40 jaar kinesitherapie praktijk - 95 dagen wandelfeest.
22-07-2018
Hier wordt vandaag de finale tocht gelopen.
DAG 84: Zondag 22 juli 2018
Onder mijn voeten: Oliveiroa – Finisterre 35,6 kilometrer.
Hier wordt vandaag de finale tocht gelopen.
Niets dat mij doet nadenken over mijn laatste tocht van deze opdracht, al heb ik deze nacht elk uur op mijn horloge gekeken om zeker te zijn dat ik niet te laat zou vertrekken. Om 06.42 wordt het mij te veel en daal ik van mijn bovendek naar benden en besluit mij klaar te maken om deze ultieme trip aan te vatten. Ondertussen hoor en zie ik reeds enkele mede-compostella-pelgrims langs onze overnachtingsplaats passeren. We stonden deze nacht op één der mooiste in Spanje tot heden toe. OIliveiroa is een piepklein dorpje dat volledig leeft van de pelgrims die de Camino lopen. Er zijn twee grotere bars en restaurants die alle pelgrims eten geven en bovendien zijn er een paar herbergen die slaapgelegenheid en ontbijt aanbieden. Alle lokale economie draait hier rond de pelgrim en het is die pelgrim die hier ruim bijdraagt tot de lokale economie. De dames hebben nog een late "date" (achteraf in bed krijg ik de details te horen) met een Brazilliaan die ons al een paar dagen heeft ontmoet tijdens zijn tocht en gisterenavond had hij net genoeg gedronken om de laatste vezel verlegenheid weg te vijlen en de Hiesentriets aan te spreken. Hij heeft de Camino al 4 maal gelopen en weet te zeggen dat hij de Camino del Norte (de variante dus) wel de mooiste maar tevens zwaarste vindt (net wat ik gisteren ook beweerde).Vandaag ontmoette ik hem onderweg, en ik moet zeggen, zijn tempo was niet al te strak en zijn stokjes kwamen niet al te synchroon neer naast zijn voeten. Ik liep er dus in een grote bocht rondom heen, maar groette hem toch sportief met de woorden: “Ohla, my Brazillian friend, greetings of the ladies”. Hij lachte breed en begon plotseling over de puike prestatie van de rode duivels. Dat Brazilië zulk een pandoering wel verdiende en dat wij eigenlijk wel als eerste hadden moeten eindigen. Ik bleef niet lang aan zijn zijde want had graag voor het donker werd, Finisterra bereikt. Deze tocht vandaag was weer opnieuw een pareltje aan de reeds rijkelijk mooie halssnoer. Wat een mooie en variabele tocht. Ik liep tussen varens, Euclyptusbomen, mossen, brem en allerlei vreemde bloemen die ik nog niet zag. Ook de heuvels en de hoogtemeters lieten zich noteren. De meteo begon sterk grijs en koud en eindigde fel warm en zout. Heel de tocht was een schoolvoorbeeld van variatie en afwisseling. De 35 kilometer waren een aaneenschakeling van afwisselende natuurbeelden en parcours. Veel wandelaars onderweg heb je al enkele dagen achter elkaar ontmoet. Er ontstaat geen vriendschapsband maar wel een gevoel van solidariteit en elke wandelaar die je voorbij gaat zegt je vriendelijk “Bueno Camino” en soms volgt er al eens “see you in Finisterre”. Heel tof en zonder regels of voorschriften. Langzaam aan herken je wandelaars aan hun rugzak of hun hoed. Heel veel jeugd ben ik al voorbij gelopen. Heel moedige jonge mensen die blij gemutst en met open mind hun wegje lopen. Het respect voor al wie deze laatste kilometers loopt is er wel. Deze groep van Camino lopers zijn echt wel gemotiveerd om het laatste er uit te halen. Morgen rijden we met de dames in de wagen naar Muxia om er een ritueel uit te voeren dat past bij de Camino. Je hoort namelijk te baden in zee, je kleren te wassen en de schoenen waarmee je Muxia bereikte dienen te worden verbrand in een daarvoor aangelegde plaats naast de kapel. We gaan dat eens doen en sturen je dan wel foto’s. De Hiesentriets staan erop dat zij één van de volgende dagen ook een ongecensureerd blog-verhaal mogen schrijven. Dat wordt dan een primeur voor U en ook voor mij. Ik mag er zelfs niets aan verbeteren. Je bent dus verwittigd. Wat die blog betreft: blijf lezen, want ik had 93 dagen voorzien en zodus zijn er nog 8 verhalen en 8 dagen dat de blog blijft verschijnen. Bovendien zoek ik op woensdag nog maar eens de Mont Ventoux op te klimmen en ook daar breng ik u graag verhaal over uit. Hilde kon er niet goed aan uit en dacht dat Compostella de eindmeet was. De Jos zou zeggen: “Compostella, dat is voor selders, Finisterra daar komen de echten aan…”. Dus liep ik tot Finisterra, één van de mooiere parcours bovendien. Ik geef aan éénieder die Noord-Spanje bezoekt de raad: loop indien je het kan de laatste tocht van Olveiroa naar Finisterre langs de uiterst goed afgepijlde Camino, en laat je daarna met de spotgoedkope taxi terugbrengen. Je komt op bezoek in een aards paradijs.
Hilde schrijft me bovendien dat ze familie heeft wonen in deze streek. Ik geef je de raad, Hilde, wees er leif tegen en ga ze zeker elk jaar eens bezoeken, want de streek hier is één der mooiste van het Noord-Westelijk halfrond. En dat je familie hier woont is een heel groot voordeel....Aan Jos zeg ik een gelukkige verjaardag ouwe snoek en hou het nog veel jaren uit. Laat de Champagne stoppen maar knallen, laat al uw werk maar vallen, De Smedt est arrivéé, de Jos is paséé en al mijn Hiesentriets vieren mee. Iedereen dank om de support, zing gerust in koor want binnen een weekje zijn we terug “door”. Tot morgen.
Achter mijn handen
DE JEHOVA GETUIGE
Frieda was een vrouw van tussen de veertig en de vijftig jaar. Een evenwichtige dame. Ik had tijdens de behandeling reeds een aantal keren de innerlijke bedenking gemaakt dat deze dame wel heel goed van de tongriem was gesneden. Ze filosofeerde haast zoals Plato en ook haar redeneringen kwamen mij bijzonder logisch over. Haar onderliggende kennis leek mij ook niet van één dag scholing en bovendien gebruikte zij profetische woorden die ik hier in deze lezing niet veel gebruikt heb omdat ik ze gewoon grammaticaal niet meester ben. Kortom, het was ofwel een onderwijzeres ofwel beschikte ze over kwaliteiten die de norm hoog overstegen.
Onze gesprekken tijdens haar schouder- en nekbehandeling begonnen soms vrij onschuldig over een maatschappelijk fenomeen dat zich die dag had voorgedaan, en eindigden steevast in de zone van de levensbeschouwelijke atmosfeer. Meer dan eens overspoelde mij de gewaarwording dat Frieda wel degelijk sociaal geëngageerd was en zich daarvoor niet schaamde.
Ik kwam ooit met haar opinie in zware aanvaring. Het ging over euthanasie en levenseinde waarin de mens zelf het initiatief zou nemen om zijn “geschenk van God” te weigeren. Toen ontwaakte de predikster in haar, toen werd ze pas opgewonden in de religieuze zin van het woord. Haar nekvel spande zich onder mijn vingertoppen, mijn duimen zouden zich haast verstuiken in de opgeroepen tonus van haar trapeziusspier en mijn vingernagels waren een breuk nabij door de hoge tonus van haar schouderspieren. Wat kon hier de oorzaak van zijn.
Frieda maakte op dat ogenblik bekend dat ze tijdens bijeenkomsten van de getuigenfamilie, lezingen hield en tekst en uitleg verschafte over bepaalde bestudeerde Bijbelteksten. Toegegeven, ze haalde paragraaf per paragraaf en alinea per alinea, de verhalen van de apostelen en volgelingen aan. Ook de betekenis van sommige zinswendingen en citaten werden haarfijn uitgelegd en geïnterpreteerd. Zelf vond ik het wel boeiend en buiten de sensatie dat het soms wat te letterlijk en te onwerelds werd verklaard, moet ik bekennen dat ik nooit tijdens de sessies van Frieda maar één seconde aftelde uit wanhoop. Integendeel, we maakten afspraken om dat thema de volgende keer wat verder uit te diepen. Telkens ik een opmerking gaf die in mijn christelijke levenssfeer en opvoeding kaderde, zou zij mijn manke en onvolledige pedagogie in deze materie wat aanvullen en argumenteren. Verrijkend in de zin van andere invalshoeken was dit zeker wel, overtuigend genoeg om mij aan te sluiten bij het Jehova-genootschap echter niet.
Wat mij zo opviel in de persoon van Frieda was de zachtheid van haar aanpak. Nergens kwam ik in aanraking met de opdringerige Jehovagetuige die op zondagmorgen met haast één voet tussen de deur hun leer komen prediken bij de helaas “niet-kunnen-uitslapers-op-zondag-morgen”. Zeer intelligent en vrijwel punctueel volgens een haast vooraf klaargemaakt draaiboek sneed zij onderwerpen aan en meestal kwam ik dan in de verliezende positie te staan omdat ik de wet van het logisch denken moest respecteren.
