Inhoud blog
  • Tweede dag acclimatisatie, toch zeg ik je geen vaarwel mijn vriend, dra zien w'elkander weer.
  • Wat is het hard om te wennen.
  • De definitieve aftocht is begonnen!
  • Een mooiere afsluiter van deze missie kon ik niet dromen.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onder mijn voeten en handen.
    40 jaar kinesitherapie praktijk - 95 dagen wandelfeest.
    09-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marktbezoek in Bretenoux !
    DAG 42: Zaterdag 9 juni 2018. 

    Onder mijn voeten: Laval-De-Cère 

    Marktbezoek in Bretenoux. 

    Het ontbijt op het terras in de volle zon bij Chris en Jacques is behaaglijk en deugddoend tegelijk. Na de Jacuzzi-sessie gisterenavond ben ik als een boomstronk in slaap gevallen. Veel te laat opgestaan en je dan maar schuldig voelen van de verloren verslapen tijd. Dat zal gauw beteren. We rijden met ons vieren naar de gezellige zaterdagmarkt in Bretenoux. Die gezellige Franse openbare markten trekken nog steeds veel volk en naast het sociale gebeuren is er haast altijd een soort randanimatie die heel dit maatschappelijk gebeuren heel doeltreffend weet te omkaderen. Ook nu weer is er een driemansorkestje dat op vreselijk amateurniveau Franse liedjes aan elkaar kreunt. De melodie en de vocale klanken benaderen herkenbare klankzinnen, maar daarmee is het volume vergelijking meteen ook opgebruikt. Maar ze doen hun best, en sommige terrasgasten neuriën zelfs mee, en daar is het hem om te doen. Iedereen blij en tevreden. De kleuren die je ontwaart op zulk een marktplein hebben mij reeds van in mijn kinderjaren fel geïnteresseerd. De manden in Provençaalse stijl en kleuren, de kazen, de bloemen en het fruit zijn telkens in tint- contrast met het kraam ernaast. Ook de gezellige drukte van klanten die het juiste pruimpje of de ware rijpe pompelmoes willen uitgekozen hebben, de uitleg en het advies van de marktkramer zelf maken dat het hele gebeuren voor vele mensen aldaar een voormiddagvullende animatie betreft. Ik wou graag een Franse saucisse met look en krijg een proevertje aangereikt. Meteen is het gat gemaakt. De verkoper verkoopt mij drie worsten: eentje met look, eentje met noten en nog een laatste met paddenstoelen in verwerkt. Handige verkoper want normaal was het acht euro voor 2 worstjes, maar heel handig meldt hij me dat ik voor de derde maar 2 euro hoef bij te leggen. Natuurlijk loop ik in de commerciële val. Hier op het marktplein staan allemaal heel oude huizen wiens gevel niet mocht worden afgebroken, wel in de oorspronkelijke staat worden gerenoveerd. Het resultaat is dat je eigenlijk in een openlucht museum rond loopt met je ogen hemelwaarts gericht. Ik sta versteld van de prachtige woningen die hier het decor vormen van een Bokrijk in de Lot. We doen een terrasje en drinken Belgisch bier. Zowel de Jupiler als de Leffe zijn hier van het vat. De zon is onze bondgenoot en drinken doen we met onze Lot-genoot. Jacques woont hier al een aantal jaren en kent de streek zeer goed. Ook de Franse gewoonten, zoals “temps de l’apéro” en “tout a son temps”. De laatste stop voor we huiswaarts rijden is de Intermarché. Jacques weet ons te vertellen dat Intermarché een eigen vissersvloot heeft die na de vangst zaterdagnacht verse vis distribueert in de filialen en die gelegenheid van de dagverse vis wil hij deze keer niet overslaan. Bovendien hebben zij elke week een promotie.Deze week staat de kabeljauw 13 euro de kilo. Een prijsje, en zodanig eten we morgen met zes kabeljauw met ratatouille en couscous. In de namiddag nam ik de motorhome zijn buitenkant onder handen. Het verschil is wel zeer groot en bovendien was de temperatuur ideaal om mijzelf ook af en toe wat af te spoelen. Morgen wordt hij opgeblonken met een Teflonsubstantie. Morgen trekken we naar Carenac. Er is daar een plaatselijke rommelmarkt. Vanavond eten we Fusilli met tijgergarnalen en messen-schelpdieren met plukverse chanterellen, ook dooierzwammen genoemd. Als dessert nog een jacuzzi sessie en nadien de laatste nacht zonder mijn mosselmadam. Tot morgen. 

