40 jaar kinesitherapie praktijk - 95 dagen wandelfeest.
15-07-2018
DAG 78: Zondag 15 juli 2018.
Onder mijn voeten: Ribadeo ( O Vilar) Mondonedo 30,1 kilometer.
Heel zwaar, maar o zo mooi.
Op de camping konden we pas ons besteld brood afhalen vanaf 08.30. Totaal uit mijn structuur word ik gerukt op die manier. Door de afstand die we verwijderd stonden van de camino (en mede omdat ik me gisteren een aantal negatieve kilometers vergiste, want ik diende terug te keren) had ik afgesproken mij eerst met de motorcar naar de tartplaats op de camino te laten rijden. Ik kon dus niet vroeger vertrekken. Klap op de vuurpijl: op het tijdstip dat de winkel open ging vertelde de verkoopster dat het wel eens 09.00 of zelfs 09.30 zou kon zijn vooraleer de bakker passeerde. Dat was de melding te veel en het geloof in een uitgebreid brood ontbijt was verdwenen. We zijn om 08.40 vertrokken zonder besteld brood. Je hebt dan als wandelaar de neiging om je verloren tijd in te halen, en dat is een gigantische fout. Ik moest ongeveer 29 kilometer afleggen en 900 hoogtemeters overbruggen en vertrok explosief als een vonk aan een lont. Het was net alsof ik een inhaalrace liep. Ervan uitgaande dat ik de tijd die ik vandaag later vertrok wel zou kunnen inhalen. Dat moet je bekopen, vooral als er veel hoogtemeters moeten overbrugd worden. De laatste 5 kilometers was het een nat lontje en was de vonk eruit. Ook het strak ritme ontbrak, net als vocht door mijn slikkerspijp. Maar vanaf kilometer 1 tot aan het einde was het genieten op een voettapijt van Eucalyptusbladeren en zachte aarde. Het profiel was een jojo van hellingen en afdalingen en met onderweg drie van ver in het oog springende heuvels die ik moest oversteken. De hoogtemeters vandaag liegen er niet om: 915 meters op 30 kilometer. Hier en daar was het zuur omdat je na een sterke stijging een even sterke daling struikelend of schuivend je evenwicht dringend moet herstellen om erger te voorkomen. De dames hadden vandaag ook hun verhaal: Op een terrasje ontmoeten ze een Australische dame die samen met een Ierse mevrouw hier de Camino loopt. Die dame was vroeger een hardloopster en na een val van haar paard en een ernstig rugletsel had de behandelende arts haar medegedeeld dat ze nooit meer zou kunnen lopen of wandelen. Ze herstelde echter en gaf de arts lik op stuk door deze tocht te af te haspelen in stijl. De dames hebben een uitgebreid gesprek en wanneer mijn Hiesentriets vertellen wat voor opdracht zij uitvoeren, antwoordt die dame dat die man voor mijn vrouw wel heel speciaal moet zijn. Je moet je echtgenoot wel heel graag zien om zulk een opdracht uit te voeren. Recht in de roos natuurlijk. Heel de situatie van Sonja die al dertig jaar vriendin is en die meegaat als logistieke ondersteuning vond ze geweldig. De Camino heeft veel verhalen en frappant is de toevalligheid van menige ontmoeting. Onderweg merk ik nog maar eens hoeveel verlaten woningen er zich op deze pelgrimsweg bevinden. Meestal in bouwvallige staat. Ik kom in Mondonedo toe rond 16.00 uur en gezien er op de camperplaats een kraantje met lopend water staat kan ik mezelf en mijn gedragen kledij een goede was en spoelbeurt geven. En dat het deugd deed. Hier in het stadje is een kathedraal die ik graag nog eens zou gaan bekijken, maar door een hevige regenbui met bijhorend klankspel is dit helaas nog niet kunnen gebeuren.
Deze avond eten we gerookte zalm, een zomers visslaatje met een speciaal potje saus (kreeftenmayonaise) en een rosé wijntje met een brok Frans brood. Morgen wacht er nog een zware dag van ongeveer 35 kilometer en dan volgen er een paar lichtere vooraleer de finale wordt aangevat. Ik las vandaag dat mijn afstand tot Finistere ongeveer een 235 kilometer bedraagt. Dus dinsdag beginnen we aan de laatste 200 kilometer. Ik groet u vanuit een bewolkt en onweerachtig Mondondeo. Tot de volgende berichten.
Achter mijn handen
MIDDAGSOEP
We behandelden een heer wegens een herseninfarct. De taak bestond erin hem opnieuw te leren marcheren en al zijn functies aan de rechterzijde te herstellen. Hij was een enige zoon van om en bij de 55 jaar en leefde heel nauw verbonden met zijn vader en moeder in een sociale woning. Hij was ongehuwd en werd behoorlijk gesuperviseerd door zijn moeder, die regelmatig zijn vleugels lam legde. Armand was vrijgezel en had niet veel vrijheid van bewegen. Er werd mentaal ook een heel kleine achterstand opgemerkt, al was dit niet zo opvallend. De bezorgdheid van de moeder was meer pathologisch dan de ziektetoestand die dit herseninfarct had bezorgd. Maar Armand kon er mee leven en dat was het belangrijkste.
De revalidatie was bij aanvang heel intens omdat we op korte termijn de bedoeling hadden ons te focussen op zijn gangpatroon en zijn algemene functionele activiteiten uit het dagelijks leven (ADL). De behandeling was variabel omdat we de huisbezoeken uitvoerden met drie therapeuten. Telkens werden we heel gul onthaald en was de coöperatie met de jongeman en de toekijkende vader en moeder opperbest. Je merkte dat deze drie mensen in het gezin heel kort op elkaar leefden. Wanneer Armand in de keuken iets ging halen, volgde de moeder op de voet om bij te staan. Wanneer Armand naar iets op zoek was moest hij dat nooit alleen doen. Zowat het enige waarbij geen support werd gegeven was zijn toiletbezoek en het slapen gaan. Al de rest werd nauwlettend opgevolgd. Het ging heel snel de ronde onder de collegas dat Armand wel erg vertroeteld bleek te zijn en dat dergelijk opvolging door twee observators bij ons behoorlijk op het nervus-systeem zou werken. Maar we lieten dat voor wat het was.
De entourage van Armand stond erop dat we behandelden aan huis op het middaguur. Dan hadden zij gegeten en konden wij als afsluiter een tasje huisgemaakte soep verorberen. Elke dag maakte de mama van Armand groetensoep. En het moge gezegd, de soepen die ik daar heb gegeten waren van zeer goede kwaliteit. Enkel van de pompoensoep heb ik sindsdien een trauma opgelopen. Op restaurant, als voorgerecht, kies ik regelmatig een soepje, op voorwaarde dat het geen pompoensoep is. Je mag me alle soorten soepen voorschotelen, ik zal ze alle met genot opslurpen, uitgezonderd die ene. Sinds die dag bij Armand ben ik nog altijd pompoensoephater. Vraag me niet wat er is gebeurd, maar ik heb toen een geweldige afkeer van die ene soort gerechtensoep.
Mooi om te zien was het. Ik mocht altijd plaatsnemen aan het hoofd van de tafel. Daar stond dan op een klein tafeldoekje een bolle tas gevuld met de soep. Dampend, want ze werd warm gehouden voor ons op het fornuis. Terwijl ik mijn soep naar binnenlepelde zat vader op een stoel rechts van mij. Moeder nam steeds plaats aan de linkse kant, de stoel het kortste bij de keuken. Boterhammetjes lagen klaar gesneden in kleine driehoekjes op een apart schoteltje. Telkens ik een lepel in mijn mondopening deponeerde zag ik twee aangezichten bewegend mee volgen van beneden naar mijn tas naar boven naar mijn mond. Je kan het vergelijken met toeschouwers die tijdens het tennisspel het balletje volgen met hun blik bewegend van links naar rechts. Hilarisch vond ik dat. Wanneer je onderaan denkt dat het kijkspel gaat gebeuren, moet je bedachtzaam zijn want je lachend verslikken in een portie soep is op zijn beurt ook hilarisch. Tot op het ogenblik dat de bodem was leeg geschraapt bleef dit schouwspel duren. Er werd op het einde gevraagd of het voldoende was geweest, want de kom met soep in de keuken was lang nog niet leeg.
Die mensen waren zo behulpzaam en zo vrijgevig dat je soms gegeneerd je rekening zou overhandigen. Hun gulheid was een teken van dankbaarheid. De erkentelijkheid om de fysieke vooruitgang van hun zoon was groot.
Zo verliepen de behandelingen steeds met hetzelfde einde. Wanneer je een behandeling uitvoerde bij Armand moest je die middag niet gaan eten thuis. Zoveel was zeker.
Onder mijn voeten: La Caridad Ribadeo 25,4 kilometer.
Verkeerde camping in mijn GPS geplaatst, verkeerde aankomst, en dus kéer a keer wére.