Wanneer Frieda me vertelde over bekeerlingen en dooprituelen van getuigen die de andere waarheid en dus de enige overblijvende Jehova feitelijkheid hadden ingezien en begrepen, voelde ik me nooit aangesproken. Misschien was ik naïef, maar nooit heeft de patiënte aangedrongen om met haar geloofsleer nader kennis te komen maken binnen hun beleidskring in Leuven. Heel veel boekjes van de Wachttoren passeerden bij mij in de wachtkamer. Ze worden aangereikt aan de mensen bij wie ze aanbellen. Bepaalde teksten die er in vermeld staan, worden dan meteen gebruikt om potentiële “overlopers” te overtuigen van de nieuwe waarheid en het einde der tijden.
Toen Frieda hersteld was van haar klachten en ik op mijn beurt sprak over mijn wonder van mijn handen was ze vol lof over het talent dat ik van Jezus had gekregen en ze goed gebruikte. Ik heb haar nog een aantal keren nadien mogen behandelen voor andere aandoeningen en dat sterkte mij in de overtuiging dat het inderdaad wel echt klonk en haar loftuiting dus geen “fake” houding inhield.
Ik kreeg haar zoon ook in behandeling en ook hij was praktiserende volgeling geworden, weliswaar op veel latere leeftijd. Met hem heb ik niet één sessie gepraat over de Jehova geloofsleer. Wel over festivals zoals Tomorrowland in Boom en Rock-Werchter.
Wat kan een kind toch gelijken op zijn ouder en kan een ouder toch verschillen van zijn kinderen.
Belgische nationale feestdag, dus kreeg ik hier regen!
DAG 83: Zaterdag 21 juli 2018.
Onder mijn voeten: Negreira Oliveiroa 33,4 kilometer.
Belgische nationale feestdag, dus kreeg ik hier regen!
Eerst even een rechtzetting: ik vermoed dat ik op woensdag 18 juli 2018 VERGETEN BEN een verhaal over de praktijk mee te sturen. Mijn boekhouding alhier klopt niet en bij nadere controle mis ik op woensdag in mijn blog een verhaal over de praktijk. In het boek zal dat worden rechtgezet en meteen is er dus een reden om dat boek wel aan te schaffen.
Vandaag is het wederom koud deze ochtend, en wanneer ik een shirt en een pull, erover, aantrek wil dat toch al wat zeggen. De lucht is ook grauw en donker en kondigt geen warm zomerdagje aan. Om te wandelen en door de heuvels terug richting zee te marcheren is dit echter een prima omstandigheid. De afstand bedraagt in de gids 33,2 kilometer en dus gaan we weer goed op tijd vertrekken. De overnachtingsplaats in Negreira was naast een rivier met een soort refuge-gebouw. Stromend water en felle nachtverlichting inbegrepen. Alleen de uil die bij donker aan de muisjes laat horen en weten dat hij een nachtdier is. In de vroege morgen zijn de vogeltjes dan weer van de partij en is het een lust om al die zangpartituren te aanhoren. Wat is het leven hier eenvoudig. Todos me gusta. Wanneer er onmiddellijk na het vertrek een opwaartse blik wordt gegooid naar de richting die ik uit moet, zie ik een groot deel van de heuvel in dikke mist gehuld met hier en daar delen van de windmolens die zichtbaar zijn en andere delen die verscholen zijn door de lage wolken. Het belooft niets goeds want de wolkvochtigheid valt zo op je blos. Door het stijgend parcours sta ik ook vrij snel in dampende modus. De mouwen van mijn pull druipen al na 6 kilometer, en mijn rug is klam van al dit klimmend en stijgend geweld. Ik passeer voorbij oranje bosbloemen die ik toch digitaal vastleg. Ook het kerkje boven op de berg kan ik niet zomaar voorbij gaan. Het is te mooi gelegen om daar geen foto van te nemen. Eenmaal boven op de heuvel geklommen, sta ik plots in de mist en valt er regen. Dit is van in Frankrijk gelden dat ik mijn regenjasje moest aantrekken. Het uitbrekend zweet loopt nog meer over mijn lichaam en binnen de kortste keren is mijn jasje even nat langs binnen als van buiten. Wanneer ik het ene dorpje na het andere doorkruis, moet ik tot de vaststelling komen dat het eigenlijk geen bergdorpjes zijn maar wel bergstraten met een paar geïsoleerde huizen en kleine boerderijen. Wanneer bruine Lola met de roze lipjes haar hoofd door het vensterraam duwt is mijn camera weer in aanslag. Wat zijn de mensen en de beesten hier tuk op wat beweging en vreemd volk. Hoe meer ik Finistera nader hoe dikker de rotsen, de bouwstenen en de arduinen onderdelen van de drooghuisjes hier worden. Voor het eerst ontmoet ik een kilometerpaal met een getal onder de vijftig kilometer. Het einde komt angstaanjagend snel binnen mijn vizier. Wreed dat een mens bang is om ergens toe te komen. Bang is niet het juiste woord, maar enerzijds wil ik wel een einde maken aan deze tocht maar anderzijds is het hier zo uitmuntend tof geweest. Elke dag vierde ik feest en elke morgen vertrok ik steeds blijgezind op pad. Een waar festijn en daar zal ik toch wel rekening moeten mee houden, dat dit nu binnen kort voorbij zal zijn. Onderweg maakte ik voor mezelf de bedenking in wat voor een comfortzone ik op dit ogenblik wel leef. Stel je voor dat je 30 kilometer moet wandelen en niets dat je pijn doet of hindert. Geen blaren op je voeten, geen pijnlijke knieën, geen overmatige vermoeidheid, op tijd eten en drinken, wie wil er hier niet voor tekenen. Het vergaat me heel goed en niemand mag denken dat dit hier een zware opdracht is of was. Je moet enkel gemotiveerd zijn om een goed voorbereid doel te halen, je goed focussen, fysiek in orde zijn, goed omringd met mensen die je helpen in de breedste zin van het woord en al de rest volgt eigenlijk als vanzelf. Hier en daar worden de nootjes die harder zijn met wat meer inspanning gekraakt, maar het feest van deze inspanning maak je zelf. Een zalige tijd was dit. Morgen stappen we in één ruk naar Finisterre om na 32 kilometer de eindstreep te halen. Normaal mag er niets meer mis gaan, maar ik roep niet te hard, want net vandaag op 9 kilometer van het einde scheurt de lus van mijn rugzak kapot. De naad onderaan was waarschijnlijk wat gaan lijden onder de voortdurende natte druk van mijn zweet. Ik had een Colson bandje bij, een musketon sluiting en tape. Zo geraak je praktisch altijd uit de problemen. Nooit vergeten wanneer je er op uit trekt. Drie belangrijke dingen die in je rugzak niet mogen ontbreken. Morgen speel ik hier de finale. Daarom dat ik de Brabançonne vandaag al een weinig oefende: voor volk, voor vrijheid en voor (r)echt. Morgen rechtstaan als je mij hoort zingen. En hoe vals of hoe goed ik ook die tonen diep vanonder uit mijn maag haal, troost u, aan alle liedjes komt een einde: de mooie maar ook de lelijke. Morgen kom ik aan.
Achter mijn handen
DE PSYCHOLOOG IN MIJ
Je krijgt door de ervaring die je opbouwt snel van je patiënt informatie dat sommigen hun verhaal dringend kwijt willen. Aan eender wie, maar ze moeten het kunnen vertellen en ventileren. Het is zelfs zo dat vele verhalen hun eigen leven gaan leiden en daardoor verantwoordelijk kunnen geacht worden voor pijn en slecht functioneren van datzelfde lichaam. In het jargon noemt men zon aandoening al wel eens een psychosomatische klacht. Het lichaam en de geest leven niet volledig in harmonie en het fysieke gedeelte van ons organisme vertoont dan tekenen van slecht werkende functies. Ik geef maar een paar voorbeeldjes : spanningshoofdpijn, maagklachten, impotentie, overmatig zweten, nekklachten ter hoogte van de zevende nekwervel Het zijn zowat de meest courante. Maar ook hyperventilatie hoort daartoe, en al is deze aandoening niet meer dan een verzamelnaam van allerlei lichamelijke klachten, bij ons worden die ernstig genomen, behandeld en linken gelegd naar mogelijke oorzaken.
Zo kreeg ik Bram in behandeling. Een man tussen 50 en 60 jaar en op zijn werk gedumpt omwille van de fusie van zijn firma met een ander bedrijf, waardoor zijn functie wegviel. Het was een afdeling die instond voor de verkoop en commercialisatie van paramedische producten en medicatie. Het bedrijf hier in België vertegenwoordigde een grote multinationale farmaceutische firma met moederhuis in Amerika. De firma hier was verantwoordelijk voor de verkoop en promotie aan de lokale praktiserende artsen. Je kan je indenken dat dit een klein wereldje is. Wanneer je deze stiel dan een aantal decennia hebt uitgevoerd zal men je niet veel meer kunnen wijsmaken op gebied van werking, verkoop en promotie van je handelswaar.
