40 jaar kinesitherapie praktijk - 95 dagen wandelfeest.
29-04-2018
De dag dat de regen mijn goesting niet kon beïnvloeden.
DAG 2: Zondag 29 april 2018
Onder mijn voeten: Waver Kasteelbrakel 30,4 km
Om 08.30 regende het in Herent okkernoten grote waterdruppels op ons voetpad. Bij de eerste oogopslag krulde mijn bovenlip tot bijna aan mijn twee neusgaten. De goesting was er wel, de motivatie was er ook, maar de omstandigheden waren niet bijster goed te noemen. Ik besluit om mij in Waver te laten droppen en te vertrekken met een plastieken cape over mijn rugzak en hoofd. Het water viel in emmertjes maar ik bleef lekker droog. Dat was althans wat ik verhoopte en ook de bedoeling was. Maar al gauw na een uur wandelen was mijn cape aan de binnenzijde net zo nat als de buitenkant. Ik zweette als een paard en dampte als een rund. De cape werd uitgedaan en ik besliste door te wandelen met een wandelshirt. Als het regent word ik nat van het hemelwater, als het niet regent word ik toch even nat van te zweten. De keuze was dus niet zo moeilijk. Nat worden was mijn lot. Ik rekende uit dat het ongeveer een 30 kilometer stappen was vandaag en dat ik uitgerekend nog 2 shirts mee had in mijn rugzak. Dus om de 10 kilometer kon ik mij omkleden en voorzien van droge kledij. Zo geschiedde ook.
Gisterenavond zijn mijn kids me komen uitwuiven. Mijn zoon Kris had in Titanium 2 mooie schelpen gemaakt met daarin de woorden: Onder mijn voeten en achter mijn handen. Ik was er een beetje van gepakt. Van Joke en Annemieke kreeg ik een tweede wandelhemd met korte mouwen. Te schoon eigenlijk om mee te wandelen. Ge durft dat bijna niet vuil te maken, zo een mooi gekleed hemdeke.
Ik marcheerde een heel grote tijd door allerlei gemeentelijke domeinen van Lasne, La Hulpe, Woutersbrakel. Ze waren allen zeer mooi onderhouden. Het meeste indruk op mij maakte het natuurdomein van Braine lAlleud. De boshyacinten stonden in bloem en verspreidden een heerlijke geur maar vormden ook een prachtig natuurlijk decor. Ondertussen was het minder gaan regenen en kon ik zelfs genieten van een hoogmoedig zonnetje. De hemel witgrijs, maar hier en daar toch een optimistisch straaltje dat mijn geluk nog groter maakte. Eigenlijk had die regen niet zoveel invloed op mijn tocht, want eenmaal ik aan het stappen was kon de vreugd weer niet op. Waals Brabant is echt de moeite waard om eens te verkennen. Bovendien zeggen alle mensen op straat er vriendelijk goedendag tegen elkaar, bonjour.
Ik ontving enkele heel toffe reacties op de blog. Dank aan Jan in het verre Spanje, omwille van zijn heel aanmoedigende woorden. Ook een dikke merci aan Jette en Pierre. Hun tocht die ze gisteren mee wandelden moet hen heel veel deugd hebben bezorgd. Ook Guy, tekenaar als hobbyist, heeft mij in het Spaans een memorabele tocht gewenst. Ik heb dan maar in Het Spaans-Italiaans geantwoord. Joppe en Vicky geloven er ook in dat ik het halen zal. Positieve denkers zijn altijd welkom.
Ik kom aan in Kasteelbrakel en besluit van grote dorst een pint te gaan drinken in de taverne Le Chateau. Dat ge aan den toog hangt zien ze allemaal, maar dat ge daarvoor dertig kilometer moest stappen hebben ze niet gezien he .
Mijn trouwe vriend Walter was zo goed om me in Kasteelbrakel op te pikken en terug naar huis te voeren. Morgenvroeg vatten we de derde tocht aan in generale repetitie. Walter zal de eerste maal met de motorhome rijden. Gelukkig maken veel pendelaars de brug en hoeven ze niet op de baan Hij zet mij af aan het beginpunt en wacht me daarna me terug op in Hove. Van een trouwe dienaar gesproken.