Nog voor de fel rode zon door het naast ons Oostelijk gelegen bos haar broske liet zien, was Jak al van zijn overbodige water en vaste materie verlost. De zon die zich piepend aanbood door de bomen was zo mooi en buitengewoon, dat ik besloot na deze ochtendlijke sanitaire lozingen van het baasje en de hond, op mijn passen weer te keren om dit mooie schouwspel voor u vast te leggen op het digitaal kaartje. Dit was de moeite om enkele honderden meters op mijn nuchtere maag te spenderen. Gisterenavond hadden de dames nog samen met mij een strandwandeling gemaakt om wat wrakhout te sprokkelen. De wandeling zelf was een daal- en klimpartij, want we stonden met de mobil-home op een parking van een sporterrein op de rand van een klif. Prachtig uitzicht en dito natuur. We moesten een 50 meter dalen naar het strand via een kronkelwegeltje en liepen dan op een klifstrand bedekt met ronde witte keien en stenen. De zee was rustig en als ik moet spreken in termen van waterlawaai, zou ik gewagen van een zacht bruisend geluid. Geen gekabbel, of geen gedruis, het geluid van een ritmische branding die je binnenste zo heel rustig maakt en waarbij je denkt: hier blijf ik nog een uurtje of twee. Een klein briesje wind met een sausje van avondlijke afkoeling en je bent midden ons decor. Het opnieuw naar huis keren was ontnuchterend en vooral het klimmen stelde menig lid van de groep op de proef wat betreft lichamelijke conditie. Maar met al die opgeslorpte Zen konden we daar goed tegen. Het wandelen vandaag verliep niet meer langs de kust en langzaam aan verglijdt het landschap want we naderen Galicië. De hoofdstad van dit ooit zelfstandige koninkrijk is Compostella. Een grote verandering is de richtingsaanduiding van de Sint Jacobsschelp. Tot heden toe stond de schelp in de richting van waar je moest gaan. Vanaf nu duiden de stralen die achter de schelp staan je de weg. Juist omgekeerd dus. Deze morgen had ik met de Hiesentriets nog afgesproken om een camping aan te doen om ons allen eens deftig en uitgebreid netjes en proper te maken. De geur van ons lijf wordt hier langzaam aan ondraaglijk. Ook moest er van iedereen kledij worden gewassen en daarvoor is zulk een ankerplaats wel gemakkelijk. De wasdraad is 10 meter lang en hangt zo vol als een ei. Er deed zich echter een probleem voor bij het einde van de tocht. De camping die ik op mijn GPS apparaat had geplaatst kwam niet overeen met de afgesproken camping. Niet dat ik me vergiste, maar de camping die we kozen was blijkbaar nog niet op mijn GPS kaart aangeduid, en zodoende plaatste ik bij gissing een andere locatie in die ongeveer een 3,5 kilometer verderop gelegen was. Toen ik op mijn (verkeerde) bestemming aankwam klopte de naam van de camping echter niet met wat ik op mijn GPS zag staan. De bazin van de verkeerde camping vertelt me dat er inderdaad een camping bestaat met de naam die ik vernoem, maar die is dos tres kilometros recto verder, maar de mevrouw wijst van achter haar desk naar rechts terwijl ik eigenlijk terug moet naar links. Ik loop dus nog verder weg van mijn doel en na een correctief gesprek van mijn diva via de korte golf zender (ze volgt me via: zoek mijn vrienden) wordt ik op de hoogte gebracht dat ik moet terugkeren op mijn passen. Ik ben al lang de camping gepasseerd vertelt ze mij. Het tochtje krijgt dus een staartje en Marcel zou zeggen: kéer a keer wére. Heel snel is het euvel hersteld en wanneer ik de camping nader, komt mijn vrouw mij al tegemoet, want ik was weer de verdoken ingang voorbij gewandeld. Na een uitgebreide was- en spoel- en was- en spoelbeurt van heel mijn lijf en alle mijn leden, ben ik goed geurend klaar om in de cafetaria de rode duivels naar een 0-2 overwinning te roepen. Nu wordt hier alles in gereedheid gebracht om een lekkere Paella te eten met een lokaal wit Rioja wijntje. We hebben immers weer reden om te vieren. Zegt het u iets Guy? Aan Ellen die zich aanbood als nieuwe blog lezer doe ik toffe groeten en hoop dat haar stulpje in Begijnendijk haar heel veel gezelligheid en huiselijke warmte bezorgt. Morgen stap ik weer een nieuwe uitdaging tegemoet, want de hoogtemeters liegen er niet om. Het is 930 meter klimmen over 35 kilometer. Ik hoop morgen de match van Kroatië tegen Frankrijk te zien en weet heel zeker, dat ik supporter voor de Kroaten. Die Fransen hebben ons een te lelijke loer gedraaid. Tot morgen en geniet van ieder moment.
Achter mijn handen
HOE SENIOREN MOTIVEREN
Wanneer je doelstellingen binnen een bepaalde behandeling formuleert, is het belangrijk dat je samen met je zelfkennis, je ervaring, je bekwaamheid en zeg maar gerust je technische bagage de patiënt evalueert en al deze parameters toetst aan de realiteit. De bedoeling is dat doelstellingen haalbaar zijn. Je kan soms bij een paralyse (verlamming) van de onderste ledematen de doelstelling om opnieuw te kunnen marcheren, niet zomaar als intentie gaan formuleren. Zo gebeurt het dat bij een eerste klinisch onderzoek jouw patiënt zelf je helpt bij het opstellen van einddoelen. Ze geven je soms aan wat voor hen belangrijk is en waarom zij deze revalidatie aanvatten. Indien je attent bent, kan je af en toe tussen de regels door de wilsuitingen van de zieke goed ontwaren.
In dit geval was dat evenzo. De mevrouw was reeds een 25 jaar weduwe en vooral de aangroeiende eenzaamheid viel haar zwaar. Het chronologisch wegvallen van haar echtgenoot, de grote meerderheid van haar vriendenkring, veel van haar professionele contacten en daarnaast ook haar kinderloos huwelijk bezorgden deze dame een vrij afgezonderd bestaan. Na elk huisbezoek won mijn vermoeden terrein. Dit huisbezoek hielp om een isolement draaglijker te maken. Er ontstond tussen ons beiden zowaar een vriendschap die onder meer gevoed werd door haar bange gesprekken rondom overlijden en wat er hierna komt. De ideologie van de mevrouw paste in het kader van een streng religieuze opvoeding. De situatie van jeugdige pedagogische invloeden op haar denken en doen waren er ingebakken. In het kader van haar revalidatie vond zij dat indien je er maar sterk genoeg in geloofde je verwachtingspatroon wel zou uitkomen, zo niet toch dicht in de buurt. Je moest geloven en hopen heel dicht bij elkaar brengen, zo brak je wetten .
De mevrouw had een slechte doorbloeding van de onderste ledematen en besteedde elke dag veel ogenblikken aan het gebed. De laatste minuut van haar bezigheid eindigde met de scapulier tussen haar duim en wijsvinger. Haar geloof was haar breedspectrum medicijn. Helaas klopte de vervaldatum niet.
Germaine moest met mij elke dag een paar stapjes proberen te wandelen van de leefkamer naar de traphal en terug. De woning bevond zich in de O.L.Vrouwstraat, een boogscheut van de O.L.Vrouwkerk. Hoe dikwijls heeft ze me niet verteld dat ze voor haar dood toch nog eens graag in de kerk was geweest. Toen antwoordde ik dat die mogelijkheid er wel zou inzitten, maar dat hiervoor toch wat meer opbouwwerk nodig was. De weerstand tegen vermoeidheid moest danig worden opgevijzeld en ook de kracht in de onderste ledematen was onvoldoende om die afstand te kunnen overbruggen. Maar ik maakte met haar een afspraak. De drie behandelingen per week werkten we samen aan de spierkracht en de stabiliteit. De andere dagen was het haar eigen verantwoordelijkheid, maar werd de raad gegeven dezelfde oefeningen autonoom verder te oefenen. Ook aan de uithouding (op die leeftijd !!!) besteedde ik voldoende aandacht om de afstand tot aan de kerk aan te kunnen.
Ik stelde een werkdocument op in de vorm van een maandkalender. Daarop moest Germaine elke dag invullen wat ze had uitgespookt in het kader van haar revalidatie. Bij de aanvang van dit systeem nam ik een inspanningstest af onder vorm van een trappenmars. Zij moest zelf aangeven hoe hoog en hoeveel treden zij achter elkaar aankon zonder te moeten rusten. Dat was echt niet hoog. Op amper 5 treden moest er worden nagehijgd en waren de beentjes verzuurd.
Er gingen een aantal maanden aan vooraf en gelukkig zitten wij hier met vier seizoenen. In de zomer konden we op elkaar indruk maken door buiten op de stoep te wandelen. En zowaar, de kerktoren kwam dichter.
Tot op die dag dat ik met haar tot aan de kerkpoort wandelde. De laatste stap zou binnen geweest zijn. Bij ons is de kerk overdag gesloten. Dus sprak ik met haar af op een dag dat er een begrafenis was samen met haar aan mijn arm die kerkdienst bij te wonen.
Niet dikwijls heb ik iemand zo gelukkig gezien op een rouwplechtigheid. Germaine zat op de stoel net onder draaitrap naar het oksaal. Ze glunderde en ik vermoed dat haar tranen geen rouwtranen waren.