Bram werd dus op brutale manier bedankt met een gouden handdruk, maar buiten de handdruk en het financieel plaatje was er toch het gevoel van ongeschiktheid, vervaldatum, onbruikbaarheid. Kortom, Bram zat in een fase van neerslachtigheid en aankondigende depressie.
Hij maakt bij mij een afspraak omwille van zeer harde en pijnlijke nekmusculatuur. Hoofdpijn en nekkrampen zijn een gevolg en hiermee kan moeilijk gewerkt worden. Bovendien zit hij in zijn vooropzeg van zes maanden en ook de fut, het enthousiasme en motivatie op zijn werk lijken ver zoek. Het verhaal dat hij op mijn massagetafel vertelt komt zonder iets te vragen. Verantwoordelijk daarvoor is waarschijnlijk een intense binnenwaartse druk naar boven toe. Bram klinkt ook waarlijk echt en vooral teleurgesteld in het gekregen respect om al die extra inspanningen die hij leverde voor zijn bedrijf, maar die te weinig werden opgemerkt. Ik antwoordde daarop dat zijn leeftijd ook wel een rol zal gespeeld hebben en dat hij het lang niet zo persoonlijk hoeft te nemen. De oudere werknemers in een bedrijf moeten meer worden betaald dan de jongere en laat het nu juist zo zijn dat zijn collega die hem vervangt een jonge snaak was tussen 30 en 40 jaar. Het loonkaartje en de bijhorende rekening is vrij snel gemaakt, niet toch?
Bram en ik hebben gedurende een achttal weken zonder het te beseffen een strategie opgebouwd om het verwerken van deze tegenslag. Ongeweten dat mijn luisteren in de eerste plaats helend heeft geholpen. Bram heeft me regelmatig op de te volgen weg gewezen en mij zelfs geleid in zijn therapie. Nimmer had hij de kans gehad om zijn verhaal eens diep uit de doeken te doen. Hij voelde zich na elk fragment van zijn verhaal tijdens elke sessie zo gesteund door een luisterend oor. Uiteindelijk zou hij wel hersteld zijn, alleen al met mijn manuele inbreng. Dat denk ik toch.
Elke keer ging Bram huiswaarts met een opdracht. Hij, als patiënt, leidde mij waarlijk naar het te behalen doel. Ik had letterlijk in zijn dossier neergeschreven dat deze man psychisch in een malaise zat en daaruit moest worden getild door fysieke inspanningen en mentale ontlasting. Inzicht in zijn situatie moest er komen via een objectieve en constructieve houding. Wat ik gebruikte was zijn sterke kant van ervaring en klantenbinding. Ik raadde Bram aan om bij alle veeartsen zoveel mogelijk ruchtbaarheid te geven van zijn ontslag bij de huidige werkgever. Bovendien mocht hij zich daarover niet schuldig voelen. Daarnaast gaf ik hem de raad om de concurrerende firmas signalen te geven van zijn ontslag. Hij moest zich fysiek versterken door zijn weerstand tegen vermoeidheid wat op te krikken. Uithoudingstraining heeft altijd effect op de endorfine in je hersenen. Endorfine heeft een positief effect op je goed gevoel.
Alle kleine adviezen droegen bij tot het resulterend eindeffect.
Bram werd, nog voor zijn zes maanden opzegtermijn voorbij waren, aangenomen bij een concurrerende firma zonder veel te moeten toegeven in zijn loon.
De firmawagen kreeg hij ook opnieuw. De meeste extralegale voordelen bleven behouden.
De veeartsen volgden massaal Bram zijn nieuw farmaceutisch product, althans producten met dezelfde in -en uitwerking.
Op een eerstvolgende sectorvergadering en professionele beurs kon hij spreekwoordelijke genoegdoening vinden door de vroegere firma een hak te zetten en veel van de oude klanten zeer vriendelijk weg te snoepen. Visueel zag de oude firma veel van hun klandizie sneuvelen met Bram bij de nieuwe firma. Onder hun neus kaapte Bram op een legale manier hun klanten.
De emotie en vooral het gevoel van onnuttig te zijn geworden maakte plaats voor een zeer deugddoend gevoel. Bram kreeg terug meer zelfrespect en tilde zijn eigen waardigheid naar een hoger niveau.
Het is pas omdat de echtgenote van Bram mij zelf bedankte dat ik over het verloop van deze behandeling ging nadenken. Ze bedankte me om het fysieke renovatiewerk, maar vooral om de psycholoog in mij. Bram was verschillende keren naar de praktijk vertrokken in een bui van neerslachtigheid en had dikwijls meer zin gehad om ernstig te zijn dan om te lachen. Bij zijn thuiskomst was het verschil regelmatig merkbaar geweest, vertelde Bram mijzelf.
Nu moet je weten dat wij de strategie om uit de impasse te geraken, echt gezamenlijk uitstippelden. Ik stelde iets voor en Bram nuanceerde het en bedacht een eigen vorm van dezelfde actie. Ook de onderhandelingen met de nieuwe werkgever hebben we samen meermaals besproken en vorm gegeven. Nooit heb ik gedurende mijn opleiding hier enige letter over onderwezen gekregen. Maar blijkbaar was er iets dat klikte tussen ons beiden en berustte mijn interactie op empathie.
Opnieuw had mijn gevoel mij niet in de steek gelaten.
Het ga je goed Bram op je andere werk, en ik ben er zeker van dat je het opnieuw goed zult doen.
Terug op een normale wandelweg zonder monsterfiles en min of meer alleen.
DAG 82: Vrijdag 20 juli 2018.
Onder mijn voeten: San Marcos Negreira 30.4 kilometer.
Terug op een normale wandelweg zonder monsterfiles en min of meer alleen.
Ik wil de lezer wat verduidelijken. Gisteren stonden we op de camping San Marco op een 7,5 kilometer van Compostella. Vandaag ben ik daar ook effectief te voet vertrokken. Maar omdat mijn vrouw niet zo ver kan stappen, - een licht vervormde voet vanwege artritis is de oorzaak- namen we samen gisteren de bus en bezochten alzo samen de binnenstad van Compostella. Ook gingen we dus allebei in de kathedraal dat kaarsje branden voor Rietje en éénieder van jullie. We keerden ook met de stadsbus terug. Maar vandaag legde ik dat traject van 7,5 kilometer dus te voet af en nam op het plein van de kathedraal even de tijd om te pronken voor het gekende Hotel Parador. Onderweg naar de kathedraal zie ik menig grote groep die zich enkele honderden meters voor het centrum verzamelen en voorbereiden om de laatste decameters te voet af te leggen. Ik maakte er een foto van. Mijn transit in Compostella ging dan ook onmiddellijk verder door naar de richting Finisterra. Weer zulk een wondermooi traject vandaag en zonder euforisch te worden, dit was weer een dagje alsof je een nieuwe wagen zou opblinken en in de showroom zou plaatsen. Wat een mooie natuur, wat een aangenaam parcours. De Eucalyptus ruikt nog beter dan al de vorige dagen samen. Ik wandelde alsof ik een sanatorium patiënt zou zijn. De geur van Vicks en allerlei gekende Eucalyptus derivaten zit in mijn neusgaten gebeiteld. Ik zal waarschijnlijk de volgende zeventien jaren gespaard blijven van verkoudheden en snotvallingen. Zoveel is zeker na deze overmatige dosis van gezonde snuif- en genotsgeur. De apotheekgeur kan hier letterlijk niet aan ruiken. Bij het verlaten van Compostella ga je door een plaatselijk parkje en het is hier dat mijn darmen kraken. Is het door de emotie, de afvallige gevoelens bij het zien van al dat commercieel gedoe, de nostalgische gevoelens naar het eenzaam lopen op paden die enkel voor de oprechte wandelaar zijn aangelegd ik weet het niet, maar ik zoek een rustig en bruikbaar plaatsje op om al dat darmgekraak om te zetten in een lozing en een risicoloze uitdrijvende taak. De felle wind blaast gelukkig in mijn aangezicht en dus weg van mijn rugzijde. De moeizame maar zo deugddoende taak krijgt een staartje, want tijdens het optrekken van mijn eerste broek blijf ik met één voet achter een braamtak hangen die blijkbaar in de grond vastgegroeid was en die ik niet opmerkte. Het gevolg was dat ik met rugzak en al op de aardoppervlakte te smoel ging. Gelukkig viel ik vooruit, ik hoef daar geen tekeningetje bij te maken zeker? De schouderlits van mijn rugzak trekt bij het neerploffen op de grond mijn rechter schouderkop wat naar opzij en achteren. Daar gaat mijn foutloos parcours dacht ik direct. Mijn schouderligament gekwetst tijdens een kak-activiteit. Leg dat maar eens uit aan een specialist of huisdokter. Ik begin er niet aan, en neem liever een pijnstillertje. Mijn verder wandelen verloopt echter zonder grote moeilijkheid al doet momenteel dit tikken op de laptop mij echt geen deugd. Onderweg ontmoet ik nog ruiters die ook allerlei wegeltjes gebruiken van de Camino. Ook zie je hier en daar schoenen en allerlei dingen langs de kant staan, die sommige Camino-lopers achterlaten als gebaar van loslaten. Even voor Negreira merk ik één der mooiste taferelen tot op heden op deze Camino. Een halfronde waterval stort zich enerzijds in de rivier, anderzijds in een zijwaarts geplaatste watermolen. De brug die ik hier over steek is van oude makelij en vormt samen met dit natuurlijk schouwspel de attractie van dit dorp. Heel veel toeristen lopen hier rond en ook ik maak een paar fotos. Prachtig en niet te beschrijven. Ik zet mij even neer en bekom van al die schoonheid.
