40 jaar kinesitherapie praktijk - 95 dagen wandelfeest.
25-02-2018
En weer een weekje dichterbij: voorbereiden in vriestemperaturen.
Weekend 24-25 februari 2018.
En weer wordt de druk wat opgevoerd want opnieuw zijn we haast een maand dichter bij ons vertrek naar Finistera. De heel lage temperaturen in de Ardennen en de moeilijk begaanbare bospaden peuteren een beetje aan de voorbereiding. Hier in Wibrin zakken de nachtelijke temperaturen zonder enige schaamte tot zeven graden onder de nul wijzer. Bij klaarlichte dag, overmand door een helderblauwe hemel in gezelschap van een fel opdringerige zon komen deze temperatuurwaarden niet hoger dan min twee. De noord-oostelijke wind doet de gevoelstemperatuur dan nog een beetje meer geweld aan. De wandelingen die ik maakte dit weekend samen met mijn vroegere buren in Herent, waren dan echt wel een copy van onze winterse familievakantie in IJsland samen met Jos destijds. Daar wandelden wij ook in vriestemperaturen die eigenlijk maar min 10 tot min 12 waren, maar door een onophoudelijke oostenwind voelde die koude aan als ware het min 15 tot min twintig graden Celcius. Ik herinner me nog de stijf diepgevroren boterhammetjes die we in een grondshelter ter beschutting van de ijzige wind opaten. Stampend met onze voeten op de grond op muziek van Dire Straits (Sultans of Love) en onze monden haast met de hand open wringend omdat door de koude de kaakspieren zelf niet meer gehoorzaamden naar ons willekeurig zenuwstelsel.
Vandaag was het even zo. Ik had op de GPS twee parcourtjes getekend, die ik behoedzaam uitkoos omdat ik wel vermoedde dat het hier geaccidenteerd terrein zou zijn door deze aanhoudende vorst. Heel dikwijls wandelden we op boswegeltjes die eerst met sneeuw waren bedekt geweest, door de mooie zon ondergedompeld en overstroomd werden door smeltwater, maar door de diepe temperatuur onmiddellijk terug bevriezend tot één grote spiegelgladde oppervlakte. In bergop of bergafwaarts niet te bewandelen zonder sporen of ijzeren haakjes aan de voeten. Hier en daar moest dus de wandeling wegens verkeerde tijdsinschatting en ontoegankelijkheid wat worden ingekort. Op een bepaalde plek moesten we weer door een drie meter brede rivier. Aangezien het water veel te hoog stond en een brug ontbrak moesten we langs de boord van het water op zoek naar een mogelijk te passeren oversteekplaats. Toen ik na veel misbaren van mezelf me toch herpakte na het zien van een omgevallen boom over de rivier, en ik met enige moeite en wat apenklauterwerk aan de overzijde geraakte voelde ik plots de MC Giver in mezelf herboren worden. Ik rekende echter niet op de wat minder atletische capaciteit van mijn wandelmaat. Ook de mindere greep op zijn mentale weerstand speelde hem parten. Hij lag in voorlig op die boom en riep me enigszins hulpeloos toe dat ik maar gauw een helikopter moest bellen. Hij merkte op dat zijn Jos en zijn twee kompanen helemaal verpletterd lagen onder zijn bekkengewicht en hij haast niet meer vooruit of achteruit durfde te bewegen, uit angst voor grotere schade. Het was een virtuele noodsituatie, gelukkig kon hij er zelf nog om lachen. Met enige verbale uitleg en begeleiding aan de zijlijn gebood ik hem al de verschillende uit te voeren bewegingen één na één en achter elkaar uit te voeren in plaats van ze allemaal tegelijk uit te voeren. Het lukte. Opgelucht haalde hij het mos van tussen zijn benen en armen en hief hij zich op de schuine wand omhoog, weg van de rivier. Toen we wat verder een met sneeuw bevroren open vlakte overstaken en hij zijn voeten trachtte te planten in mijn voetafdrukken omdat de sneeuw er werkelijk zo hoog lag, roept hij me toe dat hij dit niet vol houd. Ik ben juist een kangoeroe roept hij. Ik spring van de ene voetafdruk naar de andere. We proesten het uit van het lachten. Na drie uren bereiken we het eindpunt. Veertien kilometers op de teller, maar dan wel erg zware en met enige hindernissen. Het wandelweer was er eentje om U tegen te zeggen: geen dagelijkse kost. Een metrologische superdag waar Frank Deboosere terecht fier op zou zijn. Moest ik het weer zelf kunnen maken, zou ik het niet beter hebben kunnen doen. De vrieskou in combinatie met de prachtig open egaal blauwe hemel onder een doortastend vitamaan B12 spuwend zonnetje, wat moet er nog meer zijn. Volgende week een verhaal over de wandeling door de dode beemden in Neerijse.