na deze akelige afdaling een beloning volgt, dat een boertige oprisping niet mag en kan onderdrukt worden. Ik genoot van deze tocht en laat je aan de hand van de fotos een idee vormen over wat voor moois ik hier zo al tegenkwam. Vanavond eten we de restjes van de Paella en een Frans broodje. Bruisend water want te heet om ons nu te wagen aan dat alcoholisch vocht. Aan Guy moet ik melden dat ik aan de webmaster van Bloggen.be een mailtje deed in verband met de moeilijkheid van reacties door lezers. Zijn positieve mailtjes maken me telkens opnieuw blij en wat fier. Ook Lieve en Luc groet ik vanuit deze regio en weet dat ik binnenkort aan de plek kom die mij drie jaar bezig hield om hier ooit nog eens terug te komen. Hilde bedank ik langs deze hartelijk maar wijs erop dat Irun één van beide grote aanvangspunten is van de uiteindelijke Camino naar Compostella. De andere is Saint-Jean-Pied-De-Port, juist voor de aanvang van de Pyreneeën doorsteek. Ik groet jullie hartelijk met een grote dosis blijheid en geluk want dit betekent veel en hopen meer dan back to bussiness. Dit is gewoon puur genieten van dit moment. En dat kan ik gelukkig hier met zoveel begeleiding van de beide hofdames.Ze zorgen voor mij als was ik een pasgeboren kind, enkel de borst moet ik missen .
Achter mijn handen
EEN BLEEK MAROKKAANTJE
De patiënt lag in de sofa en straalde geen groot enthousiasme uit wanneer ik hem vertelde dat niet ik de oefeningen zou doen, maar wel hij. Nog kleiner werd zijn dosis coöperatie wanneer de melding werd gedaan dat deze knie zo snel mogelijk moest worden gebogen. Hij had toch zo veel pijn kreunde hij.
Ik noem de patiënt voor de gelegenheid Abdel. Hij is een Marokkaanse man van rond de dertig jaar, zeer sympathiek, spreekt Nederlands, en heeft een hartje van koekebrood. Zin voor humor ontbrak er niet maar eveneens was er enorme angst voor de pijn die bij één of andere oefening zou kunnen optreden. Laat er ook geen misverstand over bestaan: Abdel en ik zijn, - ondanks de grote pijnen die ik hem deed- nog steeds goede vrienden en begroeten elkaar met respect. We hebben zoveel over de Marokkaanse cultuur van de jongeman geleerd, en hebben menige discussie gevoerd over de ene en andere manier van integreren. Heel minzaam en vooral respectvol voor elkaars waarden. En het mag gezegd worden: zoals Abdel zich integreerde in de Herentse leefwereld kan er geen enkel probleem bestaan met deze nieuwe Belg. Mocht iedere nieuwe inwijkeling zich willen spiegelen aan dit proces dan zouden er wellicht minder problemen ontstaan met ons, Belgen, die hun eigen tradities en historisch gegroeide cultuur niet graag zien teloorgaan. Wellicht begeef ik mij op glad ijs, echter moet de lezer goed begrijpen dat de behandeling van Abdel zeer goed verlopen is omwille van het ontbreken van een communicatieprobleem. Ten allen tijde tijdens de revalidatie heb ik goed kunnen overleggen met de patiënt en dat was mogelijk omwille van de beheersing van de Nederlandse taal door Abdel. Dit heeft hij meermaals zelf verklaard ten overstaan van zijn zorgverstrekkers. Hij vertelde zo blij te zijn dat hij zich kon verstaanbaar maken in onze taal, zodat mensen begrepen door wat en hoeveel pijn hij had bij deze of gene oefening.
Het verhaal
Abdel reed elke ochtend vroeg met de fiets van Herent centrum naar Blauwput. Voorheen werkte hij in de centrale werkplaats van de N.M.B.S. te Kessel-Lo. Hij fietst op het fietspad en wordt plots door het voorste deel van een aanhangwagen van een vrachtwagen vooruit geduwd en verliest zijn evenwicht. De val op zich was een hevige dreun, doch de vrachtwagenbestuurder (zich tot op dat ogenblik nog niet bewust van de aanrijding) vervolgt zijn maneuver over dat fietspad en rijdt met één van de achterwielen over het been van Abdel. De sporen van de vrachtwagenband waren tijdens het hele revalidatieproces te zien op de huid van het slachtoffer. In Gasthuisberg wordt er gekozen om een been sparende ingreep uit te voeren. Er wordt tijdens een lange orthopedische ingreep getracht deze menig gefragmenteerde fractuur stukje per stukje terug in elkaar te puzzelen. De ingreep slaagt en via allerlei bouten, externe fixatoren en een mecano van stabilisatoren wordt de patiënt toevertrouwd aan de thuis-revalidatie.
Laat de pijn voor de patiënt een voorname zorg en last zijn, dan is de vraag naar het toekomstig perspectief dat zeker. Taak één is dan rust schenken, vertrouwen overbrengen en vooral jezelf vol overmoed profileren. Je merkt soms bij je opponent onzekerheid en twijfel rond het welslagen van je oefeningen en revalidatie. Het was hier evenzo. Vragen zoals : wanneer zal ik mijn knie terug kunnen buigen, kan je niet revalideren zonder mij pijn te doen, ik zal die oefening misschien straks alleen uitvoeren als je weg bent en op mijn alleen zijn parameters van een erg onzekere zieke. Bij Abdel was dat ook zo.
Verscheidene keren zag ik bij hem de donkere huidskleur wegtrekken en werd de kleur van zijn hoofd bleek. De eerste keer doet dit eigenaardig aan. Je verschiet als het ware, want een olijfkleurige huid die bleek wordt, was voor mij een tot dan toe onbekende kleur. We hebben er samen dikwijls achteraf om gelachen, maar Abdel zou echt een mooi blank mannetje zijn geweest. Alleen, hij moest daar iets te veel voor afzien.
Wanneer het dan Ramadan was en Abdel tot bij zonsondergang niets mocht eten waren we onder de collegas regelmatig aan het overleggen welke saus er op de middag bij onze frietjes moest zijn. Mayonaise of een strak pikant pili-pili sausje. Hijzelf kon er nog het meest om lachen.
Zeg ook niet dat Abdel geen opoffering deed voor zijn herstel. Op tijd van 8 maanden was hij weer de oude en ging hij liefst zo snel mogelijk terug aan het werk. Wanneer je hem over de straat ziet lopen met zijn drie kindjes, kan je niet merken dat hij destijds ternauwernood aan een beenamputatie is ontsnapt.
De sympathieke jongen groet me nog elke keer we elkaar kruisen, en wanneer er hevig wordt getoeterd door een rijdende auto ben ik haast zeker dat het Abdel is. Sommige gewoontes leren ze nooit af.
Niets meer heb ik nodig, de klare hemel boven mijn hoofd en de Camino onder mijn voeten!
DAG 58: Maandag 25 juni 2018.
Onder mijn voeten: Donostia San Sebastian Zarautz 21,6 kilometer
Niets meer heb ik nodig: de klare hemel boven mijn hoofd en de camino onder mijn voeten!
Niet omdat we te lang bleven slapen maar wel omdat het ontbijtbrood pas kon afgehaald worden om 09.00 uur (Spaanse normen alhier) zijn Pieter, Joke en ik pas kunnen vertrekken aan de tweede etappe op Spaans grondgebied om 10.00 uur stipt. We hadden een redelijk zwaar parcours verwacht (zo stond althans beschreven in de gids) maar al bij al vonden we alle drie dat het zeer goed meeviel. Buiten de 567 hoogtemeters en hier en daar een vervaarlijk slecht liggend parcours met rotsblokken die waarschijnlijk nog door de Heilige Jacobus destijds zelf werden neer geworpen was het ver buiten categorie in de lagere zin wat betreft moeilijkheidsgraad. Ook het feit dat mijn been en de beide voeten geen ziertje pijn uitten, heeft gespeeld in deze comfortabele sessie. Het liep weer als een rookwolk en ook de jeugd vond het een pracht van een traject. Lopend door de Baskische wouden op een smal pad en met een verschrikkelijk adembenemend uitzicht op de glooiende weiden en de zee diep onder onze voeten wordt je begenadigd en voel je je ook een uitzonderlijk persoon om dit te mogen meemaken. Niet soms, maar wel dikwijls werd ik beroerd door de schoonheid en de rustige uitstraling van deze natuur. Ik werd er regelmatig stil van. De gemaakte fotos zullen er niet om liegen maar geven toch niet exact de beleving mee die wij live mochten ondervinden. Dit is gewoon niet te beschrijven door een prutser in de Nederlandse taal als ik. De euforie bij het zien van de verscheidene aangrijpende landschappen heeft me doen fluiten, heeft me doen beseffen hoe dankbaar ik moet zijn, heeft me geleerd hoe nederig ik mij moet gedragen binnen de creatie die ik voorgeschoteld krijg rondom mij. Onderweg komen we een Spaans gezegde tegen dat geschilderd staat als boodschap voor alle pelgrims die deze route volgen. Prachtige regels om te lezen want Pieter weet het onmiddellijk te vertalen naar het Nederlands. Ik heb niets meer nodig: de klare hemel boven mijn hoofd en de Camino onder mijn voeten (zie foto). Wat was het weer een feest vandaag. Je komt na zulke wandelingen niet echt vermoeid aan. Mijn benen en mijn lijf kunnen wel verzuurd en dorstig zijn. Ze hunkeren soms naar wat stilstand na de inspanning en beweging, naar wat water of voedsel, maar de geest is zo verrijkt en bevrijd door al die pure en natuurlijke schoonheid dat het lichaam automatisch en evenwichtig mee wil dartelen in dit heerlijk gevoel. Het heeft me vandaag weer maar eens overmand. We namen zelfs de tijd niet om te eten. We dronken af en toe wel wat maar door de fascinatie en de geboeidheid aan wat we achter de volgende bocht zouden te zien krijgen, ik zeg het oprecht, vergaten we zelfs iets te eten. Zarautz is volgens het gidsenboekje zowat het Hawaï van de Spaanse kust. Je ziet er dan ook veel jonge mensen leuren en sleuren met surfplanken en zeilen en diens meer. Op het strand merk je inderdaad planksurfers die zich op de golven wagen en rechtopstaand het strand trachten te bereiken. Niet altijd lukt dat. De stad zelve is puur op strandtoerisme gericht. De zijstraatjes zijn gesierd en voorzien van gezellige kleine terrasjes met eet- en drinkgelegenheid. De Baskische muziek met zijn typische harmonica klanken maakt de boel nog wat aangenamer. Het Heineken bier is hier goedkoper als een getapt pintje van eigen bodem, en de Affligem is net zo duur als een lokaal sterker biertje. De Sangria wordt hier geserveerd met heel veel vers fruit en ijs. En opgepast, je bent verhangen en meegesleurd in dit Spaans vakantiesfeertje voor je het goed en wel beseft. Fluitend en zingend kruipen we dan ook in Sonjas mobiel vakantiehutje. Ze kwam ons ophalen in Zarautz maar omdat we veel te vroeg ter plaatse waren aan de aankomstplaats lieten we ons alle drie laten vangen aan de zon in een liter wijn (Louis Neefs) op een terrasje vlak aan het strand. We aten er ook wat olijfjes. Deze avond wordt het hier een definitief afscheid van de kleinkindjes, Pieter en Joke. Als afscheid wil Sonja zich nog eens wagen aan een zelfgemaakte Paella met kreeftjes en vis. De bijhorende geestverruimende drank wordt nog overwogen. Wordt het een Baskische typische streekwijn Txacoli (Guy!!!) met veel zuren die door onze aders loopt en morgen nog stof doet opwaaien of eerder een zacht Bordeauke, ik laat de keus aan de jonkheid. Morgen stap ik een heel licht parcours naar Deba. Maar aangezien mijn pees en tenen gans zijn hersteld, ben ik optimistischer dan ooit. Ik voel het nu al dit gaat me lukken.
Achter mijn handen
PATIËNTEN EN HUN LICHAAMSGEBONDEN GEUREN
Niet voor gevoelige lezers.
Voorwaar geen appetijtelijk hoofdstukje, maar soms is ons ereloon wel heel zuur verdiend. Letterlijk zuur. Het zal je ook al ooit eens zijn opgevallen dat sommige burgers een zweem van een lijfgeur met zich meesleuren. Soms is die lijfgeur niet eens zo wansmakelijk, echter heel regelmatig is deze lichaamsreuk voor de ontvanger ervan, vervelend tot kokhalzend afstotelijk. Zowat elke week bieden er zich mensen aan binnen ons patiëntenbestand wiens bodys odeur niet behoort tot de aangename reukemoties. We hebben daartegen een geheim wapen aangeschaft. In elke praktijkruimte staat een klein groen flesje van eucalyptusconcentraat dat een paar druppels verstuift via een drukknop. Eén druk en gans de ruimte is voorzien van een totaal alles vernietigende slechte gewaarwording. Het universum vult zich dan met fris en natuurlijk parfum van eucalyptusbomen. Doeltreffend wel, maar weet dat één enkel flesje gauw zo een 45 euro kost. Ik beschrijf de geur van een aantal onbewuste en ook onschuldige stinkers.
Ik had ooit een obese verpleegster in behandeling. Ze was de jeugdige leeftijd tussen 25 en 30 jaar. Vrij verzorgd, normaal gekleed en netjes van uitzicht. Toen zij zich echter op de behandeltafel neerplofte, verspreidde er zich onmiddellijk een opdringerige geur van preisoep en zure bloemkool. Het stinkding steeg vanonder haar oksels naar boven, vlakbij waar ik mijn manuele gevoeg moest uitoefenen. De weeïge damp dwarrelde opwaarts boven de behandeltafel en het was alsof mijn reukorgaan nog niet voldoende op de proef was gesteld, ook mijn hemd bleef naar die groentesoep ruiken. Ik heb toen onder het mom van te warm in mijn behandelruimte, mijn deur wijd open gezet en ook de toegang naar de frisse buitenlucht ostentatief open gezwierd om zo toch een beetje een mengelmoes te verkrijgen van dure en scabreuze transpiratiegeur met natuurlijke buitenlucht. Telkens wanneer deze patiënte zich bij mij moest aanbieden , was er paniek die aangevuld werd met een preventieve actie om bij voorbaat de geur van eucalyptus de overhand te gunnen. En dat het flesje heeft gespoten toen.