Achter mijn handen: TIJD, GELD EN GOESTING
Germain was een tachtiger zoals er nu wel meer mensen te vinden zijn. Hij was een honderd ten honderd self-made man. In Herent was hij zich komen vestigen om er een eigen zelfstandige zaak op te richten samen met zijn drie kinderen. Hij specialiseerde zich in het vervaardigen en automatiseren van kerkuurwerken. Grote raderwerken en mensen-hoge wijzers stonden regelmatig uitgestald tegen de voorgevel van zijn atelier in Herent. De zaken gingen heel goed want de opdrachten liepen binnen zoals het water in huis bij een overstroming. Engeland, Frankrijk, Amerika, China, ja zelfs Japan behoorden tot de operatieve regios. Kortom Germain, samen met de medewerkers verdienden goed hun kost door hard te werken, inventief te ondernemen en erg gespecialiseerde producten op de markt te brengen.
West-Vlaming zijnde vertelde hij mij ooit het volgende verhaal:
Als kind groeide ik op in Lo, tegen Ieper en niet zo ver van Nieuwpoort. Als kleine jongen was ik gek van boten. Als ik langs het kanaal een boot voorbij zag varen bleef ik staan, liep hem achterna, zwaaide naar de stuurman en trachtte ik ofwel verbaal, zo niet, visueel, contact te houden met het schip. Wanneer ik woensdag en zaterdag middag van school thuis kwam wierp ik mijn boekentas in de hoek van de kamer en reed met mijn verhakkeld fietsje naar Nieuwpoort. Ik zat dan op die bank (ze staat er immers nog) naar al die jachten te staren en te dromen. Dromen, want ik bedacht hoeveel geld zulk een boot wel moest kosten. Ik mijmerde dan: Ach Germain, ge hebt tijd genoeg voor een boot, ge hebt goesting genoeg voor een boot, maar ge hebt geen geld hé makker.
De zaken liepen dus goed eenmaal ik in Herent gevestigd was. Het geld stroomde binnen en financieel was er nooit een probleem. Ik reed dan soms in een weekend wel eens naar Lo, mijn ouders bezoeken. Met een ommetje reisde ik dan eerst naar Nieuwpoort en zette me samen met mijn vrouwtje op die bank. Turend naar die schepen dacht ik dan: Germain, ge hebt nog altijd die goesting voor een boot, ge hebt nu het geld voor een boot, maar ge hebt geen tijd om die boot te besturen of te onderhouden. Dus stel het nog maar even uit.
Mijn ouders zijn nu lang gestorven, mijn vrouwtje is dood en ikzelf ben op pensioen. Ik rij regelmatig naar het graf van mijn ouders in Lo, echter niet zonder een lusje te breien via Nieuwpoort. Ik zet me dan terug neer op die verweerde bank, denkend: Germain, ge hebt nu tijd ten over voor een boot, ge hebt nu geld genoeg voor eender welke boot, maar die goesting? Het vlammetje is er niet meer. Ik heb echt geen zin meer.
Hij besloot met een pedagogische vingerwijzing naar mij. Als je goesting, tijd of geld hebt in het leven moet je prioriteiten stellen want er zal wel altijd een of andere parameter in het verhaal voorkomen die maakt dat jouw doelstelling niet zo eenvoudig wordt bereikt. Wanneer je het ook maar enigszins kan, moet je doen waar je zin in hebt. Durven ondernemen want wat passeerde ben je kwijt voor altijd. Ik denk nog zo dikwijls aan Germain zijn verhaal.
Om kwart na acht komt ons Joke de keuken binnen en is verwonderd dat ik nog zo rustig een kop koffie zit te drinken. We vertrekken om 08.30 aan het gemeentehuis, zegt ze. Ik dacht dat jij hier ongeduldig zat te ijsberen. Waarom zou ik dat dan wel doen?