Vanavond eten we een omelet van ei met champignons, look, boontjes, kalkoenfilet in stukjes, kaas en gehakt. Daar een stukje brood bij met de wijn die hier in de frigo goed werd gepositioneerd en alleman is hier weer tevree. Bij nadere berekening zit ik op dit ogenblik op 69 kilometer van mijn einddoel. Niet aftellen, maar wel bij de pinken blijven dat ik niet in Lissabon arriveer Maar stel je gerust er volgen nog 11 verhalen achter vandaag. Dus blijven lezen en wellicht herken je wel één of andere situatie. Groetjes aan een oververhit Herent en omgeving en tot morgen.
Achter mijn handen
BLACKIE, DE WILDE ZWARTE KAT
Regelmatig behandelde ik Maria, een buurvrouw, voor haar rug- en schouderklachten. De dame had een zwak voor dieren en net als ik, heel speciaal voor katten. Wanneer ik een poes zag, sprak ik er tegen en ze moest heus geen hoedje dragen om haar lief trachten aan te halen. Katten weten dat blijkbaar, want tot heden heb ik van niet één een krab gekregen of was er niet één die zich boos maakte op mijn aanhaligheid. Een kat kan ik niet voorbijgaan zonder ze eens zacht onder haar kin te wrijven, en het horen van het gezellig kattengespin is daarbij steeds mijn ultieme betrachting. Bij Maria thuis was dat ook zo.
Blackie was een vreemde en nogal wild uitziende kater van jeugdige leeftijd. Vechten met andere katten was zijn passie en waarschijnlijk kreeg hij guerrilla-technieken aangeleerd bij IS. Hij was aangeland bij Maria in de tuin en had van de bewoonster eten en drinken gekregen. Hij was dikwijls getekend door kwetsuren ten gevolge van één of andere worsteling met een soortgenoot. In het begin was hij heel schuchter geweest. Nooit zou hij komen eten terwijl Maria er stond op te zien. Geleidelijk aan werd de kater echter aanhankelijker tot hij zelfs al eens mee binnen in huis kwam via de veranda. In een later stadium bleef hij reeds binnen eten en nog later maakte de mannelijke poes zijn nestje in huis en kraakte hij de woning. Blackie werd geleidelijk aan een huiskat met heel propere manieren. Zich laten aanraken of strelen was er toen nog niet bij. Zo gauw ik aanbelde vluchtte hij onder de sofa of onder de kast. Al mijn loktechnieken ten spijt, kwam Blackie zolang ik in huis was niet te voorschijn.
Tot op een dag Maria na een zoveelste kwetsuur bij Blackie en dito bezoek aan de veearts een antibiotica pilletje moest aanreiken aan de vechtersbaas. Hij was echter verstandiger dan verwacht. Deze geciviliseerde kater spuwde het medicament telkens uit. In een vleesballetje, tussen twee laagjes kaas, vermorzeld tussen ander Kittekat eten en zelfs verpoederd, niets was mogelijk om dit pilletje naar de maag te leiden. Maria had heimelijk haar hoop op mij gesteld en Blackie in de kattenbench opgesloten. Toen ik aanbelde vroeg ze me of ik een manier wist om dit pilletje te kunnen toedienen. Ik wist wel raad.
Jack, mijn witte Jack Rusell, is razend kwaad op al wat vier poten heeft. Van kat tot koe, het moet eraan. Voor mensen en vooral voor kinderen is hij echter een waar voorbeeld van aanhankelijkheid, zachtheid en beminnelijkheid. Voor viervoeters een ware tragedie. Ooit heb ik de familiale verzekering moeten aanspreken omdat hij een Duitse Herder zodanig in de keel had gebeten dat het arme dier bij de veearts moest opgelapt worden en de wonde dicht genaaid werd. De hond, het slachtoffer, was viermaal zo groot als mijn klein mormel. Zo ging dat elke keer, als een andere hond in de buurt kwam, moest dat dier dood. Heel de aanvalsstrategie -en ritueel werd dan mooi ingekleurd door een schrikbarend gehuil en gekef van onze kleine. Hij krijste dan alsof hij zelf pijn had geleden. Zo werd alle onnodige aandacht naar mij toe getrokken en dat werkte vreselijk op mijn systeem. Ik kreeg dan meer aandacht van de omstaanders dan ik verdiende en lief had.
Een veearts heeft me toen een trucje geleerd. Je moet met je twee vingers heel diep in zijn keelgat gaan en zijn stembanden verhinderen om geluid voort te brengen. Naast de onaangename sensatie voor de hond zelf (hij gaat dan kokhalzen en krijgt er geen noot meer uit ) het bijkomend effect is dat hij een wapen is kwijtgespeeld. Ik heb deze truc slechts tweemaal moeten toepassen. De derde keer moest ik mijn twee vingers maar voor zijn neusgaten houden en het janken was gedaan. Hij heeft het nadien nooit meer gedaan, wel dreigende blikken en herhaaldelijk omkijken. Echter in stille modus, de klank op mute stand.
Toen ik Blackie zijn pilletje moest geven dacht ik aan de truc op onze Jack. Ik pakte de kat (met de nodige dosis vrees voor een kap van haar poot) bij haar nekvel. Met mijn andere hand duwde ik met duim en wijsvinger tussen de mondspleet het lippenvel langs beide kanten naar binnen en zowaar de poezenmond ging open, wijd open zelfs. Ik nam de pil en duwde die heel diep in de zichtbare keelholte. Blackie slikte éénmaal, nog een keer en weg was het medicijn. Waarschijnlijk heeft de kat haar hiernavolgende invrijheidsstelling geassocieerd met het Jack-maneuver. Sinds die dag kon ik hem aaien, aanspreken, aanraken en zelfs onder kin wrijven en strelen. Wat je niet zou verwachten, sinds die touché zijn we beste maatjes geworden.
Wanneer ik nu aanbel blijft den Blackie mooi in zijn zetel of op bed liggen en telkens is het alsof hij wacht op zijn mini-massage. Als hij van het baasje om één of andere reden niet buiten mag, komt hij aan mij vragen om de verandadeur te openen.
Blackie is voor mij het levende bewijs dat je zelfs de meest wilde poezen tot onderdanige lieve katjes kan bewerken. Je moet alleen maar het nodige geduld en voldoende lieve aandacht besteden aan deze viervoeters.
Tot nu toe blijft Blackie mijn eerste groet waardig en zal ik Maria pas behandelen nadat ik Blackie mijn goedendag heb gezegd en ik voel het, hij houdt van protocol.
Een kaarsje branden voor schielijk overleden Rietje, maar ook voor alle mensen die mij dierbaar zijn.
DAG 81: Donderdag 19 juli 2018.
Onder mijn voeten: Salceda – Santiago de Compostella 30,4 kilometer.
Een kaarsje branden voor schielijk overleden Rietje, maar ook voor alle mensen die mij dierbaar zijn.
Dit is waarlijk de koudste ochtend die we tot heden mochten beleven. De temperatuur komt niet boven de 14 graden uit, en bovendien hangt er fijne zever in de lucht. Om 07.00 uur tijdens de ochtendwandeling van onze “king of the divan” loop ik pal op enkele Compostella lopers die al zeer vroeg vertrokken in een vorig dorp. Zij wandelen in traditionele klederdracht, met lange bruine pelgrimsmantel, de pelgrimsstok, de varkensblaas en de schelp op de Napoleon hoed. Spijtig dat ik mijn fototoestel niet bij me had. Ik ben na een half uur zelf in versneld tempo vertrokken met de bedoeling hen in te halen, maar ik heb ze niet meer gezien. Deze tocht is zowat het kroonjuweel van al mijn gewandelde trippen tot heden toe. Het loopt hier letterlijk vol van de met bussen geleverde tieners en pubers die hier in Spanje jeugdkampen doormaken en één van de dagprogramma’s is het lopen van de laatste 25 kilometer naar Compostella. Ik ontmoet jongens uit Oregon en Canada, uit Madrid en Valencia, allen ondergaan hier een taalkamp (taalbad) samen met Spaanse jongeren. Zij mogen op bepaalde tijdstippen geen Engels praten en de Spanjaarden mogen dan op hun beurt op bepaalde momenten geen Spaans praten. Wel zingen ze samen liedjes van de Beatles, de Rolling Stones en andere internationale zangers. Geen enkel van Joe Harris of Samantha. Hele kilometers lang steek ik die groepen voorbij. Ze worden met luxe-bussen aangeleverd en de groepjes zijn ook zo herkenbaar aan de kleur en de reclame op de rugzakjes. Allen zijn ze wel goed opgevoed want geen kind dat mij niet groet. Ik wandel onderweg voorbij een bad installatie in arduin. Dit heb ik nog niet mogen opmerken onderweg. prachtig aangelegd langs de meander van een rivier die dit bad steeds van nieuw water voorziet. Hoe dichter ik Compostella nader hoe trager ik loop. Bijna gedaan ritst het door mijn hoofd. Ik zou tevreden moeten zijn dat we allen al zover zijn geraakt, maar de euforie die er zou moeten zijn, moet plaats ruimen voor het onbehagen door het besef dat aan dit groot feest weldra een einde komt. Ik koester mijn grote en plezierige memorabele ogenblikken. Dit pakt niemand mij nog af troost ik mijzelf in mijn gedachtegang. Er duiken overal meldingen op die voorbijgangers in dikke stift op palen, wegwijzers en betonnen stenen neerpennen. Ook kijk je regelmatig gewild of ongewild naar beeldhouwwerken die langs de kant van het traject werden neergepoot. Ik vind er een heel deel zeer goed geslaagd. In de hoofdstad van Asturië brandde ik voor Rietje (de echtgenote van Marcel) een kaarsje in de kathedraal van Compostella. Rietje behoort net als Marcel tot onze vriendenkring, maar was de laatste jaren wat uit de sociale circulatie geraakt omwille van een lange slepende ziekte. Steeds was zij een vriendelijke verschijning, bescheiden, een wijze en vriendelijke vrouw aan de zijde van Marcel. We zullen haar missen, maar zeer zeker gedenken om al wat we met haar mochten beleven. Aan de uitgebreide familie breng ik langs deze weg de oprecht gemeende deelneming over van Marie Rose en mezelf.