Van motivatie gesproken. Ikzelf had bij voorbaat nooit gedacht dat het doel (naar de kerk stappen) ooit zou gehaald worden. We hebben er nog dikwijls om gelachen en sinds die dag liep Germaine met haar rollator, regelmatig zelf naar de bakker.
Mij had ze verder niet meer nodig, en eigenlijk was ikzelf daar ook een beetje gelukkig mee.
Ik heb het voorval regelmatig gebruikt als schoolvoorbeeld rondom de term motivatie.
Onder mijn voeten: Almunia La Caridad 30, 6 kilometer
Natte voeten dag.
Het blijft hier mooi flaneren langs die Costa verde van Noord Spanje. Het imponeren volhardt en al het moois laat mij niet los. De Eucalyptusbossen, die smalle padjes, het geluid van lopend hemelwater (daarover straks meer), de schaduw- en zonpartijen, de afwisseling van bodem en de uitzichten op bergen of zee, de kleine lieflijke dorpjes en groetende mensen. Deze streek is wel wat betreft afwisseling van natuur en vergezichten, één der meest attractieve plekjes die ik ooit bezocht. Tijdens het afdalen van een heuvel is stromend water, zichtbaar of onzichtbaar naast mij onder de overheersende plantengroei of struikgewas meer dan eens mijn metgezel. Het pad loopt soms door het beekje. Ik maakte onderweg de bedenking hoeveel benamingen je dit geluid van neerwaarts stromend water kan geven. Soms is het sijpelend, ook al eens daverend, donderend, veelal ploffend en stromend, maar enkele keren ook sissend en zelfs pruttelend. Heel af toe is het geluidloos. Water is in deze regio alomtegenwoordig en daarom ook dat alle plantengroei gezond en groen van kleur is. Boswegen staan regelmatig modderzacht en soms moet je als wandelaar de oprand van de weg gebruiken om niet door de volle plassen te moeten trappen. Wanneer je dan na kilometer 7 even niet bij de les bent en ofwel verstrooid, ofwel te intens met de GPS bezig bent, dan kan het gebeuren dat je met de voetjes uitschuift en van de kant naar beneden afglijdt. Naast de weg, een metertje dieper maar, loopt er een mooi idyllisch onschuldig riviertje en daar kom je dan netjes in terecht met je beide schoenen. Inwendig gevloek helpt je niet van doornatte sokken en schoenen af. Nog 23 kilometer te gaan bedenk ik heel snel en die nuchterheid brengt me terug met beide voetjes op de droge aardenweg. Het besluit staat al vast voor het genomen is: natte kousen uit, natte tape verwijderen, schoenen uitgieten en droger wrijven met mijn microvezeldoek. Ook de wonde aan mijn scheenbeen, dat tegen een boomschors terecht kwam, was ik grondig proper en voorzie ik van Iso-betadine gel en een verbandje. De droge tape en de reservekousen doen hun werk, al ondervind ik reeds na 5 kilometer opnieuw natte voeten en tenen. Ik ben als de dood voor blaren of kapot gelopen voeten omwille van het vocht. Toch geraak ik letterlijk heelhuids aan het meeting-point van de senioritas en daar ontdoe ik me van al wat mij te vochtig is. Vooraleer ik aankom moet ik nog door een havenstadje Navia. Vlak aan de rivier, de Rio Navia is de hoofdstraat met allerlei soorten winkels. Eén van de winkels is een 125 jaar oud ijzermagazijntje. Ik kan het niet nalaten om er even binnen te gaan gluren. De baas is mij onmiddellijk genegen en vertelt mij honderduit, deels in het Spaans, deels in het Engels. Waar ik iets niet begrijp maakt hij gebaren met zijn beide handen. Juan Carlos is de vierde generatie van de familie en houdt het nu voor bekeken. Hij doet algehele uitverkoop en blijft fier op zijn aangeboden waar. Tijdens ons gesprek in de winkel (????) vertelt Juan dat hij de Camino 5 maal deed en hij vindt de Camino Primitivo langs Portugal de mooiste. Hij laat mij fotos zien waarop hij in atletentrui, cross loopt en tot halverwege zijn knieën door de modder ploetert. Hij vraagt me hoe oud ik ben en vraagt mij te schatten hoe oud hij is. Mijn peiling is er negen jaar naast, want ik schatte hem 60 en hij is er 69. Ook de Belgische rode duivels komen voor in ons gesprek. Ze hadden de finale moeten spelen zegt hij, maar de blauwen waren slimmer ieder heeft zijn waarheid. Ik neem nog een paar fotos want verkeer in de zekerheid dat dit tafereel mij nooit nog aangeboden wordt. Weer wandel ik voorbij verkommerde boerderijen die leeg staan, en dus niet meer onderhouden worden. Zelfs de tractor is mooi ingepakt onder een blauw zeildoek. Wat verder zie ik een Byzantijns gebedsgebouw naast een Katholieke Kerk. Onderweg schrijf ik nog gauw een groet aan Victor en Vincent en Paola. Dat wordt hier meer gedaan omdat je ook regelmatig dezelfde wandelaars na enkele dagen tegen komt. Deze dagtocht loopt naar zijn einde toe, en ook vandaag voel ik me niet moe genoeg om al te stoppen. Sinds een paar dagen voel ik dat de inspanning mij minder deert. Maar, ik let op, want waarschijnlijk vindt de lezer dit neigen naar pretentie en aanstellerij, maar de vaststelling is dat er sinds een aantal dagen echt niet kan gesproken worden van kapot of zwaar vermoeid toekomen aan de mobil-home. Het gaat vrij goed en de hunker naar meer is er steeds weer .
Vanavond eten we koude erwtjes en wortelen, met sneetjes van kalkoenfilet, en gebakken patatjes. Een wit wijntje met Picon erbij en dan weer hopen op een andere dag morgen. We trekken naar Ribadeo en als de planning klopt zijn we volgende zaterdag al in Compostella, want vandaag staat de kilometerteller onder mijn voetjes al op 2058 kilometer. Lees morgen maar voor het laatste nieuws hier. Groetjes.
Achter mijn handen
OM JE KUNNEN BETALEN MOET JE MIJN BED VERZETTEN
Van Bancontact en pincodes hadden senioren geen brood gegeten. Het geldverkeer gebeurde puur cash. We waren de tijd van de bankcheques nog net iets voor. Hoe snel is de tijd rond financiële transacties veranderd. Bankverrichtingen gebeurden fysiek in het bankgebouw zelf en van betalen voor elke overschrijving die je deed, was helemaal geen sprake.
Jean woonde alleen als weduwnaar in zijn piepklein peperkoekenhuizeke. Hij was een modale oude man die, weliswaar licht vereenzaamd, elke dag relatief gelukkig doormaakte met televisie kijken, patience spelen, krant lezen en door het raam naar buiten kijken. De behandeling richtte zich op het onderste deel van zijn lichaam. De benen en vooral de spieren errond deden hun werk niet meer perfect en dat kwam zijn mobiliteit niet ten goede. Zo ging ik tweemaal per week en als het weer het toeliet, met hem aan de arm buiten wandelen en dat kon dan gerust een wandeling zijn van enkele honderden meters. Jean was daar heel blij mee, en zijn lichaam ook.
Zo konden we via dit weerkerend patroon van oefenen en wandelen een toestand van veroudering en immobiliteit dan wel niet doorbreken, dan toch stabiliseren. Ouderen hebben dikwijls behoefte aan die ene initiële prikkel die extern wordt aangeboden om een patroon van passiviteit te doorbreken. Het doorbrengen van het grootste deel van hun dag in een zetel is totaal contraproductief. Je moet protocollen sluiten en afspreken dat ze elke dag hun doel van dertig tot zestig minuten actieve en rustige beweging afwerken. De doelstellingen zullen natuurlijk persoonlijk en ter plaatse adequaat moeten aangepast en afgesproken worden. Jean was een revelatie. Na enkele huisbezoeken kreeg hij de smaak te pakken en vrij snel kon hij de link leggen tussen beter slapen en meer bewegen. Smakelijker eten en meer buiten komen. Overdag minder slapen en meer wandelen. Hij heeft vele wetenschappelijke studies ondersteund. Sinds zijn behandeling toen was hij een overtuigd bewegingspromotor.
Ik bood mijn ereloonnota aan bij het einde van de tiende sessie.
Jean vroeg mij mee te komen naar zijn slaapkamer. Het was een ruimte naast de leefkamer. Daar stond een antieke kleerkast van twee meter hoog. Daarnaast een oude zetel en lavabo-meubel met daarop een vierdelig gestel. Een grote schotelkom, een karaf die dient om water uit te gieten in de grote schotelkom, een langwerpig bakje met bijhorend deksel en een kleiner model van hetzelfde motief voorzien. Ooit had ik in de film van De Witte van Zichem deze lavabostukken ook eens opgemerkt. Zijn bed stond centraal en bij nader toezien stonden de poten van dat bed op vier stukken balatum. De oppervlakte van die stukken vloerbekleding waren groter dan de poot zelf. Ik schat dat elke stuk balatum de afmeting had van 50 centimeter op 50 centimeter.
