DAG 59: Dinsdag 26 juni 2018.
Onder mijn voeten: Zarautz - Deba 23,4 kilometer.
Disfrutar del momento: Geniet van het (drink)moment !
Het was in de gids beschreven als een wandeling van 7 uren over 23 kilometer, wat ik echt zwaar bekritiseerde als zijnde een gids voor dummys. Dat gevoel had ik gisteren althans met de tocht naar Deba. De afstanden en de eraan verbonden tijden zorgden voor heel wat hilariteit bij Joke, Piet en mezelf. Ofwel waren die auteurs echt niet klaar voor dit grote werk, ofwel deden ze de tocht met rollator, dachten we. We deden die tocht in haast anderhalf uur sneller. Dus nam ik die 7 uren voor vandaag niet au serieux. Hoe zwaar de tocht vandaag ook was, ik benoem ze tot één der mooiste tot heden toe. Deze tocht was beklijvend zwaar (190 verdiepingen= 760 hoogtemeters) maar intens genieten was mijn deel. Ik hoop dat de volgende dagen dezelfde sensatie uitgaan. Dit was één der meest uitgelezen wandelingen die ik ooit heb gemaakt. Ellenlange stijgende heuvels waar je ademend als een uitgeraced paard boven aan de top aankomt en waar je badend in je eigen transpiratienat toch nog kan denken: awel ja Smetje, hiervoor doe je dat. Twee beloningen krijg ik telkens bovenaan. De eerste is steeds een verfrissende zeebries die van diep onder uit de vlakte en je voeten, je lijf en leden haast uit je kleren blaast maar o toch zo verfrissend op je huid afkomt dat je dit gewoonweg aardig en aangenaam vindt. Nog nooit heb ik zo intens tijdens een zware inspanning op een windje zitten wachten. De temperatuur steeg hier rond 14.00 uur al gauw tot 28 graden en wandelen zonder hoofddeksel of beschermende kledij wordt onmiddellijk afgestraft door een verbrande huid waar dan ook. De tweede aangename verrassing is dat je haast na elke bergtop een intens ander en verschrikkelijk schoon landschap krijgt voorgeschoteld. Je begint bijna sneller te klimmen omdat je ongeduldig wordt van er nu weer zal te zien zijn. Dan moet je niet stom staan dat ik als een briesend paard sta te koekeloeren naar al dat hoogstaands mooi onder mijn voeten. Aan de twee mensen die zomaar mijn leven kwamen ingewandeld en die nu een zware periode doormaken meld ik met fierheid dat er voor hun beiden een 48 uren kaarsje brandt in de kapel van Orio. Ik sprak er met de big boss van deze schepping en vroeg hem uitdrukkelijk deze mensen toch wat tijd te gunnen om de ware grond terug onder hun voeten terug te laten voelen. Komt wel in orde maatje, was het antwoord. Er is dus hoop he vrienden. Het parcours vandaag heeft me zweet en tranen van het zout in mijn ogen gekost. Dit was wel degelijk een aartsmoeilijke tocht, maar overleven is me op het lijf geschreven. Ik zag verscheidene wandelaars onderweg zittend, liggend in het gras, snakkend naar adem en frisheid. Ik doe voor hen niet onder, want ook ik bleef een aantal malen gluren naar het wonderbaarlijke schouwspel onder mijn voeten. Wat een pracht van een natuur vind je hier. Ik bedacht onderweg dat dit deel van mijn tocht haast het plaatsje krijgt in de top twee. De Loire-streek was ook heel lieflijk en mooi, maar in geen enkel detail vergelijkbaar met wat je hier achter elk bochtje en topje kan afkijken. Het is echt niet gewoon, dit heb ik nog niet zoveel malen meegemaakt. Sonja naaide een Belgische vlag horizontaal op mijn rugzak waardoor de Belgische driekleur plots de gestalte kreeg van een Deutsche moffenflag. Ik kreeg vandaag twee keer de groet te horen Grossgot. Dat is niet echt wat de bedoeling was. Ik laat sofort, sebiet, onmiddellijk nog die vlag 90° rechts