Ik haast mij in mijn stapschoenen en zelfs 5 minuten te vroeg zijn we op de parking achter het gemeentehuis. Mijn verbazing was groot wanneer ik daar een aantal mensen zie staan die mij een goede reis komen wensen. Mario wilde een paar fotos nemen en ook Herman Bellemans was er om me een goede reis te wensen. Mariakke van Dré herinnerde mij er ook aan dat ik heelhuids moest terugkeren. Geen probleem zei ik Cecile was er haar echtgenoot Erik komen droppen, want die gaat mee wandelen tot in Waver. Zo ook Pierre, Gudy en Hans en ons Joke. Andre, mijn buurman van in de Wittevrouwestraat wandelde mee tot in Sint Joris Weert. Jette, de vrouw van Pierre, José alsook Johan 2 en Marie Therese wandelden mee tot in Korbeek-Dijle en gingen daarna samen de bloempjes eens deftig buiten zetten in de Saint Jean aan de Zoete waters.
Het ging van Herent naar het Mollekensveld, en via de wandelweg naast de E-40 naar de Tervuursesteenweg richting Egenhoven. Vandaar via het Dijlepad langs Korbeek-Dijle naar de Dode Beemden in Neerijse. Ottenburg werd doorkruist en dan werd Waver bereikt. Het weer was ons zeer gunstig gezind. Buiten een heel miniem zeverbuitje en wat geprevel mochten we niet klagen over nattigheid. Over ons eigen transpiratievocht niet gesproken, natuurlijk. Onderweg trakteerden de oevers van de Dijle ons op een verstoorde buizerd. Hij verliet zijn observatiepost omdat onze aanwezigheid hem duidelijk stoorde. De door een bever half afgeknabbelde boom die tergend dreigend zou gaan breken. Ook de dode adder die op voetweg in stukjes was gereden hebben we nauwkeurig bestudeerd. In Nethen hebben we gegeten. Vijf van de groep langs de Nederlandstalige kant van de taalgrens, ikzelf gezeten op een brughoofd langs de Franstalige zijde. Het was in Ottenburg dat we een tijdlang wandelden over vlonders. Dit zijn houten planken die een twintigtal centimeter boven de grond worden bevestigd zodat wandelaars eenvoudig en gemakkelijk met droge voeten over een drassig gebied kunnen wandelen.
Ondertussen kreeg ik van Timo Gielis en Jan Van Hemelrijck het heuglijke nieuws binnen dat mijn tekst van de praktijkverhalen 100% verbeterd is en klaar is om bij de blog mee te sturen. Ik dank beide heren nog eens speciaal om hun genereuze geste, want fouten schrijven is geen kunst, maar ze verbeteren, daarvoor moet je wel uit speciaal hout gesneden zijn. Dank Jan en Timo voor zoveel moeite en werk.
Waver werd bereikt rond 14.30 uur en vermits de trein naar Leuven toch pas een uur later vertrok, zijn we met ons zessen in La vielle Liege (een moef kot) de dorstige kelen gaan lessen met één van de stevige nationale biertjes van enkele graden meer dan het normale. Morgen met volle moed van Waver naar Kasteelbrakel. Daar doet Walter als trouwe vazal zijn intrede en komt hij mij vergezellen in Braine Chateaux. Ik doe u het relaas.
Achter mijn handen: DE NET NIET HETE TAS KOFFIE OP EEN KOUDE WINTERDAG
Putje winter was het. Februari 1979. De huisbezoeken regen zich als de bolletjes van een paternoster in een groot lint doorheen mijn praktijkdag. Geen mens die zich durfde wagen op de openbare weg omwille van het gladde wegdek en de bijtende kou. Dus wordt de revalidatiespecialist gevraagd om toch maar zelf naar de patiënt te komen. Ik weet nog dat de motor van mijn wagen gans die dag tijdens de huisbezoeken niet werd stilgelegd, want opnieuw starten in de vrieskou was Russische roulette. Doet hij het of doet hij het niet. Ik speelde die hele dag op zekerheid en liet de motor toertjes maken op ralenti.