August was een brave man van rond de zeventig jaar. Hij werd op voorschrift van de arts naar mij doorgestuurd omdat zijn longen belast waren met fluimen die de oudere man moeilijk autonoom kon ophoesten. Er moest dan getappoteerd worden met beide handen op de borstkas en de rug om via vibraties deze slijmen dank zij de werking van de trilhaartjes op de luchtpijp opwaarts te stuwen en zo na het ophoesten naar buiten te evacueren. Niet het aangenaamste werk, maar iedereen moet worden geholpen. Het was me bij de eerste beurt al opgevallen dat deze fluimen die verzameld werden in een papieren doek, fel roken. Nooit had ik meegemaakt dat een opgehoeste fluim rook. Naargelang de behandeling vorderde werd de stank van deze expectoraties indringender, feller, scherper. De reuk was na een aantal behandelingen niet meer te verdragen en regelmatig moest ik mijn hoofd draaien om een braakneiging te onderdrukken. Zo kon dit niet verder. Om zeker te zijn dat ik me niets inbeeldde, nam ik contact met de echtgenote en vroeg haar of de echtgenoot in huis ook moest hoesten en of die slijmen ook zo roken. Die mevrouw begon te wenen aan de telefoon uit dankbaarheid dat er toch iemand aandacht schonk aan haar klacht. Ze had het reeds aan de huisarts vermeld, en die had gezegd dat het na een tijdje wel beter zou verlopen. Ook de dienst pneumologie (longziekten) had op deze melding niet direct een antwoord gegeven. De mevrouw gebruikte het woord dat ik nauwelijks durfde uitspreken. Een rottend kadaver, daar is de geur mee te vergelijken zei ze. Ik kon het alleen maar beamen en beloofde dat ik de huisarts zou verwittigen en dat ik enige druk op de spreekwoordelijke ketel zou plaatsen. Ik belde dus de huisarts. Ik was na ruggespraak met de echtgenote nu wel overtuigd van mijn stelling dat die longen inderdaad een verteringsgeur verspreiden. De huisarts was luisterbereid maar trachtte mij te overtuigen dat zoiets niet kon. Toen ik de arts meldde dat ik bezorgd was om mijn eigen gezondheid en die van mijn andere patiënten, en bovendien niet meer kokhalzend en brakend een patiënt wou verzorgen belde hijzelf na mijn aandringen de longspecialist. Hij stelde zelfs de vraag tot opname ter observatie. De zieke man werd via spoedgevallen in Gasthuisberg onderzocht en daar werd de zieke gemeld dat het vijf na twaalf was. Een spoedingreep werd diezelfde dag nog gepland. Het onderste deel van beide longen moest operatief worden verwijderd omwille van bilaterale etterende longkwabben. Na een drietal weken mocht ik de herstellende en dankbare man verder thuis gaan behandelen. Die mevrouw is mij toen ook erkentelijk geweest voor dat telefoontje, want zij beweert dat mijn communicatie met de huisarts het leven van haar echtgenoot heeft gered.
Felix en Justin waren broers die een boerderij hadden. Ze waren nooit gehuwd geweest en werkten in onderling overleg samen met het rijzen en zinken van de zon. Twee echte boeren die meer interesse hadden voor hun stiel dan voor hun eigen lichaam en meer respect vertoonden voor de signalen van de natuur dan voor hun eigen levensonderhoud. Ze waren continu in arbeidsmodus en ik vermoed dat ze de werkkledij die ze tijdens de dag droegen niet uit deden om te slapen. Hun schoeisel waren botten waarvan de kleur amper te raden was en ook hun hemd en neksjaaltje was stijf van het transpiratievocht. Felix had een kruisbandletsel maar voor een operatie nu, in de zomer, was er geen tijd. Hij was uit de tractor gestapt en had zijn voet verdraaid in een molshoop waardoor hij de knie getorst had. Hij vergeleek het met een schotelvod die je uitwringt. De bovenkant van mijn been wou met de klok meedraaien, en de onderkant onder mijn knie wou tegen de klok draaien. Natuurlijk wringt dat, wist hij me te vertellen. Telkens Felix in zijn werkkledij in de wachtzaal had gezeten en daarna bij mij binnengestrompeld kwam, was het alsof ik midden in de koeienstal stond. De geur van stro, vochtig hooi en uitwerpselen verspreidde zich binnen mijn wereld van verzorgende behandelingen. Het begon bij ons te stinken naar een veeartsenijpraktijk. Sommige medepatiënten maakten al eens een opmerking, maar de meesten hielden het bij een neerwaartse blik met het gebaar van duim en wijsvinger wrijvend over het onderste deel van de neusvleugels. Ik heb toen een wijs besluit genomen en noemde het een win-win besluit. Ik plaatste Felix s avonds, alleen, als laatste patiënt zodat er kon behandeld worden met open deur en de wachtruimte ook voor hem alleen ter beschikking stond. De brave harde werker vond dat heel tof van mij want hij dacht dat ik het deed om hem gedurende de dag de tijd te gunnen om ongestoord zijn landbouwactiviteiten te kunnen uitvoeren. Eigenlijk kon ik door hem zo laat te plaatsen, mijn behandelruimte volledig verluchten tijdens de daarop volgende nacht. Ook hierbij heeft het groene flesje meermaals dienst gedaan.
Je hebt geen idee naar wat mensen zoal ruiken. Verschillende keren werden wij haast bedwelmd door de alcoholgeur van een ademende en zwoegende patiënt. Tijdens al wat zwaardere oefeningen werd er ook al wat zwaarder geademd en wanneer er een alcohol abusus aan vooraf ging, werd die specifieke geur ook uitgestoten tijdens een behandeling.
Wanneer patiënten om 7 uur in de ochtend behandeld worden en zich ongewassen en ongeschoren, zonder tanden te hebben gepoetst, aanbieden, dan is je dag reeds getekend gestart. De slaapgeur en hun stinkend bekje doorkruisen dan je goed en fris ochtendgevoel zoals een aalputgeur in een restaurant tijdens een smakelijk etentje.
De kledij van sommigen kon absoluut stinken. Je kon de geur van honden en katten dikwijls in de kledij herkennen.
Sommige vreemdelingen hebben ook hun zeer speciale geuren. Je kan het plaatsen tussen de geur van thee en kruiden. Helaas is die geur niet altijd te rijmen met geuren uit onze cultuur.
Ik behandelde voeten van mensen waar de zwarte verkorste transpiratievlokken nog tussen de tenen hingen. Ostentatief en opvallend nam ik dan de ontsmettingsalcohol en spoot zeer vrijpostig de roze vloeistof over mijn te behandelen object. Daarna volgde de voetwassing en balseming. Het heeft niet altijd geholpen, want vermoedelijk dachten sommigen dat dit ritueel bij de behandeling hoorde
Als zorgverstrekker heb ik geleerd dat je in sommige penibele situaties beleefd moet blijven. Je moet je overtuigen van veel te zullen zien, veel te zullen horen, veel te willen ruiken en vooral veel te kunnen zwijgen.
Onder mijn voeten: Irun Donostia San Sebastian 27,9 kilometer.
Camino del Norte: de kustroute naar Finistera.
Er resten mij nog een kleine duizend kilometer te gaan en ik heb er welgeteld tot gisterenavond 1425 achter en onder mijn voeten. Ik ben dus ruim voorbij de helft. Aan de fysiek en of de vermoeidheid zal het niet liggen want ik voel mij zeer goed in mijn vel en heb haast geen last van spiervermoeidheid of voetpijnen. Ik maakte echter een onvergeeflijke fout gisteren gezien mijn beroepsstatus. Moest ik dit hebben uitgevoerd als leerling, kon ik mijn diploma in de dennenbomen van de Landes gehangen hebben. Wat ik fout deed? Ik had als ultieme voorzorg na een dag wandelen zonder problemen, toch nog een drukverband over mijn gehavende pees aangebracht met de bedoeling om elke frictie op die peesschede en de pees zelf te vermijden. Door het wandelen is dit drukverband gaan verschuiven en rolde het uiteinde als het ware in een dun worstje waardoor de druk ontstond op één enkele plaats, de zone waar de spierbuik overgaat in de pees. Ik voelde al wel spierkramp onderweg maar heb heel de tijd gedacht dat het restpijnen waren van die overwonnen tendinitis. Toen ik moeite kreeg om mijn voetpunt te lichten na 25 kilometer ben ik toch eens nader gaan bekijken waar die spierkramp vandaan kwam en zag ik meteen een diepe indeuking in de huid onder dat opgerolde worstje. Waarschijnlijk kon er te weinig zuurstof (en bloed) naar de spier waardoor die krampen ontstonden. Ik heb het drukverband verwijderd en meteen dimde de pijn. Tot ik na enkele honderden meters niets meer voelde. Die fout zal niet meer worden gemaakt. Het landschap rond Irun is niet te onderschatten. De hoogtemeters zijn voor de GPS niet ongewoon maar toch nog niet vele malen op één enkele dag tevoorschijn gekomen. Het mooie aan deze streek vind ik dat het landschap zich heel matig glooiend voordoet. Ook heeft deze kant van de camino een meer maritiem karakter door de vele strelingen langs de stranden, de hoge kliffen waarover wordt gewandeld en de min of meer pittoreske dorpjes die de naam vissersdorpjes niet hebben gestolen. De kustsfeer op deze route is vanaf moment één ook totaal verschillend met de meer zuidelijke route. Over heerst hier een gevoel van luchtige vakantie met zon, zee, duin en strand. Meestal mensen in strandkledij met surfpakken en zwemuitrusting, de strandstoelen onder de arm en de frigobox langs de andere zijde. Dit is voor mij totaal nieuw in vergelijking met de vorige tocht. Gisteren stonden we op de camping in Irun om de match met de Belgen tegen Tunesië te kunnen bekijken, maar owee wat een nacht. Er verbleven 84 jongeren op de camping die in Irun een jeugdvoetbal toernooi speelden. Die hebben de ganse nacht door tamboer gemaakt en waarschijnlijk vandaag geen bal aangeraakt. Ook de politie bood zich vanmorgen nog aan, waarschijnlijk zijn er klachten geweest van medebewoners Vanavond zitten we in San Sebastian, een prachtige stad met heel veel pleintjes en geweldige wegeninfrastructuur. De ligging van de stad is buitengewoon. Tussen het Baskisch hooggebergte en de kust. Het is hier dat we dochter lief terug treffen met Pieter en de twee kleine gadders. Morgen wandelen Joke en Pieter terug een dagje mee naar Zarautz. Goed voor 21 kilometer. Vanavond eten we couscous met boontjes en eitjes samen met een Spaans brood en wat engelendrank. Op de plaats hier vliegt een heel tam vogeltje, wellicht kan Walter mij vertellen welke soort. Ik maakte een paar digitale afdrukjes en verwacht van de vogelaars een antwoord omtrent het juiste ras van deze vleugenaar. Morgen meer fotos wanneer ik mijn kaartje er opnieuw goed in gestoken heb. Over de meteo hoor je ons niet meer klagen. Het is vanaf 11.00 uur boven de 25 graden en tot 18.00 komt die waarde niet naar benden. Zalig weer om te genieten van elk moment. Tot morgen.
Achter mijn handen
DE BONTMANTEL
Erik was een zeer begaafde en beslagen plaatslager. Wie in Leuven zijn wagen blutste had geen gouden gids nodig om een carrossier te zoeken. Je ging gewoon naar DE plaatslager aan de Brusselse poort. Hij deed het heel vakkundig, nam zijn tijd en wist van een gedeukte wagen weer een showmodel te maken. Ik weet dat ik er als jonggehuwde ooit mijn kever binnenbracht en hij me met uitpuilende ogen bekeek. Hij kon niet begrijpen dat je een wagen zo kon toetakelen. Ik had alle roestige puntjes op de lak aangestipt met een antiroest verf in het oranje. Stel je voor hoe hij me uitlachte. Een groene metallic kever met wel honderd oranje stipjes op de laklaag. Schimpend vroeg hij of ik er een Lieveheersbeestje had willen van maken. Hij heeft mijn jeugdige doodzonde zeer goed hersteld. Hij schuurde alles tot op de blote plaat en legde een gloednieuwe laklaag en vernislaag op mijn fideel kevertje van weleer. Ik weet nog goed dat het me toen zesendertigduizend frank heeft gekost. Maar de wagen was het waard, hij was als nieuw.
Erik is nu een man die tachtig is. Zijn moreel is nog steeds goed. Hij is trouw lid van de Leuvense mannen van de jaartallen, maar vertegenwoordigt in de stoet voor zijn jaar praktisch alleen zijn geboortejaar. Hij was daar de laatste keer erg emotioneel over. Alle vrienden, veel kennissen en familie rondom hem sterven en zodoende blijft hij verweesd achter. De tranen stonden hem in de ogen. Hij noemt het een vorm van eenzaamheid. Senioren worden op die manier vele keren geconfronteerd met een rouwproces dat al heel vroeg begint. Op zijn veertigste voel je de eerste symptomen. Je moet een bril dragen om lettertjes beter en gemakkelijker te kunnen lezen. Je kaalheid neemt een aanvang en voor je het goed en wel beseft loop je rond met een luizenvelodroom (Leuvens voor kaalhoofdigheid of kletskop). Je kan de kostuums of modieuze kledij van jongeman niet meer aandoen wegens een te grote drop (buikje) en ook je fysieke kwaliteiten worden op de proef gesteld. Je kinderen verlaten het huis en je ouders sterven. Je komt zonder het wel echt te merken in een kolkende bewegingszone van ouder worden en je moet je aanpassen aan allerlei ongemakjes. Ook dikwijls aan een tanende gezondheid want je lichaam kan die dingen van vroeger zo niet meer, omdat veel onderdelen slijtage beginnen te vertonen.