En ja, als ik erop gewezen werd, dan zag ik dat de poot aan het hoofdeinde die het kortste bij de kleerkast stond, inderdaad een beetje bol was. Jean wees met zijn vinger naar de basis van de die beddenpoot. Als jij eventjes dat bed omhoog heft, dan zal ik u betalen.
Ik tilde op advies het bed in zijn geheel langs die zijkant omhoog. Jean had ondertussen een kopkussen op de grond gelegd. Hij nam plaats op één knie kort bij de desbetreffende poot. De balatum werd handig van de grond geheven en Jean haalde daaronder vandaan een doorschijnende plastieken zak. Die zak, en omdat hij transparant was kon ik het duidelijk zien, zat vol met papieren geld. Allerlei briefjes geld zaten er ongesorteerd en willekeurig door elkaar. Geen mens, laat staan een bankier, kon een raming maken voor welk bedrag hierin was gestouwd en opgeborgen. Briefjes van 5000, 1000, 500, 100, 50, 20 frank door elkaar.
Hij deponeerde de plastieken verfomfaaide geldkluis op het dekbed en haalde de briefjes er uit die hij nodig had. In samenwerking met mij waren we bloedbroeders. Wij deelden een geheim en daardoor voelde ik mij gegeneerd en schuldig tegelijkertijd. Een beetje verontwaardigd maakte ik Jean de opmerking of hij wel wist wat voor een risico hij liep. In de eerste plaats om zoveel geld in huis te houden en vooral ook door zijn geheim plaatsje zo maar te openbaren. Ik was ervan overtuigd dat ik lang niet de enige was die weet had van deze stockeerruimte. Het antwoord was al even spitsvondig als de bergplaats. Als ze mijn geld willen nemen zullen ze me toch eerst uit bed moeten rollen, daarenboven toonde hij dat niet zomaar aan de eerste de beste.
Bovendien durfde hij al eens van poot veranderen.
Een toevallige ontmoeting met Vincent en zijn dochter Paola.
DAG 75: Donderdag 12 juli 2018.
Onder mijn voeten: Soto de Luina Almunia 40,4 kilometer.
Een toevallige ontmoeting met Vincent en zijn dochter Paola.
Waar het gisteren de ganse dag zwaar bewolkt was, stonden we deze morgen al vanaf onze eerste schreden in het stralende zonnetje. De tocht verliep vandaag dwars door enkele heuvels en gedeeltelijk langs verharde en onverharde weg. Vanaf de doortocht aan het kapelletje van Ballota, langs de N-632A duurde het voor mijn part iets te lang op het beton om het aangenaam gevoel dat ik tot dan toe had ondervonden, nog meer voeding te geven. De weg draaide en keerde en liep op en af als een roller-coaster. Echt moeilijk was het vandaag zeker niet, al was de beklimming van een heuvel op een modderige aardeweg wel de moeite om even uw zweetdoekje boven te halen. Daar was het dat ik Vincent en Paola voor de eerste maal tegenkwam en waar ze mij heel vriendelijk lieten passeren. Het was op sommige ogenblikken toch wel grijpen naar vaste punten naast de weg om zeker niet weg te schuiven. Maar mij hoor je daarover niet klagen. De richtingswijzers waren niet helemaal goed aangebracht vandaag. Op zeker ogenblik is het resultaat dat ik uit een bospad kom gelopen en ik andere wandelaars bemerk op de grote weg. Daar kan je toch wel vragen bij stellen, wellicht heb ik me vergist op een bepaalde afslag, want op enkele momenten heb ik echt naast het spoor op mijn GPS gelopen. Ik laat me echter niet meer verschalken, want heel regelmatig vergelijk ik het te lopen parcours met de voorbereiding van het parcours die ik thuis maakte. Verscheidene keren klopte het niet. Het is mede daardoor dat ik enkele kilometers later Vincent en Paola voor een tweede keer inhaal en groet. Ze komen beiden uit de streek van Madrid en Real is zijn ploeg. Vincent kent wat Engels, zijn dochter nog beter. Daardoor ontstaat er een conversatie. De man is 59 jaar en op tocht met zijn 21 jarige dochter. Ze wandelen drie dagen dit parcours. Vincent is steeds heel sportief geweest en dat zie je aan zijn lichaamsbouw. Vijf jaar deed hij aan competitief zwemmen, volgens hem de meest gezonde sport die er is. Terwijl we zo wandelen geef ik aan dat deze tocht voor mij eigenlijk een brugje is tussen mijn actieve loopbaan en het pensioen. Dat ik er een blog over schrijf en dat daar twee verhalen zijn in verwerkt. Paola is best een mooie Spaanse verschijning en wil onmiddellijk de coördinaten van de blog waarover ik wat uitleg gaf. Ze gaat me volgen. Ik stel voor een selfie te maken van ons drieën om op de blog te plaatsen. Daar zijn ze beiden heel blij mee. Ze wandelen door tot in de kern van de stad Luarca. Vermits mijn dames de stadscentra liefst vermijden, en daar heb ik begrip voor, hebben we de stop getekend net voor Luarca, in Almunia. De stralende zon is niet zondig want de temperatuur bedraagt hier 24 graden en dat is rustig genietbaar. Ik zie het aan de hond die bij een woning op zijn rug in het zonnetje aan het genieten is van zijn brugpensioen. Voor vanavond staan we hier heel rustig op de rand van de stad op een hoogte boven de kustlijn. Het is hier een soort park van de toekomst, waar allerlei sterrenkijkers staan opgesteld. Parque de la vida noemt het. Deze avond eten we patata bravas met kippenfilet en broccoli. Daar hoort een goed pintje bier bij.
Morgen wacht er nog een lange tocht tot in La Caridad, goed voor 31 kilometertjes. Ik groet van hier uit zeker mijn collegas nog eens uitbundig. Moet niet gemakkelijk zijn met zon warmte te moeten werken. Ik heb er vreselijk medelijden mee. Gedeelde smart weegt toch minder. Groetjes aan Philip, Marike, Famke, kersverse vader Niels en Joke. Straks weer een nieuw verhaal maar vergelijkingen tussen verscheidene dagen durf ik al lang niet meer maken want buiten het land Spanje zijn er toch wel veel dingen die hier van dag tot dag verschillen.
Achter mijn handen
IN AANVARING MET HET TOENMALIGE O.C.M.W.
We vliegen even terug in de tijd, naar het jaar 1978.
Fernanda was een weduwe van 84 jaar die in een klein, oud vervallen huisje woonde op de Mechelsesteenweg. Ik had al verscheidene keren opgemerkt dat ik de deur achter mij niet te hard mocht dichtslaan, want anders riskeerde je dat de beplakking rond de deurkasten in stukjes naar beneden plofte. Het huisje had zijn beste tijd gehad en indien ik een raming moest maken over de ouderdom van de woning zou ik stellen dat het gebouw opgericht werd rond het jaar 1930.
Fernanda woonde alleen en trok zeer goed haar plan. Ze kookte nog zelf en de boodschappen werden gedaan door de kinderen. Elke dag kwam het Witgele kruis om haar te wassen en te kleden.
Van grote luxe in de woning kon je moeilijk spreken. Ook de meubels en de huispoes straalden de tijdsgeest uit van voor Wereldoorlog II. Warm water en centrale verwarming waren er niet voorzien en buiten een ouderwets radiotoestel werd er in huis niet teveel lawaai gemaakt. De behandeling aan huis bestond eruit de patiënte opnieuw te leren marcheren en recht op te leren staan vanuit een stoel. Ze had een werveltrauma opgelopen na een val in huis.
Reeds aan de voordeur komt er mij een gasgeur tegemoet. Ik geef niet veel aandacht aan deze gasreuk tot Fernanda me binnen laat. De typische odeur van gas wordt intenser richting leefplaats. Bij mijn eerste navraag of hier een gaslek is, krijg ik niet meteen een affirmatief antwoord. Ik haast me naar de derde plaats, de achterkeuken. Er staat een waterketel te dampen op het gasfornuis. Vuur onder waterketel kon ik niet ontwaren maar ik merkte wel dat de kraanknop van het bekken volledig open stond. Ik hoorde het gas uit de gaatjes ontsnappen en in een reflex geef ik de knop een halve draai naar links. Op stand nul is het gesis van ontsnappend gas uit de fijne gaatjes ook meteen gestopt. Ik duw alle deuren en ramen open om de boel wat te verluchten.
Enigszins verontwaardigd maar vooral bezorgd om het welzijn van de bewoner en ook voor mezelf meld ik Fernanda dat dit een gevaarlijke toestand is. Temeer omdat ik de geur tot vooraan had geroken. Ik had zonet aangebeld bij een gasbom.
Het voorval werd geseponeerd en wat volgde waren een aantal dagen revalidatie zonder gasgeurtje, toch niet uit het fornuis.
Tot op de dag dat het voorval zich herhaalde. Identiek hetzelfde scenario. Een gesprek ontplooide zich en het onderwerp was de al of niet noodzakelijke aanwezigheid van een gasvuur in de achterkeuken. Om een lange en eentonige discussie niet te hoeven weergeven vermeld ik dat het gasvuur werd verwijderd en vervangen door één elektrisch kookplaatje om water te kunnen verwarmen en dat er met het O.C.M.W. afgesproken wordt om dagelijks warme maaltijden aan huis te laten brengen.