De camping waar we hier staan is net vandaag voor de eerste dag opnieuw geopend. Na blijkbaar een lange tijd verwaarlozing, wordt dit terrein nu volledig gesaneerd door de nieuwe eigenaar. Ook het sanitair, de restaurant, de grasperken en de onverharde wegen tussen de percelen zijn reeds duchtig onder de hand genomen. Het voldoet, maar er is nog zoveel werk, miserie, miserie. Maar het moet gezegd, je ziet al goed dat hier veel werk werd verzet. Morgen loop ik verder door naar Negreira en dan vat ik de vier laatste dagen aan. Vandaag aten we snijboontjes en gebakken aardappeltjes met ajuin (ze geven hier weer veel wind vannacht) en hamburgers. Alles zo lekker. Daar een wit fris en fruitig wijntje bij en de slaap zal weer niet moeten gezocht worden. Wellicht las u ook de mededeling die ik deed via facebook en ik dank alle die het bericht deelden. De bedoeling is de promotie van het boek nu reeds te beginnen in de hoop er 500 van verkocht te krijgen. Bloglezers zullen later wel meer en uitgebreide info verkrijgen. Ik stuur je nog een frisse knuffel vanuit een wreed verkoeld Compostella. Morgen wellicht beter.
Achter mijn handen
EEN VERHAAL OVER WAARDIG STERVEN
Charel was een zestiger. Hij leed aan blaaskanker. Zijn bed stond in de woonkamer zodat zijn vrouw hem steeds fysiek nabij was. In het begin van de ziekte was pijn niet de dominante factor in het ziektebeeld, doch gaandeweg werd de pijn een steeds meer doorslaggevende emotie die het zowel voor Charel als voor zijn echtgenote zeer zwaar maakte om te verwerken. De huisarts van het koppel was een goede man met een hart van goud. Germaine zei me dat hij waarschijnlijk een mislukt “ paterke “ was. Hij had heel veel empathie en was bekommerd om de gemoedsrust van zijn zieken, maar wat hij niet leek te begrijpen was dat pijn die diep in het binnenste zit, je bot en tegelijkertijd je ziel kan opvreten en kapot maken. Geen mens kan leven met pijn. Pijn is sterk bepalend voor je leefkwaliteit en je houding ten overstaan van je ziekte.
Charel vroeg op een dag om de dokter te bellen want hij had toch zoveel pijn. Zijn vrouw belde de arts en die meldde dat hij over een uurtje langs kwam. Charel had toen naderhand tegen haar geantwoord: “ge weet niet zeker hoe lang een uur duurt als je zo hevig pijn hebt”.
Toen Charel de dokter melding maakte dat deze ziekte langzaamaan zijn lijf aftakelde, haalde de arts zijn schouders op en antwoordde hij dat dit inderdaad de ziekte kenschetste.
Toen ook de vrouw na enige tijd haar beklag deed, over de onmenselijkheid van deze toestand en opzichtelijk een brochure op de eettafel legde van de organisatie “RECHT OP WAARDIG STERVEN” was de arts wellicht overmand en raadde hij aan de zieke naar het hospitaal over te brengen.
Charel lag eerst op een kamer met twee. Heeft de huisarts contact gehad met de palliatieve dienst van het hospitaal? Niemand die het weet, maar nog diezelfde avond verhuisde Charel naar een éénpersoonskamer met nog een apart bed voor de gast. Charel kreeg een baxter en de verpleging zei heel beleefd en vriendelijk tegen de echtgenote dat het voor mevrouw beter was om bij haar echtgenoot te blijven slapen die nacht.
Nog diezelfde nacht overleed Charel zachtjes in slaap zonder pijn en op menswaardige wijze. Heel rustig blies hij zijn laatste verlossende adem uit.
Germaine is 22 jaar na de dood van haar echtgenoot nog steeds overtuigd dat de brochure over recht op waardig sterven haar huisarts overhaalde om de doodstrijd van Charel een duwtje te geven. Het verdict was er, waarom zou je de termijn van pijn en afzien nodeloos verlengen.
De serene wijze van Charels’ heengaan is nu nog steeds voor Germaine een grote troost. Zij zou het iedereen durven aanraden om de artsen te duiden op hun verantwoordelijkheid om pijn tijdens de laatste levensfase uit te sluiten.
Wanneer je als terminale zieke in een comfortzone afscheid kan nemen is dit waardig voor alle partijen.
Lange tocht, maar ik kon er niet genoeg van krijgen: Eucalyptusbossen en steeneiken.
Bij het eerste ochtendgloren en mijn matinaal huidcontact met de buitenlucht had ik me gezworen om een pull met lange mouwen aan te trekken voor de wandeling aan te vatten. Ook de Jak was niet enthousiast, noch geneigd om bij deze ochtendlijke herfsttemperatuur zijn materie zomaar aan de natuur prijs te geven. Bibberend van de kou en de stress heeft hij na lang aandringen van mijn verbale aanmoedigingen dan toch maar zijn kakske geplaceerd, al was het niet met de nodige dosis interne druk, levendigheid en overgave. Maar het was er Mijn tocht vandaag was wederom een combinatie van twee dagen omdat ik gisteren ook al wat verder was gelopen dan gepland en zodoende kon ik op twee dagen de rit van drie dagen lopen. Het plan was te wandelen tot in Arzua en daar de Hiesentriets op hun nestje te verrassen. Het verliep ook zo. De weg was tot in Arzua ééntonig en haast 90% beton en asfalt. Net niet datgene wat je na zoveel natuurmoois daarvoor zou willen. Maar een pelgrimsroute houdt ook boetedoening in. Dus ik ging ervoor, fouten gemaakt of niet, boete zou ik doen. Haast 27 kilometer liep ik op betonnen wegen en asfalt. Je houdt dat niet voor mogelijk, maar hoe kranig moet die pelgrim zijn om dit te overleven. Gelukkig was het tweede deel van de tocht naar Salceda heel wat aantrekkelijker en zachter van terrein. Toen ik Arzua arriveerde had ik meteen mijn drinkbus opnieuw gevuld met fris water. Ik plaatste ze in mijn rugzak in het verkeerde vakje en zo gebeurt het dat je onderweg wil drinken en zoekt in de gewone ruimte van je rugzak. Niets te vinden en dus denk je dat je ze bent vergeten in de mobil home. Eénmaal aangekomen in Salceda ben je schots en scheel van de dorst en drink je je eigen haast een gebrek aan de frisse fles bruisend water omdat je in de mening verkeerd dat je de drinkbus in de motorhome bent vergeten. Bij het leegmaken van je rugzak merk je dan dat die drinkbus aan de andere zijde opgeborgen zat. Op zulke ogenblikken neem ik mezelf niet al te serieus want anders zou je onmiddellijk stoppen met dit avontuur. Goed gevuld voor morgen denk ik dan. Marie Rose laat ik dan ook in het ongewisse want ik vermoed dat ze mij deze dommigheid niet zou kunnen vergeven. Vandaag kwamen de twee Caminos samen: camino del Norte en de Camino Frances ontmoeten elkaar iets na Arzua. Ik heb het geweten: veel drukker en ook een ander soort wandelaars. Hier wandelen meer dagjestoeristen die minder met de natuur verbonden zijn maar meer het imago nastreven op de Camino te hebben gewandeld. Je merkt het aan hun minder gemotiveerde lichaamshouding. Ze slenteren over de weg en ook hun outfit spreekt boekdelen. Het schoeisel is dikwijls goed om drie dagen functioneel goed mee te gaan en hun kledij is niet aangepast om de klasse hoger aan inspanning aan te kunnen. De witte kousen en fashion zonnehoed verraden dat ze een schitterende move aan het uitvoeren zijn in hun eigen denkwereldje maar dit is eigenlijk hun eigen battle tussen hun ego en het natuur element warmte en lichamelijke conditie. De Nordik wandelstokken staan op de hoogte van een alpine ski stok, en dat is dan weer interessant voor mij, die wandelstokken zijn dus totaal niet functioneel van hoogte voor dit soort werk. Soms roep ik intern op mijn moeder als ik deze pijnlijke beeltenissen aanschouw. Niet dat ik aanstellerig wil overkomen, maar deze minimale inspanningen worden zo erg verzwaard door verkeerde materialen en verkeerde technieken. Maar, ik zwijg en roep enkel OHLA bij het passeren, en die OHLA klinkt lacherig en blij.... Op deze nieuwe Camino zie je ook per kilometer een blauwe vuilbak die steeds een leuze vermeldt. Dat is nieuw. Vorige tocht stonden die er nog niet. Ook de vele teksten op de wegwijzerpalen en de spreuken onderweg sluiten ook hier als nieuw item, aan bij deze Camino Frances. Dat zie je niet op de noordelijke weg. Ik passeer een wall of wishes. Je kan er je wens bijplaatsen en zo verkrijg je een lange lijst van muurwensen. Bij het voorbij lopen van een Camino bar, merk je één grote rij lege bierflesjes waar de eigenaar van de ledigende slikker zijn naam en datum mocht op vermelden in witte stift. Hier zijn al veel drinkers voorbij gelopen, blijkt. In Moxes kan ik het niet nalaten om toch een paar opnamen te maken van de abdij en aanhorende kapel. Onderweg hou ik de vinger op de knip om zeker niet verkeerd te lopen en gelukkig, want de Camino splitst hier met een meer noordelijk deel dat Arzua niet aandoet. De laatste 12 kilometer zweef ik onophoudelijk onder eucalyptusbomen en wandel ik een wandeling in de echte zin van het woord. Merkwaardig dat deze bossen zoveel overvloedige schaduw en koeling verschaffen. Zo koud het deze morgen was, zo warm is de dag ontwikkeld na 13.00 uur. Morgen rest mij door de interventie van vandaag nog 28 kilometer tot in de camping net voor Santiago. Dus waarschijnlijk kom ik Vrijdag aan in mijn tussenstation van Compostella. Ik laat het u zeker uitvoerig weten en dat daar wat fotos bij zullen zijn kan ik je verzekeren. Groetjes en stel het wel en zeker zo goed al ikzelf en de meiden alhier.