En toch blijft de man fier. Zo ook Erik. Hij draagt mooie en kleurrijke kledij die op zijn minst modieus genoemd mag worden. Elke vrouw in de praktijk die samen met Erik in de wachtzaal zit heeft met hem een leuk gesprek. En ja, er zijn er die vragen om op hetzelfde uur als Erik te mogen komen. Ze komen dan wat vroeger omdat de man met de bus komt is hij ook ruim op tijd in de wachtkamer. Daar wordt dan tijdens de glorieuze tas koffie geschiedenis geschreven en opgerakeld, vooral omdat Erik een begenadigd verteller en entertainer is. Op al wat je zegt heeft hij een guitig antwoord.
Tijdens de koude wintertijd komt de statige man regelmatig met een lange bontjas. Op zijn hoofd staat dan van diezelfde wolf zijn pelsen kostuum een bontmuts met oorflappen. Een poolreiziger heeft niet zon goede uitrusting. Hij valt op door zijn rijzige gestalte en de vacht rond zijn lichaam doet de verbeelding geen geweld aan.
Om hem uit zijn hok te lokken wordt hij door alle therapeuten één voor één hier nog eens extra gewezen op zijn fantasierijke uitstraling. We vragen hem ook hoeveel vrouwen hij zo onderweg voor hem al heeft zien vallen
Zijn commentaar liegt er niet om: Ik heb die jas al 14 jaar en ik ben er nog voor aan het afbetalen. Nog twee winters en dan is hij helemaal van mij.
Ik vroeg hem ooit om die jas eens te mogen lenen omdat ik hem eens had aangetrokken en geloof me of niet, perfect mijn maat.
Hij antwoordt me zo vlug ik mijn vraag heb gesteld: Wel manneke, in juli en augustus moogt gij die van mij gebruiken, dan doe ik toch iets lichter rond mijn lijf, dan zit ik er niet mee in.
Een week praktijk zonder Erik is een verloren week. Iedereen kijkt uit naar zijn aanwezigheid.
Links zicht op de Pyreneeën, rechts kijk ik uit op de oceaan.
DAG 56: Zaterdag 23 juni 2018.
Onder mijn voeten: Guéthary - Irun 24,7 kilometer.
Links zicht op de Pyreneeën, rechts kijk ik uit op de oceaan.
Vermits vandaag de Rode Duivels in Rusland hun tweede wedstrijd moeten afwerken tegen Tunesië en de uitzending start om 14.00 uur, besluit ik vroeger te vertrekken en te voorzien dat ik tegen 12.00 uur binnen ben om daarna een camping op te zoeken. Dat lukt me ruimschoots. Maar wat moois ik onderweg allemaal aan mijn beide kijkers gratis kreeg voorgeschoteld! Plichtsgetrouw heb ik regelmatig foto’s gemaakt om u zoveel als mogelijk mee te laten genieten. Vanaf stap 1 was het de moeite, want ik kruiste reeds om 07.21 een mooie draadharige Bryon hond met zijn even mooi ook draadharig “bazinneke”. Hoe vroeger op de ochtend, hoe vriendelijker het volk. Ik krijg een heel charmante “Bonjour jeune homme”. Het heeft me de volgende 10 kilometers lang doen zweven. En al ging het van stap 1 steil naar beneden, het deed me niet nadenken over de bergen die er daarna toch nog zouden komen. Gisterenavond hebben we met ons drieën naar de prachtige zonsondergang gekeken op enkele meters van ons mobiel hotel. We hadden wel even tijd nodig want het spektakel duurde ongeveer een halfuur. Maar wat een pracht. Het deed ons een beetje naar adem happen. Er werden foto’s gemaakt, mooie woordjes gepreveld, een kusje gespendeerd aan de ene Hiesentriet, want dit was toch wel adembenemend prachtig. Wanneer ik deze morgen mijn wandeling verder zet richting Saint-Jean-De-Luz word ik nog aangesproken door een oud en erg onstabiel vrouwtje met speciaal schoeisel aan. Ze steunde op één wandelstok, maar die was net zo onstabiel als gans haar lichaam. Ze vroeg me haar te helpen oversteken want het aanstormende verkeer was voor haar te ongenadig snel en zij moest hoe dan ook vandaag haar “pain de campagne” halen want anders had ze geen eten vertelde ze mij tijdens het oversteekmaneuver. Zij vond me een “grand monsieur, cousteau et vraiment sympa ». Lap, tweede compliment vandaag. Weer stapte ik 10 kilometer op vleugels, zonder één druppel Red Bull. In Saint-Jean-De-Luz was er zo een typisch Franse overdekte markt. Vis, vlees, kaas, groenten en meer worden daar openbaar verkocht en de gezellige drukte is al een stimulans op zich om daar geld op te doen. Even denk ik eraan om wat verse vis mee te nemen, maar ik heb nog ruim drie uur te wandelen en bedenk op tijd dat verse vis, ongekoeld niet vers blijft in deze warmte. Toch voel ik me gelukkig dat ik dit weer eens heb gezien. Ik wandel dwars door dit grensstadje en ontwaar veel moderne merkwinkels. Dit is niet zomaar Frankrijk meer. Je ruikt, je ziet, je voelt en je hoort de Spaanse invloed. Ik stap voorbij open vensterramen waar mij een lookgeur door mijn twee stoomgaten naar binnen wordt gestuwd. Je hoort “Spanjoolse” muziek, er zitten zuiderse heren met strak en vettig achteruit gekamd haar op terrasjes, een heel kleine kop koffie te verbruiken. Ze roken speciaal ruikende sigaretten. Er zijn straatkraampjes waar hoeden, handtassen, vlees, kaas en brood worden verkocht. Ook de namen van de handelszaken zijn reeds van voor de grens al Spaans klinkend. Marcello heeft hier ook een commerce, het waren “kastrollen en talloren”. Dus er is inderdaad nog leven na Milano he Marcel. Heel even is er opschudding: in een horeca zaak is de brandweer met twee wagens een brandje aan het blussen. Aan de rook die ik zowel zie als ruik merk ik dat deze “pomperos” niet veel te laat zijn aangekomen, maar ik zie geen zichtbare schade. Toevallig of niet, maar mijn horloge geeft aan dat ik 152 verdiepingen hoog ben gestapt. Dat is heel wat want elke verdieping wordt gewaardeerd als zijnde 3,5 meter. Ik moet voor mezelf bekennen dat het inderdaad heel wat inclineerde vandaag. Net om 11.45 ontmoet ik de “compagneiros” op de afgesproken plaats. Ze hadden veel te vertellen, want ze waren elkaar in het drukke stadsverkeer kwijtgespeeld en bovendien was de GPS van de motorhome uitgevallen omdat de fiche uit de aansteker was geschoven. Zodoende was er bij mijn aankomst heel veel stress te verwerken en vond ik beide dames in staat van euforie na een ware depressie, omdat ze de situatie toch hadden geklaard. Stel je voor dat we Sonja hier kwijt geraken. Geen mens die dat nog terug vindt. Deze avond gaan we lekker eten op restaurant van de camping. Het blijkt hier spotgoedkoop te zijn. Calamares, tapas, cava en nog veel andere lekkere dingen. We gaan morgen op informatie over de “camino del nortes” want die vertrekt hier dus in Irun en loopt tot Finistera. Ik hoop dat jullie mij zullen blijven begenadigen met interesse en Oostrem later een gul hart zullen toedragen.
Achter mijn handen
TROUWE MINOE
Staf woonde in dezelfde straat waar ik de praktijk uitoefende. De man was zolang ik hem als kind reeds kende, steeds werkzaam geweest bij de plaatselijke steenkoolhandelaar. Hij reed met lege vrachtwagens naar het station in Herent waar ze via een schuin geplaatste transportband een lading steenkool uit de treinwagons in de vrachtwagen deponeerden. Het was ook Staf die bij de mensen de kelders en kolenkoten ging vullen. Hij torste dan zakken van 40 kilogram op zijn rug en droeg die van op straat naar de plaats waar die zakken konden geledigd worden. Ik weet nog als kind dat de roosters boven de keldergaten werden vrijgemaakt en dat Staf rigoureus er zijn jutten zak vol steenkool in kieperde. Naderhand stapelde hij die lege jutten zwarte gedrochten zak per zak heel nauwkeurig terug op elkaar naast het achterste wiel van de vrachtwagen. Zo kon hij dat wel herhalen voor 30 tot 50 zakken per leveringsadres. Staf had dus wel tonnen op zijn schouder en rug verplaatst, en daar wist zijn gestel op latere leeftijd wel van. Nog tijdens zijn actieve beroepscarrière behandelde ik hem wel eens voor pijnlijke schouders en nek. Nooit echter voor zijn rug. Daar klaagde hij nooit over. Wanneer Staf na zijn uren uit café thuis kwam, durfde het al eens gebeuren dat we hem in redelijke staat van niet nuchter zijn, over de straat zagen zwalpen. De volgende dag echter zagen we hem weer vlot door de straten van Herent karren.
Hij verweerde zich bij elke opmerking over zijn gulzig drankgebruik : “ Dat ge aan den toog zit en meer dan één pintje drinkt dat zien ze allemaal, maar dat ge gedurende de dag meer dan 1000 kilo kolen over uwen bult sleurt zien ze niet, evenmin dat ge daar dorst van krijgt.”
Overdag was de man zo zwart als een zwarte Piet, maar na zijn diensturen was hij terug de dorstige blanke man.
Staf ging op pensioen en bezocht nog regelmatiger het stamcafé bij “De Casse”. Hij dronk er voorwaar geen water. Hij deed geen vlieg kwaad maar wist dikwijls niet hoe laat hij de avond voordien thuis gekomen was.
Enkele maanden na zijn pensioenleeftijd werd Staf getroffen door een hersentrombose. Een klontertje bloed had de doorstroming van de bloedsomloop in zijn hersenen verhinderd waardoor het gedeelte hersenen achter de verstopping zonder zuurstof was gevallen en dus afstierf. Hij hield aan dit herseninfarct een halfzijdige verlamming over. Een lange revalidatie stond hem te wachten.
Vermits de brave man niet ver van de praktijk woonde kwam hij te voet. Driemaal per week kwam hij zeer enthousiast naar de oefensessie. Hij bleef dan een dertig minuten oefenen en ging dan telkens weer op zijn rustig tempo en met zijwaarts zwaaiend been naar huis. Eerst zonder stok, later had hij die wel nodig. Opvallend detail bij deze ambulante patiënt: Hij kwam nooit alleen. Vanaf dag één werd Staf van bij het verlaten van zijn woonst tot bij het binnengaan in mijn praktijk, vergezeld door zijn trouwe viervoetster. Minoe, de kat ging heel het traject aan zijn zijde zonder bandje mee.
Ze was getrouw en keek regelmatig om als Staf het even moeilijk had. Ze bleef dan geduldig wachten tot de zwaar hinkende man op haar hoogte kwam en liep dan mee verder. Wanneer Staf na het aanbellen kon binnenkomen, zette Minoe zich neer op de blauwe steen voor mijn deur. Tegen alle patiënten was ze even vriendelijk en miauwde als men bleef staan om haar te aaien of aan te spreken. Nooit heb ik nog zo’n brave kat ontmoet. Tot het ogenblik dat Staf naar buiten kwam, bleef ze daar geduldig zitten wachten. Bij het naar huis gaan was dat steeds weer hetzelfde scenario, maar dan in de omgekeerde wandelrichting.
Ik heb ooit getracht het lieve dier mee binnen te lokken, maar dat is me niet gelukt. Daarvoor was ze te angstig. Staf zelf was heel fier op deze poes en noemde ze trouwer als zijn vrouw, want zij maakte nooit ruzie met hem, ook niet als hij al eens beschonken te laat thuis kwam, vertelde hij.
Ooit vroeg hij me om voor zijn kat te zorgen indien ze hem zou overleven. Het is niet nodig geweest want Minoe is een natuurlijke dood gestorven en Staf is er enkele dagen heel bedroefd om geweest. Een andere kat heeft hij nooit meer gewild.
De ban gebroken: zowel het weer als mijn scheenbeen hebben slechtere tijden achter de rug.
DAG 55: Vrijdag 22 juni 2018
Onder mijn voeten: Boucau – Guéthary 24,7 kilometer.
De ban gebroken: zowel het weer als mijn scheenbeen hebben slechtere tijden achter de rug.