Ludovica liet mij binnen en observeerde heel vluchtig mijn verkilde lichaamstaal. Ik kon het echt niet verbergen dat mijn handen en pootjes koud verstijfd de oorzaak waren van mijn oncomfortabel gevoel. Dat had de mevrouw ook snel gezien.
De koffiepot zoals wij die vandaag al lang niet meer kennen, stond met het droog katoenen beursje te sus-zingen op de kolenkachel. Er was toen nog lang geen sprake van een automatisch koffiezetapparaat, Senseo koffie, laat staan espressomachine. Hier stond de gewoon groen geëmailleerde koffiepot op de stoof. Een ganse voormiddag bleef hij boven op de roodgloeiende vuurhaard van de feu-continu staan. Er was ook de daaraan onafscheidelijk geassocieerde melodie van het zacht sissende deuntje van de opgewarmde, juist niet kokende koffie.
Nu komt de clou: de mevrouw stelde mij voor om toch eerst van haar opgewarmde koffie te gebruiken zodat ik wat kleur zou krijgen. Een grote kop werd uit de keukenkast naar de voorste plaats gebracht. Met een dikke keukenhandschoen werd de pot vastgegrepen bij het krommend handvat en hevelde de mevrouw het zwarte vocht zeer handig over naar de tas.
Dampen als van een chemische reactie afkomstig, vullen de ruimte boven de tafel als een mist die zich over een veenlandschap openvouwt. Enigszins verbaasd en zonder zich tot mij te richten, vraagt de vrouw zich af of deze koffie niet te heet zou zijn voor consumptie.
Ze neemt met beide handen (waarvan eentje nog steeds omzwachteld met de beschermende handschoen) de kom volop rond vast en slurpt even van het hete brouwsel. Nadat deze slok naar binnen gewerkt is, wordt de hete kom terug op de tafel geplaatst en meldt het dametje fier en voldaan: Neen, net niet te heet, ge kunt er van drinken.
Ik heb die tas leeggedronken, want goed bedoelde acties wil ik kaderen in hun juiste context, hoe verkeerd het signaal ook moge geweest zijn de geste van warme koffie aan te bieden was zo lief en warm menselijk bedoeld. Geen haar op mijn toen nog weelderige haarbos, dacht eraan om aan deze mevrouw haar goede bedoeling te twijfelen.
Trouwens de koffie was heus niet zo slecht.
Mijn laatste werkweek als kinesist zit erop! Maar geen zwart gat dat mij opwacht....
Vrijdag 27 april 2018.
Onder mijn voeten: Mijn laatste werkweek als kinesist zit erop! Maar geen zwart gat dat mij opwacht.
Mijn laatste behandeling voor het grote avontuur zal aanvatten, zit erop. Het wordt dus ernst, pure ernst vanaf nu. Geen weg meer terug en toch geeft het mij een voldaan gevoel om de praktijk met een volledige gesorteerd klassement te kunnen achterlaten. Mijn collega's hebben mij heel enthousiast uitgewuifd en bezorgden me ei zo na nog een kropje in mijn keel door mij een puur "first-class" wandelhemd cadeau te doen. Ik zou me haast gaan inhouden om erin te zweten, puur uit respect voor zulk een tof geschenk. Spoelen in een beek en terug aandoen, want het moet niet worden gestreken en de plooitjes zijn erin gedrukt zodat opvouwen gewoon de te volgen rimpels inhoudt. Het droogt zoals een zakdoek, en die zijn bij mij toch nooit lang nat, dus mijn voetreis start in een zeer goed gesternte. Van hieruit: Filip, Niels, Marike, Femke en Joke: bedankt en heel veel waardering om jullie gebaar.
Morgenvroeg om 08.30 vertrek ik samen met een groepje uitwuivers naar Waver. Daar breng ik uiteraard morgenavond verslag van uit samen met het eerste verhaal uit mijn praktijkervaring.
Mag ik jullie allen hartelijk welkom heten op de meest positieve blog van het halfrond. Het wordt 93 dagen feesten, lachen, vermaken, dipjes met wederopstanding, smullen en amuseren. Ik gun het u allen om er mee van te genieten.