Onder mijn voeten: Vilalba Baamonde Miraz 32,8 kilometer
De laatste 100 kilometer tot Compostella.
We stonden gisteren op de parking van het gemeentelijk zwembad en dat had zijn voordeel. Een paar baantjes trekken in verfrissend azuurblauw water en daarna een uitgebreide wasbeurt onder de douche. Je voelt je dan als herboren. De overgang van wandelen naar zwemmen was even aanpassen. De beenspieren die in het water een ander soortelijk gewicht ondergaan samen met totaal andere spieren die mede in werking werden gesteld om je in het water voort te bewegen, dat was een kleine musculaire shock. Ik zwom slechts een 15 tal baantjes en hield het dan voor bekeken. Deze morgen waren er enige beenspieren, die ik tot heden toe nog niet had gevoeld, mede verantwoordelijk voor een licht gewijzigd gangpatroon. De eerste passen liep ik zoals een oude zeeman. Het gaat vanaf kilometer 1 flink steil omhoog, dus scherp de hoogte in. Blijven stilstaan is zoveel als achteruit neigen. Het doet pijn maar het voordeel is dat de top snel in het vizier komt. De wegeltjes lopen dwars door enkele oude boerderijen. Oud van gebouw, en oud van bewoners. De kippen lopen er voor je voeten samen met de hond en de kat en de kuikentjes. Het boerenpaard steekt even zijn hoofd en nek door de halve deur en verschiet zelfs niet van die ezel die hier omhoog geklauterd komt. De landbouw is hier echt niet in alles mee geëvolueerd. Ik zie oude landbouwwerktuigen die enkel dienen om door paard te worden getrokken. Ik merk ook zeer verouderde ploegen met één mes, hooikeerders die puur mechanisch werken op een riem die wordt bediend door een zwaar en groot vliegwiel. De aanhorende hofstede is niet meer te renoveren zelfs. De ijzeren roestige golfplaten die zonder enig patroon en dus wir-war over elkaar liggen, dienen als dakbedekking boven de schamele woonruimte. Oude arduinen drinkbakken, bedekt met mos en onkruid, ooit geplaatst als decoratie na een lange dienst als waterreservoir voor de hoevebeesten, dienen zelfs niet meer als versiersel van de gevel, maar zijn gedegradeerd tot ordinair oud vuil. Ik ontmoet een paar van deze decors, waarvan je denkt dat het helaas niet meer leefbaar zou zijn bij ons. En toch straalde het oude vrouwtje die ik groette met de typische olah- buenos dias heel veel blijheid en tevredenheid uit met de lichaamstaal die ze hanteerde: buenos dias senior- bueno Camino riep ze me vriendelijk terug, en terwijl wierp ze wat eten naar de scharrelende kip met kuikentjes naast haar. De paadjes zijn hier en daar van het erg smalle type en dienen meestal als verbinding tussen nationale wegen, maar ze houden ons op die manier van het drukke verkeer(vooral vrachtvervoer van bomen en commerciële distributie). Onderweg zie ik aan te aftelpalen dat de Camino mij meldt dat ik op minder dan 100 kilometer van Compostella ben genaderd. Het landschap is minder wijd en niet speciaal van het mooie type. Heel erg verschillend van wat we gisteren en eergisteren hebben gezien. Zo direct kan ik het voornaamste verschil geen naam geven, maar de schuin hellende weiden die eerder deze week naast ons opmerkten, zijn totaal verdwenen. Ook zijn er meer erg lokale kleine industriezones waar menig KMO- bedrijf de plaatselijke economie wat lucht en adem bezorgt. Echter, wanneer ik mijn bedenking een stem mag geven, wordt in dit Spanje precies niet erg graag en zeker niet hard gewerkt. Veel mensen zie ik s morgens, wanneer ik al een paar kilometer heb gelopen, naar hun werk rijden, hun kantoor binnenstappen, naar hun werkplaats lopen, hun winkelruimte openen, en het valt mij op hoe weinig werk-enthousiasme ik hier zie. Het valt me erg op, en ik betreur dat, want zulke attitude daar wordt je pas letterlijk ziek van. Spanjaarden zijn in hun werksituatie naar het cliënteel toe ook veelal niet erg vriendelijk en zullen je niet aanhalen. Je hebt vaak de indruk dat ze hun werk uitvoeren tegen of niet erg met de goesting. Het kan een verkeerde indruk zijn, maar meermaals heb ik mijn agitatie moeten onderdrukken om de mens achter de toog geen lik op stuk te bezorgen, na zijn onvriendelijke, onwelvoeglijke of zelfs niet-commerciële houding. Een speciale aandacht had ik voor de omheiningen van de weiden hier. De onderkant wordt mooi afgewerkt met rechtopstaande leiplaten, die niet elkaar niet overlappen, maar echter wel heel mooi naast elkaar aansluiten. Heel secuur en geen simpel vakwerk. Wat we eten vandaag: ik weet het niet, want de dames zijn gaan winkelen en de inspiratie is steeds zonder enige twijfel zeer goed aan de hand van wat ze zien liggen in de etalage. Als ik één of andere dag hier crash zal het niet aan het eten hebben gelegen. Ook niet in de tijd van Walter, steeds heb ik het hier volledig naar de zin en geen enkele reden om over wat dan ook te klagen. Iedereen die me begeleide heeft me eigenlijk in de watten gelegd, en dat is nu ook weer niet de bedoeling geweest, al ben ik de begeleiders daar heel dankbaar om. Ik wikkel daar geen doekjes rond, en zoek daar niets achter, maar zonder Walter, zonder Marie Rose en Sonja, zou dit avontuur zijn gevolg niet hebben gekend. Dit kan je niet doen zonder even op adem te komen na je tocht en op sommige vlakken wat daadwerkelijk geholpen te worden. Ik dank uitgebreid Walter en de Hiesentriets, en vind zelf dat ik dit niet genoeg kan herhalen. Dit afhaspelen zonder enig letsel of moeilijkheid is niet zo natuurlijk en zeker niet zo vanzelfsprekend als menig mens zou denken, maar zo afhankelijk van mensen die je omringen. Morgen naar de monniken in Moxes en daarna zitten we samen met de pelgrims die de Camino Frances lopen. Dat zal wellicht een cultuurshock veroorzaken want hier is het rustig en kalm, de andere Camino is erger dan Scherpenheuvel in de meimaand. Ik vertel het je wel.
Achter mijn handen
MIJN TROUWSTE PATIËNT
Albert is nu 82 jaar en vanaf zijn 45 jaar is hij elke week tweemaal onder mijn handen geweest. Elke dinsdag en elke vrijdag om 12.00 uur bied ik mij bij Albert aan om zijn rug te behandelen.