    Achter mijn handen 

    KERSTAVOND TUSSEN LEVEN EN DOOD  

    Het is een jonge vrouw van rond de dertig. Single en heel sociaal ingesteld. Overal had ze vrienden en vriendinnen. Ze woonde in hotel mama en werkte als loontrekkende. De laatste loodjes op het werk waren geklaard en ze zou in familiekring kerstavond vieren met broer en zus bij mama en papa thuis. Op weg naar huis treft het noodlot. Ze reed iets vroeger dan normaal met haar kleine wagen rustig huiswaarts omdat het kerstavond was. Een dronken tegenligger mist de flauwe bocht en rijdt frontaal op haar wagen in. De ravage is enorm. De voorste wielen van de wagen staken onder de bestuurderscabine en de motor lag op de schoot van de bestuurster. De ziekenwagen brengt het slachtoffer naar de dienst spoed van het U.Z. Gasthuisberg. Daar komen ook de ouders van de vrouw toe. Ze waren door de politie op de hoogte gebracht en omdat het bevrijden van Linda uit het wrak delicaat werk was dat lang had geduurd arriveerden de ouders haast samen met de ambulance. Ze mochten nog heel even de bewusteloze dochter groeten en bekijken. Later bleek dat de verpleger er vast zou van overtuigd geweest zijn dat deze patiënte het niet zou overleven. Een gecompliceerde dijbeenfractuur. Een bekken dat in fragmenten uit elkaar was gespat. Een voorarm gebroken. Ingedrukte borstkas met ribbenfracturen. Ook de enkel was zwaar gehavend. Er zijn kunstenaars van chirurgen. De operatie duurde ettelijke uren en ik herinner me dat er een tweede ploeg heelkundige orthopedisten aan te pas was gekomen, omdat de eerste operatie sessie te lang was uitgelopen. Weken hospitaal, onzekerheid over de evolutie en de te verwachte mogelijkheden na herstel. Pijn en zinloos gevecht tegen vragen. Ontmoediging over de trage verbetering van de functies. Frustratie omwille van haar onschuld en betrokkenheid bij al deze ellende. Onzekerheid over haar werksituatie achteraf. Compenserende emoties uit onmacht, soms een sfeer van twijfel. We hebben als therapeut toen veel traantjes gezien, veel getroost, veel steun verleend. Letterlijk en figuurlijk. Als therapeut word je dan heel nauw verbonden aan de huid en botten van je patiënt. Je kleeft aan de fysieke kwaliteiten en conditie van je patiënt. Eigenlijk bewandel je hetzelfde pad met dit verschil dat je altijd een pasje voor bent. Je behandelt met doelen die zo reëel mogelijk worden verwoord en desnoods duidelijk worden uitgelegd en getoond. Als de patiënt weet wat de bedoeling is van bepaalde specifieke voorbereidende oefeningen, volgt de al of niet enthousiaste coöperatie meestal vanzelf. Pijn wordt dan ook dikwijls anders gekleurd omdat die dan plots wel zin krijgt. Aan Linda hebben we in dit twee jaar durende revalidatietraject, heel gedetailleerde doelen gesteld. Haast week na week werden mikpunten besproken, getoond, geëvalueerd en zelfs scherper gesteld. Vanaf week één overtuigde ik Linda dat ze heel zeker terug zou kunnen lopen. Gelukkig was de hoop op, net iets groter dan het ongeloof in… Het was de zwaarste revalidatie uit mijn loopbaan. Het was ook een herstelbegeleiding die me ongelooflijk veel voldoening schonk. Linda was een fantastische meegaande patiënt. Van nul zijn we begonnen. Stel je voor, je komt de huiskamer binnen en midden in die ruimte staat een hospitaalbed waarin een dame ligt die zichzelf niet kan omdraaien, verplaatsen of recht zetten. Je begint dan met mobiliseren van de beide benen en armen en merkt aan de lichaamstaal dat je patiënt het heel moeilijk heeft en pijnlijk vindt. Eenvoudige en haalbare opdrachten, hoe basaal ook, loodsen je zelf met je patiënt dan door een heel pijnlijke eerste fase. Vertrouwen schenken, geduld tonen en aanmoedigen zijn een dankbaar hulpmiddel om samen door deze primaire fase te sluipen. Een verbetering opmerken, hoe klein ze ook moge wezen, en ze dan opzettelijk dik in de verf zetten doet soms wonderen. Het komt er dan ook dikwijls op neer dat je opdrachten zo subtiel zijn opgesteld dat de patiënt(e) het gemakkelijk vindt om ze uit voeren, en daarbij zichzelf onopgemerkt toch weer een beetje overtreft. Nooit te grote sprongen riskeren. Bij Linda verliep dat hallucinant voorbeeldig. Ze was steeds gemotiveerd bij elke sessie. Ze vroeg soms zelf een variante van die oefening die moeilijker uit te voeren was. Ze paste zich aan de moeilijkheidsgraad van de revalidatie aan, niet moeiteloos maar wel met ongelooflijk grote overgave. Mijn respect om het parcours dat Linda aflegde is grandioos groot. De chaotische beginsituatie met de organisatie van opvang én verpleging én revalidatie bij de aanvang stond in groot contrast met het eigenlijke verloop van het herstel. Ook de familiale opvang door de ouders en de broer hebben zo een doorslaggevende rol gespeeld. Na enige maanden oefenen, dikwijls bijna vallen maar zeker veel opstaan, neerslachtige en euforische momenten, sloten Linda en ik een pakt. Linda zou ooit samen met Jos (haar vriend en mijn klimmaat) in Ierland een berg beklimmen. En, Jos, Linda en ik hebben wel degelijk woord gehouden. Het is Linda en ons gelukt. Linda is totaal, lees honderd percent, hersteld. Ze dartelt door het leven als zelfstandige en wandelt en fietst als geen ander. We hebben elkaar achteraf nog enkele keren teruggezien, en geloof me, ik blijf zo fier op haar.






























    09-06-2018 om 19:22 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    DAG 41: Vrijdag 8 juni 2018. 

    Onder mijn voeten: Ambarès Et-Lagrave – Neuvic met de camper - Laval-De-Cère. 

    Na de regenellende alles drogen en proper maken op de camping. 