Ik nam contact op met de sociale dienst van de gemeente die me in verbinding brachten met het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. Gezien de hoogdringendheid en het gevaar van deze situatie, pleitte ik bij de secretaris persoonlijk voor een bedeling aan huis van warme maaltijden en argumenteerde mijn bede aan de hand van het gasverhaal. Een onderzoek naar het dringend en dwingend karakter van deze toestand werd opgestart.
Bij navraag enkele dagen later bleek inderdaad dat de sociaal assistente van het O.C.M.W. een paar vragen was komen stellen en dat er daadwerkelijk warm eten aan huis was gebracht.
Iedereen blij, dacht ik toch. Het eten werd gebracht, werd met volle goesting opgesmikkeld, geen kookwerk, geen afwas en geen gevaar meer voor gasontsnapping. Wie zou hier niet blij om zijn?
Fernanda weet me na het verstrijken van de maand te vertellen dat de maaltijden heel lekker zijn en de regeling voor haar echt een verbetering inhouden. Echter de prijs van die warme maaltijden zijn een ernstige hap in haar maandbudget. Bij de berekening kom ik aan prijs van honderd vijfentachtig frank per maaltijd. Inderdaad is dit een aanslag op haar maandelijks erg bescheiden pensioentje. Ik beloof navraag te doen bij de dienst budgetbeheer van het O.C.M.W.
Bij onderzoek op het bureau van de O.C.M.W.-secretaris blijkt de berekening correct omdat het huis waar Fernanda in woont haar eigendom is en zodoende wordt dit ook beschouwd als een maandelijks inkomen. Ik vroeg de brave pennenlikker rekening te houden met de trieste realiteit van deze mevrouw haar woonomgeving. Zo welvarend was deze Herentse nu ook weer niet. Ook deed ik terstond en ter plekke navraag aan welke voorwaarden al de vreemdelingen in Herent moesten voldoen, om hier dagelijks gratis (op kosten van de Herentse gemeenschap) te mogen komen genieten van een warme maaltijd. Ik gebruikte (misschien onterecht) de term ons eigen volk eerst. In situaties verstopt de diplomaat zich in mij .als die diplomaat in mij er ooit al aanwezig is geweest?
Het tijdsbeeld van dat ogenblik was er eentje dat het Vlaams Blok bij de verkiezingen een megascore behaalde. De slogan eigen volk eerst en aanpassen of buiten gingen er bij de kiezer in als zoete broodjes.
Toen gebeurde er iets eigenaardigs en waar ik me totaal niet aan verwachtte.
De secretaris insinueerde met opgeheven gebalde vuist of ik soms van die soort was. Duidelijk alluderend op de politieke insteek van het toenmalige Vlaams Blok: de rode bokshandschoen en de slogan eigen volk eerst. Hij kon misschien wel gelijk hebben gehad, al was dat niet gegrond, maar dit had hij nu net niet mogen doen, toch niet met mij.
Ik zet me, een beetje aangeslagen, een stapje naar voren en leg mijn beide handen op zijn wanordelijk bureau en wijl ik hem diep en recht in de ogen kijk stamel ik:
Wanneer is de volgende vergadering van de O.C.M.W.-raad? Overtuig uzelf maar dat het eerste agendapunt een publiekelijke verontschuldiging zal zijn van deze uitlating naar mij toe, en dat het tweede agendapunt een bespreking zal zijn van deze situatie. Een rapportje met een verhaal over deze gebeurtenis hier en nu, zal morgen persoonlijk worden afgegeven aan de voorzitter van het O.C.M.W. met de vraag publiekelijk een standpunt in te nemen in deze zaak. En wees overtuigd, ik maak enkele kopieën die ik te gepasten tijde zal doorsturen aan mensen die daar garen van zullen spinnen.
Tot mijn verbazing ging de spreekwoordelijke bal op mijn reactie vrij snel en glijdend rollen. Ik heb geen rapportje moeten maken, en nog steeds vind ik dat spijtig (want schrijven haalt die diplomaat in mij dan toch wel naar boven).
Ik kreeg persoonlijk een forum bij de voorzitter. Hij had me diezelfde dag nog opgebeld. Na een tof gesprek beaamde de man dat deze houding een persoon op zon positie totaal onwaardig was en dat hij zich akkoord verklaarde met een verontschuldiging in het bijzijn van heel de raad.
Wat een vernedering die man heeft moeten ondergaan! Natuurlijk was men bang dat ik met dit voorval naar buiten zou komen en bekend zou maken dat men sociaal welzijn koppelt aan extreem rechtse sympathieën. Ik mocht trouwens op die bijeenkomst mijn verhaal van Fernanda uit de doeken doen.
Enkele dagen later kreeg ik van de voorzitter een telefoontje of ik mij kon vinden in de aangeboden verontschuldiging en of ik nota wou nemen van het feit dat de warme maaltijden aan het adres van Fernanda verder werden bezorgd en na herziening van het dossier de kosten per maaltijd voor deze mevrouw werden teruggebracht naar veertig frank per maaltijd.
De conclusie van het verhaal is dat het gevaar voor gasontsnapping in het huis van Fernanda volledig was verzonnen...
De feestdag van de Vlaamse gemeenschap en de dag na de uitschakeling van de Rode Duivels in de halve finale wereldbeker voetbal.
DAG 74: Woensdag 11 juli 2018.
Onder mijn voeten: Aviles Soto de Luina 42,2 kilometer.
De feestdag van de Vlaamse gemeenschap en de dag na de uitschakeling van de Rode Duivels in de halve finale wereldbeker voetbal.
We zaten als enige Belgen in de cafetaria van de plaatselijke camping. Iedereen naast ons was begaan met de plaatsing van de Fransen voor de finale. Dus erg veel lawaai heb ik niet gemaakt. Er was ook geen reden toe. De pers en de media schrijven over de goede speelkwaliteit van de Belgen en het anti-voetbal van de Fransen. Ik heb er hoegenaamd geen oordeel over te vellen, maar vond deze wedstrijd toch van minder niveau dan tegen Brazilië. Niemand buiten Courtois stak er met kop en schouders boven uit. Ik vond de Belgen hun antwoord op het goede verdedigingswerk van de Fransen buiten proportie zwak en een voorbeeld van weinig inventiviteit. Goed, ik heb gemakkelijk spreken, maar daarom ben ik ook geen profvoetballer. Het waren echter geen pistolets gisterenavond. We aten een gemixte sla met wat Tonijn en ajuin, worteltjes, een stukje tomaat, een stukje hardgekookt ei en olijfjes. Daarbij kregen we een bord Spaanse friet met mayonaise. Ik dronk een fles cider van de streek (zure drank). De vreugde die er had moeten zijn voor een mooie wedstrijd moest plaats ruimen voor de realiteit de Fransen konden en mochten juichen. Ik moet echter mezelf de nodige tijd gunnen om volledig van modus te kunnen veranderen. Het verwachtingspatroon was nu éénmaal anders.
Het weer hier in deze streek is wel verschillend van het weertype over 3 jaar in het binnenland. We marcheren nu al ongeveer 3 weken onder een bewolkte hemel en in een zwoele atmosfeer waarvan de vochtigheid rond de 80% bedraagt. Het is als het ware goed wandelweer want de temperatuur ging vandaag niet over 24 graden en een zomerse pet of hoed was helemaal niet nodig. Veel drukte van steden of dorpen werden vandaag niet gezien. Deze zone ligt gans omsloten door een waardig kustgebergte dat afsluiting biedt aan het binnenland. Dit Spaans landsgedeelte is heel mooi groen vanwege het hier heersend zeeklimaat en de daaraan verbonden vochtigheid. Het kreeg hier en daar ook de naam de groene long van Spanje te zijn. Waar in de streek van Burgos en Léon alles verdord, bruin verbrand en verdroogd is, is al wat je hier struik, plant en boom kan noemen zo groen als ons gras bij de buurman. De bevolking, het valt echt wel op, is verouderd en meestal van boeren komaf. Ik passeer ook bij regelmaat ferme grote boerenhoven die getuigen van een wreed actief verleden. Ze staan nu dikwijls leeg en te verkommeren. Hier de landbouw bedrijven doe je best met een kort en een ander langer been. Geen weiland ligt horizontaal en als landbouwer moet je daaraan echt wel aangepast zijn om deze hellingen te bewerken. Alhoewel ook hier de moderne landbouw met zijn intensieve arbeid, overschakelde naar sterke tractors en machinale agricultuur. Zelfs de koeien die gegraasd hebben, liggen met hun laatste maag bergaf om met behulp van de zwaartekracht de darmen in goede papieren te helpen. Bij afwezigheid van de industrie, die we gisteren en eergisteren wel veel opmerkten, is dit gebied aangewezen op de landbouw en fruitteelt. Er wordt meermaals een goed onderhouden boomgaard van appels (cider), appelsienen of citroenen langs gegaan. Verrassend blijf ik het vinden dat je van in de heuvels en de bossen zicht hebt op een dieper gelegen kust en haar kliffen. Je weet nooit wat je achter de volgende heuvel zal zien en dat maakt het vooral ook waard om elke stijgende uitdaging met plezier aan te gaan. Het wandelen op de aardewegen is fysiek ook veel minder vermoeiend dan het asfalt of het beton met je zolen te schuren. Het toekomen na een ganse dag op verharde wegen is opvallend meer vermoeiend dan dartelen op aardewegen en padjes. Vandaag eten we hete hond. Hot dog op zijn Spaans. Een paar hamburgers in de pan met rode ajuinen en dat tussen het stokbrood met wat mayonaise of mosterd saus. Af en toe mag het ook wel eens wat eenvoudig zijn zeker? Morgen wacht er nog een lang tochtje naar Almuna en begint de 300 kilometer te wenken. Jakske heeft hier vandaag zijn fotosessie afgewerkt voor de modetrend van seizoen 2019. Het wordt ingeschat als een zomer vol blauwe foelarrekes met strooien hoed en zonder ondergoed. Uitkijken maar dat je vooral je hoed en je nekdoekje niet vergeet. Mag ik je groeten tot morgen, ik kijk er alleszins al naar uit.
