40 jaar kinesitherapie praktijk - 95 dagen wandelfeest.
01-07-2018
Waar de koeien en de paarden tussen de pelgrims lopen.
DAG 64: Zondag 1 juli 2018
Onder mijn voeten: Castro-Urdiales Loredo 31,4 kilometer.
Waar de koeien en de paarden tussen de pelgrims lopen.
Op het logboek stond dat de afstand een 30 kilometer zou zijn, maar in werkelijkheid waren het er 31,4. Ook vergat ik in het begin mijn GPS-registratie in te schakelen waardoor ik steeds anderhalve kilometer meer moest rekenen. Dat was een beetje ingewikkeld. Maar het parcours, ik blijf erbij, was weer zo uitzonderlijk mooi. Het eerste en het laatste kwartier werd de kustlijn gevolgd, alles er tussen in werd gevuld met bossen en weiden. Ik zie in de verte een bootje met een kleine kapitein die op een zondagmorgen aan het vissen is. De Cantabrische kust op een zondag morgen. Kan het nog idyllischer worden? De ondergrond zou vandaag het verschil maken. Er werd gewandeld over plaveien, puntige rotsblokjes, zandgrond, aardewegen, asfalt en zelfs modder van leem. Ook de bouwtrend die ik hier vandaag een paar keer opmerk heeft veel weg van de gekende Oostenrijkse Tiroler chalet. Regelmatig zie ik zulke chalets langs de kant staan. De mensen zijn hier heel vriendelijk, althans tegen mij. Toen ik bleef staan bij een bejaarde man die rustig vanop zijn stoel met een elektrisch kliefhamertje boomstronken van de Steeneik aan het klieven was, zette hij prompt de machine stil en begon een heel verhaal tegen mij te vertellen over de soort van dit hout en de duurzaamheid en de gedraaide nerven die het klieven zo moeilijk maken. Het opbranden van hout is zeer verschillend. Deze steeneik is uitermate geschikt om je te verwarmen via een kachel. Het hout brandt zeer langzaam en de calorische waarde is zeer groot. Toch ongelooflijk dat ik die Spanjool verstond, want ze praten nog sneller als ik en hun spraak is gelijk aan het geluid van een ratelende mitraillette. Na een tijdje loopt het pad opwaarts naar het zuiden en dus landinwaarts. Ik moet een weidepoort zelf openen en ook zelf sluiten. Eerst dacht ik aan een oplossing om loslopend wild binnen die zone te houden. Echter na enige tijd beland ik midden tussen de grazende koeien en jonge stiertjes. Blijkbaar zijn die beesten hier meer gewoon want ze maken geen aanstalten om mij te bedreigen noch aan te vallen. Wanneer er een bruine koe met een nog bruiner gat midden op mijn gaanpad staat, zwaai ik een paar maal met mijn pet en dat is reeds voldoende om haar tussen de struiken te jagen. Zij en ik lopen verder elk in onze eigen richting, ik met de rugzak en zij met een buikzak onder haar corpus. Er wacht mij echter een minder aangename taak. Ik moet deze berg over. Via een aardenweg die pas aan diggelen is gereden door een landbouwvoertuig met rupsbanden, wordt dit strookje om op te wandelen echt wel acrobatenwerk. Gans de ondergrond van leem is open gereten en vormt door de felle regen van gisteren een haast ondoorwaadbare modderbrij. Bijkomend probleem is de inclinatie van de bodem die op sommige ogenblikken toch wel 15 % aanduidt. Dan kom je boven op de top en wegen je schoenen wel vier maal zo zwaar van al die gele leem die kleeft aan je schoenzolen zoals Zoetemelk destijds aan het wiel van Merckx. Geleidelijk aan, door het wandelen tussen gras en onkruid kan je je van dat smerig boeltje ontdoen, maar zelfs je kousen en kuiten blijven smerig en door het zweet vang je zelfs modder langs de binnenkant in je wandelsokken. Ik loop langs de aardenweg naar het dal en kom op een betonwegeltje een eerste huis tegen. Er stond daar plots een paard in de gang. Het grazende dier was zich van geen kwaad bewust. Wel moest het zich even verplaatsen om mij een veilige doorgang te bieden. Het internationale kchchchc heeft ook hier geholpen. Het beestje zette zich wat schuin en heeft mij geen poot in de weg gezet.
Wanneer ik in de stad Laredo aankom is dit inderdaad een stad waar naast de naam ook in het centrum muziek in zit. Er is straatanimatie met allerlei artiesten en bij ééntje ervan kan ik het niet nalaten een cent te werpen in het mandje. Ze hadden via nylon draadjes een viertal poppen aan elkaar vastgemaakt op zulk een ludieke en zeer creatieve wijze, dat wanneer de eerste touwenpop bewoog al de anderen op het ritme van de muziek mee dansten. Heel ingenieus. Vanavond eten we pasta met kaassaus en prei met daarbij gemarineerde kippenfilet.
Morgen vertrek ik in Laredo en wandel tot in Guenes over 28 kilometer of ietsje meer? Mag ik Guido verwittigen dat hij zijn pen al maar klaar legt want zowel zijn eerste pentekening als de tweede worden voorzien om in de boek gepubliceerd te worden. Je beste handje klaar zetten he Guy. Guy is een patiënt die heel veel van zijn frustraties en emoties uit zijn lijf jaagt via klaarheldere en subtiel mooie pentekeningen. Het feit dat hij mijn verhalen condenseert tot één tekening maakt zijn werk alleen al uniek. Aan de andere Guy van Sacacorchos zeg ik dank want de Spanjekenner heeft me weeral een goede voorzet gegeven over de wijnkeuze in deze streek. Ik weet u nu al te zeggen Guy, dat die Rioja wijn die je aanhaalt inderdaad heel lekker is. Eergisteren nog geproefd in het restaurant van de pelgrimsmenu. Ik schrijf nu op het bestelpapiertje de Godella wijn en verwittig de senioritas dat ze enkel mogen proeven bij thuiskomst en onder bescherming en begeleiding van mijn aanwezigheid. Tot de volgende vertelsels.
Achter mijn handen
EEN GEVANGENISBEZOEK
Bij een huisbezoek loop je de kans dat je pad gekruist wordt door de dienst verpleging omdat meestal de bezoeken aan huis plegen uitgevoerd te worden omdat de patiënt zich niet kan verplaatsen. Dikwijls zijn daar mensen bij die thuis ook moeten verpleegd worden omwille van hun wonde(n) of ziekte. Zo ontstaat er al gauw een kring van kennissen bij de verpleegsters en verplegers die je opbouwt en waarmee je puur professioneel goede banden onderhoudt, al was het maar om praktische afspraken wat te vereenvoudigen. Er zijn op die manier binnen de verpleegwereld van zelfstandigen en Witgele kruis een groot aantal collegas die we bij voornaam aanspreken en die we binnen ons en hun vakgebied regelmatig interpelleren om een probleem bij eender welke patiënt te helpen oplossen. Hier en daar werd er zelfs afgesproken om samen met de verpleging een patiënt te helpen draaien in bed, te helpen bij de transfer van de zetel naar het bed en eventueel een dringende medicatie tijdens onze behandeling te helpen aanreiken. Het was zeer eenvoudig en aangenaam als je elkaar voor zon dingen aanspreekbaar kon maken, en zo lang ik werkte had ik met alle ziekenverplegers een zeer goede relatie. Natuurlijk waren er individuen waar de relatie iets verder reikte dan gewoon een babbeltje of een vraag. Ook waren er verzorgers waar het contact niet zo intens verliep.
Jean-Philip was zo een verpleegkundige waar het mee klikte. In een bepaalde periode liepen we allebei op een zekere locatie elkaar dagelijks tegen het lijf omwille van een omslachtige behandeling bij een mevrouw met verscheidene breuken en erg gecompliceerde wonden. Zijn behandeling liep al snel uit tot drie kwartier en soms nog langer. Toen ik dan aankwam in het huis maakte ik tijdens de verzorging door de verpleger een rustige babbel over koetjes en kalfjes, over het gezin, over het beroep, over vervelend doktersgedrag, over de onderverloning of over zijn paarden. We hadden wel altijd een onderwerp en we vonden elkaar in onze filosofische gesprekken vrij eenvoudig terug op dezelfde golflengte. Heel de duurtijd van mijn praktijk is Jean-Philip me regelmatig tegengekomen en ik hem. En even regelmatig hadden we telefonisch contact over patiënten en startende behandelingen. Hij was ook de verpleger die iets naast zijn taak durfde uit te voeren voor zijn zieken. Zo ging de goedhartige verpleger regelmatig medicatie ophalen in de apotheek, bracht hij al eens een brood mee voor de patiënt en deelde hij gekregen groenten van de boer uit tijdens zijn huisbezoeken. Wanneer de patiënt een kinesitherapeut nodig had prees hij mij loyaal aan en omgekeerd bij een vraag naar een verpleging prees ik hem aan bij mijn patiënt, al was hij meestal wel de eerste die bij de zieke thuis op bezoek kwam. We vormden haast een therapeutische tandem.
Er is in het leven van Jean-Philip iets fout gelopen. Er werd hem een delict ten laste gelegd waar ik over schuld of onschuld niet durf te oordelen. Ik hoef dat gelukkig ook niet te doen. Hij werd aangehouden en zat enige tijd in voorarrest in de hulpgevangenis van Leuven.
Toen kwam er een brief van hem op mijn thuisadres. Zijn vraag of ik eens wou langskomen, kwam niet echt onverwacht. Innerlijk had ik deze persoonlijke To Do altijd naar de rechter kolom verschoven. Ik geraakte er voor mezelf niet helemaal uit omdat ik Jean-Philip in de cel niet kon kaderen in mijn vriendschap van weleer. Eigenaardig vind ik dat nog steeds.
Je kan er enkel bezoek afleggen op verzoek van de gedetineerde zelf en daaromtrent zijn er bepaalde procedures voorgeschreven. Je komt niet zomaar binnen in de bajes en je bent er niet altijd even welkom. Ik ging in op het verzoek en sprak een bepaalde dag en uur af zodat de cipiers konden verwittigd worden van mijn visite.
Mijn vriend daar te zien in die omstandigheid heeft op mij een diepe indruk gemaakt. Ik ben daar dagen mee bezig geweest. Je verwacht die persoon niet in zon situatie. Constant ben je tussen de twee oren aan het corrigeren, ben je wat je ziet en wat je voelt, wist en denkt aan het plaatsen in de context waar het hoort. Maar met deze context kan je je niet verzoenen want zo ken je de Jean-Philip niet. Hij hoort daar precies niet thuis.
Ook de behandeling van je eigen persoon: je komt binnen en moet onmiddellijk al je spullen zoals autosleutels, smartphone, portefeuille, juwelen en dergelijke afgeven. Dan moet je je vingerafdruk maken en wordt er nog een foto van je gemaakt. In indianenpas (alle bezoekers achter elkaar op één rij) mag je dan tussen twee cipiers (ééntje vooraan en ééntje achteraan) naar een grotere ruimte waar tafeltjes en stoelen staan. Eén cipier blijft aan de ingangsdeur staan om al wat er wordt gezegd te registreren. Privacy zero! De andere cipier staat aan de deur waarlangs de gevangenen binnengeleid worden. Ook achter elkaar in een grijs plunje. De eerste beelden van mijn vriend waren abominabel. Hij was erg vermagerd en zijn aangezicht was plots 10 tot 15 jaar ouder. Hij was nerveus en stamelde een paar eerste woorden. Ik weet ze niet juist meer te herhalen, maar het kwam erop neer dat wie zou gedacht hebben om elkaar hier ooit nog eens te moeten ontmoeten.