    Internet is een zegen als het er op aankomt om snel en efficiënt iets op te zoeken. Bedoeling is zo snel mogelijk de natte spullen droog te krijgen (grote angst voor schimmelinfectie zoals verleden keer), de 8 doorweekte schoeisels terug te brengen naar hun staat van bruikbaarheid, onszelf wat netjes en in de plooi te brengen en vooral toch ook mijzelf mentaal terug wat op te vijzelen. Naar een camping dus. In Neuvic zegt Google dat al onze parameters ingewilligd zullen worden. Er is douchegelegenheid, je kan er overnachten, er is elektriciteit en mogelijkheid bij eventueel verder slecht weer om je linnen te drogen via een droogkast. We zitten er inderdaad op een Godsgeschenkte locatie. Vlak tegen de Isle en haast geen volk. Volop in de zon en laat maar drogen die “kleedjes” en mijn “bottinnekes”. Bekomen van de natte dagen doen we via “le petit jaune” en chips (ik moet mijn zoutgehalte op peil houden wanneer ik zoveel zweet….), olijven en Feta-kaas. Ja hoor, kleinigheden kunnen me gelukkig maken. We voelen ons allebei in de goede mood en spreken af om vanavond in een klein plaatselijk restaurantje iets te gaan eten. Die minieme schattige Franse eetgelegenheden kunnen dikwijls heel aardig en bovendien goedkoop uit de hoek komen. Vraag dat maar aan onze Marcel. Ook nu is dat opnieuw zo. We aten er allebei ons buikje rond en dronken een zeer goede Bordeauxwijn (Lafitte) en het dessert (passievruchtensorbet) mocht er ook zijn. Net geen 54 euro voor ons beiden, en geloof me, de schotels van den Meus mochten er gerust naast staan. Deze dagelijkse kost bracht ons terug helemaal in de plooi en in versnelde draf trokken we als twee voldane kompanen naar ons gelegenheidskamertje. Ik heb geslapen tot 07.30 en het zonnetje had al verschillende keren mijn tenen door het venstergaas heen opgewarmd, toen Walter zijn hoofd opstak en vroeg of ik wist hoe laat het al wel was. We verschijnen een 5-tal minuutjes later in deftig tenue voor het appel en meteen worden de taken verdeeld. Het bakken van een eitje met spek, de afwas, de opruim van de tassenkast en de kruidenkast, de camper vertrekkensklaar maken (afsluiten elektriciteit – gas afsluiten – koffer achteraan schikken en vastgespen – alle ramen sluiten rondom en boven - de kasten blokkeren samen met de ijskast…) douchen en toilettage en maquillage, scheren en instappen. Op weg naar Laval-de-Cère, waar we zondag onze copinnekes zullen mogen en kunnen vertroetelen. Wanneer we aankomen bij Chris en Jacques wacht ons een zeer innig onthaal. We eten op zijn Belgisch: koude schotel, met eitjes, sla, tomaten, boontjes, makreelfilets, ansjovis en frietjes. Met een goede Palm zitten we meteen in de sfeer en na goed getafeld te hebben, geef ik me over aan mijn onbeheersbare dwangneurose: de mobilhome reinigen binnen en alles weer deftig in orde brengen en klaar maken voor het tweede deel van onze missie. Ruiten binnenkant worden grondig ontdaan van allerlei vliegenscheten en de bloedsporen ten gevolge van doodgemepte muggen. De frigo wordt helemaal met water en detergent gereinigd en ook de vloer wordt geschrobd en geblonken. Weer als nieuw en klaar voor een deskundig keurend oog. Morgen gaan we naar de markt in Bretenoux en laat ik weten wat daar allemaal kan gekocht worden. Ondertussen blijven we op onze honger tot de echtgenotes eraan komen. 