Achter mijn handen
JE BESTE VRIEND PIJNIGEN
Al jaren stapten, klommen, verkenden en wandelden wij samen. Wij verkenden routes en wandelpaden in de Ardennen en in de omringende buurlanden. Pol en ik verplaatsten ons dikwijls in indianenpas van steen tot steen, van traptrede en rotsblok tot op de volgende natuursteen. Altijd klonken onze passen in een symbiotisch ritme. Waar zijn voet had gestaan kwam daarna de mijne. Waar hij sukkelde om een hindernis te nemen, wist ik dat het voor mij ook moeilijk zou worden. Onze twee wandellichamen konden een perfecte kopij zijn, en dat had zijn voordelen, maar ook hier en daar een klein nadeeltje. We besteedden veel van onze vrije tijd aan dezelfde passie: wandelen in de natuur.
Het grove voordeel was dat we conditioneel heel goed op elkaar waren afgestemd en dat we heel goed van elkaar wisten welke inspanningen we allebei aan konden. Ook zonder vragen vermoedden we dat de andere wel een pauze zou kunnen gebruiken om te plassen, te drinken, te eten of te rusten. We stemden daarin goed overeen. Een klein nadeel zou je kunnen noemen dat onze verwachtingen naar anderen toe die deze wandelingen moesten nawandelen, lichtelijk werden overschat. Je gaat er als duo immers van uit dat de anderen ook wel aankunnen wat je zelf presteert. Dat is niet altijd juist gebleken. Pol en ik waren niet de gemiddelde waarden. Zeker hij is dikwijls de harde gebleken, die pijn en volharding in zijn broekzak stak. Veel respect heb ik voor mijn vriend en wandelmaat.
Op zeker ogenblik eindigt elke wandeling voor Pol op hinkende wijze. De rechterknie is een turbulente stoorzender in ons eindeloos nagenieten. Het blijkt dat deze knie einde-gebruik wordt gelabeld. Een kunstknie of prothese dringt zich op. In Reet wordt deze ingreep uitgevoerd en Pol vertrouwt me voldoende om de nazorg te leiden. Het was een moeilijke revalidatie omdat je bij zon herstel voldoende autoriteit moet hebben om via het verleggen van mobiliteitsgrenzen en functionele spierkrachtlimieten, winst wil maken in je programma. Deze winst vertaalt zich vrijwel steeds in pijn, vrijwel steeds in een striemende beklemming rond deze kniezone.
Nochtans, we overwonnen samen. Ondanks de kommer en het leed rond de oefentherapie bereikten we samen de doelstelling. Terug kunnen wandelen zonder pijn en ook zonder hinken. Maar eer het zover was staarde ik dikwijls in blinkende vochtige ogen, die ik wel begreep. Mijn sterkste kameraad, die mij altijd door dik en dun heeft gesteund en me overal doorheen loodste als een vuurtoren aan mistig land, die moest ik de zin van deze pijn regelmatig expliceren. En alhoewel hij het allemaal goed verstond en me volledig carte blanche gaf in de keuze van de oefeningen, zowel de motivatie als het enthousiasme, heb ik van heel diep ingesloten in zijn geweldige thorax, de moed moeten boven halen. Het was echt een zware revalidatie die uitzonderlijk pijnlijk was verlopen. Ik heb nooit begrepen waaraan deze smart bij hem en zijn genezing heeft gelegen.
Blinkend van geluk hebben we daarna op toppen van heuvels dikwijls met een high five te kennen gegeven dat het allemaal wel de moeite waard is gebleken.
Er rest mij de herinnering van nog andere pijnlijke revalidaties. Dat deze doorzetting soms net zo erg is voor de therapeut als de patiënt zelf. Dikwijls heb ik ongezien mee pijn gehad, maar dat neemt niet weg dat de doelstelling met vlag en wimpel werd behaald, en menige vriendschap heeft er niet onder geleden.
De verjaardag van een patiënte op de dag dat de rode duivels de finale spelen.
DAG 73: Dinsdag 10 juli 2018.
Onder mijn voeten: Gigon – Avilles 33,5 kilometer.
De verjaardag van een patiënte op de dag dat de rode duivels de finale spelen.
Winst zou een mooi geschenkje zijn.
Vandaag vertrek ik vrij vroeg. Om 07.00 uur ben ik reeds op de natuurstenen kustweg naast de golven van het Noord-Spaanse Gigon aan het marcheren richting industriezone. Een fraaie ochtendwandeling waarop ik een hele resem Spaanse senioren en laag bejaarden tegenkom die heel bewust aan lichaamsbeweging doen. Dat merk je aan de heel bewust gekozen plaatsen waar ze halverwege rechtsomkeer maken en ook aan de manier waarop ze hun dagelijkse sessie afwerken. Sommigen hebben heel wat in hun mars omdat ze ook met hoofdtelefoon en zelfs blue-tooth verbinding onderwijl telefoneren of luisteren naar hun favoriete muziek. Een buitengewoon plekje om te slapen was het gisteren. Met de neus in de wind en het zicht op de wijde zee. Het was een zevental kilometer buiten Gigon, maar o zo mooi gelegen. Het kleine nadeel dat ik er met plezier bijneem is dat ik gisteren 7 kilometer verder moest wandelen en dat ik deze morgen vooraleer ik aan deze tocht kon beginnen, ook 7 kilometers als opwarming moest afleggen. De tocht zelf was vrij eentonig. In Gigon moest ik een uitgebreide industriezone naast het kanaal doorworstelen met heel druk vrachtwagenverkeer en ook weinig animatie voor de “dreamwalker”. Het was zelfs gevaarlijk om langs deze weg een internationaal gekende wandelroute te organiseren. Parallel liep er immers een mooie bosweg maar uit angst om weer eens verkeerd georiënteerd te worden bleef ik wijselijk op het ongelukkige Camino-pad. Ik wil geen risico meer lopen op eender welk verkeerd navigatie maneuver na mijn flop van gisteren. Ik blijf onderweg zelfs sterk gefocust op al wat gele pijlen en Camino verwijzing te maken heeft. Hopelijk doet zich een tweede vergissing niet meer voor. Vandaag spelen de rode duivels en omdat Moike net verjaart ( een patiënte met een ernstige moeilijk te herstellen schade aan de nekwervelzone) op 10 juli wens ik haar als cadeau een zege voor de rode duivels. Ze is een rode duivels fan van het eerste uur die niet gemakkelijk in slaap wordt gewiegd. De wedstrijden van de nationale voetbalploeg zijn een manier om haar extra krachten te bundelen en moesten die duivels vandaag winnen, zou dat het mooiste geschenk zijn dat ze ooit op een verjaardag ontving denk ik. Het wordt je gegund Moike. Ik ontmoette Victor nog onderweg. Hij was net voor Avilles iets aan het eten en vroeg of ik verder ging dan Avilles. We zien elkaar zeker nog een paar maal voor we in Finisterre aankomen. De camping die we vandaag aandoen is voorzien van een groot Tv-scherm, en we lieten ons goed voorlichten, de uitzending van de halve finale wordt hier gevolgd. Een publiekelijke scene zoals voorheen op vrijdag zal niet meer nodig zijn. Het is me gelukt om reeds tot op 430 kilometer van mijn einddoel te geraken en 1944 kilometer onder mijn schoenzolen te laten passeren. De grootste opdracht is dus reeds achter de rug maar ik hoed me voor te vroege victorie-kraaierij. Het weer is hier nog altijd zwoel en zweten is nog altijd mijn deel. Deze morgen kon ik mijn hemdje werkelijk doen druppen van het transpiratievocht. Onderweg zijn er echter bronnetjes genoeg om zout en zweetgeur spoelend achter te laten. Het parcours leende zich vandaag helemaal niet om tevreden aan te komen, maar ik hield er bij voorbaat rekening mee dat er inderdaad meerdere van deze dagen zouden verschijnen waarbij ik “me non gusta” zou moeten zeggen. Vanavond gaan we na de match ( de Spanjaarden beginnen ’s avonds pas te leven vanaf 20.00 uur) eten in de bar waar we naar de duivels gaan kijken. Ofwel wordt het een feestmaaltijd ofwel pistolets met koffie zoals na een begrafenis. De pronostiek van een Spaanse jongeman die ik onderweg tegenkwam was een finale tegen Kroatië waar België de finale wint met 3-1. Hopelijk heeft hij gelijk. Een open deur intrappen hoeven we niet, maar België is als gedoodverfde kandidaat finalist toch wel verplicht voor zichzelf het beste van onze mogelijkheden te geven. Intrigerend hoe heel de wereld begaan is met dit toernooi. Veel mensen onderweg, bij het zien van mijn Belgisch vlagje, roepen me na : SUPER Belguim, nice team you have, champion, alsof ikzelf de cup ga spelen… Morgen waarschijnlijk weer een zware trip van 40 kilometer maar wellicht verdeel ik hem in drie met de volgende trip, en doe ik 85 kilometer op drie dagen in plaats van op twee. We zien wel. Have a nice evening en keep your voice for crying the devils tot he top. Aan mijn broer wens ik een spoedige genezing van zijn driedubbele sleutelbeenfractuur en de beide gebroken ribben. Gepensioneerden en een E-bike, een explosieve bezigheid met een waarachtig levensgevaarlijke cocktail van kracht, ijdelheid en minachting van de eigen psycho-motorische vaardigheid. (LOL). Vergeef me Luc, maar binnenkort ben ik op pensioen en zullen we samen wat fietsen en mits wat goede benen van mij, zal ik je trachten goed uit de wind te zetten, zodat jij je wagonnetje gewoon kan aanhaken. Veel moed en een goed herstel van dit te licht bevonden gestel. Morgen weer een ander historie. Nu de duivels aanmoedigen.