draaien zodat de tricolor verticaal staat. Ik ken niet genoeg Duits, en een dialoog op zijn Pfaffs beginnen, is ook niet aan mij besteed. Even was er een weinig opschudding onderweg toen de Camino mij op een verkeerd been zette. Ik werd volgens de pijlen naar rechts gestuurd, waar mijn GPS me toch verplichte om rechtdoor te gaan. Ik betrouwde op de pijlen en het kwam mij verkeerd uit. Maar velen zijn me in die vergissing ook voorgegaan. Aan de voetafdrukken en de verwrongen pinnentjesdraad, de omvergeduwde omheining en de omlaag geduwde draad die de weg van het bos scheidde, besefte ik dat er beter naar de GPS was geluisterd. De leugenberg noem ik het bij mezelf achteraf. Toch 1,5 kilometer extra op de teller en dat noem ik geen cadeautje in deze omstandigheden. Het ging bijzonder bergop en de ondergrond was voor deze droogte nu, abnormaal modderig en vochtig. Op gruwelijke wijze moest ik mij een weg banen door plassen en af en toe noodlottige schuivende modder. Gevloek en gesakker die een pelgrim niet waardig zijn ontvallen uit mijn mond. De resten van de frustratie bespaar ik de waardige lezer, want op de plaats des onheils heb ik eens goed en ferm gep.st. Onraad zal achteraf dan wel geroken worden denk ik zo. Ik overleef ook deze frustratie, maar owee, net voor het binnenvallen van de vesting Deba moet ik een kramakkelig duivels pad met rotsblokjes en ronde keien afdalen. Mijn GPS meldt mij in stilstand en licht achterover gebogen, dat de inclinatie 38 % is. Dat is alles goed vasthouden of je spullen, je broek en je schoenen vallen alleen naar beneden. Ongeveer 1,5 kilometer duurt dit en wanneer ik plots op de grote baan naar het station sta voel ik pas hoe pijnlijk mijn kuiten en hielen aanvoelen. Ik verbroeder me echter met deze lichaamsdelen door op de Plaza Mayor een halve liter Amstel (Caja) te drinken. Mijn lichaam, mijn tong, mijn keel, mijn slokdarm, mijn maag en darmen zijn zo blij dat na deze akelige afdaling een beloning volgt, dat een boertige oprisping niet mag en kan onderdrukt worden. Ik genoot van deze tocht en laat je aan de hand van de fotos een idee vormen over wat voor moois ik hier zo al tegenkwam. Vanavond eten we de restjes van de Paella en een Frans broodje. Bruisend water want te heet om ons nu te wagen aan dat alcoholisch vocht. Aan Guy moet ik melden dat ik aan de webmaster van Bloggen.be een mailtje deed in verband met de moeilijkheid van reacties door lezers. Zijn positieve mailtjes maken me telkens opnieuw blij en wat fier. Ook Lieve en Luc groet ik vanuit deze regio en weet dat ik binnenkort aan de plek kom die mij drie jaar bezig hield om hier ooit nog eens terug te komen. Hilde bedank ik langs deze hartelijk maar wijs erop dat Irun één van beide grote aanvangspunten is van de uiteindelijke Camino naar Compostella. De andere is Saint-Jean-Pied-De-Port, juist voor de aanvang van de Pyreneeën doorsteek. Ik groet jullie hartelijk met een grote dosis blijheid en geluk want dit betekent veel en hopen meer dan back to bussiness. Dit is gewoon puur genieten van dit moment. En dat kan ik gelukkig hier met zoveel begeleiding van de beide hofdames.Ze zorgen voor mij als was ik een pasgeboren kind, enkel de borst moet ik missen
.
Achter mijn handen
EEN BLEEK MAROKKAANTJE
De patiënt lag in de sofa en straalde geen groot enthousiasme uit wanneer ik hem vertelde dat niet ik de oefeningen zou doen, maar wel hij. Nog kleiner werd zijn dosis coöperatie wanneer de melding werd gedaan dat deze knie zo snel mogelijk moest worden gebogen. Hij had toch zo veel pijn kreunde hij.