    Achter mijn handen 

     DE SLURPENDE KNIE 

     Ziekenhuisafdelingen hebben soms de neiging om tegen grotere vakantieperiodes hun afdelingen wat te ontlasten door patiënten iets vroeger dan in normale omstandigheden, naar huis te sturen. Dat gebeurt dan steevast rond de Kerst- en nieuwjaarsdagen, Paastijd en de zomervakantieperiode. Als kinesitherapeut in een zelfstandige praktijk word je daar wel meermaals mee geconfronteerd. Zaak is dan om toch een beetje op je hoede te zijn omdat je wel eens te maken krijgt met verzwakte patiënten die niet over veel reserve beschikken. Hun fysiek-conditioneel systeem is dikwijls wat vervallen onder hun normale waarde, en ook de doorgebrachte tijd in bed maakt dat het musculaire bestel niet binnen de reguliere waarden functioneert. Je moet als therapeut alert zijn voor signalen van fysiek onvermogen, therapeutische achterstand, kwaadaardige evoluties van de wonden en zeker ook mentale en verbale seinen van het slachtoffer. Bavo was een 25-jarige jongen die met de wagen was geslipt en zijn knie en onderbeen danig had gekwetst. De knieschijf was gebroken, het onderbeen was gebroken en bovendien was er een stuk van de zijkant van het onderste deel van zijn dijbeen ook mediaal (langs de binnenzijde van de knie) afgebroken. De gecompliceerde hersteloperatie in een Brussels perifeer ziekenhuis had bestaan uit verscheidene ingrepen. De fractuur van het onderbeen werd gestabiliseerd door drie staven door het scheenbeen te boren en die uitwendig met een soort Sergeant-binding te verbinden en te fixeren. In het jargon noemt men dit een externe fixator. Het voordeel van dergelijke immobilisatie is dat men de gewrichten onder en boven de breuk vrijwaart en dus zeer goed in beweging kan houden, bovendien kan men de wonde, veroorzaakt door het stuk bot dat door het vlees buitenwaarts heen is geschoten, zeer goed observeren en desnoods zeer gemakkelijk behandelen. Bij een gips immobilisatie verdwijnt zo’n wonde onder de plaaster en is opvolging moeilijker en gevaarlijker voor ettering. Bij de externe fixatie met staven doorheen de huid en het bot is het echter van groot belang dat de kleine poortjes waar de staven door de huid gaan, elke dag ontsmet worden en zeker niet ontsteken noch toegang verlenen voor bacteriën in het bot of onder de huid. Bavo mag op Goede Vrijdag het Brusselse hospitaal verlaten. Na een intense tijd van dagen op spoed, in de operatiekamer, op intensieve en tenslotte op zijn eenpersoonskamer, wordt hij ontslagen, en dient hij te worden vervoerd per ziekenwagen, omdat de behandelende arts buiging van de knie niet toelaat. Blijkbaar moet er bij de eindcontrole van Bavo toch iets ernstig mis zijn gelopen. Bij mijn eerste behandeling aan huis merk ik een fel verzwakte tot afwezige patiënt op die ternauwernood nog antwoord kan geven op mijn vragen naar pijn. Ook zijn autogene (eigen) controle over buigstand van de knie en gevoel in het been zijn danig verstoord. Bavo transpireert hevig en wanneer ik mijn hand op zijn hoofd leg voel ik mijn ingebouwde thermostaat richting rood klimmen… Bavo had duidelijk koorts. Het meest verontrustend echter waren de bijgeluiden tijdens de mobilisatie van de knie. Bedenkelijk waren de geruchten die ik hoorde wanneer ik de knie langzaam van strekken liet overgaan naar buigen. Het was een storend slurpend geluid. Ik hoorde duidelijk een vochtverplaatsing. Ik was onzeker over de aard van de vochtmaterie. Het kon resterend bloed zijn na de heelkundige ingreep. Ook wondvocht was een mogelijkheid. Maar waar ik het meest voor vreesde en haast intuïtief aan dacht was een etterende materie die onder het kapsel van de knie glorieus en zonder storing het bot kon aantasten en zodoende het ganse lichaam in een sepsis zou kunnen storten. Een zeer gevaarlijke evolutie die tot amputatie en zelfs tot de dood kon leiden. Een eerste telefoon naar de huisarts op vrijdag na 18 uur gaf mij letterlijk geen antwoord op mijn bezorgdheid. De dienst in Brussel, waar Bavo vandaan was gekomen, gaf mij wel een antwoord in de orde van een doorverbinding met een aanwezige assistent. Wanneer die man mij toch trachtte af te wimpelen met het voorstel om hem de week nadien een afspraak te geven op de dienst orthopedie viel er langs deze zijde van de lijn een onheilspellende stilte. Aan de andere kant ook. De assistent was echter duidelijk onder de indruk van mijn wederwoord. Ik noemde de man zijn naam en meldde dat ik hem desnoods persoonlijk aansprakelijk zou stellen bij eventuele latere complicaties aan deze knie. Ik rapporteerde dat ikzelf deze patiënt met mijn wagen naar de spoed in de Gasthuisberg in Leuven zou brengen en dat hij voor deze patiënt geen afspraak hoefde te maken in Brussel, want dat een spoedingreep aan deze etterende knie zich duidelijk opdrong. Ik was een kwartiertje later op spoed. Bavo weet daar niets meer van. We hebben samen met twee verplegers de jongeman op een brits gelegd en diezelfde avond nog werd Bavo onderworpen aan een open kniespoeling en werd de necrose zone volledig gereinigd. De knie was in erg erbarmelijke staat geweest en blijkbaar moeten de wonden aan de uitwendige fixator meer aandacht gekregen hebben, waardoor de bacteriële infectie op het echelon hoger minder verzorging kreeg. Zo kon deze inwendige infectie vrij en vrolijk ontsteken. Bavo verbleef nog 6 weken in de ziekenboeg, deels in quarantaine. Het is die keer dat professor Broos me persoonlijk contacteerde en wist te prijzen voor mijn zeer alerte houding en dito reactie. Dat het mijn ijdelheid streelde mag ik niet ontkennen. Bavo herstelde helemaal en is nog steeds een dankbare man wanneer we elkaar toevallig nog eens tegen het lijf lopen.

















    08-06-2018 om 19:59 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    DAG 40: Donderdag 7 juni 2018. 

    Onder mijn voeten : Pugnac – Ambarès-et-Lagrave 27,6 kilometers. 

    De tweede wimpel is met glans binnen ! 