Het begon met een acute lumbago en zoals Albert toen binnen kwam in de praktijk heb ik nog niet veel mensen de revue zien passeren. De man kon haast geen voet voor de andere zetten en zelfs met twee wandelstokken was de afstand van de wagen tot de voordeur een zware opgave. De patiënt was toen nog reiziger en verkocht maatpakken van Oostende tot Luik en van Bastenaken tot in Hasselt. Heel lange trajecten zittend in de wagen was niet echt bevorderlijk voor de reeds zwaar gehavende rug van deze mindervalide persoon. Dit had zijn reden. Albert was in zijn jeugd een tuberculosepatiënt geweest en die bacil had zich genesteld op de linkerheup. Orthopedisten hebben toen dat heupgewricht immobiel gemaakt, zodat dit dijbeen in het bekken niet meer kon bewegen. Albert ging dus met een stijve heup en ook in de wagen zitten gebeurde steeds met een gestrekt been en de romp heel ver achterover. Eigenlijk reed de man constant in half lig. Zo is het dus te verklaren dat zijn rug totaal verkeerd belast werd en daardoor bepaalde wervels regelmatig in een verkeerde richting werden gedrukt. Als jongeling bracht Albert ook verscheidene jaren door in verschillende sanatoria waar hij in het Franse landsgedeelte de Franse taal heel goed leerde spreken. Ook in Oostende verbleef hij enkele jaren als kind om de tuberculosebacil te overmeesteren. Pas op zijn vijftiende werd hij genezen verklaard.
Albert had het verkopen in zich en moest buiten de verplaatsingen zelf niet al te veel moeite doen om zijn klantenbestand op te bouwen. Zijn service aan huis en zijn geduld samen met zijn vriendelijkheid, maakten dat de klanten onderling mondeling genoeg reclame maakten. Zijn zaak floreerde en al gauw begon de handelsreiziger een eigen zaak in Leuven in maatpakken en fashion kledij. Ook dat was een schot in de roos. Al gauw kwam er een tweede winkel bij in Aarschot en zelfs een derde winkel die zich specialiseerde in mannenhemden. Het was hard werken en dikwijls laat thuiskomen. De bezieling echter waarmee de kostuumverkoper zijn handel dreef was erg aanstekelijk. Veel Leuvenaars hingen aan zijn lippen en in kringen van zelfstandigen is hij nog steeds een graag geziene figuur.
Albert werd dus na die acute lumbago behandeld en kwam daar gelukkig vrij snel overheen. De patiënt werd echter zo angstig van nieuwe acute rugpijnen dat hij me vroeg of ik die rug niet kon behandelen zodat het risico op herval in de toekomst toch zou afnemen. Ik verwittigde dat deze preventiekuur geen blanco cheque was om recidieven uit te sluiten, maar dat een regelmatige massage met bijhorende spierversterking en stabilisatie een garantie boden op minder kans tot herval.
Hij engageerde zich sinds die eerste interventie op een onderhoudsbehandeling van twee maal per week. Zeer therapietrouw en zeer gemotiveerd. Sinds die onderhoudsbehandeling heeft Albert geen acute aanval meer gehad. Wel ondervindt hij regelmatig kleine dreigpijnen maar echte ischias of lumbago brak niet meer door.
Even was er paniek vorig jaar. Na een wekenlange maagklacht bleek dat hij plots een massale maagbloeding had. In allerijl werd hij opgenomen. We dachten toen allen dat het verhaal van Albert hier zou eindigen. De man was zo verzwakt en zo afgetakeld dat hij een drietal weken op de dienst intensieve zorgen moest verblijven. Daarna volgden nog twee weken hospitaal op een gewone kamer. Hij heeft toen een groot aantal zakjes bloed gekregen die hem er terug bovenop hebben geholpen. Nog steeds moet ik aandringen op zijn dagelijkse minuten beweging. Hij is daar moeilijk toe te motiveren. Ik zie maar één uitleg en hij beaamt dat: het bloed moet afkomstig zijn van een luiaard of dan toch van een zeer inactief persoon, want weinig of zelfs niet bewegen zit hem nu precies in de genen.
Albert is nu 82 jaar en nog steeds verzorg ik zijn rug tweemaal per week. We zijn ondertussen vrienden geworden en zowel het reilen en zeilen bij hem thuis als bij ons thuis wordt als animatiegesprek gevoerd. Wanneer ik een weekje verlof neem is dit een ware ravage in het gestructureerde leven van mijn patiënt. Gelukkig heb ik een dochter wiens stijl en massagekracht heel erg lijkt op de mijne en kan ik dus mijn Joker inzetten op de rug van Albert.
Toch is hij altijd blij wanneer de vertrouwde handen en vingers terug zijn rug efleureren.
Onder mijn voeten: Mondonedo – Vilalba 35,8 kilometer.
Vive tu vida como quieras recuerda que solo tienes una: Leef je leven, beseffend dat je er maar één hebt.
Mijn kuitjes worden ’s morgens gestrekt voor ik opsta. Ze doen nog pijn en wellicht zijn het naweeën van de zware tocht gisteren. Vandaag zou het niet echt minder worden, maar dat zijn zorgen voor later als ik terug te been ben. Eerst mijn ochtendritueel met de hond, mijn toilettage, mijn voeten-tape-ritueel en andere sanitaire plichtplegingen. Het is me reeds een paar keer opgevallen dat ik bij aanvang van een tocht, denk dat het vandaag onderweg niet zo goed zal gaan. Echter na kilometer vier, vijf gaat het dan toch wel goed, opvallend goed. Met een pittig tempo van 6 tot 6,2 kilometer per uur gaat het dan wel goed. Waarschijnlijk heeft dat te maken met de opwarming en betere doorbloeding van de spieren na enige tijd beweging. Ik ontmoet vandaag opvallend weinig medewandelaars. Vier heb ik er ontmoet, en dat is naar gangbare normen op deze camino, wel erg weinig. De vergelijkbare inspanning die ik over drie jaar wandelde op de Camino Frances is en blijft volgens mijn denken zo een 30% lichter. Deze weg is een droomweg voor natuurliefhebbers en voer voor digitale beeldjesmakers, maar anderzijds denk ik dat hij toch wel veel zwaarder is. Er zijn een paar monsters van heuvels bij, die op het einde nogal hevig opwaartse tepeltjes vertonen (weet je nog Jos: de Sugar Love) en dat maakt de algemeenheid van de inspanning toch wel intensiever. Vandaag was er een plaats die over 450 meter afstand een hoogte deed winnen van 124 meter. Dat wil zeggen dat je over die afstand ongeveer 27,5 % stijging onder je zooltjes verwerkt. Laat maar komen denk je dan. Het zweet breekt dan uit je lijf en spat dartelend in het rond en moest dit lopende transpiratiewater dan lawaai kunnen maken zou je spreken van druppels met luchtbellen die “pletsen” tegen de grond. Het zweet vertrekt dan vanuit je hoofdhuid en sluipt door je haar en loopt langs de achterbuurten van je nek door over je schouder, maakt zelfs geen transit op je lenden en bereikt via je werkmansspleet de pijpen van je broek, waarna het een terminal maakt aan de rand van je kousen. Je handen staan met rimpels van het langsgelopen vocht en je vingernagels hangen er slapjes bij. Drinken is dan de opdracht en zo komt het dat ik bij berekening achteraf regelmatig op een opgedronken vochtsaldo van om en bij de vier tot vijf liter terecht kom. De geuren die ik opsnuif in deze Eucalyptus bossen zijn een mengeling van vochtige humus en gedroogde bladeren van deze soort. Af en toe komt daar een typische paardengeur (vooral de uitwerpselen) de zaak wat opfleuren en ook de slappe geur van drogend hooi heeft me al enkele keren verbaasd. De sterke geur van een rottend kreng in de kant en de koeienshit waar je soms letterlijk op de weg doorwaad zijn odeurs die je doen smachten naar wat XL-Paris. Gisteren stonden wij op een camperplaats van Mondonedo, recht tegenover een bruine volkscafé. Het was ruim 01.00 uur in de nacht eer die tooghangers daar wat minder geluid begonnen te maken bij het doorslikken van hun gerstenat. Ook een caféruzie kwam er aan te pas en blauwe zwaailichten. Ikzelf heb er mijn slaap niet om gelaten, maar Marie Rose is met enig ongerust gevoel toch maar kort tegen mij aangekropen. Naast onze camper stond een kleine camionette met een Spaanse leuze op geschilderd. Ik kon het niet laten u deze boodschap ook door te sturen. De vertaling is vrij gebeurd en zonder expertise van een tolk. Nog welgeteld 132 kilometer ben ik verwijderd van Compostella. Het vermoeden krijgt gestalte dat ik zaterdag aan de kathedraal zal staan. Dan scheiden mij nog 4 wandeldagen van Finisterra. Let op, de blog loopt door tot aankomst thuis en dat zal rond 4 of 5 augustus zijn. Blijven volgen, want binnenkort volgt er nieuws in verband met de persvoorstelling van het boek.