Ik noem de patiënt voor de gelegenheid Abdel. Hij is een Marokkaanse man van rond de dertig jaar, zeer sympathiek, spreekt Nederlands, en heeft een hartje van koekebrood. Zin voor humor ontbrak er niet maar eveneens was er enorme angst voor de pijn die bij één of andere oefening zou kunnen optreden. Laat er ook geen misverstand over bestaan: Abdel en ik zijn, - ondanks de grote pijnen die ik hem deed- nog steeds goede vrienden en begroeten elkaar met respect. We hebben zoveel over de Marokkaanse cultuur van de jongeman geleerd, en hebben menige discussie gevoerd over de ene en andere manier van integreren. Heel minzaam en vooral respectvol voor elkaars waarden. En het mag gezegd worden: zoals Abdel zich integreerde in de Herentse leefwereld kan er geen enkel probleem bestaan met deze nieuwe Belg. Mocht iedere nieuwe inwijkeling zich willen spiegelen aan dit proces dan zouden er wellicht minder problemen ontstaan met ons, Belgen, die hun eigen tradities en historisch gegroeide cultuur niet graag zien teloorgaan. Wellicht begeef ik mij op glad ijs, echter moet de lezer goed begrijpen dat de behandeling van Abdel zeer goed verlopen is omwille van het ontbreken van een communicatieprobleem. Ten allen tijde tijdens de revalidatie heb ik goed kunnen overleggen met de patiënt en dat was mogelijk omwille van de beheersing van de Nederlandse taal door Abdel. Dit heeft hij meermaals zelf verklaard ten overstaan van zijn zorgverstrekkers. Hij vertelde zo blij te zijn dat hij zich kon verstaanbaar maken in onze taal, zodat mensen begrepen door wat en hoeveel pijn hij had bij deze of gene oefening.
Het verhaal
Abdel reed elke ochtend vroeg met de fiets van Herent centrum naar Blauwput. Voorheen werkte hij in de centrale werkplaats van de N.M.B.S. te Kessel-Lo. Hij fietst op het fietspad en wordt plots door het voorste deel van een aanhangwagen van een vrachtwagen vooruit geduwd en verliest zijn evenwicht. De val op zich was een hevige dreun, doch de vrachtwagenbestuurder (zich tot op dat ogenblik nog niet bewust van de aanrijding) vervolgt zijn maneuver over dat fietspad en rijdt met één van de achterwielen over het been van Abdel. De sporen van de vrachtwagenband waren tijdens het hele revalidatieproces te zien op de huid van het slachtoffer. In Gasthuisberg wordt er gekozen om een been sparende ingreep uit te voeren. Er wordt tijdens een lange orthopedische ingreep getracht deze menig gefragmenteerde fractuur stukje per stukje terug in elkaar te puzzelen. De ingreep slaagt en via allerlei bouten, externe fixatoren en een mecano van stabilisatoren wordt de patiënt toevertrouwd aan de thuis-revalidatie.
Laat de pijn voor de patiënt een voorname zorg en last zijn, dan is de vraag naar het toekomstig perspectief dat zeker. Taak één is dan rust schenken, vertrouwen overbrengen en vooral jezelf vol overmoed profileren. Je merkt soms bij je opponent onzekerheid en twijfel rond het welslagen van je oefeningen en revalidatie. Het was hier evenzo. Vragen zoals : wanneer zal ik mijn knie terug kunnen buigen, kan je niet revalideren zonder mij pijn te doen, ik zal die oefening misschien straks alleen uitvoeren als je weg bent en op mijn alleen
zijn parameters van een erg onzekere zieke. Bij Abdel was dat ook zo.
Verscheidene keren zag ik bij hem de donkere huidskleur wegtrekken en werd de kleur van zijn hoofd bleek. De eerste keer doet dit eigenaardig aan. Je verschiet als het ware, want een olijfkleurige huid die bleek wordt, was voor mij een tot dan toe onbekende kleur. We hebben er samen dikwijls achteraf om gelachen, maar Abdel zou echt een mooi blank mannetje zijn geweest. Alleen, hij moest daar iets te veel voor afzien.
Wanneer het dan Ramadan was en Abdel tot bij zonsondergang niets mocht eten waren we onder de collegas regelmatig aan het overleggen welke saus er op de middag bij onze frietjes moest zijn. Mayonaise of een strak pikant pili-pili sausje. Hijzelf kon er nog het meest om lachen.
Zeg ook niet dat Abdel geen opoffering deed voor zijn herstel. Op tijd van 8 maanden was hij weer de oude en ging hij liefst zo snel mogelijk terug aan het werk. Wanneer je hem over de straat ziet lopen met zijn drie kindjes, kan je niet merken dat hij destijds ternauwernood aan een beenamputatie is ontsnapt.
De sympathieke jongen groet me nog elke keer we elkaar kruisen, en wanneer er hevig wordt getoeterd door een rijdende auto ben ik haast zeker dat het Abdel is. Sommige gewoontes leren ze nooit af.

















|