Vrij snel liep het gesprek vlotter en verhaalde hij me zijn dagen in jail en kwamen er vragen over onze gemeenschappelijke patiënten. Over wat de vooruitzichten waren en wat er allemaal komt kijken bij een gevangenisverblijf. De verkoop van de wagen en de woonst, de betaling van de advocaat en de sociale gevolgen in verband met zijn werk en burgerrechten. Hij had heel veel zorgen die niet onmiddellijk konden worden opgelost. En ik maakte regelmatig tijdens dat gesprek de bedenking dat een mens mag misdaan hebben wat maar kan, maar dat deze situatie mentaal overleven echt geen eenvoudige opdracht kan zijn. Er kwamen traantjes aan te pas en ik achtte mij gelukkig dat ik na enige tijd dit bezoek-oord weer kon verlaten. Ik had met Jean-Philip nooit één probleem gehad. En wie zonder zonden is mag gerust de eerste steen werpen. Hier en nu in deze situatie zijn er geen winnaars. Wanneer je in een penitentiehuis terechtkomt is er boete en is er treurigheid. Dit verdriet heeft echter niets om handen met het verdriet dat we dagelijks in ons beroep tegenkomen. Ik moest mezelf dwingen deze droefheid zijn specifieke plaats te geven en dat heeft wel enkele dagen geduurd.
Bij het buitengaan was ik zo verbouwereerd dat ik enkele van mijn persoonlijke spullen vergat mee te nemen. Zo stond ik aan de wagen zonder mijn vergeten sleutels en kon ik voor een tweede keer die dag aanbellen aan de hulpgevangenis. En ik die mezelf zonet gezworen had er alles aan te doen om hier nooit meer te moeten binnenkomen. Ik zie Jean-Philip nog enkele keren en weet mij verlicht in mijn wrang gevoel omdat dit schouderklopje haast zoveel waard is dan een reanimatie bij een hartfalen. Moed Jean-Philip, er komen zeker betere tijden. Jean-Philip moet nog twee jaar overleven en komt dan waarschijnlijk vervroegd vrij. Zijn straf is dan een geheelde wonde waarvan het litteken één grote streep van wild vlees zal nalaten. Wellicht zal zijn maatschappelijke straf nooit eindigen!
Er was nog zoveel goeds te doen in onze stiel Jean-Philip!
Goodbye Baskenland, welkom in Cantabrië met zijn Picos, Santander, Altamira grotschilderingen, koeien op de wei tot aan de zee, het groen toerisme en de prachtige natuurreservaten.
DAG 63: Zaterdag 30 juni 2018.
Onder mijn voeten: Pobena Castro-Urdiales 24,7 kilometer.
Goodbye Baskenland, welkom in Cantabrië met zijn Picos, Santander, Altamira grotschilderingen, koeien op de wei tot aan de zee, het groen toerisme en de prachtige natuurreservaten.
Ik verlaat om 08.04 uur Pobena en weinige tijd later ook het Baskenland. De ruige natuur met zijn bossen op de heuvels maken plots plaats voor weilanden die de koeien haast doen herkauwen in het zeewater. Ik wandel ongeveer twee uren aan de Cantabrische kust en kan mijn ogen niet afhouden van de 11 wachtende zeeschepen die in volle zee hun nummer moeten afwachten die de toegang tot de haven van Bilbao toelaat. De hemel boven de zee voorspelt niet veel goeds, nochtans is de temperatuur tussen de 25 en de 28 graden en doet de zeebries mij nog altijd veel deugd. Heel veel wandelende senioren kom ik hier tegen. Allen zeggen ze vriendelijk Ola. Sommigen voegen er dan nog de Buenos dios aan toe, maar dat is alleen weggelegd voor de meer socialen. Wat ik opmerk langs deze wandelweg zijn de vele ruïnes en overblijfsels van vroegere woningen. Totaal vervallen en in onherstelbare staat achtergelaten. Zo zijn er ook de overblijfsels van een aquaduct die staan te pronken rechts van de weg. De kliffen alhier doen mij meermaals denken aan de tijd dat ik samen met Jos in Ierland wandelde. Deze kust is in vele facetten te vergelijken met Ierland, alleen is het hier warmer en zijn de woningen korter bij de zee gebouwd. Dat zag je Ierland niet zo veel. Wanneer ik even onoplettend ben en rechtdoor wandel waar ik normaal rechts af moest slaan kom ik aan een heel pittoresk plaatsje. Het is een oude wasplaats vlak naast een bron. Die natuurlijke waterspuwer fungeert dan als spoelwatertoevoer voor een overdekt waterbekken. Zelf vind ik de foto geslaagd voor wat hij moest weergeven. Op die kustweg zijn er veel kleine boerderijen die trachten te overleven door het kweken van groenten voor eigen gebruik en kleine stallingen met wat vee. Dat cantabrië geen kleine provincie is getuigt een bordje dat me wijs maakt dat de Sint Jacobsroute hier 185 kilometer door loopt. Een heel stuk van het parcours vandaag liep over een oude spoorlijn die ijzererts vervoerde: de via verde El Piquillo. Ik kan het niet laten om even een foto te maken van een landtong die zo tekenend mooi in zee uitmondt. Even later ben ik de gelukkige wandelaar door een eucalyptusbos. De geur verraadde de bomensoort. Terwijl ik deze berg vol eucalyptusbomen aan het trotseren ben moet ik tot twee maal toe een loslopende hond van mij afschudden. Niet dat ze agressief waren, helemaal niet zelfs. Maar ze blijven naast je lopen alsof je hun baasje bent. Espania, el pays del perros libros. Nochtans zie je hier ook bedroevende scènes van honden die de ganse dag aan de ketting liggen achter een hekken en je triest en troosteloos aankijken wanneer jij hen passeert. Je ziet ze denken: ik wil hier weg, neem mij mee Ik passeer dan meestal zo rap mogelijk en indien ik mijn havermoutkoekjes in mijn broekzak heb, durf ik al eens een stukje aan die honden geven. Sorry Hilde, maar dit is ook voor een goed werk. De aankomst in Castro-Urdiales loopt ook over een oude mijnspoorlijn: de Via verde Traslavina. Het is duidelijk dat deze stad een rijk verleden heeft gekend. De woningen en infrastructuur zijn geweldig hedendaags en ook het commercieel centrum met zijn verscheidene grootwarenhuizen verraden dat hier rijk volk woont. Samen met Santander, Laredo en San Vincente de la Barquera vormt deze plaats de quatre villas del mar, een verbond van de vier grootste Cantabrische havensteden. Wanneer je vanuit de oude spoorlijn plots op het strand terecht komt is het wel even wennen. Ik kan visueel genieten van al die strandliggers, half ontblote lijven en de gemengde geur van zonnebrandolie met allerlei parfums. Dit is een totaal andere wereld. Wanneer ik in de verte een wedstrijd zie van skaters die per twee zo snel mogelijk moeten slalommen over 50 meter, blijf ik toch even staan. Het berkijken waard. De kleurrijke vissersboten in de haven zijn ook een digitaaltje waard.
De dames zijn gaan winkelen, maar terloops meld ik u allen dat ze tot heden toe al heel flink en ondernemend zijn geweest. Enkele malen kon ik aan den lijve ondervinden dat het parkeren hier in Spanje met een motorhome geen sinecure is. Zij doen het tot heden toe schitterend en onder hun beiden vormen zij wel een heel sterk team. Ik voel me omringd als ben ik een professionele voetballer die met zijn privé team mee de wereldbeker gaat spelen. Alhoewel, die kapsones van sommigen zal je bij ons niet vinden. Daarjuist heeft Sonja mijn voetjes verzorgd. Te lange nagels werden geknipt en eelt en kloofjes van het wandelen werden bijgewerkt en gezalfd. Mijn voetjes voelen aan als het poepje van een pasgeboren baby. Vanavond eten we scampis met veel lail en champignons, sla, tomaatjes, stokbrood en vino pinto. Misschien heeft Guy nog een suggestie voor Cantabrische wijn?
Morgen blijven we hier nog een dagje staan en komt Sonja mij in Laredo oppikken. Maandag trachten we op tijd binnen te zijn voor de rode duivels.
Tot het volgende verhaal.
Achter mijn handen
HET JAAR 2002 WANNEER DE BOM VIEL IN HET KINE-LANDSCHAP
Ministers drukken nogal graag een persoonlijke stempel op hun beleid tijdens hun bewind. Nergens stroken de namen over personen in dit boek. Hier kan ik niet anders dan de naam van de toenmalige beleidsverantwoordelijke te noemen. In 2002 werd door een bloedrode Minister Frank Vandenbroucke de kinesitherapie nomenclatuur grondig en totaal door elkaar geschud en bleef er van de oudere afspraken tussen de verzekeringsinstellingen of mutualiteiten, de federale overheidsdienst en de kinesitherapeuten federaties niets meer over. Geen spaander bleef er heel van de tot dan toe dienende en goedgekeurde conventie. Ook administratief veranderde er 80% van de plichtplegingen. En we moeten durven eerlijk zijn: het kinesitherapiegebeuren van voor de jaren 2000 was aan sanering toe, er waren misbruiken gesignaleerd en er waren Napoleon-toestanden. Enkel, de borstel van de minister van Sociale zaken was iets te stijf en te grof. Vier collegas (waar we weet van hadden) pleegden zelfmoord, verscheidene praktijken sloten hun zelfstandige activiteit. Menig kinesist besliste uit de conventie te stappen uit onvrede of gemis aan respect of erkenning voor zijn beroep. De schade die de bom Vandenbroucke toebracht aan onze beroepsgroep was dan ook zodanig groot dat hij achteraf zelf zijn eigen shrapnels moest ontwijken. Hij onderwijst nu in één of andere faculteit waar hij toch minder grote schade kan aanrichten dan in een nationaal beleidsdepartement. Trouwens, het was niet zijn eerste flater.
Destijds als voorzitter van de socialistische partij suggereerde hij nog liever om miljoenen Belgische frank te verbranden dan ze te schenken aan noodlijdenden zoals de filosofie van socialisten toch zou doen vermoeden. Het departement onderwijs heeft hij destijds ook willen hervormen, maar evenzo daar is hij met stille trom (moeten) vertrekken. Geen goed woord kon hij over de kinesitherapeut over zijn lippen krijgen. Hij sprak van een wellness instituut in plaats van een revalidatiepraktijk. Deze uitspraak is hem door menig beroepsgenoot erg kwalijk genomen en zal ons nog zeer lang achtervolgen. De woede was, is en zal nog groot zijn. Meer dan hij vermoedde of zelf wenste heeft zijn passage in sociale zaken hem veel stemmen gekost bij een daaropvolgende verkiezing.
Wat heeft hij dan met zijn departement toen zoal veranderd?
Het overzicht is moeilijk te geven, en toch waag ik mij eraan opdat de objectieve lezer ook eens mag weten waar dove politiekers zich plegen mee te bemoeien, en hoe fout het kan lopen door onbekwaamheid en gebrek aan kennis te velde.
- Een patiënt moet op 18 behandelingen van zijn pathologie hersteld zijn, want meer beurten krijgt hij niet voor een aandoening. Er zijn een aantal uitzonderingen voorzien, maar lang niet genoeg om patiënten op hun recht van herstel of revalidatie volledig te garanderen.
- Een behandeling van een halfuur wordt nog steeds anno 2017 (na vijf jaar niet aangepast te zijn aan de loonindex) ondergewaardeerd. Er wordt in de kinepraktijken gewerkt aan een ereloon van 22,06 euro per halfuur. Vergelijk dat maar eens met het uurloon van een loodgieter of haarkapster. Vergelijk het eens met het honorarium van een huisarts of met het loon per minuut van een advocaat. Meer zeg ik hier niet over.
- De dagelijkse administratie werd loodzwaar gemaakt door allerlei verplichte en onnodige aanvragen, mededelingen en aanpassingen die door ons in dienst van de patiënt moesten worden voorgelegd aan de adviserende geneesheer.
- Het beroepsrespect werd zeer zwaar aangetast omdat de kinesitherapie in een kwalijk daglicht werd gesteld door te stellen alsof wij de groot-verslinders waren van de budgetten, terwijl we toch enkel werken op verwijzing van een arts. Het is ook van uit die tijd dat het voorschrijfgedrag door artsen drastisch verminderde.
- Wat ons nog het meest tegen de borst stootte was de miskenning van de chronische patiënten. Men wou als departement sociale zaken gaan besparen op een zeer brutale wijze en juist bij die groep van personen die het meest kwetsbaar waren en minst mondig. De strategie van de minste weerstand natuurlijk.