Achter mijn handen
EN DAN VERANDERT JE LEVEN ALS OUDER OP ENKELE SECONDEN
Jimmy is een jongeling van nu 35 jaar die opgroeide in een heel normaal gezin samen met zijn jongere zus. Net zoals alle andere jongens van zijn leeftijd was hij een vitaal kereltje en was ravotten zijn geliefkoosde activiteit. Hij was een rakker, ja, maar van het brave type. Zijn bromfiets was zijn passie en niet altijd bestuurde hij die even voorzichtig. Op zeventienjarige leeftijd gebeurt er iets dat zijn leven een andere wending doet nemen, maar ook dat van zijn ouders, vrienden en naaste familie. Een verkeersongeval op 8 augustus 1999 op het kruispunt van de Graafschapslaan en de Stationsstraat zal zowat alles binnen hun familiale leefwereld overhoop gooien. Niets van wat ooit was zal nog zijn.
Ik schrijf een verhaal omdat ik zie welke inzet ouders, vrienden, familie en vrijwilligers spenderen om de leefwereld van Jimmy leefbaar te maken. Uit erkentelijkheid om de inspanningen van de mantelhulp wil ik een verhaal wijden aan deze verzorgers van het eerste en laatste uur.
Jimmy krijgt een ongeluk met de bromfiets en komt tegen een wagen terecht. Hij hield daar een hersenletsel aan over. Na een maandenlange hospitalisatie en herstel in het revalidatieoord “Pulderbos” te Zandhoven komt er na deze zware periode nog een ernstige kater over de vloer van het woonhuis. De mentale en fysieke aanpassing aan een nieuw levensritme in huis, nieuwe houdingen, nieuwe uurschema’s, nieuwe meubels, nieuwe mensen die dagelijks komen, nieuwe toestellen, nieuwe afspraken. Te veel om op te sommen of te vertellen. Tot in het belachelijke toe: Jimmy moet op tijd in bed worden gelegd, dus iemand moet daarbij assistentie kunnen verlenen.
Er ontstaat een onopgemerkte druk op al wat gebeurt. Want, immers alles wordt georganiseerd in functie van het zorgenkind, opdat alles zou blijven rollen. Bij de minste kink in de kabel valt een deel van het verzorgingsschema in duigen. En tenslotte zijn het toch slechts de beide ouders die de krachtarmen vormen van deze therapiehefboom. Je kan niet genoeg waardering opbrengen voor mensen die dagdagelijks hun gehandicapt kind onder hun hoede nemen.
De therapie bij ons is zowel voor Jimmy als voor de ouders een mogelijkheid ter ontspanning. Viermaal per week komt hij oefenen en spendeert hij het beste van zijn benen op de hometrainer. Zijn evenwichtsfunctie wordt telkens tot werken gedwongen en zijn psychomotoriek wordt ook elke sessie op de proef gesteld. Het oefenschema wordt zo variabel mogelijk gehouden met zorg door verscheidene therapeuten zodat het niet te eentonig wordt en bovendien wordt beoogd om het ganse lichaamsschema gedurende de week helemaal te hebben behandeld. De proprioceptieve opdrachten waarbij hijzelf zijn spieren moet aansturen en/of inhiberen om een juiste uitvoering te verkrijgen, zijn nog het meest moeilijke. De fijne motoriek is niet helemaal verloren, dan toch zwaar gehavend. Jimmy echter is een optimistische kerel die ik niet dikwijls heb horen klagen. Zijn berustende houding is er eentje van weinig grandeur, eerder introvert, maar hij blijft zeer coöperatief deze revalidatie uitvoeren. Hij is een zeer aimabele man en regelmatig geeft hij mij een (h)eerlijke zoen op mijn kaak. Maar zo lief hij is, zo kwaad durft hij ook al eens te zijn.
Ik vermeldde het reeds dat ik dit artikel zeker wil schrijven omdat de mantelzorg door de beide ouders, zijn zus, de verantwoordelijken van de werkplaats en allen die erbij betrokken zijn, zo strikt bepalen hoe Jimmy zijn leven verloopt. Het lijkt zo evident dat vader en moeder taxi rijden, het lijkt zo vanzelfsprekend dat Jimmy verzorgd wordt en opvang krijgt van seconde 0 tot seconde 86.400 iedere dag. Hebben politiekers, beleidsmensen al ooit eens in het werkveld gestaan van een (minder) valide opvang of verzorging? Wanneer je bedenkt dat zorgverstrekkers in een home, acht uren dienst kloppen dan betekent dit dat er nog twee shiften dienen te worden gevuld. Ouders van deze zorgbehoeftigen doen dus wel degelijk een paar shiften achter elkaar. En nooit kunnen die de handen klappend over elkaar wrijven en denken dat hun dag erop zit. Nooit draaien zij de figuurlijke knop op “off”, altijd blijft die staan op “stand by”. Er ontstaat bij mij een ruim respect voor de verzorgers die kort bij deze patiënten vertoeven. Telkens als Jimmy wordt afgehaald is het vader die zijn zoon op een heel rustige manier naar buiten leidt. Thuis staat dan een avondmaal klaar. Jimmy wordt bij het eten geholpen. De volgorde van de taken die deze mensen vervullen zijn veelvuldig en multifunctioneel.
Er bestaat niet zoiets als een ode aan een mantelhelper. Toch wil ik elke lezer van dit verhaal hierbij betrekken. Mag er op gewezen worden dat bij het kruisen van een gehandicapte persoon niet alleen medelijden of deernis mag opgerispt worden voor de mindervalide zelf. De grootste weldoeners lopen achter de rolstoel. De mensen zonder eretekens en zonder vermeldingen. En wees overtuigd dat er achter elke invalidenwagen een waarlijk en uit het leven gegrepen verhaal schuil zal gaan. Misschien de moeite om het eens op die wijze te benaderen.
Ik ben blij mijn waardering voor alle rolstoelduwers eens duidelijk uit de doeken te hebben kunnen doen. Te weinig ontvangen zij de Laurierenkroon.
Eens moest het ervan komen. Total loss en volledig verkeerd gelopen.
DAG 72: Maandag 9 juli 2018.
Onder mijn voeten: Sebrayu Gijon 33,7 kilometer
Eens moest het ervan komen. Total loss en volledig verkeerd gelopen.