    Vandaag wandel ik de laatste tocht van mijn eerste deel. De ganse tocht beslaat twee delen. Een eerste deel met mijn copain de route, Walter, ondertussen nog een betere vriend geworden omdat we beiden onze kleine kantjes prijs gaven. Vanmorgen vang ik de tocht aan in een goede verwachting: grijze hemel met blauwe puzzelstukjes er midden in. Een beetje zout en peper die in de wolken hangt. Het goede gesternte doet zich vooral gelden in : geen neerslag. Mijn door en door natte schoenen van gisteren zijn nog voor één derde vochtig, maar die van eergisteren zijn haast neutraal droog. Die kies ik dan maar. Vooral het lopen door hoog nat gras maakt me treurig en vooral ongerust. Eénmaal je schoenen langs de binnenzijde de kousen nat maken, is het verhaal heel kort en heel pijnlijk. Wanneer je voeten de natte kousen assimileren wordt het gevaarlijk omdat de wakke delen de vorm aannemen van de zeer zachte zijkant van je schoen. De volgende dag val je werkelijk uit je zetel van de pijn die de hard geworden zachte weefsels hebben aangenomen. Echt geen jonge patatjes! Ik neem voorzorgen: mijn droge schoenen overkleed ik met mijn omlaag geschoven wandelgetten omdat ik na de regen van gisteren heel veel vuiligheid en nattigheid in het hogere gras verwacht. Ik ben daar helemaal niet verdraagzaam in. Het valt allermaal wel heel goed mee. De ondergrond is hier helemaal anders wat betreft samenstelling en permeabiliteit. De vochtige aarde is niet meer modderachtig, niet meer glibberig en met veel smaak wordt die vaste aarde en gras verwerkt door mijn passen en mijn voeten alsof het goede boter is waar een mes doorsnijdt. Ik loop wederom als een op hol geslagen paard. Ik loop vandaag voor de tweede wimpel. Na Cambrai was Bordeaux de tweede wimpel, meteen ongeveer de helft van de opdracht. Ja, bij aankomst op de camping heb ik er samen met Walter twee Ricarrekes op gedronken. Dat heeft te maken met de euforie, omdat ik twijfelde aan deze wimpel. Duizend en honderdnegendertig kilometer met beide voetjes, elke dag opnieuw, is niet alledaags. Natuurlijk ben ik daar een beetje fier op. Onderweg maak ik mijn bedenking omtrent mijn tweede uitdaging. Wanneer het schrijven van de teksten een eerste uitdaging is voor mijn pensioen en voor Oostrem, is het verkopen van 500 exemplaren van dit boek voor Oostrem een tweede zware opdracht. Niet dat ik mij een beetje wil indekken bij voorbaat, maar vooraf in al je enthousiasme denk je, wanneer je drukker een minimum aantal van 500 exemplaren voorstelt, dat dit best zal haalbaar zijn. Naderhand, nu dus, nu mijn hoofd begint leeg te geraken, moet ik eerlijk toegeven dat ik daar wel een beetje angst voor krijg. Zoveel boeken verkopen is niet min. En toch zal het moeten. Desnoods trek ik zoals de socialisten, de boer op, van huis tot huis. Wat ben ik blij met enkele reacties die me bereiken via de blog. Weet je, de grootse angst van eender welke schrijver, van Tom Lannoye tot een klein amateurke, is dat al dat geschrijf niet veel aarde aan de dijk brengt. Ik weet wel, het is gewoon een ventilatie van al wat je ziet, hoort, meemaakt onderweg, en je wil dat zo graag delen. Maar hier draait het om meer: ik wil zo graag Oostrem wat zuurstof bieden voor hun ontspanningsruimte. Haast 25.000 euro hebben ze daarvoor nodig. Mijn schampere 20.000 euro zouden daar wel een hele hulp voor betekenen. Wanneer ik vandaag richting Bordeaux wandel valt me plotseling op hoeveel deftige wijnboeren met uitzonderlijke ommuurde wijngaarden mijn pad kruisen. Ik kan er niet omheen, maar er zijn prachtig mooi aangelegde wijnbouwakkers en dito wijnhuizen, die ook de weg van de “merchandising” (bed and breakfast – chambre d’hôtes – gite -…) met veel smaak slikten. Komaan Johan, iedereen wil leven. In Arras kan je er niet naast kijken, het ene wijnhuis beconcurreert het andere met reclame over proeverij en/of directe verkoop. Het dorp leeft echt van de wijnindustrie. Ik laat me niet kennen, en onder het mom van pijnlijke voeten stop ik even aan de ingang van een heel gerenommeerde wijnproducent, om de geplogenheden rond het fabriceren van een flesje wijn toch even van kort bij waar te nemen. Daar is almachtig toch veel handenarbeid en ambachtelijke “know-how” mee gemoeid. Dit is niet zomaar een flesje fruitsap brouwen. Veel respect voor deze mensen. Het lopen gaat voortreffelijk en niets doet vermoeden dat ik vandaag de laatste rit loop van deel één. Tijdens de uittekening van het programma heb ik meermaals gemijmerd: als ik maar in Bordeaux geraak.Hier ben ik nu! De brug over de Dordogne is een fenomenaal gevoel. Waar de Garonne en de Dordogne in elkaar samenvloeien wordt de Gironde gevormd. De brug is een kilometer lang en loopt over een pracht van een natuurreservaat met water en omgevend struikgewas. Haast geen bootverkeer en een uitzonderlijke geaardheid die deze streek geen geweld aandoet. Ik ben zo blij dit te kunnen meemaken en al ga ik los over al die kilometers, ik geniet van de eerste meters tot de laatste centimeters. Dat dit mij kan worden gegund. Met supporters langs de zijkant, want gisteren kreeg ik nog wat extra steun van Joke, de oudste dochter, die mij volgende week een tweetal dagen komt vervoegen. Het weerzien met Pieter en Joke, en ook vooral de twee kleinkindjes gaan me dwaas maken van blijdschap. Je zal het je niet kunnen voorstellen, maar tijdens de strijd in deze missie is elke aanmoediging toch zo een geruststellende instemming met mijn zelf opgelegde opdracht. Gelukkig is er veel empathie. Vandaag zitten we even na de tocht op een camping in Neuvic sur Isle, aan de kanten van Périgueux. Een toffe plaats om even alles te evalueren. Niets dan positiefs en het beter inschatten van ons beider kleinere kantjes heeft ons, Walter en mezelf nogmaals betere vrienden gemaakt. Het overleg is positief en heeft ons nogmaals meer loyaal opgesteld ten overstaan van elkaar. Niets mag u doen vermoeden dat er nooit geen problemen zijn geweest, maar we scoorden belangrijke punten in de vriendschap. Morgen rijden we verder naar Chris en Jacques in Laval-de-Cère om er alles grondig te wassen. Ook de mobilhome en we nemen diepvriesfrietjes mee om ons er van te verzekeren dat we ons huisgerecht met balletjes gehakt in tomatensaus niet zullen missen. Ook een fles Ricard zal worden overhandigd met de bedoeling dat onze verwelkomers de ons zo eigen geworden drank zeker in huis zullen hebben. Zondag verwachten we de “Copinnekes” zodat we na een zestal weken weer helemaal verenigd zullen zijn en weer helemaal normaal zullen kunnen functioneren. Morgen wordt u een nieuw sterk verhaal aangeboden, al zal de motoriek niet zo zwaar op de proef worden gesteld. De tekst zal er niet minderwaardiger om zijn. Deze avond gaan Walter en ik lekker uit eten op restaurant. Wil je weten wat we aten, lees dan morgen maar de blog. Tot vrijdag. 