Veel scheelde het niet of deze onderneming was al faliekant mislukt. De ontsteking aan de voorkant van mijn scheenbeen zou ik echt niet kunnen negeren hebben, indien er geen beterschap was ontstaan. Ik kan weer rustig slapen en strompelend aan de motor home aankomen zit er voorlopig ook niet meer in. Finito de pijn, finito het ongemak en finito mijn angst. Gemoedsrust is stimulerend en werkt bovendien motiverend. Het ziet ernaar uit dat de gewoonten van voorheen en de goede form weer worden opgepakt. Ik wandel, mijn linker voet behoedzaam en extra voorzichtig afrollend. Alle obstakels op mijn gaanpad worden angstvallig vermeden om zware druk op de pees te vermijden, maar het loopt zeer vlot en gemakkelijk. Geen pijn. Wanneer ik Boucau verlaat langs de rivier l’Adour, merk ik pas hoeveel “rijkelijk” volk hier wel woont. Heel veel van het zicht onttrokken woningen met velerlei blinderingen en automatische schuifpoorten waar prachtige wagens zich menen achter te kunnen verbergen. Het is alsof ik het ruik, maar door kleine openingen zie ik dure modellen Mercedes, Porsche, Alfa Romeo en zelfs een dure Chrysler. Ook boten staan er regelmatig gestald en heel veel surfplanken op speciale tweewieler-transporteurs. De rivier zelf is imposant en overheerst de omgevende infrastructuur. De spoorweg ernaast lijkt wel een miniatuurtje in vergelijking met deze gigantische waterloop. Ik begin langzaam aan een rode loper te verwerven in deze wandeltocht. Men heeft zelfs een doorgang voorzien voor mij heel speciaal. Impasse Le Fourgeron. Het doorkruisen van Bayon is echt niet van de poes. Mijn GPS daagt me uit en doet me straatje in, straatje uit marcheren. Verscheidene malen moet ik attent zijn want op ronde punten is het mogelijk snel vergissen van straat. Op tijd van 500 meter heb ik soms wel drie kruispunten moeten navigeren. Maar éénmaal aan de andere zijde van de stad lonkt een gigantisch groot meet waar ik lange tijd mag naast wandelen. Het “Lac De Mouriscot” is vergelijkbaar met het meer van Keerbergen, maar dan wel vele malen groter. De huizen die er grenzen aan het water hebben meestal allen hun eigen aanlegsteiger, met bijhorende zeilboot. Ook zwembaden en jacuzzi’s zijn hier goed verkocht geweest. Zij die hier wonen hebben de wereld letterlijk aan hun voeten. Wanneer ik enige tijd bergopwaarts loop en denk dat dit ongewoon lang duurt, heb ik op het puntje van de berg een prachtig uitzicht op de Pyreneeën in de verte, en het daarbij horende zachte landschap dat zich aanbiedt voor dit hooggebergte. Ook de kust dient zich even aan en bij momenten loopt mijn gezichtsvermogen zich vast op kleine bosjes en private woningen die de ware natuurlijke schoonheid van deze regio verbergen en camoufleren. Wetende dat er zulke mooie vergezichten zich bevinden achter deze obstakels maakt me zelfs af en toe wat nijdig omdat ik niet in staat ben mooie kiekjes te maken zonder op privé terrein te komen. We komen aan in Guéthary rond 13.30 en de zon schijnt ondertussen ongenadig fel. Het feit dat ik zonder klachten aankom sterkt me in mijn vertrouwen. Ik denk niet dat de volgende reeks kilometers mij nog erg zullen koeioneren. Maar ik verkoop geen vel van geen enkel beest voor ik het heb geschoten.
Gisterenavond kreeg ik nog een telefoontje van broer Luc. Heel sympathiek vind ik dat, want hij is bezorgd over mijn kwetsuur en gaf me spontaan heel wat goede raad. Aangenaam verrast was ik door zijn telefoontje. Veel dank ook om zijn voorstel thuis de tuin niet alleen in het oog te houden maar ook daadwerkelijk een beurtje te geven.
Ook de mail van Guy stemt mij blij. Guy laat in Spanje wijn bottelen onder een privaat label en geeft die een eigen naam. Bovendien is hij gedetailleerde kenner van verscheidene regio’s in Spanje . Laat het nu een groot toeval zijn maar één van de Cava’s die hij in Kortenberg gaat verkopen heeft hij de naam gegeven: Een moment voor Cava (un momento de Sauvignon Blanc….(hier volgt de naam van de druif)). Terwijl wij hier spreken over “genieten van het moment” wanneer wij een wijntje of biertje drinken. Straf he! Ik wil dat moment bij u wel eens komen proeven in Kortenberg, Guy.
Ook de mail van Hilde Fonderie vind ik zeer positief. Zij stapte destijds als medewerker van Oikoten een week mee met een groep jonge mensen die naar Compostella liepen. Een prestatie vind ik dat wel. Blijven volgen he Hilde en aandacht voor je schouder.
Vannacht slapen we voor de laatste maal deze missie op Franse grond. Morgen bij aankomst bevinden we ons al op Spaanse bodem en ook daar kunnen we goed ons plan trekken, al is het Spaans niet ons beste communicatietaaltje. Deze avond eten kipfilet met Bearnaisesaus en sla en gekookte aardappelen. De drank erbij komt uit een plastiek zakje in de frigo en is roos van kleur. Ik zie je graag terug over een etmaal en dan schrijf ik de blog wellicht in het Espagnols.
Achter mijn handen
DE BMX-KAMPIOENE
Jenny was een meid van negen jaar. Zeer frêle maar voldoende macht en ambitie om er later een heel politiekorps uit te kweken. Ze was behendig en startte explosief als de start van een BMX-wedstrijd werd in gang geschoten. Was van niets of niemand bang en reed elke race alsof ze nooit in haar leven iets anders had gedaan. Geen wonder dat ze met een regelmaat van een klok de wedstrijden waar ze aan begon ook won. Nu zou men dit verschijnsel terecht het Mathieu van der Poel syndroom benoemen. Ze werd door elke tegenstrever evenveel gevreesd als benijd. Geen spaander liet ze heel van de tegenstand en al wie samen met haar aan de vertreklijn stond, reed al voor deze start gegeven was voor een tweede plaats.
Geen verwondering dat het gezin zo fier was op de kleine Jenny. Ze werd met aandacht overstelpt en kon zich heel wat kapsones veroorloven omdat de familiale entourage in haar glorie mee kon delen. Zeg maar gerust een natuurtalent.
Van kwetsuren bleef ze echter niet gespaard. Wellicht mee door haar roekeloze manier van rijden, was er geen weekend of de verbanddoos moest alvorens huiswaarts te keren, bovengehaald worden.
Nochtans een “flauwe-bees” was ze niet. Ze kon zich uiterlijk zeer goed “cool” houden wanneer ze al eens een stevige duik tegen de grond smakte. Het was via de revalidatie van een enkelkwetsuur dat ik deze negenjarige meid mocht leren kennen. Je zou haast denken dat er in dit mensje van amper negen bovennatuurlijke krachten schuilden. Het verbaasde me hoe intensief ze de revalidatie en de proprioceptie oefeningen als een rijpere volwassene aanpakte en afwerkte. Zeer gedreven was ze.
Tegen de tijd van het Belgisch kampioenschap kwam er een intensieve periode op haar af met selecties voor de provinciale kampioenschappen, de interclubs en zelfs de nationale selectie. Misschien was de drukke agenda mee verantwoordelijk voor een ernstige rugklacht na een val. De klacht volgde de prestatiekalender al een aantal weken en zodoende bleven de resultaten wat uit na een heel mooie en lange reeks van overwinningen. Het kopje werd al wat meer naar beneden gericht en de Jenny van weleer moest plaats ruimen voor andere goede toppers in de BMX- reeks.
Ze kwam in behandeling veertien dagen voor de jaarlijkse hoogdag in het racen. Het Belgisch kampioenschap zat er aan te komen en de jonge furie was er helemaal niet klaar voor. De vader had voorgesteld om de rug eens te laten behandelen en los te maken bij de kinesist. Jenny is een viertal keren op bezoek geweest voor de run voor het driekleurige lint. Gaandeweg verwierf ze meer kracht en week de rugpijn. Het bezorgde deze jonge juffrouw een geweldig zelfvertrouwen en de ochtend voor de race in Neerpelt liet ze zich zoals de groten der aarde nog eens goed onder handen nemen. Ze blaakte van overwinningshonger en moest worden tegengehouden of ze had die prijs reeds in mijn kabinet gereden. De wedstrijd vond plaats om 13.00 uur. Ze had beloofd me iets te laten weten als het goed zou zijn. Evident dat ik de wachtende partij was. Een verlossend telefoontje zou mij ook deugd gedaan hebben. Het zou - en ik beken dat uiteraard - mijn fierheid een boost gegeven hebben.
Ik kreeg geen telefoon, ook ’s avonds niet.
Ik veronderstelde dat het zeer flink fout was gelopen tijdens de kamp, want zo zat dit kind echt niet in elkaar.
Ik ontgaf me het uitblijven van enige informatie en begon al zonder er verder bij stil te staan op maandagochtend mijn behandelingen bij de patiënten.
Tot er plots tussen 16.00 en 16.30 uur net eenmaal te veel werd gebeld volgens het aantal patiënten die ik geboekt had. Bij het openen zie ik de sportieve spruit fier en lachend voor de deur staan. Heffend en tillend aan een beker zo groot als haar bovenlijf. Ze lacht al haar tanden bloot en meldt me zo gelukkig en trots dat de “tricolore” binnen is. Op de kast in huis is er toch te weinig plaats, ze schenkt me haar beker van Belgisch kampioene uit dankbaarheid en erkentelijkheid. Zonder die behandeling had zij geen schijn van kans gehad en nu mag ze mee naar het Europees kampioenschap in Zuid-Frankrijk. Dat vertelt ze allemaal in een tijdspanne van nog geen 20 seconden.
Ik krijg nog drie dikke kussen van de joviale jonkheid en moeder pinkt een traantje weg. Dat heb ik haar echt niet ingefluisterd vertelt mama mij. Het eerste wat ze zei na de ontvangst van de beker was: Deze is voor Johan.
Mens, daar alleen al zou je het voor doen in dit beroep.
Wat heb ik toch een mooie stiel uitgeoefend….Het maakt deel uit van je goed gevoel en gelukkig zijn.
Onder mijn voeten: Messanges Boucau 18,4 kilometer.
Nog eventjes rustig aan Johan!
Spelen op zekerheid, dus nog even rustig aan.
De bewolking die ze gisteren voorspelden is er inderdaad. De lucht hangt vol mist en druppeltjes wolkvocht vallen niet gesorteerd en ongecontroleerd wir war op het vochtige gras. Een fel contrast met de blauwe open hemel die zich gisteren ontvouwde. De dag van de familiale scheiding kondigt zich aan in mineur. Vandaag gaan Pieter en Joke richting Picos de Europa en wij trekken verder naar de Spaanse grens. De tocht vandaag werd wijselijk hertekend zodat er maar 18 kilometer moet worden gewandeld. De atmosfeer is zwoel, de ingeademde lucht doet je zweten en de teleurstelling in de Franse meteo begint toch wel aanwezig te worden. De relatie tussen mijn beide voeten en scheenbeen en anderzijds mijn verstand zijn twee extreme polen, maar ze hebben in deze dagen elkaar toch gevonden. Het zou onwezenlijk zijn om te beweren dat mijn onderbeen letsel helemaal is hersteld. De pijn is totaal verdwenen, maar dat maakt het rustig aandoen juist zo moeilijk. Omwille van de zwelling, de warmte op en rondom de pees maar vooral ook de roodheid in de zone van een blinkende huid, besluit ik dat dit euvel nog niet helemaal is hersteld. Ik wil zo graag de andere kant opkijken en enkel het goede nieuws opnemen, maar mijn 5 vijzen bovenaan staan nog steeds mooi in lijn, en daardoor beslis ik de lijn van rustig herstel te blijven aanhouden en het schip nog even niet op volle kracht vooruit te zetten. De focus is nu vooral: met een herstelde pees de tocht volledig kunnen afwerken. Ik heb de dag vandaag aangepast om alzo ook terug volledig op het programma schema te zitten dat ik vooraf thuis in elkaar knutselde. We staan in Boucau aan het kerkhof en laat Boucau nu juist een gemeente zijn die aan de monding van de Adour ligt. De stroom loopt langs de zijkant van het dorp en bij nader toezien is er wel wat industrie. Er werd een speciale spoorlijn aangelegd om vrachtschepen die via de Atlantische Oceaan tot hier geraken te ontladen en ook de hoge kranen en containerterminals doen me denken aan drukke havenactiviteiten. Het centrum heeft enkele zeer mooie handelszaken die helemaal niet Frans lijken. Onderweg merkte ik met een groot woord druk kusttoerisme. Je ziet aan de huizen en de appartementen dat hier ingezet wordt op de toeristische activiteiten en deze sector in de economie. Ook restaurants en strandwinkeltjes belagen de naïeve toerist. Je merkt ook aan de rondrijdende autos dat hier een meer begoede Fransman woont dan in andere delen waar ik doorwandelde. We zitten hier op ongeveer 10 kilometer van Bayonne en een kleine 40kilometer van de Spaanse grens. Dus binnen enkele dagen sloeberen we die zure Baskische wijn. Guy van Sacacorchos heeft me een tip gegeven en die gaan we zeker uitproberen. Wat ik gisteren vergeten te melden was: ons avondgerecht was wederom een groot éénpansgerecht met een grote omelet en gebakken patatjes (de Jos moest erbij geweest zijn) boontjes, tomaten, uien, geknipte selderblaadjes en Frans brood en een flink goed groot glas Bordeaux Rosé. Sonja vindt dat je op vakantie je moet genieten van elk moment. We noemen nu voortaan elk geniet moment waar we iets bij drinken: HET MOMENT. Vanaf morgen wordt weer het normale programma afgewerkt en loop ik van Boucau naar Brana 24 kilometer, en zaterdag staan we dan op Spaans grondgebied in Irun. Graag had ik zaterdag ergens op een camping gestaan om toch zeker de match van de rode duivels tegen Tunesië te kunnen ontvangen. Maar dat zijn zorgen voor later.
Deze avond eten we spaghetti a la Bolognaise met look en gemalen kaas. Daarbij nog wat drank en een zoet koekje als dessert. De rest vertel ik de volgende maal.
Achter mijn handen
ONTMOETING MET EEN ECHTE POPSTER
Het gebeurt niet zo gauw dat je bekende mensen ontmoet binnen je professionele arbeid. Maar toch mocht ik die eer hebben, al moet ik bekennen dat ik er van bij de aanvang niet wist wie die bekende persoon kon zijn.