Wanneer we deze morgen besluiten om op te staan is het buiten nog donker en net zes uur geweest. Jakske weet dat zijn waterlozing kan gaan gebeuren en heeft het weer eens moeilijk om zich in te tomen. Na al het rituele ochtendgebeuren en mijn bordje met rijstpap en bruine suiker vertrek ik weer eens goed gemutst en explosief voor opnieuw een wandeling vol avontuur om net 06.42 uur. Het liep wat mis, en ik moet het bekennen, eigen schuld, dikke bult. Ik had de gids over deze tocht niet gelezen omdat ik vertrouwde op de afpijling onderweg. Ik wist dus hoegenaamd niet dat je deze rit eigenlijk over twee trajecten kan lopen. Daardoor liep het ook helemaal fout. Eénmaal in Villaviciosa, (de stad van de appel-cider alhier) waar ik de geschilderde appeltjes op de stoep elke 20 meter bewonder, splitst deze Camino zich in twee trajecten: El Camino primitivo die rechtstreeks naar Oviedo loopt en dus het binnenland intrekt via enkele zware klimmetjes over deze heuvelruggen. Anderzijds heb je de Camino del Costa die langs de kustlijn naar Gijon wandelt. Daar had ik met de dames afgesproken. Op de kaart zag ik gisteren dat er na 20 kilometer wandelen achter Sebrayu een camping zou zijn. Kwestie van een herkenningspunt te hebben onderweg. Ik had al op het GPS-scherm gezien dat mijn gelopen traject na Villaviciosa danig begon af te wijken van het te lopen parcours. Ik dacht echter dat dit wel later zou herstellen. Echter, na 25 kilometer had ik nog steeds geen camping gezien en tekenden de lijnen van mijn traject en het te lopen traject zich als een breed wordende V, en meer en meer uit elkaar.. Wanneer ik na 28 kilometer in een dorp Lieres aankom vraag ik toch maar eens wat uitleg aan een lokale boer. Hij verklaart mij dat ik goed op weg ben via de Camino primitivo naar Oviedes. Hij vertelt me dat ik maar 12 kilometer verwijderd ben van de hoofdstad van Asturië. Wanneer ik hem diets maak dat ik niet in Oviedes moet zijn, maar wel in Gijon waar de senioritas op mij wachten, lacht hij zijn bruine tanden maar ook de openingen van zijn ontbrekende kiezen bloot en wijst hij met zijn aftandse wandelstok opwaarts naar die hoge heuvelrug vlak voor ons beiden en waar ik over een uurtje over gesukkeld ben. Daar achter die montagna ligt Gijon, proest hij lachend uit. Op zijn vingers laat hij het getal 15 zien. Vijftien kilometer erbij denk ik. Toch even Apeldoorn bellen. Ik zie wat verder een bar en besluit om daar met een frisse Canja mijn boterhammetjes op te eten en even na te denken hoe ik dit varkentje zou kunnen wassen. De weg naar Gijon blijkt een express weg te zijn die niet zo geschikt is voor voetgangers, bovendien moet er door een tunnel gereden worden waar voetgangers niet welkom zijn. Een alternatieve weg is er wel, maar die loopt over Punta de Siero en vandaar verder door naar Gijon. De vriendelijke barman geeft me de raad om de bus te nemen die binnen 20 minuutjes voor zijn bar zal stoppen en voor 1,5 euro mij te laten voeren naar Siero. Vandaar kan ik een andere bus nemen naar Gijon voor 2,5 euro. Ik bekijk het even, en denk dat dit inderdaad de beste manier is om dit probleem zijn oplossing te gunnen. Alles verloopt volgens plan, enkel moet er in Gijon nog vijf kilometer gelopen worden om de afspraakplaats van de Hiesentriets te bereiken. De parking die we afspraken was wat dubieus omdat er lager op deze heuvel ook nog een zelfde parkingplaats is voor mobilhomes. Ik dacht op de afgesproken plaats te zijn, maar de vertwijfeling was groot toen ik geen van de drie levende wezens ontwaarde. De mobilhome stond 600 meter verderop en na een telefoontje met de hulplijn werd ik netjes opgepikt door Sonja. We staan hier buitengewoon mooi met de kliffen en de kustlijn vlak in ons gezichtsveld. Naast mij zijn er deltavliegers hun hartje aan het ophalen door te genieten van de stijgwinden. En voor ons een kraantje helemaal vol fris water. Wat kan een mens nog meer verlangen? Vanavond eten we spinazie purée met gevulde kip en een perfect rood wijntje erbij. Daarmee is volgens mij alles van deze kak-dag goed gemaakt en kan ik weer honderduit met mate en maten (Guy!!!!) genieten. Dat ook Claire meeleest is als een streling over mijn pen. Hopelijk geniet je er evenveel van als ikzelf. Dat Rita Praline na zoveel tijd de blog heeft weten te vinden maakt me ook blij. Hopelijk wordt er in Herent veel over verteld want reclame doet weten en ook, de opdracht is nog niet helemaal vervuld, maar daarover later meer. Vol kompassie met de praktijkcollegas in het droge en warme Herent, stuur ik frisse zeewindjes vanuit een zonovergoten Gijon naar jullie door. Laat u niet misleiden want ook ik maak door deze spanning en stress wel lastige tijden door. Het gaat jullie allen goed aldaar.
Achter mijn handen
ONHERKENBAAR VERMAGERD IN DRIE WEKEN
Flor is een buur en vriend van zolang ik al gehuwd ben. We woonden sinds ons huwelijk op Den Doren en Flor met zijn Annie woonden een paar huisnummers verder aan dezelfde zijde van de straat. De beide echtgenotes waren rond dezelfde periode bevrucht geweest en zodoende liepen beide zwangerschappen ook wat parallel. Onze interesses waren vrij gelijklopend en zelfs ook de Flor dronk na een intensieve match voetbal graag eens een goed stevig pintje. We vonden elkaar in allerlei sporten. Voetbal, joggen, badminton, petanque, fietsen en zelfs wandelen. Door de lange vriendschapstijd werden we ook bevriend met elkaars vrienden. Door met anderen hier en daar al eens samen op weekend te gaan en omwille van het meemaken van culturele activiteiten. Toneel in Mechelen (Mechels Miniatuur Theater) of een avondje schouwburg of film in Leuven met daarna een modest etentje, het kon er allemaal door. Omwille dat beide dochters even oud waren, kruisten sommige schoolactiviteiten voor de ouders ook nog eens ons vrijetijdsleven. Ook de afspraken om de kids samen af te halen en weg te brengen naar school liepen steeds gesmeerd. Kortom we leefden in goede buurtgemeenschap en er ging geen week voorbij of we hadden om de één of andere reden toch met elkaar contact gehad. Omwille van zon goede verstandhouding ga je ook al heel snel intenser met elkaar om. Zo gebeurt het dat Flor op een dag begint te sukkelen met zijn ingewanden en een operatieve ingreep dient zich aan. Vermits Annie werkzaam is in het ziekenhuis waar haar echtgenoot wordt opgenomen, krijgen we een dagelijkse briefing. De eerste gezondheidsmeldingen zijn niet zo gunstig want vrij snel treden er complicaties op tijdens het weekend na de ingreep. Het zou niet mogen gebeuren maar de naverzorging verloopt niet zoals het hoort. Flor vervalt van de ene verwikkeling in de andere en dient op drie weken tijd driemaal te worden onderworpen aan een narcose en chirurgische ingreep. De darmen willen blijkbaar niet hun toegeschreven functie heropnemen waardoor heel het spijsverteringsproces in de lappenmand ligt. Laat nu juist dit spijsverteringsstelsel de energiefabriek van je lichaam wezen samen met je longen en je kan bedenken dat er van vet bij Flor niet veel meer te rapen viel. Hij was ook futloos geworden en kon van spierzwakte haast niet meer op zijn benen staan, zo luidde het gezondheidsrapport van zijn vrouw. Ik vermoedde dat het wel een beetje overdreven was.
Na drie weken kunnen we op bezoek. Ik open de kamerdeur van de vijfde verdieping en zo vlug ik binnen in de kamer ben, zo vlug verontschuldig ik me om het betreden van de verkeerde kamer. Flor ligt in zijn bed en stamelt nog naar mij:
allez Smet, wat doede gij nu? Ge zijt juist, kom binnen, kom verder. Herkende gij mij niet meer misschien?
Ik loop terug naar binnen en ware het niet de stem, ik had de Flor niet herkend. Een Buchenwald kadaver was nooit vetter. Op mijn passen weerkerend herken ik het kleine aangezichtje van mijn vriend. Niet mogelijk dat iemand op drie weken tijd zoveel van morfologie en zelfs uitzicht kan veranderen.
Het oraal opnemen van voedsel en drank, en de daarop volgende noodzakelijk vertering lukte niet. Ik maakte me danig zorgen en meldde dat ook aan de Flor. Het moest dringend de andere richting uit, desnoods moest hij het maar forceren, maar zo snel vermageren in deze korte tijdspanne leek me niet goed te zullen aflopen. Ik bleef maar doorhameren dat ik de Flor nog niet wou kwijtspelen en had daar, zonder er mij over te schamen, wel wat tranen van in de ogen.
Flor herpakte zich de vierde week en na ruim een maand hospitaal mocht hij naar huis om te revalideren in zijn eigen habitat. Bepaalde spijzen en vooral dranken waren nog niet geheel toegelaten maar met kleine beetjes kwam ook dat weer in orde. Flor herstelde wonderwel van zijn darmmalaise. De wederopstanding werd een paar maand later danig goed gevierd, maar het was de eerste keer in mijn bestaan dat ik levensbeschouwelijke vragen stelde bij de ziekte van een vriend.
Het heeft me als mens bijzonder gediend om even te blijven stilstaan bij het feit dat een goede gezondheid niet zomaar als normaal mag worden beschouwd. Zo snel kan het verkeren. En ik geef Bredero groot gelijk.
Bovendien heeft de Flor zijn ziekte diep bij mij iets duidelijk gemaakt. Niet zo vanzelfsprekend is het dat de geneeskunde problemen kan oplossen. Er kunnen zich inderdaad situaties voordoen waar we als mens machteloos tegenover staan. Het moet je maar overkomen.
De Flor blakend van gezondheid en levenslust, drang om goed te leven en van elke seconde te genieten. Zo maar geveld van de ene dag op de andere het heeft me heel klein gemaakt.
Tot heden toe zijn we nog beste maatjes en onlangs vierden we hun vijftig jaar huwelijksjubileum.
We blijven elkaar vinden in wandelen en culinair genieten.