    Achter mijn handen: GOED WERK LEVEREN WEKT AFGUNST  

    Er was een familiale helpster en die leverde heel goed werk. Door alle oudjes waar ze eenmaal was geweest werd ze op handen gedragen en geroemd als de perfectie in bejaardenhulp. Zodanig hulpvaardig en correct in haar taak dat elke vergelijking met een loondienst in het niet verdween. Ze werkte als was het voor haar eigen zelve. Iedereen maakte haar het hof omdat ze zo sympathiek was, zo vol overgave en altijd het beste uit iedere mens naar boven wist te halen. Ze was ook niet op haar tong gevallen. Ze sprak iedereen aan en wist op alle opmerkingen gepast te repliceren. Elk probleem, groot of klein, kreeg een gepaste oplossing op korte of lange termijn. Bovendien had deze mevrouw omwille van haar vriendelijk karakter en haar aangename verschijning heel veel vrienden. Vrienden in zowat alle lagen. Ze kende verscheidene profs van Gasthuisberg wegens jarenlange opeenvolgende hospitalisaties van haar zoon. Ze kende Janneke en Pierke en haar uitstraling was er één om mee van te genieten. Geluk en zich goed voelen waren haar levensverhaal. Nochtans werd tegenslag haar niet gespaard. Haar zoon vocht van bij de geboorte tegen een chronische ziekte. Enkel ingewijden hadden daar echter weet van en ook dat sierde haar. Ik merkte ooit op dat ze gevaarlijk spel speelde want de collega’s die minder goed in de markt liggen, zouden wel eens van afgunst de details verkeerd durven vertalen naar de verantwoordelijken toe. Goed, we hebben er tamelijk lang moeten op wachten, maar het is er gekomen. Ze werd zo op handen gedragen dat reactie niet kon uitblijven. Heel veel initiatieven die ze te goeder trouw nam en heel veel bonafide bedoelingen werden opzettelijk verkeerd vertaald en gemeld omdat het niet werd genomen dat alle lof enkel naar één persoon ging. Het leven werd er haar zuur gemaakt en alle gekheid op een stokje, wegens gebrekkige dienstverlening en te erg familiaire omgang kreeg ze haar overplaatsing en werd ze als het ware op een zijspoor geschoven. Het heeft op mij heel veel indruk gemaakt en tegelijk bedacht ik de woorden van mijn grootvader zaliger. JE KAN NOOIT VOOR IEDEREEN GOED DOEN, HOE GOED JE BEDOELING OOK IS. De vrouw beëindigde haar carrière op een post waar ouderen in dagopvang zaten. Ze maakte er een heel gezellige boel van en menig oudere begaf zich naar die opvang alleen al omwille van de begeleiding en opvang door deze ongelooflijk gemotiveerde bejaardenhelpster. Ik vind dat ze in extremis in eer mocht worden hersteld en worden geprezen om zo veel inzet en niet opgemerkte overgave voor menig bejaarde persoon.
























    07-06-2018 om 19:58 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    06-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    DAG 39: Woensdag 6 juni 2018. 

    Onder mijn voeten: Marcillac – Pugnac 12,6 kilometers  

    Over naar plan B. 

    Deze nacht zijn hier niet alleen alle sluizen open getrokken, ook de naburige vijvers zijn leeggepompt en over ons nederig rijdend huisje gespoten. Het kletterde zware druppels op de aluminium dakbekleding. Onheilspellend veel lawaai en bedenkelijk hoe de natuur er in de ochtend wel zou bij liggen. Op het reguliere uur van opstaan besluit ik dat niet te doen. De regen tikte te hard tegen de buitenkant van mijn plafond om een andere actie te ondernemen dan te blijven uitslapen. Niet lang omdat mijn geweten knaagt, ik zit zowaar met een onderliggend schuldgevoel. Via de laptop bekijk ik het parcours van vandaag. Voor 80% lopen over bospaden en zachte onverharde bodem. Met de modder en de plassen die ik gisteren respecteerde, is mijn vat van eerbied en achting voor de malse natuur opgebruikt. Ik teken een nieuw traject uit met alleen maar verharde wegen en haast geen bospaden en smalle stroken in het bos. Ook spreek ik met Walter af om elkaar te ontmoeten na 12,6 kilometers. Van mijn vijf paar wandelschoenen zijn er 2 paar onbruikbaar wegens te nat aan de binnenzijde. Het derde paar gebruik ik vandaag. Het vierde paar zijn wandelpantoffels die heel licht zijn van materiaal en totaal onbruikbaar bij regen en plassen ondergrond. Het vijfde paar zijn Teva sandalen en enkel goed om aan te trekken na de wandeling. Ik heb dus maar 1 paar schoenen die bij deze weersomstandigheden kunnen gebruikt worden. Schoenennood dus. Ik vertrek met regenjas en waterdichte salopette om iets na negen uur. Het hemellaken staat bol van de massa water die er elk ogenblik uit kan gedropt worden. Het volume aan vocht is niet te schatten maar elke wolkenloerder kan zonder moeite schouwen dat hier elk ogenblik letterlijk de hel kan losbarsten. Tussen twee luiken van regenbuien door pak ik samen met mijn rugzak wat proviand en veel moed mee. Niet te schatten wat een mens bezielt om met dit weer te voet de baan op te trekken. Is mijn gedrag een voorbode van seniliteit of een waar afdruksel van moed en zelfopoffering? Ik weet er zelf niet op te antwoorden. Onderweg breekt inderdaad die te voorspellen hydratieve inferno los. Op geen tijd loopt het water via mijn nek naar beneden en waar het ook passeert, deugd doet het nergens. Mijn schoenen die gedeeltelijk zijn bedekt met wandelgetten, worden nat en ondanks mijn selectieve passen en stappen kan ik plassen en vocht op de weg niet altijd mijden. Na 12,6 kilometers staat Walter in de kletterende regen op mij te wachten. Ik stijg zoals een zalm tegen de stroom opwaarts, klim de motorhome in en heb enkele seconden tijd nodig om deze droge omgeving in mij op te nemen. Letterlijk, ik druip. Morgen geeft men iets beter weer met minder regen en iets meer zonneschijn. Op het programma zie ik dat we ondertussen vanuit Herent 1112 kilometers aflegden. Mag ik jullie verraden dat de omslag van het boek wordt ontworpen door Frieda, mijn overbuurvrouw. Ik kreeg deze week een foto toegestuurd van het kunstwerk. Ik was diep ontroerd door wat ik te zien kreeg. Nieuwgierig? Kom gerust naar de voorstelling op donderdag 18 oktober (iedereen is welkom) en drink er eentje op mijn kosten, ambiance verzekerd. Deze avond eten we een kabeljauwhaasje met gebakken patatjes in olijfolie en look. Tartaresausje en een goed glaasje wijn. Onderweg kwam ik nog een bar tegen met het alomgekende biermerk waar iemand zich mee thuis voelt. Ook hier is er dus Stella.
    Het eerste deel van mijn tocht loopt langzaam op zijn einde en dit verontrust me danig. De tijd vliegt hier nog sneller dan elders en wellicht is het daarom dat die Fransen zo vredig en rustig oud worden, ze hebben misschien geen rekening te houden met de tijd. Morgen loop ik naar Ambarès-et-Lagrave en dan kan de tussentijdse rustperiode van ongeveer een week beginnen. Wees gerust, de blog en de verhalen lopen rustig door. Genoeg aan jullie te vertellen. Trouwens het afscheid van mijn huidige “compagnon de route” neem ik ernstig en mag zeker niet te bruusk gebeuren. Ik ga daar een paar dagen over moeten doen. Groetjes in Herent aan alle collega’s van de praktijk en van harte proficiat aan Niels, want van verleden zaterdag is hij de papa geworden van een flinke dochter. Moeder en kind stellen het wel naar verluidt. Jan uit het verre Spanje dank ik voor zijn waarderende woorden over de blog en ook van mijn dochter Joke kreeg ik het bericht dat zoveel patiënten dagelijks genieten van de foto’s en de tekst. Zeer lief om dat te melden. Groetjes aan André en Maria, onze vroegere buren en vooral ook veel gezwaai naar jou, die dit verhaal zal hebben gelezen. Tot morgen. 