De broer van een bekende Belgische plaatjesruiter of DJ was als laatste zoon van het gezin gehandicapt geboren. Het syndroom van Down. De man verbleef in een instelling maar op een vrijdagavond werd hij regelmatig bij zijn broer gebracht om daar het weekend te verblijven. Ik had met de broer van de patiënt dan de afspraak dat ik op vrijdagavond mijn behandeling uitvoerde bij hen thuis. Het was er regelmatig een komen en gaan en meestal zat ik met de patiënt in een zijplaatsje alleen de oefeningen uit te voeren. Hij was meestal de laatste patiënt voor het weekend, dus was er een gezellige stemming en ook de bewoner des huizes bood me regelmatig een vrijdagavonddrankje aan zodat de sfeer er goed in zat.
Zo passeerde ik op een vrijdagavond bij het binnenkomen in de living een mij bekend voorkomende man. Ook zijn gelispel kwam mij herkenbaar over en intrigeerde mij. Ik vernam later dat hij blijkbaar op bezoek was bij de diskjockey en die had erop gestaan dat hij bleef logeren voor zijn twee optredens in het weekend ergens te lande. De heren spraken Engels. De hele tijd van de sessie was een zoektocht naar wie die man wel kon zijn. Hij was bekend genoeg geweest om hem te herkennen, maar net niet genoeg om daar een naam op te plakken. Ik was overtuigd dat ik zou te weten komen wie het was.
De stem (ze zaten in de kamer ernaast) was echt wel herkenbaar en ik kon gaandeweg aan die stem een muzikale achtergrond vastklikken. Het timbre echter, de juiste melodie en de titel van het liedje gezongen door deze stem bleven mij ontglippen. Ik werd er nerveus van en was helemaal niet geconcentreerd op mijn werk. Er begonnen allerlei melodieën door mijn hoofd te razen. Het was een kakofonie in een instrumentaal oerwoud. Maar toch herkende ik al enkele uitheemse bomen in deze dooltocht doorheen het muziekbos. Ik riep de woorden voor de geest die het liedje zouden moeten ingeleid hebben. Maar ik belandde steeds weer op diezelfde muzikale komma die me scheidde van het opgelicht sluiertje en de herkenning van de melodie.
Ik gaf me over. Ik vroeg aan de patiënt om even een pauze in te lassen. Ik ga naar mijn gastheer toe in de kamer ernaast en groet nogmaals zijn gast. Onmiddellijk ga ik over naar de Engelse language
Ik zeg tegen de beide heren:
Its amazing. I know you, I do recognize your voice, I remember your kind of timbre and I hear your typical matter of whispering, but I can not place a name on your head. Please Sir, will you help me by telling your name?
De lieve gast bekijkt me een paar seconden, en weer verval ik nerveus en ongeduldig wachtend en snakkend naar DE oplossing in mijn monoloog.:
Im sure you are a well known singer, but I can not remember your name. Will you liberate me out of my unknowledge, please?
De man kan zijn lach amper bedwingen. Hij blijft heel vriendelijk lachen en antwoordt mij met streepoogjes van plezier:
John, I will sing you my song personally for you alone, lets talk about a private show. Perhaps you can guess than who I am.
Zowel de bekende DJ als de zanger gieren van de pret. Ik blijf hopen op een klein mirakel en vrees dat ik zijn naam niet zal kunnen prevelen zolang hij hem zelf niet heeft uitgesproken.
A Capella begint de zanger eerst te neuriën en gaat heel snel over naar gezongen tekst en woorden. Wanneer hij de aanhef maakt van :
Thanks to the Lord for the sun up in the sky . Begin ik mee te zingen en het is alsof de zoldering doorheen mijn schedeldak om mijn hersenbasis ploft. We zitten daar alle drie in de living dat refrein samen te zingen zonder begeleiding. Een moment om nooit te vergeten.
Ik schater het uit: eerst roep ik nog wijzend naar de popster Whistling Jack Smith, maar de heer des huizes verbetert me een beetje opvallend en raspig:
Neen Johan, dit hier is J.Vincent Edwards van het liedje Thanks. In 1969 stond hij vijf weken nummer 1 in de Vlaamse top tien.
We hebben nog wat gekeuveld en iets gedronken. De behandeling werd al neuriënd afgewerkt en ook de patiënt heeft mee gezongen, niet voor publicatie of persafdruk op vinyl vatbaar, wel voor de leute.
Toffe man die J.Vincent Edwards.
Waar angst verdwijnt en blijheid verschijnt, is er vreugde in het kamp .
DAG 53: Woensdag 20juni 2018.
Onder mijn voeten: Messanges – Plage de Penon 15,2 kilometer.
Wanneer angst verdwijnt en blijheid verschijnt is er vreugde in het kamp.
Ik heb het er niet moeilijk mee om te bekennen dat ik twee dagen in angst heb gezeten. Niet omwille van de pijn in het scheenbeen, dan wel om het genezingsproces ervan. Goed wetende, aan de hand van de symptomen wat er aan de hand was en ook beseffend dat een ontsteking van een pees niet zomaar hersteld geraakt, heb ik inderdaad getwijfeld aan de verdere en de goede afloop van dit wandelavontuur. Ik moet in de eerste plaats Ludo Thys uit Lommel bedanken voor zijn goede raad. Ik heb nooit gedurende mijn praktijkcarrière een link gelegd tussen een periostitis of een tendinitis van de Tibialis Anterior spier en het bekken. Bij dieper nadenken moet ik toegeven, Ludo, dat de stabilisatie van mijn bekken en ook die van de onderste ledematen op die bolvormige graszoden danig op de proef zijn gesteld. Ook de vele kilometers op de asfaltwegen hebben mijn scheenbenen niet bepaald een zoet dessert bezorgd. De uitleg die je mij in mijn privé-consultatie hebt gegeven klopt 100%. Ik heb me dus inderdaad niet alleen lokaal behandeld met applicaties en dwarse fricties, maar ook van op afstand vanuit het bekken en de lumbale gordel. Wellicht heeft dat ook bijgedragen tot het succes want: vandaag werd er een succesvolle en volledige positief afgewerkte proefwandeling van slechts 15 kilometer op het programma geplaatst. Bovendien werd het scheenbeen en kuitbeen getaped in visgraadverband met niet elastische tape. Daar werd dan een drukverband opgelegd zodat de pees niet of toch niet te veel frictie kon ondergaan. Het resultaat was schitterend. Ik moet en de Ludo en Joke voor haar lymphedrainage, de ijsapplicaties en de diepere dwarse fricties bedanken. Het is echt niet goed voor de praktijk want normaal zijn daar 9 behandelingen voor nodig. We hebben nu bewijzen dat een tendinitis met een volledige dagbehandeling tot 50 % per etmaal kan verbeteren. Ik ben na de 15 kilometer aangekomen op de bestemming zonder één vorm van last, hinder of pijn. De blijheid en vreugde stroomt hier bij beken uit de zeer goedkope Cava-fles. Mijn vreugde en vertrouwen in een goede afloop van deze onderneming zijn tegen eergisteren met 95 % gestegen. Laat ons zeggen dat ik met mijn hoop op een succesvolle onderneming nu aanbeland ben in de Bel20 index. Ik wil dit herstel en zeker het goedaardige karakter van mijn lichaam op zich niet bruuskeren en besluit om het morgen ook nog éénmaal rustig aan te doen. Waarschijnlijk wandel ik morgen niet meer dan 20 kilometer. Niet omdat ik het wandelen moe ben, wel uit respect voor een herstellende tendinitis aan mijn scheenbeen. Vandaag was de tocht totaal hertekend om te vermijden dat ik zou lopen op asfalt of betonwegen. De ondergrond primeerde en zodanig werd er alleen door de bossen gewandeld op zandgrond, onverharde paden en grasondergrond. We kwamen na 15 kilometer lopen tussen varens en dennenbomen, uit op het strand van Penon. Hoge duinen die meters boven het zandstrand uitpuilen geven een prachtig zicht op de branding en de alom aanwezige surfers. Het blijkt hier een gekend oord te zijn van wind en stevige golven voor surfers en andere plankzeilers. We kruisen dan ook verscheidene Pamela Andersons in mannelijke versie met hun zeilplank en in surfoutfit op ons wandelpad. De strandzone is hier heel abnormaal en onalledaags. De naaldbomen staan tot vlak tegen en zelfs tot in de duinen. Je hebt een bijzondere hoge zandduin die de bossen scheidt van het strand en een meter of 50 verder heb je een uitgestrekt zandstrand waar haast niemand op vertoeft. Totaal en maximaal verschillend van een Belgisch strand. Geen appartementen, geen parkeerplaatsen, geen dijk om op te flaneren. Wel zand en duingras dat zijn natuurlijke functie van anti-erosie deftig kan vervullen met hier en daar een duinenpadje waar mensen naar hartenlust kunnen op wandelen. De sfeer van alhier te kunnen wandelen tegen het zich verplaatsen in Blankenberge tegen het water, is totaal en keinijg verschillend. Over beter of minder goed spreek ik me niet uit. Maar ik weet voor mezelf toch heel zeker wat ik verkies voor mijn vakantie. Tijdens de wandeling wordt er druk verteld over de praktijk. Joke verhaalt over de verschillende patiënten waar ik achter vraag. Maria Crab moet dringend haar laptop laten herstellen want anders verliest ze mij totaal uit het oog. Dat Andre van de klerenboetiek meer moet gaan bewegen heeft ze me ook verteld. Groetjes doe ik ook aan Rose Marie en René. Jos en Vivianne zeg ik een welgemeende groet. Dennis de plaatslager en zijn vrouw groet ik van harte in hun rustoord. Ik hoop dat hij zijn verhaal van de bontmantel heeft herkend. Thereske en Laura heb ik al zo erg gemist, ik denk aan hen, en dat is heel echt waar. Wenend hebben ze de praktijk verlaten toen ik hen de laatste maal had behandeld voor mijn vertrek. ik denk aan heel veel patiënten, maar besef dat ik welbepaalde dingen enkel maar kan koesteren. We zien wel.
Morgen dus terug een inloopwandeling en dan vanaf vrijdag wellicht terug het normale schema. Ik beloof het mezelf dat ik niets wil forceren en desnoods doen we er een paar dagen langer over, maar zoals de zaken er nu voorstaan ben ik een vreugdevol persoon die blij en zonder geluksgrens zijn ding kan en mag doen.
Tot morgen wellicht.
Achter mijn handen
DE STALKER
Op een novemberavond rij ik thuis de garage binnen en stuit op een gesloten achterdeur. Dit is echt wel vreemd, wetende dat sloten bij ons maar enkel worden gebruikt wanneer we met z’n allen het huis voor enige tijd verlaten. Het licht brandde in de leefkamer en ook in de kinderkamers was er licht. Toch bleek de inkom achteraan sleutelvast te zijn verankerd. Waarschijnlijk een vergetelheid van de echtgenote of de kinderen. Dat vaderlief regelmatig wel eens na negen uur ’s avonds durft thuis te komen is toch geen rariteit, dacht ik nog, maar ontgaf me enige andere argumenteerbare reden om zich voor dit voorval te kunnen verontschuldigen.
Bij de eerste klop op de deur wordt al onmiddellijk gevolg gegeven door een op zijn minst toch wel opgewonden vrouw. Ze had deze woensdagnamiddag enkele rare telefoontjes gekregen van waarschijnlijk dezelfde persoon.
De stem aan de overzijde van de telefoon had er maar op los geraasd.
Hij deelde mee dat hij naakt stond en klaar was om in die goedkope pels naar haar toe te komen. Hij wou persé met mijn vrouw de liefde bedrijven en smachtte naar haar mooie lippen. Hij sprak van masturberen en nog andere vrijpostige zelfhulpmiddelen. Het betrof dus duidelijk een grensoverschrijdende monoloog. Nog heel veel gore praat en niets dat deed twijfelen dat deze man met fantasieën rondliep. Na een minuutje legde hij de hoorn weer af en herhaalde deze monoloog na een drietal minuten.
Dat duurde zo enkele dagen na elkaar maar wat ons echter na die twee weken wel al opviel: de tijd voor 16.30 en na 18.00 uur was het rustig en kregen we nagenoeg geen oproepen, ook in de weekends. Dat was echt wel opvallend. De woensdag begon de voorstelling na 13.00 uur. Deze gestructureerde telefoontjes hadden achteraf gezien wel hun reden. De uren dat ik in de praktijk was waren dus begeerd.
Ik besloot om woensdagnamiddag eens mee te luisteren en bleef thuis tot ik een telefoontje kreeg.
De afspraak met Marie-Rose was dat ze de telefoon zou afhaken en als het die persoon betrof mij geluidloos een teken zou geven en ik de hoorn zou overnemen. Ik had me voorgenomen om te reageren alsof hij verkeerd zou verbonden geweest zijn met de rijkswachtskazerne van Veltem destijds. Het kon maar slagen en ikzelf riskeerde daar niets mee.
Het voorspelbaar telefoontje liep binnen. Het scenario werd opgestart en terwijl die kerel maar vuile vunzige praat uit zijn vortig lijf sputterde, meende ik een link te kunnen leggen naar een persoon wiens stem mij echt niet vreemd voorkwam. Alle lampjes flikkerden en alle sensoren piepten tegelijk want ik had echt wel een vis aan de haak. Mijn hersencellen en de bijhorende processors moesten worden afgekoeld want ik kon mij de eerste seconden de naam van die persoon niet voor de geest roepen.
Wellicht overkwam het je ook wel eens dat je iemand op straat herkent maar bij de liefde Gods niet kan denken waarvan je die persoon kent. Dit gevoel maakte ik mee en daarenboven was het dan nog een gevecht tegen de tijd want hij kon elk ogenblik de hoorn toeleggen.
Mijn intelligentie had me niet in de steek gelaten en bleek voldoende te zijn om eensklaps de persoon aan de andere kant van de telefoon duidelijk voor mijn ogen af te tekenen. Geen robotfoto, geen silhouet, geen schim, wel een duidelijk gezicht en persoon die bij deze stem hoorde. Ik kon mij niet vergissen, ik was tweeduizend percent overtuigd dat dit Hugo moest zijn.