Het dateert van die tijd dat ik samen met een groep kinesitherapeuten in een denkgroep deelnam aan een constructieve manier van voorstellen en denken om deze ramkoers van de minister van Sociale zaken wat bij te sturen. We hadden na verscheidene vergaderavonden een vrij praktisch en eenvoudig te lezen werkdocument opgesteld met allerlei voorstellen om de pil van de nomenclatuuraanpassing wat doorslikbaarder te maken. We hadden het via kennissen links en rechts en ook dankzij een gouden tip van een insider ook zover gekregen dat een overleg met de minister zelf in zijn dagprogramma werd ingepland. Toen we met ons vieren naar het ministerie trokken, bleek de socialist nog maar eens door een andere voorname gebeurtenis te zijn verhinderd en moest zijn woordvoerster (een verpleegster van beroep) ons te woord staan. Ze was kine-onkundig, vooral niet coöperatief en ze had heel duidelijk van hogerhand de opdracht gekregen de beslissingen te handhaven en te verdedigen, tot in het absurde toe. Dat mensen zich in zon gesprekken onnoemlijk belachelijk en hilarisch opstellen wordt waarschijnlijk ruim gecompenseerd door hun maandwedde, voordelen in natura en uitzicht op een rijkelijk pensioen. Heel groot was de ontgoocheling dat we zo hard hadden gewerkt voor helemaal niets.
Om een lang verhaal kort te maken, sinds 2002 is het kine-landschap door Mijnheer Vandenbroucke lelijk herschetst. Het draagt echter wel zijn zo begeerde stempel maar heeft anderzijds geen moertje bijgedragen tot een verbetering of herstel van het nationaal budget, herstel van de kinesitherapeutische beroepswaarde of het herstel van de patiënt. Zijn eigenwaarde kreeg wel een opvlieger, al hangt daar evenwel nog altijd een staartje aan met waardeloze papieren vlindertjes.. Zijn opvolgster is ook een blok aan ons been, en heeft ook blijkbaar nood aan bewegingsrevalidatie....
Onder mijn voeten: Bilbao Pobena 26,4 kilometer (16,2 kilometer)
De brug was een brug te ver.
Vandaag juist 41 jaar geleden werd mijn eerste dochter geboren terwijl ik haast doodging van spanningshoofdpijn. Het was een geweldige worp en zowel moeder als kind stellen het na die 41 jaar nog steeds heel goed. Voor die schepping en de goed bewaarde toestand achteraf ben ik de schepper ook nog steeds heel dankbaar.
Gisteren stonden wij op een bergtopje boven Bilbao. Het uitzicht was schitterend want heel de stad en omstreken lang letterlijk onder onze voeten. Vooral na zonsondergang was het een mooi schouwspel. De lichtflikkeringen en de bijhorende verlichting van sommige al of niet openbare gebouwen maakten het wel heel attractief. Vooral het stadium van Bilbao met zijn verscheidene kleuren en afwisselende intensiteit was een show op zichzelf. Alhoewel we niet op de voorziene plaats stonden die we hadden gepland, viel deze staanplaats reuze mee, alleen al voor het zicht. Deze morgen was het idee om te vertrekken om 26,4 kilometer te lopen, maar een brug te ver heeft mijn plannen gedwarsboomd. De Camino loopt aan de overzijde van de rivier en als dusdanig had ik het plan opgevat om via de motorhome tot aan de Camino te rijden zodat ik geen verloren kilometers zou moeten lopen. De brug die ik moest hebben werd omwille van het drukke stadscentrum en allerlei omleggingen door het musicfestival van vanavond, niet gevonden. Plan B dan maar. Aan deze kant, de oever zoveel als mogelijk volgen en waar er kan worden overgestoken, beginnen aan de Camino. De eerstvolgende brug kwam er na 9,4 kilometer. Zodus werd mijn tocht vandaag buiten mijn wil verkort met ongeveer 10 kilometer. Later zag ik op de planning dat er 4 kilometer na Bilbao een veerpont is die elk kwartier vaart. Heb ik dus niet opgemerkt. Ook hier wordt aan deze bekende weg naar Compostella nog steeds haard getimmerd. Decameters lange houten staketsels doen je als pelgrim of wandelaar lopen op splinternieuw aangelegde houten wandelterrassen. Men zegt hier dat door de Europese subsidies, sinds de Camino Europees erfgoed is geworden, er heel veel geld tegenaan wordt gesmeten. Bij mijn wandeling langsheen de lange havengeul van Bilbao maak ik ook kennis met de haven zelf. Ik druk mij niet uit in vergelijkende termen, maar deze aanlegplaats voor maritiem transport is geen kleintje. Oceaanschepen liggen ver buiten de haven in volle zee te wachten om hun lading te mogen ophalen of te lossen. Containerschepen worden door hoge en speciale kranen volgestouwd. Vrachtwagens staan in file te wachten om de haven te kunnen binnenrijden. Antwerpen is groter, dat weet een sinjoor van hier tot in China, maar Bilbao is toch ook geen pamperjong hoor! Ik ontmoet onderweg twee Franse heren van boven de 60 jaar. Jonge kerels dus nog. Ze zingen Franse chansons, waar ik hier en daar er ook eentje van ken. Edith Piaff met haar wereldberoemde hit van Non, rien de rien en La vie en rose en een liedje van Michel Sardou (Les lacs du Connemaran) zijn me bijgebleven en heb ik zelfs meegefloten. Het was weer zalig wandelen vandaag. Ondanks de kortere afstand heb ik toch weer 100% genoten van zoveel mooie vergezichten, ongeremde warmte en frisse zeewind, de geur van het zilte water vermengd met zout gevangen visbestand . Je tuimelt hier vanuit het bos figuurlijk naar beneden en je zou kunnen rollen van tussen de bomen tot op het strand. Dit zijn we niet gewoon van te zien. Ook zijn de heuvels hier weer wat scherper en zie je haast geen vee meer in de weiden staan. Tijdens de tocht naar Pobena en wat van de hoofdweg verwijderd, belandde ik tussen een kudde schapen met een herder, geen hond erbij. Plots sta je midden in die groep kakkers en bleiters. Allemaal supporterend voor Meeeeerckx. De herder groette mij heel vriendelijk met de gekende Buenno Camino, senor. Ik verlaat de groep met stront aan mijn zolen. Deze avond gaan we hier in het dorpje eten. De menu kost hier 10 euro voor een voorgerecht, hoofdschotel en dessert. Wijn inbegrepen. Je moet dan wel eten wat de pot schaft. En dat kan voor lekkerbekken al eens tegenvallen, maar ik heb mij dat tot heden nog niet beklaagd. Morgen loop ik Castro Urdiales over 23,7 echte kilometers. Als het weer is zoals vandaag zal het weer zweten worden en gaat dat douchke op de camping wel heel veel deugd doen. Daarjuist belde ik nog met mijn vorige begeleider. De Walter stelt het blijkbaar nog goed, al vermoed ik dat er wel afkickverschijnselen zullen opgetreden zijn na die zes weken volledige vrijheid. Zijn verblijf in Laval was wellicht een ideale buffer om terug naar het normale leven weer te keren. De koekjes van zijn zus Hilde, hebben mij tijdens die zware tocht toch over de hongermokerslag heen geholpen. Mens wat was die tocht zwaar geweest voor zo'n oude mens als ik. Dank aan Hilde voor de havermoutkoeken, want die kwamen weer maar eens goed van pas. Groetjes aan mijn broer Luc die het tuintje thuis goed onderhoudt samen met zijn Lieve. Mag ik je groeten tot de volgende?
Achter mijn handen
EEN HUISBEZOEK BIJ EEN PROSTITUEE
Al wat ik weet en vertel over de wereld van de prostitutie heb ik geleerd en vernomen van Lydia. Een zeer aantrekkelijke en beleefde dame die onder de hoede van haar echtgenoot een bar met kamer uitbaatte in Herent op de Mechelsesteenweg. Geen kwaad woord wil ik horen over meisjes uit deze beroepsgroep. Niet omdat ik ooit gebruik maakte van hun diensten, dan wel omdat zij op mijn vaardigheden beroep deed in een zeer penibele situatie. Om vele misverstanden en speculaties de keel toe te knijpen parkeerde ik steeds bij dit huisbezoek vooraan op de iets te nauwe plaats voor de bar. Iedereen mocht weten dat ik hier mijn job uitvoerde en er ook nog voor betaald werd.
De deurbel van het etablissement was een parlofoon die van binnen uit de deur kon openen. Zodoende kwam ik steeds alleen in de gang gewandeld. De eerste indruk die ik opdeed was bij wijze van spreken zeer contradictorisch.
Ik kwam via de voordeur binnen in een flauw wazige roodverlichte gang, waar drie deuren op uitkwamen. De deur frontaal was behangen met een levensgrote foto van Paus Paulus VI. Dat verwonderde me al zeer. Niet dat ik niet veel gewoon ben, maar deze Heiligverklaarde man acht je nooit hier letterlijk tegen het lijf te lopen.
Een tweede impressie was dat er op de deur rechts van mij een plaatje hing met de vermelding KAMER-PRIVE. Ik die dacht dat hier alles wel privé zou zijn. Met andere woorden, ik loop hier wel gevaar in een publieke zone andere getalenteerden te mogen begroeten. Dat zegt me echt niet zoveel. Van spanning gesproken. Op de derde deur stond een afbeelding van een schuin glas Champagne en de naam bar. Nog voor ik een beslissing moest nemen om een deur te kiezen, wordt de deur van de bar met een grote zwier geopend. Een aangename mannenstem begroet me vriendelijk en vraagt of ik de kinesist ben die ze hadden gebeld. Affirmatief antwoord ik een heel klein beetje bedeesd met onmiddellijk de vraag of mijn geparkeerde wagen vooraan in niemands weg staat? Het gesprek verloopt vrijwel vlekkeloos en de perceptie die ik had van de doorsnee pooier krijgt een flinke dreun. De echtgenoot van Lydia (zo noemt hij zijn vrouw) heeft alle medicatie geprobeerd die pijnstillend werkt en werd voorgeschreven door de behandelende huisarts. Niets brengt de verzachtende en te verwachten pijndemping. Vermits de rechtopstaande houding het merendeel van haar dagelijks werk uitmaakt en veel bewegingen vanuit de lage rug en lenden echt niet mogelijk zijn, is hier sprake van een redelijke werkonbekwaamheid. De zaak blijft en blijkt dus voor enkele dagen gesloten. Een onopmerkelijke zucht van verlichting schoof zacht door achter mijn adamsappel.
Lydia lag in de sofa in de kamer waar privé op stond en naast mijn oog voor de patiënt had ik wel snel opgemerkt dat dit DE plaats betrof waar menig wetenschapper, filosoof, pastoor of andere zanger in een koor, hun elders niet toonbare vaardigheden ten tonele konden voeren.
De reguliere houding van een rug lijder laat ons absoluut toe om te weten dat deze mevrouw echt wel veel pijn had. Na een heel klein onderzoekje en enkele gerichte vragen spitste mijn aandacht zich toe op een ingeklemde zenuw tussen lendenwervel 5 en sacrale wervel 1. Het pijntraject en de bijhorende uitstraling verraadt dan heel precies waar deze zenuw ingeklemd zit. De minste lokale druk of beweging in dit gebied kan een onhoudbare pijn veroorzaken in de liesstreek, de buitenkant van de dij, de achterkant en buitenzijkant van de kniestreek en tenslotte in de kuit van het getroffen been. Het was een schoolvoorbeeld van een Ischias.