Ludo, mijn eerste en trouwe vriend vanuit de sportschool Ter Borcht in Meulebeke, waar wij als leerlingen toch, (over het lerarenkorps laat ik me niet uit) zoveel goeds hebben geleerd en waar ons aller teer lichaampje bij aanvang, tot een volwaardig mannelijk vruchtbeginsel werd omgevormd, schreef me nog een bericht in verband met mijn blog. Ik recht inderdaad mijn verkesterde rug en besef maar al te goed dat aan elk feestje (hier is dat feestje) ook een einde komt. Wat zal het weer moeilijk afkicken worden. De bezorgdheid om binnen een drietal weken terug in een totaal andere wereld te zullen functioneren neemt toe en vreet heel geniepig aan mijn reserve volume positieve energie. Ik doe mijn best Ludo om kalm te blijven en nog volop te genieten van de tijd die mij hier in Spanje nog rest. Dit is een paradijs voor mensen die zich één willen voelen met natuurlijke omgevingen. Dit is voor u, voor wandelaars, voor mij een omgeving en een tijd om te koesteren. Normaal zouden we deze avond een pizza eten, maar het stadscentrum is ons te druk. We eten de restjes van de voorbije dagen op en zullen in een minder drukke omgeving wel een Italiaans plat groententaartje weten te verorberen. Desnoods doen we dat in Leuven in de Muntstraat. Morgen eens een heel licht tochtje, de moeite niet om eraan te beginnen, maar uit eerlijkheid doe ik het toch. Er wordt naar Baamonde gewandeld over 22 kilometer en er hoeven maar 240 meters te worden geklommen. Heel wat minder dan de 824 van vandaag. Hou je taai en op tijd iets drinken….
Achter mijn handen
MIJN EERSTE MAAR ZEKER NIET MIJN LAATSTE SLECHTE BETALER
Waarschijnlijk ga je bij dit verhaal wat ongemakkelijk in je zetel zitten en geloof je niet wat er staat.
Maar luister naar deze vertelling van ongemene maatschappelijke profiteurs die parasiteren op de huid van hen die wel enig maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel bezitten. En ik bevestig u uit eigen ondervinding dat je deze soort van leeglopers overal tegen het lijf kan lopen. Ze kennen het woord schaamte niet. Ze voelen zich zo genomen door de omgeving en klagen erover dat ze in deze wereld geen eerlijke kans kregen.
Hier volgt het verhaal.
Pierre werkte bij de groep Waterleidingen in Leuven aan het Herbert Hooverplein. Hij was woonachtig in Herent en woonde aan de brug in Wijgmaal vlak naast het café “De Sportvrienden”. Een uitgelezen plaats voor hem, want dan kon hij haast van aan de toog zijn bedsprei omhoog trekken over zijn dronken gelaat. Hij was een reguliere gast die elke avond profetische woorden verkondigde en allen die erbij stonden haast deed geloven dat elke druppel die uit hun kraantje liep, er was dank zij hem. Van werken had hij helaas geen eelt op zijn handen gekregen, en van te drinken helaas een uitgedroogde lever. De man komt op voorschrift van zijn huisarts bij mij in behandeling voor een pijnlijke rug ten gevolge van artrose op de kleine gewrichtjes van zijn lendenwervels (facetartrose ter hoogte van de lumbale wervelzuil). Hij laat zich 9 maal behandelen en komt zoals dat hoort bij zulke lui, met een regelmaat van een klok vijf tot tien minuten te laat, nooit te vroeg. Elke verontschuldiging is goed om zijn te late aankomst voeding en schuld te geven. Nog meer geërgerd voelde ik me, omdat de man in ziekteverlof was en zijn eisen stelde om zeker niet voor tien uur in de ochtend op het appel te moeten verschijnen. Na zijn negende maal vraagt hij een speciale gunst. Slecht bij kas, een financieel zware maand gehad, een paar onvoorziene uitgaven, redenen dus genoeg om de rekening te vragen en deze te mogen incasseren bij de mutualiteit alvorens te betalen. Hij beloofde me te zullen betalen eenmaal de ziekenkas de terugbetaalde som op zijn rekening had gestort. Zo zou de som die hij moest betalen aan mij minder groot zijn en dus financieel beter te dragen. Ik stemde toe en gaf hem zijn papiertje van de mutualiteit. In zijn dossier had hij vermeld geen telefoon te bezitten. Na een maand was Pierre nog steeds niet komen betalen. Ik stapte dus maar eens ter plaatse af en belde aan. Wetende dat hij thuis was en achter het gordijn was komen piepen speelde de man niet thuis. In het café ernaast was hij vaste stamgast en toen ik daar informatie vroeg bleek ik niet de enige te zijn waar hij schulden had. In het café was hij niet welkom meer tot hij zijn creditrekening had aangezuiverd. Ik schreef nog enkele brieven waaronder twee aangetekende, maar Pierre bleef halsstarrig zwijgen en bleek niet thuis te zijn.
Er verliepen enkele maanden, ik denk zelfs een jaar of twee, maar daar ben ik helemaal niet zeker van.
Tot op de dag dat ik mijnheer de schuldenaar tegen het lijf loop in de herberg waar wij met de fietsclub maandelijks vergaderen. Mijn adrenaline schiet bij vlokken en beken door mijn bloedbaan en nogal menens luidop en zonder schaamte vraag ik aan Pierre of hij nog van plan is zijn schuld bij mij te komen vereffenen voor zijn behandeling destijds. Die man bekijkt mij met een air maar met de meest onschuldige ogen die geen enkele professionele artiest zou kunnen nadoen. Hij overschouwt mijn wezen en komt zelfs dichterbij. Hij antwoordt mij:
HIJ: “Mijnheer, ik heb niet de eer u te kennen, laat staan bij u in de schuld te staan. Mag ik bovendien eens weten over welke behandeling en betaling gij dat hier eigenlijk hebt?”
IK: “kinesitherapeutische behandeling van uw rugklacht op voorschrift van uw huisarts”.
HIJ: “Zie ik er nu uit als iemand die zijn rug moet laten behandelen? Nog nooit had ik pijn in mijn rug. Maar ik denk te weten waar het probleem zit. Jij verwart mijn persoon met die van mijn tweelingbroer. Eéneiige tweeling. Wij kunnen soms ons eigen zelf niet uit elkaar houden, zo trekken wij op elkaar. Dus ik neem u ook niet kwalijk dat je mij verwart met mijn broer.”
IK: Ik denk, Pierre, dat ge mij iets wijs maakt. Uw zogenaamde broer heeft mij nooit iets verteld van een tweelingbroer. Durft gij uw identiteitskaart tonen?”
HIJ: Enigszins gepikeerd en een klein beetje meer decibels gebruikend : Luister eens goed he maatje, als gij beweert dat ik bij u in behandeling ben geweest, dan ben jij het in de eerste plaats die dat moet bewijzen. En voor zo’n onnozelheden laat ik zeker mijn pas niet zien. Daar is geen sprake van. Ga naar de politie en dien een klacht in tegen mij, dan kan ik nog eens lachen. Zij mogen mijn paspoort wel opvragen. Aan u laat ik niets zien, want gij kunt mij daar niet toe verplichten.”
IK: Ik voel enige spanning in de lucht en wil ten allen prijzen een fysieke escalatie vermijden. “ Luister, als het inderdaad is zoals gij hier komt vertellen, dan bied ik U mijn verontschuldigingen aan. Maar ik heb een heel sterk vermoeden dat je met al je theatraal gedoe mij hier voor de tweede keer in het zak aan ’t zetten bent.”
HIJ: “Ik zou het ten zeerste waarderen dat je mij over die zaak met mijn broer niet meer aanspreekt, en mij hier rustig en vredig mijn pintjes laat drinken.”
Ondertussen werd ons geanimeerd gesprek met veel aandacht gevolgd door een paar van zijn kompanen. Ik zag ook heel duidelijk aan wiens kant die zouden staan, moest de waarheid hier toch aan het licht komen. Omdat ik de situatie liever niet op de spits wou drijven, heb ik de dialoog gelaten voor wat hij was en gunde ik hem de verbale overwinning. Met mijn lichaamstaal en licht toegeknepen ogen maakte ik Pierre echter wel duidelijk dat ik zijn leugen doorhad. Ook maakte ik met mijn wijsvinger een horizontale beweging van links naar rechts over mijn adamsappel. Dat laatste moet indruk hebben gemaakt want Pierre dronk zijn pint leeg, nam zijn jas van de haak, betaalde en ging buiten zonder omzien.
Na de vergadering vroeg ik aan de cafébaas of Pierre inderdaad nog een tweelingbroer had.
Het antwoord van de waard was heel duidelijk: “gisteren niet, vandaag niet en morgen heel zeker ook niet. Hij gebruikt die list al jaren en komt er altijd even gemakkelijk van af.”
Om te spreken over patiënten en hun acteertalenten. Tot op heden toe wacht ik nog steeds op mijn ereloon. Ik liet echter niet na de huisarts te verwittigen van Pierre zijn malafide praktijk. Ik verklaarde ook aan de huisarts dat ik dit soort patiënten nooit nog een heilzame vinger zal aanreiken, zelfs niet indien dat zou gelijken op schuldig verzuim.