Ik krijs heel assertief en heel overtuigend: “Hugo, jonge man, waar ben jij toch in Godsnaam mee bezig. Ik ken u, ik weet wie jij bent, ik weet je wonen, ik ken je geboortedatum en school. Ik weet dat jij het bent en ben zo blij dat deze telefoon wordt afgetapt met de bedoeling jouw telefoonlijn te lokaliseren. Mannetje, wat zit jij in vieze papieren. Dit zou je wel eens heel zuur kunnen oprispen. Ik denk dat je dit verhaal binnen de kortste keren zal kunnen gaan vertellen voor de jeugdrechter, want deze vorm van pesten (toen noemde het nog geen stalken) is zeker bij wet strafbaar. Ik wil je een tweede kans geven en laat je toe dit in de praktijk te komen uitpraten. Indien je binnen de twintig minuten (ijzer smeden terwijl het heet is, en daarenboven wou ik zeker zijn dat hij het was) niet in de praktijk bent, dien ik vanavond nog klacht in bij de rijkswacht tegen jouw persoon.” (dixit)
Nog geen vol kwartiertje later stopt de jongeman van 14,5 jaar bij mij aan de praktijk met zijn fiets en belt lijkbleek aan. Het was alsof hij in acute bloedarmoede vertoefde.
Van één ding was ik al zeker. Mijn gok op de naam Hugo was juist geweest.
Hoe zit dit stalking verhaal in elkaar vraag jij je af.
Hugo (niet de juiste naam) was een patiënt van veertien jaar die wegens een scoliose éénmaal per week houding corrigerende oefeningen moest komen volgen opdat zo zijn rugspieren en buikspieren voldoende stabiliteit en ondersteuning zouden kunnen verschaffen aan de in zijwaartse richting S-vormige scheef groeiende wervelkolom. Deze behandeling spreidde zich over verschillende weken met een frequentie van éénmaal per week. De jongeman kwam dus veelal tussen 12.30 en 13.00 uur als hij van de schoolbus stapte. Daarna ging hij te voet naar Winksele waar hij woonde. Het viel al eens voor dat ze afspraken dat mama hem kwam ophalen maar dat gebeurde eerder uitzonderlijk. Zo ontstond de situatie dat de moeder beloofde hem te komen ophalen maar dit vergeten was. De wachtende kerel zat om vier uur nog steeds in de wachtzaal zijn huiswerk te maken. Ik stelde Hugo voor dat mijn vrouw hem met de wagen naar huis zou brengen, aangezien ikzelf volop bezig was in de praktijk. Marie-Rose (bol.com wordt ze hier in huis genoemd omdat ik maar hoef te bellen en ze is paraat) deed Hugo dus naar huis. Hij bleek zo overdonderd door het lief gebaar en de schoonheid van mijn echtgenote (wat dus pleit voor mijn goede smaak) dat hij bodemloos op haar verliefd werd tijdens de rit naar huis. Wat is er nog meer nodig om zo een jonge puber zijn fantasie te temperen? Zo bedacht hij zich via een eigen gemaakte voorstelling de tactiek om het onbereikbare toch wat bereikbaar te maken. Hij koos voor stalking.
Ik had naderhand samen met Hugo nog een corrigerend gesprek, ook met de beide ouders die zich niet bewust waren van deze praktijken. Op de eis van de ouders moest Hugo zich nogmaals verontschuldigen en beloven dat dit nooit meer zou gebeuren. Zo geschiedde ook.
Mijn tweede dag verplichte rust. Maar er is grote hoop dat ik morgen alweer vertrek!
Bij de voorbereidende gesprekken tussen mezelf en verantwoordelijken van de VZW Oostrem werd onder andere de bedoeling van de gift dezer missie aan hen uit de doeken gedaan., Daar werd ook aangedrongen bij de directeur om de werking en het instituut Oostrem eens nader te belichten. Hier werd ook met aandrang gevraagd de kinesitherapeutische poot van de instelling wat te belichten. Mario Vanhaeren, want dat is de naam van de directeur heeft daar zeer gunstig op gereageerd en schreef als opening van deze dagblog volgende tekst.
In 1982 stapte ik voor de eerste keer binnen in een zeer kleinschalig dagcentrum in de Schapenstraat, Leuven. Een twaalftal volwassenen werden er opgevangen in oude, licht bouwvallige huizen met zeer weinig comfort. Op de bovenverdiepingen woonden studenten die van dezelfde keuken en toilet gebruik maakten. De kinéruimte bestond uit één verzorgingstafel. Rita, de kinesiste, bond er elke dag te strijd aan tegen toenemende contracturen en andere fysieke belemmeringen. Alles gebeurde met mankracht en vooral met een ongeziene gedrevenheid. Dit kleinschalige ouderinitiatief groeide uit tot het Oostrem van vandaag, een zeer sterk gedecentraliseerde en inclusieve voorziening met afdelingen in Herent, Leuven en Haacht. De kwaliteitsvolle ondersteuning voor volwassenen met ernstig meervoudige beperkingen bleef centraal staan. Intussen beschikken wij over verschillende, goed uitgeruste en aangepaste kinéruimten. Tilliften maken het werk lichter en de aangekochte toestellen leiden tot betere therapeutische resultaten. Eén ding veranderende doorheen de meer dan 50-jarige geschiedenis van Oostrem niet. Onze kinesisten en al onze medewerkers werken nog elke dag met dezelfde gedrevenheid die Rita, onze allereerste kinesiste, elke dag tentoonspreidde. Vandaar dat wij ook zo gecharmeerd zijn door het initiatief van Johan. Zijn wandeltocht ten voordele van Oostrem belichaamt perfect waarvoor onze organisatie staat: belangeloze inzet voor anderen; en dat mag gerust gepaard gaan met wat afzien, ongemak en pijn.
Mario Vanhaeren
algemeen directeur Oostrem vzw
De dag begint hier vandaag zeer laat. Op de camping heerst volslagen rust tot 08.30. Wanneer de eerste kuikens alhier de deurtjes van hun motorhome op een kiertje openen. Joke is al lange tijd naar de ophaalplaats van het verse brood gewandeld en haalde er drie Franse bagetten en een aantal koffiekoeken. Op dit uur van de dag is zij al aan haar tweede activiteit begonnen: kruiswoordraadsel oplossen. De kleinste kuikens slapen nog want gisterenavond was er een fuif in hun mobilhome. Om 22.30 werd de nachtstilte geblazen en werd eindelijk de slaap ingezet bij de twee allerkleinsten. Natuurlijk moeten die uitslapen. Wat hebben die een pret gehad in hun kleine huisje. Vandaag zijn ze gaan wandelen naar het strand in de voormiddag en deze namiddag wordt er gezwommen in het plaatselijk zwembad hier op de camping. Ik vermoed dat het voor die jonge kampeerders hier een zalige plek is om te vertoeven. Ook de meteo begint zijn betere zijde te vertonen. Deze morgen nog in een grijze zone opgestaan maar éénmaal de klok negen uren sloeg brak de zon erdoor en met glorie overwon ze de wolkenwaaier die haar de vorige dagen de pas afsneed. Het is hier om en bij de 26 graden maar als je naar de hemel kijkt zie je op vele plekken die grijze massa tussen andere blauwe puzzelstukjes. Morgen geven ze hier droog en 30 graden. Sonja gaat deze avond een Spaans gerecht maken in de grote Paëla-pan. Dat zal weer smullen worden.
Met de pees gaat het beter, niet helemaal weg, maar ik gewaag van een 70% pijnverlichting. De ongemakken tijdens het marcheren zijn haast verdwenen, en ook het strekken van de voetpunt (stretchen van de Tialis Anterior spier) is de pijn opmerkelijk getaand. Er is zeer grote hoop dat ik morgen opnieuw van start ga. Ludo Thys, mijn getrouwe vriend van de zo beruchte Ter Borcht tijd, heeft me ook enkele te gebruiken tips gegeven om te behandelen. Bovendien draag ik nu sinds gisterenmiddag een kompressiekous waardoor de pees zelf minder frictie ondervindt. Dat heeft ook al heel veel geholpen want het oedeem is zienderogen verdwenen en manuele druk op de pees lokt geen pijn meer uit. De gisteren nog aanwezige crepitaties hoor en vooral, voel ik nu al niet meer. Hoop in bange dagen maar er is hoop en dat is belangrijk. Hopelijk genieten jullie van de praktijkverhalen en zoals Guy me schreef, soms zo aandoenlijk en reëel.
Achter mijn handen
MIJN ALLEREERSTE BELASTINGCONTROLE
Mijn zelfstandige activiteit valt uiteraard ook onder de wettelijke fiscale verplichtingen. Een zeer duidelijke informatieronde vooraf bij twee sociale verzekeringskassen en enkele bezoeken aan reeds zelfstandig gevestigde kinesitherapeuten hadden me zeer wijs gemaakt betreffende heikele punten binnen mijn beroepsverplichtingen. Nog voor ik van start ging had ik me aangemeld bij een boekhoudkundig bureau en gevraagd naar een vaste begeleider die ook bij problemen mijn vast aanspreekpunt kon zijn. Toen in de jaren zeventig lukte dat nog. Telefooncentrales met een automatische doorverbinding naar zelf te kiezen nummer menus bestonden helemaal nog niet. Het was de tijd dat telefoons nog maar enkel konden werken via een draaischijf. Ik dacht van mezelf en zonder hoogmoed dat ik degelijk op de hoogte was van het reilen en zeilen binnen de belastingmaterie.
Mijn persoonlijke boekhouder had me ooit bij een verkennend gesprek verwittigd dat de eerste drie jaren van je zelfstandige activiteit alle controlerende en parastatale instanties mij rustig zou laten werken.
Niemand zou ook maar via een tussentijdse evaluatie nagaan hoe uw zakencijfer evolueerde. Het interesseerde die aasgieren voor geen zier. Pas na drie jaar werken mocht je voorbereid zijn op een hinderlaag of een attack in de rug. Na drie jaar zou enerzijds het sociaal verzekeringsorganisme met terugwerkende kracht bepalen hoeveel je bijdragen zouden moeten geweest zijn. Dit werd vergeleken met hoeveel je reeds had betaald via een voorlopige bijdrage. Het verschil dat meestal in jouw nadeel was en dus diende bijbetaald te worden gaf men een naam: regularisatie. Hij gaf me ook een voorbeeldje: veronderstel dat je elk trimester van een inkomstenjaar tienduizend frank te weinig had betaald, dan kom je tot een extra regularisatie van veertigduizend frank per jaar. Voor drie jaren bedraagt deze regularisatie dan gemakkelijk honderdtwintigduizend frank. Dat was punt één. Anderzijds zou je na drie jaar ook een afrekening mogen verwachten van de fiscaliteit. Deze heren zijn ook geen amateurs. Het zijn lepe en zeer onaangename onderhandelaars.
De stoïcijnse cijferteller voorspelde mij dat na dit derde jaar de meeste zelfstandigen ofwel lukten, ofwel mislukten. Hij gaf me een onvergetelijke goede raad. Hij stelde voor dat bij elke ontvangst van honderd frank uit erelonen, ik er zestig zou opzij zetten. Eén derde gebruiken voor onkosten binnen het bedrijf, twee derden sparen voor dat derde jaar. De gezinskosten moest mijn echtgenote de eerste drie jaar maar op zich nemen.
Dit was de gouden raad. Ik wou absoluut behoren tot het gedeelte van zelfstandigen die na drie jaar konden overleven. Ook al waren het soms zware tijden en was de sneeuw niet altijd wit
Met bibberende stem liet ik na drie jaar de belastingcontroleur via de voordeur binnen. De boekhouder zat reeds aan de tafel in de living te wachten. Blijkbaar kenden ze elkaar. De controleur converseerde met mijn boekhouder. Niet met mij. Zijn boekentas had hij neergezet op de zitting van een mooie stoel aan onze poepsjieke eettafel. Hij haalde documenten boven, twee farden, een brooddoos, een thermos, een keukenhanddoek en een plastieken tas. Ik zag precies een tafereel uit de legendarische reeks van de collegas. De controleur uitte heel laconiek en zonder verpinken dat deze dag hem zo een slordige driehonderdduizend frank zou opleveren. Hij had mijn dossier op zijn bureau in alle rust kunnen voorbereiden en dit was echt wel spek naar zijn bek lachte hij luidop met zijn net zelf gemaakte grap. We bleven ernstig en begrepen de humor van deze opmerking niet echt.
Ik hoorde de kassa al rinkelen, en hield mijn broek goed dicht. Krampjes in mijn buik, paniek en ongerustheid werd er gezaaid en de groei ervan was verzekerd, want de plantjes stonden in goede mest. Het begon met de navraag naar allerlei documenten die echt wel één voor één allemaal goed in orde waren en dat stemde de pseudo Gestapo afgevaardigde al wat milder. Toen ik hem vroeg of hij geen zin had in een tas koffie, antwoordde hij heel nors dat hij zich niet liet vangen aan omkoperij of andere charme-technieken. Mijn boekhouder had er wel zin in.
Alle gevraagde bewijzen, facturen, notas en attesten waren 100% in orde. Hier en daar werd er al eens van mening gewisseld over een factuurtje dat niet bij de onkosten hoefde opgenomen te worden, maar het bleef sportief en bevattelijk. Waar zou hij in godsnaam die driehonderdduizend frank dan gaan wegpikken dacht ik. Ik was vergeten dat zij geniaal zijn in muggenzifterij.
Ik volgde die tijd vanaf dag één van zelfstandige activiteit een vijfjarige postuniversitaire cursus in het toenmalige Universitair centrum van Antwerpen. Die cursus kostte me elk jaar net geen honderdduizend frank aan inschrijvingsgeld en te gebruiken materialen. De cursus was toen reeds drie jaar bezig. Dus in totaal was dat reeds driehonderdduizend frank cursusgeld die ik had ingebracht in de post beroepsonkosten. O wat heb ik toen heel naïef geantwoord .