Ik maakte mijn bevindingen over aan Lydia en ondervond aan de hand van haar vragen dat zij er op stond dat ik duidelijke en correcte informatie zou geven. Ze wees me op het feit dat ze niet hield van verhaaltjes om het haar zo rooskleurig mogelijk voor te stellen. Eén van de vragen was hoelang ze zo plat zou moeten liggen en of de pijn nog zou toenemen. Mijn antwoord was zoals een reactie op de vraag naar de toekomstige lotto-getallen. Heel zeker kon ik die tijdspanne niet benoemen maar het maximum zou toch snel een achttal weken zijn, daar waar het snelste herstel vier weken bedraagt. Na mijn vraag naar de tijdstippen van optreden van sommige symptomen kon ik vrij zeker concluderen dat deze Ischias reeds over het hoogtepunt heen was, maar dat een verdere revalidatie toch gauw een viertal weken zou innemen. Daar kon ze zich in vinden en indien dat zo was, moest er die tijdsruimte maar voorzien worden om haar zo maximaal mogelijk beter te maken en te herstellen. Of ze elke dag kon rekenen op mijn behandeling en of ik haar klachten ook au sérieux wou nemen, want ze had ondervonden dat men niet steeds even respectvol en even empathisch omging met haar intense klacht en arbeidsonbekwaamheid met name in dit specifieke beroep.
De klik was gemaakt. Lydia werd zeven op zeven dagen behandeld en herstelde vlot. De dagelijkse gesprekken die we voerden tijdens de herstellende massage en revalidatieoefeningen wakkerden een zeer eenvoudige vriendschap aan. Niets meer .
We praatten ronduit over vele misverstanden die betrekking hadden met haar beroep. Te veel werden prostituees gestigmatiseerd en met de vinger nagewezen. Het was een gesprek met vele polarisaties tussen goed en slecht. Het waren heel toffe conversaties over allerlei lagen van sociale klassen die door de deur van deze kamer waren gewandeld. Ook het onderwerp van de levensgrote foto van de paus op de deur kwam ter sprake. Lydia was thuis heel christelijk opgevoed. Ze praktiseerde nog elke week al leefde ze in dagelijkse zonde (had ze zelf tussen de regels door eens gezegd). Bovendien vond ze Paus Paulus VI een heel voorname en begeesterende persoon. Maar de voornaamste reden van die afbeelding op die deur was wel dat een derde van haar klantenbestand geestelijken waren uit de streek van Leuven en Mechelen. Die eerwaarden zaten ook met levensvragen, waren dikwijls ook op zoek naar antwoorden en oplossingen. Ze vertelde me schrijnende verhalen over zielenherders die zo infantiel eerlijk waren over hun gebrek aan affectie, en DE drang die vastzat op één van hun genen. Details die mij moesten duidelijk maken dat ze het niet ter plekke improviseerde, openbaarden me de wereld van deze rand van de maatschappelijke beroepsgroep. Het werk van een publieke vrouw bespaart de maatschappij dus wel degelijk veel andere ellende. Wanneer een kerkdienaar vroeg om gewoon eens naakt naast een naakte vrouw te mogen liggen zonder enige andere actie, wanneer zon zielenherder eenvoudig eens wou praten over seksuele handelingen zonder er iets bij uit te voeren.
Wanneer je zo vier weken dagelijks met elkaar een half uur vult met gesprekken dan krijg je langzaam wel zicht over de persoon die voor je ligt. Ik noem deze mevrouw nog steeds een zeer moedige en oprechte dame. Mijn respect voor deze beroepsgroep steeg zienderogen en ook recht evenredig met het aantal verhaaltjes. De eerbied die groeide heeft voor geen enkel ander gevoel of beoordeling plaats moeten maken. Hun werk bevindt zich inderdaad in letterlijk en figuurlijk een wazige zone, maar de overheid heeft geen oog voor deze realiteit en alternatieven zijn er alleen maar in het criminele gebied.
Lydia herstelde perfect via een doorgedreven en intensief revalidatieprogramma volledig van deze hernia en dit zonder operatieve ingreep. Na een zestal weken werd de zaak opnieuw heropend. Nog lang nadien reed ik regelmatig voorbij de bar en bleef ik telkens door zon goed gevoel overspoeld worden bij de gedachte aan deze patiënt. Ik kwam de mevrouw ooit eens tegen in de dorpskern van Herent en de begroeting was heel hartelijk en oprecht vriendelijk. Ik kreeg zowaar een wang kus van deze cocotte in het bijzijn van haar echtgenoot.
Voor u, Lydia, alleen maar respect.
Onder mijn voeten: Zenarruza Bilbao 32 kilometer.
Bilbao en het Guggenheim museum.
Het zwaardere werk werd gisteren geleverd met de beklimming van twee hoge heuvels. Vandaag de lichtere soort van deze wandelinspanningen. Het was woensdag te intensief geweest om het vandaag al die pelgrims nog eens zo zwaar te maken. Tussen de twee heuvels gisteren was er weinig plaats voor opvulling. De stukken tussenin waren ofwel vals plat ofwel heuveltjes van tweede categorie. Vlakke stukken waren er echt niet bij. Vandaag dus wat rustiger aan. Het mocht wel. Ik had mijn wederhelft beloofd om op tijd met haar naar het stadscentrum van Bilbao te gaan en zeker een paar afbeeldingen van het Guggenheim huis te maken, om daarna de match van de rode duivels te kunnen zien. De grote koperen spin die achter het museum staat, had via afbeeldingen in de boekjes op mij wel wat indruk gemaakt. Ze bleek van dichtbij ook wel best indrukwekkend. Ook de grote dikke poes bekleed met allerlei kleurige bloemen was een snapshot waard. Rond het gebouw heerst een gezellige drukte met wat straatanimatie onder de vorm van een man die zich zilver had geverfd en bewegingsloos zijn centen stond te verdienen. Twee muzikanten die ferme Jazz van Orléans speelden op trompet en klarinet. Het luisteren waard. Er warren ook drie jonge kunstenaars die met klapperende tanden en een stuk zeil over hun lichaam met een stok naar voor het hoofd van een hond simuleerden. Dat deden ze met twee stukken hout die ze via een touw en veer tegen elkaar lieten klepperen. Het kastanjetterig geluid was gelijktijdig en in cadans met verschillende ritmische zinnen die ze allen mooi van buiten hadden geleerd. Het was een heel tof schouwspel. Telkens iemand wat in de geldschaal wierp, maakten de drie hondenhoofden een diepe buiging tot tegen de grond. We hebben ons vermaakt en de busreis naar het centrum was ook een animatie op zichzelf. Bilbao is een stad die diep in het dal ligt tegen de Rio Barbadum Ibea. Een waterloop die uitmondt in de zee maar die voor deze stad in de loop der eeuwen altijd een belangrijke haven en uitvalsbasis is geweest. In de stad zelf merkte ik niet 1 fietser. Niet zo eigenaardig als je observeert hoe die Spanjolen hier rond dollen met hun vierwielers. Je kan fietsen in deze stad gelijkstellen met een suïcidale poging. Voetgangers respecteren zelfs de voetgangerslichten niet. De camping waar we onze boontjes hadden op te week gelegd was dit weekend volledig voor caravans, tenten, motorhomes en enige andere eventuele over-nachter gesloten. Vanaf morgenavond gaat hier een internationaal muziekfestival plaats hebben (rock Werchter allures) en overal in de stad zie je reuze grote podia van wel meer dan 20 meter hoog die opgebouwd worden door honderden vaklui. Het lijkt wel een menselijke mierennest. De bierstandjes, ik telde ze en kwam uit op 54 op het ene terrein en 38 op het tweede, zijn een aanéénschakeling van groene vierkante tenten. Elk met complete tapinstallatie voor 4 kranen die geleverd worden door de brouwerij Heineken. Gelukkig dat de Spanjaard in de keuze van dorstlessing niet kieskeurig is. Wanneer we terug huiswaarts keren kopen we eerst nog een goed warm vers Baskisch brood en wat regionale hesp. De verkoopster wil voor ons zelfs nog poseren terwijl ze een hammetje in fijne reepjes snijdt. We eten deze avond dus boterhammetjes met eendenpastei, kaas en gerookt rundsvlees. Deze middag aten we warme kalfslapjes, met champignons en gekookte patatjes. Lekker. Morgen een tochtje van 26 kilometer dat vlak is als de zee en meestal langs veldpaadjes. Bij aankomst zijn we terug heel kort bij de kust. Geniet van de fotos met het splinternieuw kodakske.
Achter mijn handen
EEN VERHAAL OVER PALLIATIEVE SEDATIE
Het is me niet zo dikwijls overkomen dat een patiënt het begrip palliatieve sedatie over zijn lippen krijgt. Een emotionele vermenging van hopeloosheid en afwezigheid van perspectief enerzijds. Anderzijds een eigen initiatief dat een horizon biedt op een stopzetten van een uitzichtloze medische behandeling met potentiële degeneratie van het eigen lichaam als gevolg. Danny besloot na ettelijke jaren herhaaldelijk lichamelijk verval en revalidatie, het recht op palliatieve sedatie te gebruiken. Veel tegenwind heeft hij niet gekregen in deze beslissing. Als vader van een tienjarige dochter en echtgenoot van een haast onvermoeibare en nooit opgevende partner, was het voorwaar geen sinecure om deze nog maatschappelijk vreemde overweging te bewandelen. Het waren meerdere jaren van (soms letterlijk) vallen en terug opstaan, van neerslachtigheid omwille van de melding van opnieuw een andere aanstormende pathologie. De vicieuze cirkel bleef en het cruciale uitzicht op de mogelijke positieve ontwikkeling of afwikkeling bleef maar uit. Het was een heel lange periode, getekend door isolatie in een ziekenhuiskamer en vervreemding van de intieme huiselijke sfeer. Een hectische fase van praktische en logistieke organisatie en afsprakenbeheer bij allerlei medische diensten en afdelingen. Maanden na elkaar was er geen sociale noch fysieke communicatie met de omgevende wereld. Een lange periode waarin de stress zich opstapelde en uitzicht op volledig fysiek herstel uitbleef. Het gemis van zijn vroegere professionele leven met de daaraan verbonden waardering en achting van opdrachtgevers betreffende je realisaties en inzet. Danny had het emotioneel niet zo eenvoudig en veel te dikwijls gingen wij er van uit dat zijn onuitputtelijk lijkende emmer van moed en overgave echt bodemloos was. We hebben ons allen als zorgverstrekker wellicht daarin vergist. Al onze goede bedoelingen ten spijt (en wellicht een geluk dat we de man zo konden blijven motiveren), maar ik heb aan den lijve ondervonden dat een mensenkarakter sommige dingen niet accepteren kan. Dat er grenzen zijn.
Het verhaal:
Danny is een zelfstandige aannemer met twee metsende ploegen die vrijwel gelijktijdig elk een werf afwerken. Hij levert goed werk en vrijwel alle opdrachtgevers spreken met lof over de realisaties van deze bouwondernemer.
Danny is reeds vanaf zijn achtste levensjaar diabeet Type 1. Op zijn dertigste levensjaar wordt hij in behandeling genomen voor een ernstige kwaadaardige kanker. Ongeveer zes maanden verblijft Danny permanent op een ziekenkamer.
Op zekere avond gaat Danny één van de bouwwerven inspecteren. Hij valt van een betonnen trap in de kelder. Hij belandt in het ziekenhuis met een open enkelfractuur. Op liefst zes plaatsen is deze enkel verbrijzeld en dient die te worden gefixeerd via operatieve weg. De operatie verloopt goed maar post-operatief zijn er complicaties. Een herseninfarct belemmert een terugkeer naar huis. Er wordt een revalidatieprogramma voorgesteld in Pellenberg vanwege de halfzijdige paralyse. Daar wordt ernstig werk gemaakt van de gangrevalidatie. De laatste resten van de voetwonde willen echter niet helen en de open wonde blijft een acuut gevaar voor infectie. Daarenboven ontwikkelt zich daar een doorligwonde ter hoogte van de hiel. Bij labo-proeven wordt opgemerkt dat de bloedspiegel van Danny een hoger glucosegehalte aangeeft. Elke dag enkele keren insuline inspuiten, leven met een regelmaat van een klok en zeer aandachtig omspringen met voeding en dieet, zijn het volgende verdict. Niet echt een prettig vooruitzicht. Er wordt enige tijd na de ingreep opgemerkt dat één van beide nieren blokkeert. Nierdialyses dringen zich op. Ondertussen merkt de dienst oncologie ook nog een kwaadaardige tumor op die op zijn beurt langere nabehandeling vereist. Op dat ogenblik zijn we reeds een viertal jaren verder. Hartklachten met uiteindelijk een ernstig infarct dienen zich aan en creëren een nieuw medisch dossier. Op de dienst nefrologie wordt opgemerkt dat de nieren van de patiënt het niet meer autonoom aankunnen. Drie maal per week aan de kunstnier is het verdict. Een zeer ernstige inbreuk op zijn sociaal en privéleven. Ook de hele organisatie rond het transport, het verloop, en de thuisbezorging heeft ons als zorgverstrekker geïmpressioneerd. In een tijdspanne van zes jaar zijn er 28 volledige narcoses uitgevoerd en 15 plaatselijke verdovingen!