    Achter mijn handen: JALOERSHEID KENT GEEN LEEFTIJD  

    Er was een ouder paar die beiden tijdelijk tot het herstel van de grootmoeder bij de dochter en de kleinkinderen inwoonde. De man telde 82 jaren op zijn kalender, de vrouw haar leeftijd bereikte de 78 jaren. Fysiek waren ze beiden nog in goede doen, maar vitaal was de wiek van het kaarsje toch heimelijk kort bij de kaarsenhouder genaderd. De man hoorde niet zo goed, en had voor zijn leeftijd een blinkende viriele blik in zijn ogen. Zijn grijze, op de mondhoeken diep overhangende snor, samen met de onverzorgde lange wenkbrauwen en te lang uitstekend oorhaar gaven mij de indruk van net iets te weinig tederheid. De vrouw had haar knieschijf gebroken. Deze fractuur bezorgde de patiënt last van gezwollen benen, die werden omzwachteld met bruine rekbare windels, een klus die ze zelf niet kon uitvoeren en waarvoor het verplegend team werd ingeschakeld. In de dag kwam bovendien de kinesist de mevrouw haar benen soepel houden om preventief een trombose zo veel mogelijk te vermijden, en vooral haar long-hart conditie te vrijwaren van verval. Daarom dat we elke behandeling ook afsloten met een korte wandeling van om en bij de 10 minuutjes in de wijk waar ze verbleven. Arm in arm keuvelden we dan publiekelijk door de smalle steegjes van den Elst. Opmerkelijk was dat de echtgenoot zich iedere keer uit de leefkamer terugtrok, wanneer ik mij aanmeldde om de vrouw te behandelen. Hij stond dan recht uit zijn strandzetel, mompelde iets onverstaanbaars en slofte tenslotte richting slaapkamer. Ik zag hem zolang ik er aanwezig was niet meer terug. Ik had benevens mijn vermoeden, toch al enkele keren geruchten opgevangen dat hij mij niet mocht, maar kon bij God niet inschatten wat hiervoor de argumentatie kon zijn. Wanneer ik bij de mevrouw polste naar de reden van haar echtgenoot zijn niet zo vriendelijke attitude naar mij toe, grapte ze dat hij precies wat jaloers was dat ik met haar benen zo intens bezig was. Ik zou mezelf niet zijn wanneer ik bij een eerstvolgende gelegenheid de koe niet bij de horens zou vatten. Ik kom op een dag binnen en de man ligt ronkend in zijn zetel. Ik wek hem niet maar verschuif een paar keer de stoel van de patiënt en tel mijn frequenties van de mobilisaties wat luider dan normaal. Wat de bedoeling was, gebeurt ook. De norse man ontwaakt en ziet mij naast zijn vrouw op mijn knie zitten. Vanuit zijn zittende ontwaakpositie kijkt hij mij recht in de ogen en vraagt heel opgewonden: “Hoe zit dat met u manneke, komt ge ze nu ook al op uw knieën ten huwelijk vragen” (sic). Aanvankelijk lachte ik dat weg en gaf met een kwinkslag aan dat ze al verpatst was. Maar wanneer hij vloekend moeizaam maar deze keer toch zonder hulp, rechtop stond vanuit de moeilijke onstabiele plooistoel, was ik toch een weinig verbouwereerd en besefte dat je je voor minder aan een drankverslaving zou overgeven. De vrouw treedt mij bij en maakt zich wanhopig boos. Na een goddelijke verwensing en wat hogere decibels, maant de vrouw mij aan om met haar naar buiten te gaan. Ze roept nog na dat mijnheer het niet moet wagen haar te vergezellen. Daar krijg ik het verhaal te horen dat hij zich reeds van dag één opstelt als een achterdochtige echtgenoot. Ik mag er mij niets van aantrekken en moet beloven het hem niet kwalijk te nemen. Ik heb die man sindsdien niet meer onder mijn ogen gekregen. Blijkbaar was hij van de aardbol verdwenen. De mevrouw verzekerde mij echter dat hij nooit de waan verloor dat ik kwam om een scheve schaats te rijden met zijn vrouw. En ik die dacht dat het om te lachen was. Die man had echt een heel lage dunk over mij en mijn keuze… Ik was toen om en bij de dertig jaar.
