De hamvraag op het einde van de controle die de belastingambtenaar mij gericht stelde:
Die cursus acupressuur en acupunctuur die je volgt aan de unief in Antwerpen, noem je dat een specialisatie of een bijscholing? Mijn boekhouder had me vooraf verwittigd dat hij altijd zou antwoorden wanneer ik het niet zou kunnen. Deze materie was nu echt wel iets waar ik zelf kon op antwoorden. Ik noemde het met enige fierheid en assertiviteit een specialisatie naast mijn universitaire vakopleiding. De materie was immers totaal taboe geweest in mijn standaardscholing in Leuven.
En wat graag wou ik mij als kinesist in Herent wat onderscheiden van de andere revalidatiekleppers door een alternatieve blik te werpen op revalidatie en herstel. Niet overdreven vond ik dat ik mocht stellen dat een bijscholing iets is waar je reeds enige kennis over bezit. Accupunctuur was voor mij een totaal nieuwe wetenschap en nog wel erg bruikbaar binnen mijn praktijkgebeuren vertelde ik. Wat was ik verkeerd, wat had ik mezelf erin gepraat.
De controleur vouwde zijn papieren toe en zei tegen de boekhouder: Voilà, mijn driehonderdduizend frank zijn verdiend. Inderdaad, die cursus heb je niet nodig om je beroep te kunnen uitoefenen. De cursus geeft alleen maar een meerwaarde aan je technieken en je kunnen. Onbegrijpelijk standpunt vond ik, en zo trad de boekhouder mij ook bij. Het had geen zin want vastberaden meldde de toezichthouder dat indien ik niet akkoord zou gaan met dit standpunt ik maar een bezwaar moest indienen bij de directeur van de directe belastingen in Leuven vier. Ik had weinig kans om dit pleidooi te winnen zei hij er nog bij, want hij werkte strikt volgens de richtlijnen die zijn oversten hem hadden opgedragen.
Wat er op zon ogenblik door je hoofd raast is te vergelijken met de orkaan Irma die in 2017 over de Westkust van Amerika een spoor van vernieling achterliet. Een paar seconden viel de stroom uit en heel eventjes zat ik in het donker zonder licht. Ook de luidsprekers vielen uit en ledematen plaatsten zich in stand by. De bezorgde boekhouder stond cool en rustig rechtop van zijn stoel en stommelde iets tussen zijn tanden van onbegrijpelijk standpunt en niet mis te verstaan malentendu. Hij zou deze controle echt niet voor akkoord ondertekenen en kende de te volgen procedure.
Na het betalen van mijn achterstallige belasting op dat jaarinkomen werd inderdaad een bezwaar ingediend bij de directeur van de directe belastingen omwille van deze onbegrijpelijke beslissing.
Deze directeur was een zeer aardige en fantastisch aimabele persoon. Hij luisterde naar ons verweer, want de boekhouder was met mij mee gegaan naar het belastingkantoor. Na onze argumentatie uitte hij een zeer kordate maar zeer geruststellende uitspraak. Er werd beloofd deze controle samen met de voormalige contoleur te herzien en de kans zou groot zijn dat er een oplossing aan het dossier zou gegeven worden. Alleen moest die oplossing in samenspraak met zijn ambtenaar gevonden worden.
Enkele maanden later kwam het verdict. Ik werd volledig vrij gepleit van enige taxatie en kon dit inschrijvingsgeld integraal verder blijven inbrengen in de post van mijn beroepsonkosten.
Bovendien kon ik het betaalde fiscale bedrag in mindering brengen bij mijn volgende aangifte.
Daarbij kwam dat diezelfde ambtenaar gemuteerd werd naar een kantoor van drie op drie meter om daar interne controles uit te voeren. Bij fysieke personen mocht hij geen controles meer uitvoeren.
Veel later, bij navraag naar de naam van die persoon, bleek dat deze ambtenaar op verschillende pijnlijke teentjes had gestaan binnen de regio. Hierdoor was hij wat zijwaarts gemuteerd binnen de dienst.
Merkwaardige opmerking bij dit verhaal Het is mijn eerste controle geweest en sindsdien heb ik 37 jaren lang geen controle meer moeten ondergaan.
De pijn in mijn pees aan de voorkant van het scheenbeen is s morgens voor 30% vermindert. Ik had nochtans alles op alles gezet om via medicatie, dwarse fricties en Reparil zalf onder plasticfolie de aanstormende ontsteking in te dijken. In deze omstandigheden zou ik aan mijn patiënten aanraden om de pees de kans te geven te herstellen en volledige rust in acht te nemen. De beslissing wringt maar ik weet dat de rede het hier moet halen op mijn goesting, zo niet zet ik een heel deel van de verdere tocht op de helling. Ik besluit twee dagen volledige rust te nemen met verdere verzorging van deze pees. Het scheenbeen is licht gezwollen en roodheid en een branderige pijn verraadt dat er een tendinitis op handen is. Ik ga me twee dagen intens verzorgen met in acht name deze voet zo weinig mogelijk te belasten. We zien dan wel op korte termijn hoe het verder gaat. Bovendien ben ik wel fel afgeleid van mijn gedwongen keuze. Pieter en Joke komen met de kleinkindjes vandaag de oma en de opa bezoeken op de camping hier in Messanges en bovendien is er om 17.00 uur de match van de rode duivels tegen Panama. Verstrooiing genoeg dus. We verwelkomen de kleinkindjes en hun ouders tegen 15.00 uur en meteen wordt hier een Belgisch dorp opgebouwd. Een vlag van de Red Devils en allerlei kleine driehoekige Belgische wimpels moeten duidelijk maken dat hier Belgen logeren. Recht over ons staat een Nederlander die ons veel geluk wenst en toch schamper moet opmerken dat er tegen Panama minstens met vier doelpunten verschil zou moeten gewonnen worden. Hun kaasploegske mag zelfs niet meedoen met dit tornooi, heb ik gedacht. Het weer is hier nog steeds hetzelfde. Wonderbaarlijke wolken die af en toe de zon afschermen en zich met tussenpozen ontladen van een massa water. Het regende hier wel 15 maal vandaag, gelukkig nooit heel lang.
Vanavond eten we een koude visschotel met gerookte zalm, Franse maatjes, Frans brood en sla met tomaatjes, ui en komkommer met mayonaise. Daarbij een fris wit wijntje en als dessert wat Franse Tomme kaas en geitenkaas uit de Gironde streek.
Morgen wacht ik af en durf ik echt niet beloven te zullen aanzetten. Veel hangt af van het herstel van deze Tibialis Anterior pees. Ik denk enkel te zullen vertrekken als er geen drukpijn meer is en ook alle symptomen van de ontsteking verdwenen zijn. Niet panikeren we komen er wel.
Achter mijn handen
VAN MANNEQUIN TOT ANOREXIA PATIËNT
Ze was een beeldschoon meisje op haar zestien. Enige dochter van een gezin waar de man een bouwkundig tekenaar was in een groot architectenbureau. De moeder was een zelfstandige en verkocht bloemen in haar eigen florissante bloemenzaak. De vrouw was voor de commercie geschapen en had thuis als jong meisje de stiel al heel vroeg gadegeslagen en geleerd. De hele gemeente kwam bij haar over de vloer want zij was toen nog de enige bloemenzaak in het dorp. En of ze veel geld verdienden maar er ook hard voor werkten.
Het tekenbureau van de man was de bouwmaatschappij die het World Trade center in Brussel realiseerde in de jaren zestig. Hij was daar zeer fier over dat hij daar aan meegetekend had. Hij werd vervroegd op arbeidsongeschiktheid geplaatst omwille van een slepende spierziekte.
De ziekte van Steinert is een aandoening waarbij de spieren langzaam wegsmelten zoals boter in de zon. De mensen die getroffen worden door deze ziekte verliezen stelselmatig hun kracht in alle spiergroepen, maar vooral in de eerste fase in groepen die het verst van de romp liggen en ook vooral in het aangezicht. De slachtoffers van deze aandoening kunnen in eerste instantie gediagnosticeerd worden door een typische actiemyotonie (wanneer deze patiënten bvb je de hand schudden, kunnen ze die hand niet plots ook loslaten. Deze hand kan maar langzaam aan vertraagd ontspannen na een contractiefase). De zieken worden zwaar invalide omdat gaandeweg alle spieren hun kracht en dus ook hun functie kwijtspelen. Zo ook dus bij deze man. De dochter werd op haar zestiende haar vader ontnomen. Op dat ogenblik was ze via een mannequinbureau net begonnen in de wereld van foto-shoots en presentatiemateriaal om zo haar talent te showen op de catwalk. Ze mocht hier en daar bij wijze van kennismaking al eens een presentatie doen van lingerie en huwelijkskledij. Haar maten waren perfect en het snoetje mocht gezien worden. Ze timmerde zo aan haar eigen weg maar een doorbraak bleef uit.
Ze trachtte na deze presenteerfase samen met moeder een nieuwe bloemenzaak op te bouwen buiten de gemeente, maar ook dat liep niet zoals gepland, omdat toen ook bij haar de eerste signalen van de ziekte van Steinert de kop opstaken.
Via een drukke sociale kalender en veel uitstapjes leert ze een jongeman kennen die samen met zijn vader stoffen en linnen verkoopt. Ze hadden thuis een stoffenwinkel maar deden drie keer in de week ook de markten in de buurt. Hij was ook enige zoon. Die mensen verdienden in die tijd meer dan de kaas en de hesp op hun dik met boter besmeerde boterham.
De vader was niet zo gelukkig met de keuze van de zoon omdat hij alzo vreesde dat het opgespaarde gezinskapitaal mee in vreemde handen zou komen en daar was hij altijd angstig voor geweest. Bovendien gedroeg de vader zich ultra-conservatief, ook bij de opvoeding van de ondertussen dertigjarige zoon. Ondanks vele tegenwerking en vertragingsmaneuvers van de ouders huwde de zoon zijn geliefde en wordt er gesproken van eeuwige trouw.
Om zijn vader ter wille te zijn belooft de zoon bij zijn ouders in te wonen op het verdiep boven de stoffenwinkel. De ouders woonden op het gelijkvloers achter de winkel. Het gebouw was groot genoeg om vier-vijf gezinnen te herbergen, maar toch te klein om twee gezinnen hun gezellig warm nestje te bieden. Veel spanningen, veel geruzie en gepest en gehakketak maakten dat de ongelukkige schoondochter na enkele jaren bij in te wonen, terug bij haar moeder introk.
Er was echter geen sprake van een scheiding. Haar echtgenoot kwam haar dan twee, soms drie keer per week opzoeken tussen de markten door en meestal zonder dat zijn vader en moeder ervan afwisten. Een heel oncomfortabele toestand, de zoon was daar niet zo gelukkig mee en belandde vrij snel in een depressie. Deze mentale achteruitgang werd door vader niet in dank afgenomen. Meermaals dreigde hij zoonlief te onterven als hij niet wat van zich afbeet en al die flauwekul van neerslachtigheid maar te laten voor wat het was. Werken, verkopen en geld verdienen zou hem wel genezen. De pater familias zag echter niet dat zijn zoon tussen twee stoelen belandde, want de zoon zag zijn echtgenote nog wel graag maar geraakte niet los uit de klauwen van zijn ouders.
Ondertussen rukte de ziekte bij zijn vrouw verder op. De loopgang werd moeilijk, allerlei bewegingen verliepen minder goed omdat kracht en controle verdwenen. Zijn vrouw deed moeite om de kwaal zo lang mogelijk de baas te blijven. Wanneer het zelfstandig eten echter niet meer mogelijk was, verscheen een mijlpaal in haar leven en wist deze jonge vrouw dat herstel en zelfs maar behoud van de huidige toestand niet meer mogelijk zouden zijn.
De echtgenoot kwam nog steeds met een regelmaat van twee, drie keer in de week langs maar zag ook het schrijnende van deze hopeloze situatie in. Net toen hij het besluit had genomen dat het op deze wijze niet meer verder kon, besloot hij om het ouderlijk huis te verlaten op straffe van onterving door zijn eigen vader, om dus bij de schoonmoeder en echtgenote te komen inwonen, en zo krijgt het verhaal een noodlottige wending.
Wat er enkele uren voor het drama gebeurde weet niemand, kon ook achteraf niet meer gereconstrueerd worden. De jongeman van amper 40 jaar werpt zich in een wanhoopsdaad onder een voorbij zoevende trein kort bij zijn woonplaats. Details die ik vernam bespaar ik de lezer, maar je hebt geen besef wat zon actie aan verdriet en leed achterlaat.
De administratieve mallemolen en plichtplegingen was voer voor advocaten. Ook aan heel veel indirect betrokken mensen werden er mokerslagen uitgedeeld. Twee dagen voordien nog had de echtgenoot mij de plannen ontvouwd om in de leefkamer een grotere zetel te plaatsen zodat ze met hun drieën gemakkelijker naar de televisie konden kijken.
Het financieel plaatje dat de spoorwegen voorleggen van zon wanhoopsdaad wil je niet geweten hebben. Het werd me allemaal als vriend des huizes meegedeeld en ik weet dat ik er heel regelmatig met een zware krop in de keel naar buiten kwam. Infrabel diende een schadeclaim in van om en bij de twintigduizend euro.
Het rouwproces wordt sereen en met het nodige respect doorworsteld. Het verdriet duurde maanden en met momenten verging het met de jonge weduwe beter, maar vrolijk heb ik haar sindsdien nooit meer gekend. De ziekte nam ook steeds meer van haar vitale functies in beslag.