Het is in die periode dat wij kennis maken met Danny, zijn toegewijde echtgenote, zijn dochtertje en het huisdier, Zita, de onafscheidelijke dwergsnowsher. Een thuisbehandeling na langere tijd in het revalidatieoord was een zegen en de reünie met het ganse gezin was een weldaad voor éénieder. Ons gevoel bij deze revalidatie was vanaf dag één een tasten naar coöperatie, pogen naar meer potentiële fysieke functionaliteit in het gezin, een wil van beide kanten om hier nog 100 % aan mogelijkheden uit te halen. Danny wou de kom aan uitzichten en mogelijkheden die hem nog restten tot op een doorgewreven bodem leegschrapen. Te weinig hielden we rekening dat door het herseninfarct ook de eigen lichaamsperceptie was aangetast. Te veel spoorden we de man in die periode aan om tijdens de rustige dode momenten ook zelf te oefenen, maar dit bleef heel dikwijls, (tot ongenoegen van ons en de omringende mantelhulp) een dode letter omdat de patiënt gevangen zat in de neerwaartse spiraal van de zo broodnodige maar onvoldoende aanwezige proprioceptie of andere vaardigheden. Ook de mentale cognitieve functie herstelde niet zoals de lichaamstaal van de man zou laten vermoeden. Achteraf beschouwd moeten we correct zijn en durven erkennen dat we als zorgverstrekker en mantelhelper licht in de fout gingen. Te veel aanmoedigen en te veel druk leggen op een fysiek en mentaal herstel van een zieke kan soms wel eens contraproductief uitdraaien. Althans die evaluatie heb ik helemaal alleen voor mezelf gemaakt achteraf. Juist of niet juist, maakt voor de patiënt hier niet veel uit, ikzelf kan daar echter wel mijn les uit trekken. Ik voorzie hierover achteraf nog een gesprek te voeren met de weduwe.
Het oefenen en herstellen in de thuisfase verliep zowat parallel met de herstelgrafiek in het revalidatieoord. Regelmatig gingen we met grote sprongen vooruit. Geregeld waren er perioden dat er geen progressie gemaakt werd en dat de toestand stagneerde. Soms waren er tijdspannes waar we opmerkten dat er mogelijkheden moesten prijsgegeven worden.
Ernstiger was het gesteld met de hielwonde die maar niet wou helen of toegroeien. Allerlei technieken, zalven, bloedgels, infiltraties en of medicatie bleken onvoldoende resultaat te bieden. Een normale voetplaatsing tijdens de steunfase van de gang bleef onmogelijk. Omwille van een speciaal ontwikkelde schoen in de orthopedische werkplaats kon Danny dan toch wel enkele tientallen meters wandelen met één kruk. Een wondermooi resultaat vonden we allen.
In die tijd kwamen we in een zeer beslissende fase. Artsen stelden vast dat de bloedsomloop in het onderste lidmaat links onvoldoende was. Bovendien had een scan uitleg verschaft omtrent een mysterieuze pijn in het rechter kniegewricht en bovenbeen: Een vergeten voerdraad was na de plaatsing van een stent, achtergebleven en vastgegroeid met de omliggende zachte weefsels. Hij werd nog verwijderd begin september 2017.
Niets, geen enkele ingreep of medicatie kon de manke bloedsomloop in het onderbeen ter plaatse saneren. Er zou maar één uitweg zijn om het leven van de patiënt draaglijk te maken. Een amputatie van het linkeronderbeen werd voorgesteld. Na twee dagen werd deze beslissing reeds herzien en aangepast naar een nog erger verdikt. De amputatie van het ganse linkerbeen tot boven de dij zou moeten gebeuren.
Het was na die mededeling aan Danny dat het ganse proces over zijn persoonlijke beslissing in een stroomversnelling kwam.
Midden in de nacht van dinsdag op woensdag om 02.45 rinkelde mijn GSM. Danny aan de lijn. Het integrale gesprek letterlijk weergeven kan ik niet meer, maar het gesprek was meer een monoloog van opluchting en verzuchting. Danny maakte me bekend dat hij alle behandelingen zou stopzetten. Hier was het einde van de rit. Geen verdere ingrepen, wel sterven zonder pijn.
Wat mijn houding was? Intens luisteren en melden dat ik de situatie zeer goed begreep en niets anders wou doen dan dit in zijn juiste context te plaatsen.
Danny : Of hij niet stoorde. Ik heb reeds een drietal mensen gebeld. Mijn vrouw, mijn broer, een vriend en nu jij. Ik voel me zo opgelucht. Geloof me of niet, maar ik voel me zo verblijd nu ik deze beslissing nam. Ik besluit mijn leven en mijn dood in eigen handen te nemen. Ik verkies te sterven ! Zoveel jaren heeft de geneeskunde mijn leven bepaald, zo lange tijd heb ik het uiterste van mijn mentaal en fysiek aankunnen gespendeerd aan een herstel. Zoveel jaren heb ik mijn vrouw en dochtertje belast met mijn gezondheidsproblemen. Ik wil echt niet meer in het middelpunt van een georganiseerde help- en zorgorganisatie staan. Ik wil niemand meer ten laste zijn. Financieel heeft dit mij al een fortuin gekost. Mijn vrouw is door mijn gezondheidsproblemen haar job kwijt geraakt. Ik wil bewust dat hier een einde aan komt. Nu de uitzichten werkelijk hopeloos worden en dit herstel gegarandeerd nooit meer wordt zoals het voorheen was, nu is alles plots veel eenvoudiger. Ik neem het besluit er een einde aan te laten maken.
Wat volgde was een veelzeggende secondenlange stilte aan weerszijden van de telefoon. Ik stamelde respect te hebben voor zijn besluit en in de context van dit gesprek zijn beslissing bij allen die het ter sprake brachten volledig bij te treden en desnoods het met zijn eigen woorden te argumenteren. We spraken nog af dat ik overmorgen namiddag in het ziekenhuis samen met Joke een laatste bezoek zou brengen op donderdag.
Het bezoek verliep veel aangenamer dan we allebei hadden durven denken. Er werd Cava geschonken en uitbundig gegrapt en gesold. De dochter en de echtgenote waren erbij. De sfeer was er eentje van openheid. Er werd gemeld dat Danny vrijdag daaropvolgend zijn laatste nierdialyse zou ondergaan. De plekken van gemis aan doorbloeding op zijn been waren toen al zichtbaar. Hijzelf was goed gehumeurd en lachte veel mee. Niet altijd. We hebben zoveel dingen aangehaald en blijkbaar verlopen sommige onderwerpen veel vlotter wanneer de druk van lukken of mislukken, presteren of niet presteren wegvalt. Die laatste keer dat ik Danny samen met Joke in zijn kamer opzocht was de echte Danny: toffe kerel met zin voor humor en verblijd tot en met.
Danny : Wanneer je bewust in je laatste fase komt, ontbreekt de angst om te sterven. Deze bevrijdende sensatie maakt dat je in blijheid afscheid kan nemen. Ook al heb ik het leven zo lief gehad.
Onder mijn voeten: Deba – Zenarruza – Gernika 38,7 kilometerr
Gisteren de mooiste tocht tot heden, vandaag de allerzwaarste tot heden.
In diepe rouw zit ik hier verzonken want sinds gisterenavond heb ik mijn digitaal fotobakje aan diggelen geschoten. Na 12 jaar zeer trouwe wandeldienst en getuige van het eerste uur der schone tochten heeft mijn “kodakske” voorgoed zijn lens gesloten. Deze morgen nog nieuwe batterijen gestoken, doch de reanimatie kon niet meer baten. Ik was reeds te ver onderweg toen ik het niet meer functioneren vaststelde, want anders had ik Sonja het hare meegenomen. Ze had het me nog voorgesteld, omdat ik gisterenavond reeds tekenen van schielijk overlijden had vastgesteld. Soit, vandaag nu eens geen foto’s en eerlijk gezegd, ik denk niet dat ik bij al dat zweten daarvoor nog energie zou kunnen gespendeerd hebben. Dit was werkelijk een harde noot om te klieven. Door het Baskische hinterland lopen wouden die toch wel een grote oppervlakte beslaan. De bossen liggen op heuvels die elkaar opvolgen zoals de slokken bij het leegdrinken van een fles. Geen vlakten tussenin. Het ging weer op en neer en de GPS geeft ditmaal 183 verdiepingen aan. Daarbij komen dan nog de kilometers en alsdusdanig moet ik geen tekening maken hoe blij ik was bij de aankomst alhier. Deze morgen was het trouwens de eerste maal sinds de aanvang van deze missie dat ik wat stijve beenknoken had. De knietjes en de kuiten waren nog niet helemaal ontzuurd en hersteld van de felle finale afdaling gisteren. Dat voelde ik meteen. De recuperatietijd (die ik voor mezelf inschat op een 15-18 uren) tussen de laatste inspanning en de aanvang van een nieuwe, was niet helemaal gerespecteerd door het late uur gisteren, van binnenkomen. Bovendien was het parcours gisteren ook al niet van de poes. Onderweg kwam ik een Duitser tegen uit Frankfurt. Hij vroeg of ik ook een Duits was. Nu moet je weten dat Sonja gisteren die vlag nog in de juiste richting heeft gehecht aan mijn rugzak. Een Duitser die het verschil niet kent tussen Belgische vlaggen en Duitse drapeaus. En dan maar roepen dat ze het wel zullen “shaffen”. Een iets of wat bejaarde dame (ik schat ze een 75 jaar) houdt me tegen wanneer de Camino een ander smal padje kruist, waar die oude kokette mevrouw met zonnehoed en bril uitgewandeld komt. Een diva is mijn eerste gedacht, en daar bleef ik bij. Zij is duidelijk overstuur. De flegmatieke verschijning was Australische en had op dit uur van de dag (09.25 h) reeds een half uur verkeerd gelopen en nergens nog een geel pijltje tegengekomen. Bijkomend probleem was dat ze de Spaanse taal niet machtig was en de landbouwer die ze tegenkwam geen Engels verstond. Hij had toch gemerkt dat ze de camino deed en haar met vingerwijzingen uitgelegd dat ze van het pad afgeweken was. Toen ze uit een zijpad mij van ver gesticulerend aanmaande even te wachten was ze zo blij dat iemand haar in haar taal kon helpen. Toen ik haar begeleide naar het te volgen pad van de Camino, had ze moeite om mij niet te zoenen. Ik had daar ook moeite mee. Duidelijk, ik had touch. Na een tijdje wandelen en praten verontschuldigde ik me met de woorden dat ik waarschijnlijk “to fast” zou zijn voor haar en dat ze goed de gele pijlen moest observeren. Ze bedankte me nog eens en riep me nog na “See you later”. Een reis naar Australië zit er voor mij niet in. Ik kan echt niet tegen dat lange stil zitten en de laatste keer dat ik zo ver vloog heb ik mezelf gezworen dat nooit meer te doen. Het traject vandaag ging meestal over een smal padje door de bergen van het Baskenland. Regelmatig las ik de in graffiti gespoten boodschap “Independenzzia”. Wanneer ik bij het binnenwandelen van Zenarruza links naast mij het dennenbosnader bekijk, merk ik iets heel speciaal wat ik nog nooit had gezien. De stammen van de hoge dennen staan loodrecht op de zeer schuine helling en de noordkant van al die stammen is helroest gekleurd. Je zou haast denken dat ze in die kleur zijn gespoten. Ik zag het wat verder nogmaals. De schors van die hoge stammen is gedeeltelijk (de noordzijde) anders van kleur zoals je bij ons het mos zou zien. Beslist mooi om te zien, roestrode stammen. Wanneer ik in Zarrabenta even halt hou om wat te drinken en mijn suikergehalte met enig fruit (dadels-banaan-vijgen) terug op peil breng zit er naast mij een matig corpulent meisje die ik bewonderend observeer. Ze is aan het podologisch toilet bezig. Haar wreven zijn omzwachteld met een windel en rond elke teen zie ik een plakker. Ook de pleisters rond haar hielen verraden dat het voor dat kind inderdaad een echte pelgrimstocht is. Dat moet pijn doen, daar ben ik zeker van. Vooraleer ik Guernika kan bereiken wacht mij nog één heuvel die ik in drie sessies beklim. De laatste loodjes wegen altijd het zwaarst, ook hier. Vanavond eten we een heel fris slaatje met tomaten en tonijn en mayonaise. Gerookte zalm, hardgekookte eitjes en krab. Smikkelen zullen wij hier doen. Morgen de trip naar Bilbao nog verteren en dan ’s avonds naar de rode duivels kijken. Zien of zij het ook zo goed doen als ik, maar dan veel beter betaald. Mag ik groeten en hopen dat je morgen nog razend benieuwd zal zijn naar het donderdag avontuur.