Achter mijn handen : VOORWOORD.
Het zit er aan te komen. De eindmeet is in zicht: het traject van een carrière die je behoedzaam opbouwde van dag één tot de laatste dag en dat je dit deed op eigen verantwoordelijkheid. Geen baas die je richtlijnen geeft, geen CEO die je ter verantwoording roept, geen HR-afdeling die met jou onderhandelt over arbeidsmodaliteiten, professionele houding, werksfeer en nog meer van die hedendaagse dure woorden. Buiten de jaarlijkse belastingen die nu éénmaal iedereen moet betalen is er niemand die uw activiteiten evalueert. Behalve de patiënten zelf dan
Een praktijk runnen recht vanuit je hart, onderbuik, benen en vooral handen was voor mij als een roeping. Het was me gegund. Ik durf haast geen namen te noemen als het op danken aankomt. Echter, weet heel goed, waarde lezer, dat achter deze handen een sterke echtgenote stond die meermaals de zeilen thuis alleen moest hijsen omdat er nu éénmaal Heilige prioriteiten waren ontstaan rond en binnen het kiné-gebeuren. Telkens wanneer ik me repte voor de patiënt, was er altijd iemand die daar genoegen moest mee nemen, hoe brutaal dit ook klinkt, het was zo. De aanpassing waarover een partner moet beschikken om de zorgverstrekker zijn taak in rust en peis te kunnen laten uitvoeren, grensde heel regelmatig aan het ontoelaatbare.
Zo ontstond er geregeld de drang om hier en daar een voorvalletje dat indruk maakte op mij, op ons gezin, op mijn partner of op mijn collega, even in het kort te noteren op een gemaakt Exel- bestandje. Ik noteerde meer dan 90 verhaaltjes. Vertellingen bol van volkse humor en intrieste realiteit. Stories van happy-endings maar ook ontroostbare levenseindes. Verslagen ontstaan uit pure frustraties omwille van een hoogmoedig ontoegankelijk medisch bastion. Historiek ontstaan uit mijn drieste impulsiviteit en gebrek aan (komedianten) diplomatie. En toch blijft deze lectuur een positieve boodschap omdat het beroep van de kinesitherapeut tot één van de mooiste professies op aarde was, is en blijft.
De meeste frustraties (ontstaan door een manke communicatie met kinesitherapievoorschrijvers) worden overvleugeld door de schoonheid van mijn stiel en de zeer nauwe band met veel patiënten.
Evenveel verhaaltjes dus als dagen waarop ik ga wandelen naar mijn doel, Finistère. Het gat was gemaakt. Ik had zo graag mijn voldoening over mijn beroep, mijn zorgenkind, mijn passie en mijn streven, weer een beetje onsterfelijk willen maken. Wellicht heb ik het supergraag gedaan en betekent voor mij mensen verzorgen in de ruime zin van het woord (de genen op mijn chromosomen kunnen er niet om liegen), een tweede natuur die me bovendien erg dierbaar is. Ik heb het steeds zo graag, zo goed willen doen. Een groot deel van mijn goed gevoel tijdens mijn werk werd gevoed door een voldaan praktijkgevoel.
Vele momenten uit mijn job-tijd moeten worden gekoesterd. Talloze zalige ogenblikken wil ik niet kunnen vergeten en daarom schreef ik ze neer. Meteen een ideale gelegenheid opdat je er mee van zou kunnen genieten. Het zij u allen gegund.
Dit boek is echter geen kunstwerk. Verwacht geen literaire hoogstandjes. Bescheidenheid als verteller overstijgt de verhalen en zonder te beweren dat het een creatieve schepping zou zijn. Met een glimlach wil ik u veel situaties doen herkennen.
Een Nobelprijs is hier niet aan mij besteed, daarom is dit verhaal te basaal, en is ook de woordkeuze te beperkt en te eenvoudig. Dat maakt ook het verschil tussen een kunstenaar en mij.