Het gevolg van rouwen is dikwijls ook dat je gewicht verliest. Wat begon als een logisch gevolg van dit verdrietig zijn, evolueerde op enkele maanden naar een onrustwekkende toestand. Het gewichtsverlies nam opmerkelijke proporties aan. Je kon het merken aan de gedragen kledij, aan de te grote schoenen, aan de bustehouders, aan de horloge om de pols, aan de bril die plots van de neus begon te zakken. Een opname in Gasthuisberg werd gepland en daar werd vastgesteld dat anorexia de oorzaak was van deze spectaculaire gewichtsafname. Het is heel eigenaardig, want toen ik de vrouw in één van de meer vertrouwelijke gesprekken vroeg of ze misschien wou sterven om zo bij haar overleden man te zijn, schudde ze heftig neen. Ze kon echt letterlijk niet meerdere happen voedsel de keel laten passeren. Zo expliceerde ze mij althans. Ze had geen honger, geen goesting, geen kracht, ook geen behoefte zei ze me. Wanneer ik voorstelde om voor onze vriendschap te bevestigen wat moeite te doen en vloeibare eiwitten te eten om zo toch een wending te geven aan deze aftakelende toestand, heeft ze dat gedaan. Vrij snel werd de tol betaald en kreeg ze hevige buikklachten en moest ze overgeven. Ik vermoed dat het een onbewuste vorm van rouwanorexie betreft. Ik heb het tot heden toe nooit begrepen. Nog twee jaar lang heeft deze situatie aangesleept. De patiënte woog bij haar laatste controle nog 38 kilo, ik hield het niet voor mogelijk dat zon deerlijk levend wezen van botten en vlees nog leefbaar kon zijn.
Niet zo lang na deze laatste controle werd ik ernstig ongerust toen de zieke tegen mij bijna onverstaanbare wartaal begon te praten tijdens de behandeling. Ik wist meteen dat de laatste fase aangebroken was. Dit kon niet lang meer duren nu ook de hersens hun functie niet meer aankonden.
Vier dagen nadien kwam het haast verhoopte en verlossende bericht dat de vrouw overleden was.
De moeder van de vrouw stierf enkele maanden later ook, wellicht van verdriet.
Al lang verwacht...de eerste peespijnen aan het scheenbeen.
DAG 50 Zondag 17 juni 2018.
Onder mijn voeten: Cerboi Lesperon 29,7 kilometer.
Al lang verwacht de eerste peespijnen aan het scheenbeen.
De dag die vandaag zou moeten gewandeld worden ging richting zuiden en omvatte een 30 kilometer. Om 06.50 waren de Hiesentriets al in staat van paraatheid en blinde opoffering want toen ik terug keerde van Jak zijn eerste dagdagelijks lozingsritueel, was de koffie al klaar en stond de tafel helemaal gedekt. Wat zijn die beide dames wel erg toegewijd, ik voel het aan alsof ik geen armen en benen heb om het zelf allemaal te doen. Maar mij hoor je dat tegen hen niet zeggen Al ben ik ze erg erkentelijk om zoveel overgave en inzet. Het liep wat eenzaam vandaag. Om 07.40 vertrokken en stipt om 10.20 kwam ik mijn eerste auto tegen. Het leek hier in de Landes wel een autoloze zondag, vanmorgen. Nochtans liep ik 80 % van de af te leggen weg langs lintenlang asfalt en een deel zelfs vlak naast de autostrade. Het lukt me echter wel om twee Nederlanders op een fiets te groeten die samen met mij een scherp bergje beklommen. Ik kom haast samen met hen boven al was hun groet gegeven onderaan op de start van de klim, een kleine 400 meter eerder. Heimelijk had ik daar wel wat plezier in dat ze met hun fiets niet veel sneller omhoog reden dan ik te voet. Eénmaal op het vlakke slaan ze natuurlijk het gat. Ik wandel na 10 kilometer al een tijdje met een slecht gevoel op mijn linker scheenbeen onderaan. Ik besef maar al te goed wat er aan de hand is en stop om de pees die mijn voet moet liften, in te tapen en alzo te ontlasten. Het helpt uitstekend, al verschijnt er na 20 kilometer opnieuw een last die mij herinnert dat deze voet al zo dikwijls werd gelift en afgerold. Ik vervang de gewone tape door een flexi-tape en een rekbare windel. Ook dat heeft me geholpen om de eindmeet in min of meer comfort-status te bereiken. Onmiddellijk wordt er ijs boven gehaald en leg ik er koude kompressen op samen met Reparil-gel en Voltaren, die ik verpak onder een plastiek verband met keukenfolie. Het vervolg zullen we morgen wel zien, want ik heb me daarenboven ook voorzien van een ontsteking werende medicatie. Ibuprofen 600 van Sandoz stak in mijn medicijnkast, en daar leg ik voorlopig mijn boontjes in te week. De derde dag in de Landes was ook weer een mooie ervaring maar het lijkt mij binnen dit avontuur wat overbodig want veel verandering in het landschap is er alsnog gedurende de laatste drie dagen niet geweest. Geloof me vrij, de eentonigheid langs de zijkanten werkt zowel demoraliserend als demotiverend, en aan beide wil ik me niet verbranden. Ik zie vandaag zelfs haast geen huizen want deze zone is eigenlijk niet bewoond. De schaarse woningen die je op de weg tegenkomt zijn meestal buitenverblijven ofwel Gîtes om te verhuren. Geen landbouw, geen industrie, geen commerciële centra en geen kleinhandelaars. Geen economisch hart dus, waardoor er ook weinig aantrek is. Enkel varens en hoge aangeplante Pinussen. Eigenlijk teveel van het goede en het mooie.
Ik ontmoet de dames op de afgesproken plaats aan het kerkhof in Lesperon. Ondertussen heeft er een decorwissel plaats gevonden. Met lange halen werd de grijze en sombere dakbekleding boven mijn hoofd in de wolken rond 11.15 vervangen door een krachtig en helder zonnetje. Niet constant, wel met lange pozen om af en toe wat warmte, licht en energie bij te gaan tanken gedurende meer donkere perioden. Soms loop ik in de zonnestralen, soms wandel ik een schaduwloze grauwere zone. Ik eet mijn boterhammetjes op een boerenerf, zittend op de rand van een 6-ploeg. Immens groot en lang is zon ding. De poes van het erf zit in de typische zwarte-kat-houding geïnteresseerd mijn appetijt te schouwen. Nog een uurtje wandelen en mijn kilometers zitten er voor vandaag weer op. Stelselmatig wordt ik meer en meer naar de uithoek van Frankrijk gestuurd, want Biarritz is de hoek waar ik Frankrijk wil verlaten en Spanje ga betreden.
Deze avond eten we Provencaalse Boeuf met patatjes en boontjes met Mayonaise en gesnipperde uitjes. Dat wordt in ons maagske gespoeld door zelf meegebracht gerstenat uit Belgie, maar we mogen er niet te veel oprispingen bij laten, want als den Duvel ontsnapt op de parking van een kerkhof liggen al die lijken hier in de kortste tijd in de verleiding.
Morgen treffen we Joke, Pieter en de kleinkindjes in Messanges. Op de camping Aquitaine zullen we allen in tricolor tenue naar de voetbal kijken (Belgie Panama) en dan dinsdag doen we onze eerste wandeling samen. Bedankt aan de miljoenen melders dat mijn blog plat lag gisteren. Mijn mailbox kon het amper verwerkt krijgen, maar heimelijk lachte ik in mijn vuistje want nu weet ik tenminste met zekerheid dat er meerdere volgers zijn. Toch bedankt om zo snel te reageren. Ook aan den Timo nog eens bedankt. Morgen passen we het programma een heel klein beetje aan zodat we arriveren in Messanges in plaats van Megascq. Maar dat is geen enkel probleem.
Tot morgen.
Achter mijn handen
AFSCHEID VAN EEN VRIEND
De man had een zware hersenbloeding gehad en was hierdoor in zijn dagelijkse bewegingen beperkt. De gang was moeilijk omdat het rechterbeen niet zo goed meer kon buigen en ook de controle over de plaatsing van de voet was moeilijk. In zijn vorig actief leven was de patiënt een zelfstandige schilder geweest die van zeer vroeg in de ochtend tot zeer lang na vijf uur s avonds op de ladder stond. Hij was ook nooit vies geweest van een pintje en bracht tijdens zijn actieve loopbaan menig café in moeilijkheden door een acuut biertekort. Het waren de heroïsche tijden waar vriendschap en commercie elkaar ontmoetten aan de toog. De schilder wist me te vertellen dat zijn stamcafé eigenlijk zijn bureau was. Als ze de schilder moesten vinden ging men naar het café waar hij de avond placht door te brengen onder vrienden. Contracten werden niet opgemaakt en zelfs niet getekend, afspraken daarentegen werden er wel gemaakt, en bezegeld met een pintje. Hij was een correcte stielman, hij maakte perfect werk en zijn loon was nooit overdreven. Dat heb ik vernomen van mensen waarvoor hij had gewerkt. De man deed het werk ook zeer gaarne, en hijzelf was absoluut niet afkerig van een inspanning. Hij werkte ook steeds alleen, van gasten moest hij niet hebben zei hij me ooit eens. Ooit moest hij een dakwering van 36 meter afschuren en schilderen op zijn eentje. Het was op één week geklaard
Tot hij op 56 jarige leeftijd door een hersenbloeding geveld werd.
Hierdoor was hij hemiplegisch (halfzijdig verlamd) en ook zijn spraak was niet optimaal. Eénsklaps moest hij zijn leven anders gaan schikken en werd hij van de ene dag op de andere zwaar hulpbehoevend. De echtgenote die hem zeer behulpzaam was en de man koesterde als een goudklompje, verzorgde hem zo goed en kwaad ze kon. Ze deed dat heel goed. De heer des huizes mankeerde niets. Zelfs zijn pintjes werden voor hem aangehaald en flesjes werden voor hem zelfs afgetrokken. Tot de huisarts beval ook de alcohol te rantsoeneren. Twee pintjes per dag was toegelaten. Sinds die dag begon een heel klein beetje de hel voor mijn vriend.
De patiënt was vriendelijk naar zorgverstrekkers toe en was meestal in een guitige bui. Hij nam zijn handicap zeer goed op en nooit of nooit kwam er één klacht over zijn lippen. Nooit klaagde de man over pijn. Zelfs niet wanneer hij na een val zijn rechterheup brak. Hij heeft nooit uiting gegeven van enig ongemak of zeer. Enkel zijn pintjes, daar had hij alles voor over.
Wanneer ik aan de zieke oefeningen voorstelde was er regelmatig een onderhandelingsronde. Over de af te leggen afstand, over het aantal keren, over de moeilijkheidsgraad of de modaliteit van uitvoering. Hij was zeer bedreven in overreden en argumenteren. Vanaf een zeker ogenblik wou hij echt niet meer buiten op straat gaan wandelen. Ik vermoed dat hij een beetje verlegen werd om zijn manier van wandelen en zijn handicap in het algemeen. We liepen dan via de gang naar de berging en brachten dan telkens een pintje mee uit de reserve bak. Dat stak ik dan in zijn broekzak zodat zijn oefening door deze ballast wat zwaarder uitviel. Maar zo had zijn wandeling dan tenminste een doel zei hij.
Steevast, wanneer ik de huiskamer binnenkwam zat hij in zijn lederen twee-zit. Steeds op dezelfde plaats en altijd in dezelfde houding. Het was zo een voorspelbare situatie. Jaren heb ik hem zo gekend. Zijn echtgenote grapte soms van een stukske meubilair. Het liefst van al werd hij gerust gelaten. Hoe graag hij de kleinkinderen ook zag, hij fleurde op als ze de deur uitgingen want dan keerde in huis de rust weer zei hij.
Eénmaal heb ik de pan bij de steel gepakt en hield ik tijdens de gangoefening zijn pintje met gestrekte arm voor zijn neus. De opdracht was om via de mars dit pintje te pakken te krijgen. Daar heeft hij nog dikwijls nadien om gelachen. Frappante opmerking: de afstand werd in een mum van tijd overbrugd.
Zo hadden we nog tal van fratsen uitgehaald en wanneer het humeur niet goed was, hielp een verhaaltje van vroeger hem er wel bovenop.
De man zijn dood was voor mij persoonlijk erg speciaal.
Ik ging er twee keer in de week langs. Wanneer ik de laatste vrijdag bij de patiënt op bezoek ging, merkte ik op dat hij erg zwaar hoestte en moeilijk ademde. Ik had een paar keer getappoteerd om de fluimen los te krijgen en dat had geholpen, maar de zieke was niet erg spraakzaam geweest en had koorts. Ik stelde de mevrouw voor om zaterdag opnieuw langs te komen om haar echtgenoot via ademhalingsoefeningen toch wat te verlichten. Wanneer ik zaterdag langsliep was de man in diepe slaap en moest ik moeite doen om hem wakker te krijgen. Het viel me op dat hij niet alles begreep wat ik zei of vroeg. Ook was zijn mond plakkerig droog en kon hij heel moeilijk praten. Niet dat ik me doktertje voel, maar iets in mij verraadde een alarmerende toestand. Zo goed en zo kwaad het ging werden een paar ademhalingsoefeningen toegepast, maar erg gelukkig was de man er niet mee. Ikzelf ook niet. Wanneer ik buiten ging, zeg ik nog tegen de vrouw van de patiënt dat ze me altijd mag bellen als het niet goed moest gaan met haar man.
s Zondags om twee uur trilt mijn GSM. Het ging niet zo goed met de schilder. De vrouw vraagt of ik niet even wil komen kijken en raad wil geven wat ze moet doen. Ik spoed me naar het woonhuis.
De dochter laat mij binnen en wijst naar de twee-zit waarin de zieke lang uitgestrekt ligt met zijn hoofd iets hoger op een kussen. Ik zet me op mijn knie naast mijn vriend-patiënt. Hij bekijkt me nog eens met half open oogjes en knikt heel bewust en opmerkelijk veelzeggend naar mij.
Op dat zelfde ogenblik reist hij naar die andere wereld. Zijn vrouw begrijpt wat er gebeurt en verhaalt dat hij op mij heeft gewacht om te sterven. Ik voel mijn schilderke zijn ziel mijn handen passeren.
Een heel sereen afscheid, een mooier cadeau kon deze patiënt mij als vriend niet bezorgen.