Achter mijn handen
VRIENDSCHAP ONTSTAAN DOOR TOEVALLIGHEID
Zaterdagnamiddag 13.30 uur rinkelt mijn GSM. Onbekend nummer. Bij het opnemen hoor ik aan de andere kant van de verbinding een mannenstem die zich voorstelt als zaakvoerder van een bekend kledinghuis in de Bondgenotenlaan te Leuven. De naam van de zaak is een icoon in Leuven en wijde omstreken. De stem meldt me dat een zekere man die op dat ogenblik cliënt is in zijn kledingzaak, en ook in mijn straat woonde en eveneens bij mij in behandeling was op dat ogenblik, mijn naam had vernoemd om zijn acuut probleem op te lossen.
Wat was de moeilijkheid? De zaakvoerder kent op zaterdag zijn topdag, laat dan die zaterdag drie weken voor Kerstmis zijn en meteen besef je dat deze zaterdag, financieel, de beste dag van het jaar moet zijn voor deze kostuumverkoper. Eén van zijn verkopers ligt plat (met de benen in Trendelenburg) in het appartement boven de winkel, geveld door een acute lumbago. De urgente ruglijder kan zich amper draaien en heeft onuitstaanbare pijnen bij het verdraaien van zijn lage wervels. Zodus moet de arme zaakvoerder zijn verkoopcijfer van die dag afwerken met 33 % minder mankracht. Al zijn klanten in de winkel afwerken met zijn dochter en hemzelf draait uit op een ware nachtmerrie. De zielige medeverkoper lag nu al een uur op de zetel boven de winkel, maar zijn rug beterde niet, geen zier. Odiel, de baas van de zaak, vertelde het verhaal tijdens het verkopen van een kostuum aan een klant en die raadde prompt aan om zijn persoonlijke kinesist te telefoneren in Herent. Het zou wel eens kunnen zijn dat die man hulp kon bieden. Na dat beruchte telefoontje besteeg ik heel snel mijn BMW-motor omdat ik vermoedde dat foutloos parkeren op deze weekenddag in Leuven wel eens een zware opdracht kon worden met tijdsverlies. Een kwartiertje later wandelde ik niet zo rustig en enigszins geënerveerd met mijn helm onder mijn arm en gekleed in een lederen vest deze sjieke winkel binnen. De winkelstijl en mijn huidige kledij waren als vloeken in een kerk. Blikken die ik echt niet wil benoemen, lichaamstaal die ik goed begreep ontgingen mij niet en waren mijn deel. Om mijn niet verkeerd te begrijpen verschijning de juiste beoordeling te gunnen, vroeg ik aan de iets wat oudere dame achter de kassa, naar de zaakvoerder. Die bracht me in de kortste tijd bij Mijnheer Odiel. Ik werd getaxeerd als een hooligan in een modezaak. Bij mijn presentatie en vermelding dat ik de kinesist was die werd opgebeld, kraakte het ijs. Ik mocht met de lift samen met de zaakvoerder naar de tweede verdieping.
Daar trof ik een man aan die pijn leed als een besneden snijplank. Stiekem wou ik hier wel prijzen winnen want in deze zaak passeerde wel een hele sjieke wereld. Ik ondernam poging één om langs de patiënt heel snel in actie te schieten. Odiel bleef kritisch drie meter naast mij staan en bekeek heel ongelovig hoe ik de man zijn benen bewoog en langzaam in een betere positie trachtte te leggen. Mijn uitleg die zich vooral richtte op toekomstige dingen die de man zou gaan voelen bij de uitvoerende bewegingen klopte helemaal. Dat gaf de zieltogende verkoper al heel wat vertrouwen. Ik had hem op eigen kracht in een mum van tijd van ruglig naar zijlig weten te maneuvreren. Alles zonder al te veel pijn, omdat daar ook wel speciale technieken voor bestaan. Het vertrouwen was er.
Poging twee bestond erin om de spieren rond de acute spierspanning en de druk op de zenuw, zeg maar zone des doods, zodanig te verminderen en te ontlasten dat een rechtopstaande houding weer tot de mogelijkheden zou gaan behoren. De zalf die ik toen gebruikte werd later uit de handel genomen omdat ze waarlijk heel goed werkte en bestanddelen bevatte die een spier daadwerkelijk relaxeerden. Decontractil was het attribuut, mijn handen en vingers het middel. Het zonegedeelte van pijn en compressie begon onder mijn gemanipuleer zowat te stomen. De kerel begon zich uit eigen beweging wat te verleggen en het kleine detail dat voordien hoofdzaak was (zich niet kunnen bewegen) werd plots herleid tot een bijkomstigheid. Na weliswaar een drie kwartier durende behandeling stond die man plots terug rechtop.
Bij mijn derde actie vroeg ik de figuur om eens langzaam door de benen te buigen en naar voren te bukken. Alles verliep prima. De man heeft in de winkel de cijfers van de zaak zeer goed beïnvloed. Zijn entree in de zaak na mijn behandeling maakte indruk op alle verantwoordelijken van de zaak. Van “jamais vu” tot “bovenaards” naar “meesterlijke bekwaamheid” waren termen die na mijn tussenkomst werden vernoemd. De verkoper zelf heeft zich de week nadien nog een aantal keren laten behandelen tot hij volledig klachtenvrij was.
Odiel, de baas van het etablissement, belde mij een aantal weken later nog eens op. Mijn miraculeuze tussenkomst (in overdrijven is die man niet zo slecht) had op hem al enige tijd indruk gemaakt. Zijn echtgenote stond in de winkel achter de kassa en had onlangs ook wel last gehad van pijnlijke lenden en pijn in één been. Of hij met haar eens mocht langskomen en mijn advies mocht krijgen. Wonder boven wonder slaagde ook deze behandeling volledig van de eerste keer. Mevrouw had zich sinds weken nog nooit zo vitaal en pijnloos gevoeld. Er werd aan de huisarts een voorschrift gevraagd om elke week eenmaal langs te komen. Odiel vervoerde telkens zijn echtgenote tot in de praktijk en bleef tijdens elke sessie gelijktijdig met mij een babbeltje slaan. Het klikte heel goed en al heel snel vernam ik zijn plan om met de fiets tweeduizend driehonderd kilometer naar Compostella te rijden. Op kousenvoeten vroeg ik hem of ik niet mocht meerijden samen met zijn kameraad van Heverlee. Het antwoord was affirmatief. Sindsdien zijn hij en ik eigenlijk vrienden geworden die veel, heel veel avonturen samen hebben beleefd. Corsica, Frankrijk, Zuid-Afrika, Portugal, Italië, Mallorca, Nederland, Spanje, Duitsland, vele belevenissen in België hebben we samen uitgetekend en beleefd. Vele keren sliepen we in één bed. We leerden samen ook via allerlei gelegenheden weer nieuwe gemeenschappelijke kameraden kennen. We blijven elkaar nog steeds ontmoeten en springen voor elkaar in de bres op alle terreinen.
Het eigenaardige aan deze vriendschap: wij verschillen 19 jaar en toch nog steeds is Odiel in staat zijn sportieve prestaties met mij, met onze vriendenkring te delen. Zijn leeftijdshandicap was geen handicap want overal kan hij nog mee. Odiel is nu in 2018 bijna 85 en nog steeds fietst hij heel eenvoudig en vrij modest zijn 80 kilometer aan zee.
Top zo’n vriendschap, ontstaan door een eenvoudige kinesitherapeutische tussenkomst.
Disfrutar del momento: Geniet van het (drink)moment !