Daarenboven had ik er zo graag een win-win situatie van gemaakt. Er is nog zoveel nood aan bijstand in uw, in mijn omgeving. En laat ons eerlijk zijn. Waarschijnlijk kennen wij elkaar, en hoogst waarschijnlijk zie jij dat ik het goed heb en zie ik dat jij het goed hebt. Maar heb je al eens achter sommige gordijntjes mogen kijken? Dan zou je ook wel opmerken dat er nood is aan onze uit de mouwen gestoken handen.
Laat ons ons gelukkig zijn en het ons comfortabel goedbevinden toch maar wat delen met hen die minder geluk hebben. Het kleine steentje dat je bijdraagt door dit boek te kopen schenk ik aan Oostrem, zodat zij die daar hun dagen doorbrengen met minder fysieke mogelijkheden, met minder mentaal prestatievermogen, en zeker met minder maatschappelijke mogelijkheden ervan genieten en de grens van ons medeleven zullen kunnen vinden. Doe het uit dankbaarheid omdat uw en onze kinderen daar niet hoeven oud te worden. Je zal er bovendien tweemaal plezier aan beleven. Een kijkje achter de schermen in de praktijk (vandaar de titel: achter mijn handen) en bovendien kan je volop mee genieten van zoveel professionele voldoening, achter mijn handen.
Laat mijn gedeelde belevenissen met u, waarde lezer u overspoelen met een golf van enthousiasme, positief gerichte ondersteuning van en voor gelijk welke mens, en vooral veel dankbaarheid dat we dit alles nog genietend kunnen en mogen beleven.
Op mijn beurt dank ik u om uw gebaar.
Op zondag 22 april besloot ik samen met MRose naar de markt in Heist Op Den Berg te gaan. Zij met de wagen en ik te voet.
Vertrokken rond 7.00 uur en het was ongeveer een 22 kilometer wandelen . Het weer was wagenwijd open en zachte flikkeringen weerkaatsten op de waterplassen die ik vanaf Werchter passeerde. Een ochtend on net als boer Wortel van Felix Timmermans te denken: "Wat kan er nu nog mooier zijn op zulk een mooie ochtend, zwanger van zon en dauw, blootsvoets door het graan te wandelen en te denken, boerke wat ben jij een gelukkig mens dat je dit kan doen". Ik heb het ook gedacht en besef maar al te goed dat we niet veel nodig hebben om voldaan te zijn.
Doorheen Rotselaar, Tremelo, Grootlo, Schriek en Heist OD Berg liep ik bezweet en met guitige tred naar het einddoel: de markt van Heist. Eenmaal ter plekke rond 1030 uur werd ik vergast op een regelrechte plonsbui van eerste categorie. Op de kasseikoppen plensde het water dat luchtbellen er achter bleven. Deze oude vrouwen regen kon geen kwaad, want ondertussen was de echtgenote al aangekomen en had ik me wijselijk ontdaan van mijn bezwete kledij.
Niets last van de ribben, niets last van de voetjes, alleen het ademfabriek liet met de distributie van de noodzakelijke zuurstof nog wat steken vallen. Ik was zowaar hier en daar wat buiten adem en dat is niet van mijn gewoonte tijdens de wandeling. Wellicht zal de recente bronchitis daar ook wel voor iets tussen zitten.
Ik heb zonet de volgers van de blog een berichtje gestuurd met de melding dat vanaf vrijdagavond het voorwoord van mijn boek de openbaarheid in vliegt. Er zullen 93 verhalen over mijn tochten en mijn praktijk de mensheid bereiken. Ik ben echt wel benieuwd wat lezers er over gaan denken. Ikzelf ben zeker tevreden over mijn teksten, en al klinkt het ijdel, het is niet zo mijn bedoeling. Maar eens je inspiratie het vel papier heeft bereikt krijg je als auteur ook wel voldoening om je zoveel gedeelde ervaring met de anonieme lezer.
Donderdag wordt de motothome klaar gemaakt en zaterdag vat dan de eerste tocht aan. Mijn kousen stinken van de goesting en de kuitspieren wriemelen als wormpjes van ongeduld.
Ik vertel wel hoe het me verging.