Het was in de gids beschreven als een wandeling van 7 uren over 23 kilometer, wat ik echt zwaar bekritiseerde als zijnde een gids voor dummys. Dat gevoel had ik gisteren althans met de tocht naar Deba. De afstanden en de eraan verbonden tijden zorgden voor heel wat hilariteit bij Joke, Piet en mezelf. Ofwel waren die auteurs echt niet klaar voor dit grote werk, ofwel deden ze de tocht met rollator, dachten we. We deden die tocht in haast anderhalf uur sneller. Dus nam ik die 7 uren voor vandaag niet au serieux. Hoe zwaar de tocht vandaag ook was, ik benoem ze tot één der mooiste tot heden toe. Deze tocht was beklijvend zwaar (190 verdiepingen= 760 hoogtemeters) maar intens genieten was mijn deel. Ik hoop dat de volgende dagen dezelfde sensatie uitgaan. Dit was één der meest uitgelezen wandelingen die ik ooit heb gemaakt. Ellenlange stijgende heuvels waar je ademend als een uitgeraced paard boven aan de top aankomt en waar je badend in je eigen transpiratienat toch nog kan denken: awel ja Smetje, hiervoor doe je dat. Twee beloningen krijg ik telkens bovenaan. De eerste is steeds een verfrissende zeebries die van diep onder uit de vlakte en je voeten, je lijf en leden haast uit je kleren blaast maar o toch zo verfrissend op je huid afkomt dat je dit gewoonweg aardig en aangenaam vindt. Nog nooit heb ik zo intens tijdens een zware inspanning op een windje zitten wachten. De temperatuur steeg hier rond 14.00 uur al gauw tot 28 graden en wandelen zonder hoofddeksel of beschermende kledij wordt onmiddellijk afgestraft door een verbrande huid waar dan ook. De tweede aangename verrassing is dat je haast na elke bergtop een intens ander en verschrikkelijk schoon landschap krijgt voorgeschoteld. Je begint bijna sneller te klimmen omdat je ongeduldig wordt van er nu weer zal te zien zijn. Dan moet je niet stom staan dat ik als een briesend paard sta te koekeloeren naar al dat hoogstaands mooi onder mijn voeten. Aan de twee mensen die zomaar mijn leven kwamen ingewandeld en die nu een zware periode doormaken meld ik met fierheid dat er voor hun beiden een 48 uren kaarsje brandt in de kapel van Orio. Ik sprak er met de big boss van deze schepping en vroeg hem uitdrukkelijk deze mensen toch wat tijd te gunnen om de ware grond terug onder hun voeten terug te laten voelen. Komt wel in orde maatje, was het antwoord. Er is dus hoop he vrienden. Het parcours vandaag heeft me zweet en tranen van het zout in mijn ogen gekost. Dit was wel degelijk een aartsmoeilijke tocht, maar overleven is me op het lijf geschreven. Ik zag verscheidene wandelaars onderweg zittend, liggend in het gras, snakkend naar adem en frisheid. Ik doe voor hen niet onder, want ook ik bleef een aantal malen gluren naar het wonderbaarlijke schouwspel onder mijn voeten. Wat een pracht van een natuur vind je hier. Ik bedacht onderweg dat dit deel van mijn tocht haast het plaatsje krijgt in de top twee. De Loire-streek was ook heel lieflijk en mooi, maar in geen enkel detail vergelijkbaar met wat je hier achter elk bochtje en topje kan afkijken. Het is echt niet gewoon, dit heb ik nog niet zoveel malen meegemaakt. Sonja naaide een Belgische vlag horizontaal op mijn rugzak waardoor de Belgische driekleur plots de gestalte kreeg van een Deutsche moffenflag. Ik kreeg vandaag twee keer de groet te horen Grossgot. Dat is niet echt wat de bedoeling was. Ik laat sofort, sebiet, onmiddellijk nog die vlag 90° rechts draaien zodat de tricolor verticaal staat. Ik ken niet genoeg Duits, en een dialoog op zijn Pfaffs beginnen, is ook niet aan mij besteed. Even was er een weinig opschudding onderweg toen de Camino mij op een verkeerd been zette. Ik werd volgens de pijlen naar rechts gestuurd, waar mijn GPS me toch verplichte om rechtdoor te gaan. Ik betrouwde op de pijlen en het kwam mij verkeerd uit. Maar velen zijn me in die vergissing ook voorgegaan. Aan de voetafdrukken en de verwrongen pinnentjesdraad, de omvergeduwde omheining en de omlaag geduwde draad die de weg van het bos scheidde, besefte ik dat er beter naar de GPS was geluisterd. De leugenberg noem ik het bij mezelf achteraf. Toch 1,5 kilometer extra op de teller en dat noem ik geen cadeautje in deze omstandigheden. Het ging bijzonder bergop en de ondergrond was voor deze droogte nu, abnormaal modderig en vochtig. Op gruwelijke wijze moest ik mij een weg banen door plassen en af en toe noodlottige schuivende modder. Gevloek en gesakker die een pelgrim niet waardig zijn ontvallen uit mijn mond. De resten van de frustratie bespaar ik de waardige lezer, want op de plaats des onheils heb ik eens goed en ferm gep.st. Onraad zal achteraf dan wel geroken worden denk ik zo. Ik overleef ook deze frustratie, maar owee, net voor het binnenvallen van de vesting Deba moet ik een kramakkelig duivels pad met rotsblokjes en ronde keien afdalen. Mijn GPS meldt mij in stilstand en licht achterover gebogen, dat de inclinatie 38 % is. Dat is alles goed vasthouden of je spullen, je broek en je schoenen vallen alleen naar beneden. Ongeveer 1,5 kilometer duurt dit en wanneer ik plots op de grote baan naar het station sta voel ik pas hoe pijnlijk mijn kuiten en hielen aanvoelen. Ik verbroeder me echter met deze lichaamsdelen door op de Plaza Mayor een halve liter Amstel (Caja) te drinken. Mijn lichaam, mijn tong, mijn keel, mijn slokdarm, mijn maag en darmen zijn zo blij dat na deze akelige afdaling een beloning volgt, dat een boertige oprisping niet mag en kan onderdrukt worden. Ik genoot van deze tocht en laat je aan de hand van de fotos een idee vormen over wat voor moois ik hier zo al tegenkwam. Vanavond eten we de restjes van de Paella en een Frans broodje. Bruisend water want te heet om ons nu te wagen aan dat alcoholisch vocht. Aan Guy moet ik melden dat ik aan de webmaster van Bloggen.be een mailtje deed in verband met de moeilijkheid van reacties door lezers. Zijn positieve mailtjes maken me telkens opnieuw blij en wat fier. Ook Lieve en Luc groet ik vanuit deze regio en weet dat ik binnenkort aan de plek kom die mij drie jaar bezig hield om hier ooit nog eens terug te komen. Hilde bedank ik langs deze hartelijk maar wijs erop dat Irun één van beide grote aanvangspunten is van de uiteindelijke Camino naar Compostella. De andere is Saint-Jean-Pied-De-Port, juist voor de aanvang van de Pyreneeën doorsteek. Ik groet jullie hartelijk met een grote dosis blijheid en geluk want dit betekent veel en hopen meer dan back to bussiness. Dit is gewoon puur genieten van dit moment. En dat kan ik gelukkig hier met zoveel begeleiding van de beide hofdames.Ze zorgen voor mij als was ik een pasgeboren kind, enkel de borst moet ik missen .
Achter mijn handen
EEN BLEEK MAROKKAANTJE
De patiënt lag in de sofa en straalde geen groot enthousiasme uit wanneer ik hem vertelde dat niet ik de oefeningen zou doen, maar wel hij. Nog kleiner werd zijn dosis coöperatie wanneer de melding werd gedaan dat deze knie zo snel mogelijk moest worden gebogen. Hij had toch zo veel pijn kreunde hij.
Ik noem de patiënt voor de gelegenheid Abdel. Hij is een Marokkaanse man van rond de dertig jaar, zeer sympathiek, spreekt Nederlands, en heeft een hartje van koekebrood. Zin voor humor ontbrak er niet maar eveneens was er enorme angst voor de pijn die bij één of andere oefening zou kunnen optreden. Laat er ook geen misverstand over bestaan: Abdel en ik zijn, - ondanks de grote pijnen die ik hem deed- nog steeds goede vrienden en begroeten elkaar met respect. We hebben zoveel over de Marokkaanse cultuur van de jongeman geleerd, en hebben menige discussie gevoerd over de ene en andere manier van integreren. Heel minzaam en vooral respectvol voor elkaars waarden. En het mag gezegd worden: zoals Abdel zich integreerde in de Herentse leefwereld kan er geen enkel probleem bestaan met deze nieuwe Belg. Mocht iedere nieuwe inwijkeling zich willen spiegelen aan dit proces dan zouden er wellicht minder problemen ontstaan met ons, Belgen, die hun eigen tradities en historisch gegroeide cultuur niet graag zien teloorgaan. Wellicht begeef ik mij op glad ijs, echter moet de lezer goed begrijpen dat de behandeling van Abdel zeer goed verlopen is omwille van het ontbreken van een communicatieprobleem. Ten allen tijde tijdens de revalidatie heb ik goed kunnen overleggen met de patiënt en dat was mogelijk omwille van de beheersing van de Nederlandse taal door Abdel. Dit heeft hij meermaals zelf verklaard ten overstaan van zijn zorgverstrekkers. Hij vertelde zo blij te zijn dat hij zich kon verstaanbaar maken in onze taal, zodat mensen begrepen door wat en hoeveel pijn hij had bij deze of gene oefening.
Het verhaal
Abdel reed elke ochtend vroeg met de fiets van Herent centrum naar Blauwput. Voorheen werkte hij in de centrale werkplaats van de N.M.B.S. te Kessel-Lo. Hij fietst op het fietspad en wordt plots door het voorste deel van een aanhangwagen van een vrachtwagen vooruit geduwd en verliest zijn evenwicht. De val op zich was een hevige dreun, doch de vrachtwagenbestuurder (zich tot op dat ogenblik nog niet bewust van de aanrijding) vervolgt zijn maneuver over dat fietspad en rijdt met één van de achterwielen over het been van Abdel. De sporen van de vrachtwagenband waren tijdens het hele revalidatieproces te zien op de huid van het slachtoffer. In Gasthuisberg wordt er gekozen om een been sparende ingreep uit te voeren. Er wordt tijdens een lange orthopedische ingreep getracht deze menig gefragmenteerde fractuur stukje per stukje terug in elkaar te puzzelen. De ingreep slaagt en via allerlei bouten, externe fixatoren en een mecano van stabilisatoren wordt de patiënt toevertrouwd aan de thuis-revalidatie.
Laat de pijn voor de patiënt een voorname zorg en last zijn, dan is de vraag naar het toekomstig perspectief dat zeker. Taak één is dan rust schenken, vertrouwen overbrengen en vooral jezelf vol overmoed profileren. Je merkt soms bij je opponent onzekerheid en twijfel rond het welslagen van je oefeningen en revalidatie. Het was hier evenzo. Vragen zoals : wanneer zal ik mijn knie terug kunnen buigen, kan je niet revalideren zonder mij pijn te doen, ik zal die oefening misschien straks alleen uitvoeren als je weg bent en op mijn alleen zijn parameters van een erg onzekere zieke. Bij Abdel was dat ook zo.
Verscheidene keren zag ik bij hem de donkere huidskleur wegtrekken en werd de kleur van zijn hoofd bleek. De eerste keer doet dit eigenaardig aan. Je verschiet als het ware, want een olijfkleurige huid die bleek wordt, was voor mij een tot dan toe onbekende kleur. We hebben er samen dikwijls achteraf om gelachen, maar Abdel zou echt een mooi blank mannetje zijn geweest. Alleen, hij moest daar iets te veel voor afzien.
Wanneer het dan Ramadan was en Abdel tot bij zonsondergang niets mocht eten waren we onder de collegas regelmatig aan het overleggen welke saus er op de middag bij onze frietjes moest zijn. Mayonaise of een strak pikant pili-pili sausje. Hijzelf kon er nog het meest om lachen.
Zeg ook niet dat Abdel geen opoffering deed voor zijn herstel. Op tijd van 8 maanden was hij weer de oude en ging hij liefst zo snel mogelijk terug aan het werk. Wanneer je hem over de straat ziet lopen met zijn drie kindjes, kan je niet merken dat hij destijds ternauwernood aan een beenamputatie is ontsnapt.
De sympathieke jongen groet me nog elke keer we elkaar kruisen, en wanneer er hevig wordt getoeterd door een rijdende auto ben ik haast zeker dat het Abdel is. Sommige gewoontes leren ze nooit af.
Niets meer heb ik nodig, de klare hemel boven mijn hoofd en de Camino onder mijn voeten!
DAG 58: Maandag 25 juni 2018.
Onder mijn voeten: Donostia San Sebastian Zarautz 21,6 kilometer
Niets meer heb ik nodig: de klare hemel boven mijn hoofd en de camino onder mijn voeten!
Niet omdat we te lang bleven slapen maar wel omdat het ontbijtbrood pas kon afgehaald worden om 09.00 uur (Spaanse normen alhier) zijn Pieter, Joke en ik pas kunnen vertrekken aan de tweede etappe op Spaans grondgebied om 10.00 uur stipt. We hadden een redelijk zwaar parcours verwacht (zo stond althans beschreven in de gids) maar al bij al vonden we alle drie dat het zeer goed meeviel. Buiten de 567 hoogtemeters en hier en daar een vervaarlijk slecht liggend parcours met rotsblokken die waarschijnlijk nog door de Heilige Jacobus destijds zelf werden neer geworpen was het ver buiten categorie in de lagere zin wat betreft moeilijkheidsgraad. Ook het feit dat mijn been en de beide voeten geen ziertje pijn uitten, heeft gespeeld in deze comfortabele sessie. Het liep weer als een rookwolk en ook de jeugd vond het een pracht van een traject. Lopend door de Baskische wouden op een smal pad en met een verschrikkelijk adembenemend uitzicht op de glooiende weiden en de zee diep onder onze voeten wordt je begenadigd en voel je je ook een uitzonderlijk persoon om dit te mogen meemaken. Niet soms, maar wel dikwijls werd ik beroerd door de schoonheid en de rustige uitstraling van deze natuur. Ik werd er regelmatig stil van. De gemaakte fotos zullen er niet om liegen maar geven toch niet exact de beleving mee die wij live mochten ondervinden. Dit is gewoon niet te beschrijven door een prutser in de Nederlandse taal als ik. De euforie bij het zien van de verscheidene aangrijpende landschappen heeft me doen fluiten, heeft me doen beseffen hoe dankbaar ik moet zijn, heeft me geleerd hoe nederig ik mij moet gedragen binnen de creatie die ik voorgeschoteld krijg rondom mij. Onderweg komen we een Spaans gezegde tegen dat geschilderd staat als boodschap voor alle pelgrims die deze route volgen. Prachtige regels om te lezen want Pieter weet het onmiddellijk te vertalen naar het Nederlands. Ik heb niets meer nodig: de klare hemel boven mijn hoofd en de Camino onder mijn voeten (zie foto). Wat was het weer een feest vandaag. Je komt na zulke wandelingen niet echt vermoeid aan. Mijn benen en mijn lijf kunnen wel verzuurd en dorstig zijn. Ze hunkeren soms naar wat stilstand na de inspanning en beweging, naar wat water of voedsel, maar de geest is zo verrijkt en bevrijd door al die pure en natuurlijke schoonheid dat het lichaam automatisch en evenwichtig mee wil dartelen in dit heerlijk gevoel. Het heeft me vandaag weer maar eens overmand. We namen zelfs de tijd niet om te eten. We dronken af en toe wel wat maar door de fascinatie en de geboeidheid aan wat we achter de volgende bocht zouden te zien krijgen, ik zeg het oprecht, vergaten we zelfs iets te eten. Zarautz is volgens het gidsenboekje zowat het Hawaï van de Spaanse kust. Je ziet er dan ook veel jonge mensen leuren en sleuren met surfplanken en zeilen en diens meer. Op het strand merk je inderdaad planksurfers die zich op de golven wagen en rechtopstaand het strand trachten te bereiken. Niet altijd lukt dat. De stad zelve is puur op strandtoerisme gericht. De zijstraatjes zijn gesierd en voorzien van gezellige kleine terrasjes met eet- en drinkgelegenheid. De Baskische muziek met zijn typische harmonica klanken maakt de boel nog wat aangenamer. Het Heineken bier is hier goedkoper als een getapt pintje van eigen bodem, en de Affligem is net zo duur als een lokaal sterker biertje. De Sangria wordt hier geserveerd met heel veel vers fruit en ijs. En opgepast, je bent verhangen en meegesleurd in dit Spaans vakantiesfeertje voor je het goed en wel beseft. Fluitend en zingend kruipen we dan ook in Sonjas mobiel vakantiehutje. Ze kwam ons ophalen in Zarautz maar omdat we veel te vroeg ter plaatse waren aan de aankomstplaats lieten we ons alle drie laten vangen aan de zon in een liter wijn (Louis Neefs) op een terrasje vlak aan het strand. We aten er ook wat olijfjes. Deze avond wordt het hier een definitief afscheid van de kleinkindjes, Pieter en Joke. Als afscheid wil Sonja zich nog eens wagen aan een zelfgemaakte Paella met kreeftjes en vis. De bijhorende geestverruimende drank wordt nog overwogen. Wordt het een Baskische typische streekwijn Txacoli (Guy!!!) met veel zuren die door onze aders loopt en morgen nog stof doet opwaaien of eerder een zacht Bordeauke, ik laat de keus aan de jonkheid. Morgen stap ik een heel licht parcours naar Deba. Maar aangezien mijn pees en tenen gans zijn hersteld, ben ik optimistischer dan ooit. Ik voel het nu al dit gaat me lukken.
Achter mijn handen
PATIËNTEN EN HUN LICHAAMSGEBONDEN GEUREN
Niet voor gevoelige lezers.
Voorwaar geen appetijtelijk hoofdstukje, maar soms is ons ereloon wel heel zuur verdiend. Letterlijk zuur. Het zal je ook al ooit eens zijn opgevallen dat sommige burgers een zweem van een lijfgeur met zich meesleuren. Soms is die lijfgeur niet eens zo wansmakelijk, echter heel regelmatig is deze lichaamsreuk voor de ontvanger ervan, vervelend tot kokhalzend afstotelijk. Zowat elke week bieden er zich mensen aan binnen ons patiëntenbestand wiens bodys odeur niet behoort tot de aangename reukemoties. We hebben daartegen een geheim wapen aangeschaft. In elke praktijkruimte staat een klein groen flesje van eucalyptusconcentraat dat een paar druppels verstuift via een drukknop. Eén druk en gans de ruimte is voorzien van een totaal alles vernietigende slechte gewaarwording. Het universum vult zich dan met fris en natuurlijk parfum van eucalyptusbomen. Doeltreffend wel, maar weet dat één enkel flesje gauw zo een 45 euro kost. Ik beschrijf de geur van een aantal onbewuste en ook onschuldige stinkers.
Ik had ooit een obese verpleegster in behandeling. Ze was de jeugdige leeftijd tussen 25 en 30 jaar. Vrij verzorgd, normaal gekleed en netjes van uitzicht. Toen zij zich echter op de behandeltafel neerplofte, verspreidde er zich onmiddellijk een opdringerige geur van preisoep en zure bloemkool. Het stinkding steeg vanonder haar oksels naar boven, vlakbij waar ik mijn manuele gevoeg moest uitoefenen. De weeïge damp dwarrelde opwaarts boven de behandeltafel en het was alsof mijn reukorgaan nog niet voldoende op de proef was gesteld, ook mijn hemd bleef naar die groentesoep ruiken. Ik heb toen onder het mom van te warm in mijn behandelruimte, mijn deur wijd open gezet en ook de toegang naar de frisse buitenlucht ostentatief open gezwierd om zo toch een beetje een mengelmoes te verkrijgen van dure en scabreuze transpiratiegeur met natuurlijke buitenlucht. Telkens wanneer deze patiënte zich bij mij moest aanbieden , was er paniek die aangevuld werd met een preventieve actie om bij voorbaat de geur van eucalyptus de overhand te gunnen. En dat het flesje heeft gespoten toen.
August was een brave man van rond de zeventig jaar. Hij werd op voorschrift van de arts naar mij doorgestuurd omdat zijn longen belast waren met fluimen die de oudere man moeilijk autonoom kon ophoesten. Er moest dan getappoteerd worden met beide handen op de borstkas en de rug om via vibraties deze slijmen dank zij de werking van de trilhaartjes op de luchtpijp opwaarts te stuwen en zo na het ophoesten naar buiten te evacueren. Niet het aangenaamste werk, maar iedereen moet worden geholpen. Het was me bij de eerste beurt al opgevallen dat deze fluimen die verzameld werden in een papieren doek, fel roken. Nooit had ik meegemaakt dat een opgehoeste fluim rook. Naargelang de behandeling vorderde werd de stank van deze expectoraties indringender, feller, scherper. De reuk was na een aantal behandelingen niet meer te verdragen en regelmatig moest ik mijn hoofd draaien om een braakneiging te onderdrukken. Zo kon dit niet verder. Om zeker te zijn dat ik me niets inbeeldde, nam ik contact met de echtgenote en vroeg haar of de echtgenoot in huis ook moest hoesten en of die slijmen ook zo roken. Die mevrouw begon te wenen aan de telefoon uit dankbaarheid dat er toch iemand aandacht schonk aan haar klacht. Ze had het reeds aan de huisarts vermeld, en die had gezegd dat het na een tijdje wel beter zou verlopen. Ook de dienst pneumologie (longziekten) had op deze melding niet direct een antwoord gegeven. De mevrouw gebruikte het woord dat ik nauwelijks durfde uitspreken. Een rottend kadaver, daar is de geur mee te vergelijken zei ze. Ik kon het alleen maar beamen en beloofde dat ik de huisarts zou verwittigen en dat ik enige druk op de spreekwoordelijke ketel zou plaatsen. Ik belde dus de huisarts. Ik was na ruggespraak met de echtgenote nu wel overtuigd van mijn stelling dat die longen inderdaad een verteringsgeur verspreiden. De huisarts was luisterbereid maar trachtte mij te overtuigen dat zoiets niet kon. Toen ik de arts meldde dat ik bezorgd was om mijn eigen gezondheid en die van mijn andere patiënten, en bovendien niet meer kokhalzend en brakend een patiënt wou verzorgen belde hijzelf na mijn aandringen de longspecialist. Hij stelde zelfs de vraag tot opname ter observatie. De zieke man werd via spoedgevallen in Gasthuisberg onderzocht en daar werd de zieke gemeld dat het vijf na twaalf was. Een spoedingreep werd diezelfde dag nog gepland. Het onderste deel van beide longen moest operatief worden verwijderd omwille van bilaterale etterende longkwabben. Na een drietal weken mocht ik de herstellende en dankbare man verder thuis gaan behandelen. Die mevrouw is mij toen ook erkentelijk geweest voor dat telefoontje, want zij beweert dat mijn communicatie met de huisarts het leven van haar echtgenoot heeft gered.
Felix en Justin waren broers die een boerderij hadden. Ze waren nooit gehuwd geweest en werkten in onderling overleg samen met het rijzen en zinken van de zon. Twee echte boeren die meer interesse hadden voor hun stiel dan voor hun eigen lichaam en meer respect vertoonden voor de signalen van de natuur dan voor hun eigen levensonderhoud. Ze waren continu in arbeidsmodus en ik vermoed dat ze de werkkledij die ze tijdens de dag droegen niet uit deden om te slapen. Hun schoeisel waren botten waarvan de kleur amper te raden was en ook hun hemd en neksjaaltje was stijf van het transpiratievocht. Felix had een kruisbandletsel maar voor een operatie nu, in de zomer, was er geen tijd. Hij was uit de tractor gestapt en had zijn voet verdraaid in een molshoop waardoor hij de knie getorst had. Hij vergeleek het met een schotelvod die je uitwringt. De bovenkant van mijn been wou met de klok meedraaien, en de onderkant onder mijn knie wou tegen de klok draaien. Natuurlijk wringt dat, wist hij me te vertellen. Telkens Felix in zijn werkkledij in de wachtzaal had gezeten en daarna bij mij binnengestrompeld kwam, was het alsof ik midden in de koeienstal stond. De geur van stro, vochtig hooi en uitwerpselen verspreidde zich binnen mijn wereld van verzorgende behandelingen. Het begon bij ons te stinken naar een veeartsenijpraktijk. Sommige medepatiënten maakten al eens een opmerking, maar de meesten hielden het bij een neerwaartse blik met het gebaar van duim en wijsvinger wrijvend over het onderste deel van de neusvleugels. Ik heb toen een wijs besluit genomen en noemde het een win-win besluit. Ik plaatste Felix s avonds, alleen, als laatste patiënt zodat er kon behandeld worden met open deur en de wachtruimte ook voor hem alleen ter beschikking stond. De brave harde werker vond dat heel tof van mij want hij dacht dat ik het deed om hem gedurende de dag de tijd te gunnen om ongestoord zijn landbouwactiviteiten te kunnen uitvoeren. Eigenlijk kon ik door hem zo laat te plaatsen, mijn behandelruimte volledig verluchten tijdens de daarop volgende nacht. Ook hierbij heeft het groene flesje meermaals dienst gedaan.
Je hebt geen idee naar wat mensen zoal ruiken. Verschillende keren werden wij haast bedwelmd door de alcoholgeur van een ademende en zwoegende patiënt. Tijdens al wat zwaardere oefeningen werd er ook al wat zwaarder geademd en wanneer er een alcohol abusus aan vooraf ging, werd die specifieke geur ook uitgestoten tijdens een behandeling.
Wanneer patiënten om 7 uur in de ochtend behandeld worden en zich ongewassen en ongeschoren, zonder tanden te hebben gepoetst, aanbieden, dan is je dag reeds getekend gestart. De slaapgeur en hun stinkend bekje doorkruisen dan je goed en fris ochtendgevoel zoals een aalputgeur in een restaurant tijdens een smakelijk etentje.
De kledij van sommigen kon absoluut stinken. Je kon de geur van honden en katten dikwijls in de kledij herkennen.
Sommige vreemdelingen hebben ook hun zeer speciale geuren. Je kan het plaatsen tussen de geur van thee en kruiden. Helaas is die geur niet altijd te rijmen met geuren uit onze cultuur.
Ik behandelde voeten van mensen waar de zwarte verkorste transpiratievlokken nog tussen de tenen hingen. Ostentatief en opvallend nam ik dan de ontsmettingsalcohol en spoot zeer vrijpostig de roze vloeistof over mijn te behandelen object. Daarna volgde de voetwassing en balseming. Het heeft niet altijd geholpen, want vermoedelijk dachten sommigen dat dit ritueel bij de behandeling hoorde
Als zorgverstrekker heb ik geleerd dat je in sommige penibele situaties beleefd moet blijven. Je moet je overtuigen van veel te zullen zien, veel te zullen horen, veel te willen ruiken en vooral veel te kunnen zwijgen.