    06-06-2018 om 14:43 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In nouvelle Aquitaine kom je na de regen modder tegen!
    DAG 38: Dinsdag 5 juni 2018.  

    Onder mijn voeten: Plassac – Marcillac 32,6 kilometers. 

    In nouvelle Aquitaine kom je na de regen overal modder tegen. 

    Wat een opluchting wanneer ik mijn ochtendplasje doe. De hemel is wel grauwgrijs en niets doet vermoeden dat het licht van de zon moet komen, maar…het regent niet. Nochtans was de meteo formeel, tussen 5 en 8 uur zou er in de regio ten noorden van Plassac 48% kans zijn op neerslag. Niet dus. Ik begeef me na mijn ochtendritueel van eten en voetjes tapen naar de voorste cabine om mijn hogere “stapbottinnekes” aan te trekken. Die van gisteren waren nog nat zowel de binnenkant als de buitenkant, dus wisselen maar. Ik heb er drie paar bij, en het is een beetje mijn manier om voorzienig te zijn. Het zal me vandaag goed van pas komen, die voorzienigheid. De eerste kilometers gaan dwars door het hogere gras en het onweder van gisteren heeft hier alle zachte paden herschapen tot één grote modderstroom en poelen die zo zacht zijn dat je tot aan de rand van je bottinnen in het aardezacht verdwijnt. Tot driemaal toe moet ik mijn kousen verversen en de voeten hertapen. Het landschap en de bossen zijn hier gewoonweg prachtig en ongewoon. Ik wil zeggen dat we dit landschap thuis niet te zien krijgen. Enkel de ondergrond valt me erg tegen. Ik moet echt ploeteren door modder en heel glibberige ondergrond. Waar ik gisteren galoppeerde over Aquitaanse wegen als een op hol geslagen paard, moet ik vandaag ploeteren en patineren om in die modderbrij mijn weg te banen. Een hangbuikzwijn mijn gelijke kunnen zijn. Vermoeiend en bovendien niet ongevaarlijk, want schuiven en glijden en voeten omslaan zijn aan deze terreinomstandigheden heel dikwijls gelinkt. Nochtans loopt het heel gemakkelijk en moet ik voor mezelf bekennen dat ik naar mijn lichaam heel goed luister en het haast als een metronoom mijn gangpatroon dirigeert. Geen stijfheid, geen pijnlijke spieren, geen kortademigheid, geen abnormale vermoeidheid bij het ontwaken en vooral een zeer goede recuperatie elke ochtend. Naar ik hoor maken het thuisfront en de kindjes zich zorgen omtrent mijn extravagante escapades en mijn stijgend aantal dagkilometers. Echt geen nood! Het verloopt hier allemaal zo prachtig en zo simpel als vier delen door twee. Als er dan toch een zorg moet geuit worden, dan is het of we niet te snel in Bordeaux zullen aankomen. Ook verleden keer wanneer ik mijn voettocht ondernam naar Compostella, liep ik door ettelijke verlaten dorpen. Ook ditmaal is dit zo. Hier staan dorpen te koop, in heel zijn globaliteit. Ik ontmoette een jongen van ongeveer een jaar en hij riep mij van heel ver reeds “ Bonjour Monsieur”. Dit was al niet normaal dat mensen zo vriendelijk zijn voor elkaar. Dus nader ik hem want hij staat achter zijn gesloten tuinpoort naar mij te kijken. Meteen valt het mij op dat hij heel vriendelijk en nieuwsgierig is omtrent mijn verschijning in zijn straat. Vier vragen vuurt hij tegelijkertijd op mij af zonder mij een kans te geven er op te antwoorden: “Ou est ce que vous allez?- D’ou venez-vous?- C’est quelle appareille sur votre ventre? Comment vous trouvez votre chemin? “ Wanneer ik hem chronologisch alle vragen beantwoord en op mijn GPS de lijn uitleg die ik moet volgen valt zijn mond wijd open en zie ik meteen dat aan zijn beide snijtanden vooraan een onderste stuk ontbreekt. Ook zijn linker pols ligt in een brace omdat hij die pas heeft gebroken na een val met de fiets. De duidelijk bezorgde mama vraagt hem van binnen uit met wie hij aan het praten is. Ze komt ongerust via het vensterraam naar buiten gekropen en meldt me dat hij niet alles zal hebben verstaan. Ik begrijp uit haar woorden dat de jongen mindervalide is en mentaal een beetje is geretardeerd. Na een aantal minuutjes groet ik de jongen met een handdruk door een opening in de poort en hij is echt vereerd en gelukkig. Hij roept nog naar zijn moeder dat ik hem mijn GPS scherm toonde en dat ik de weg schuin naast zijn woning zou nemen. Wanneer ik het dorpje Marcillac binnenloop waan ik mij in een western film decor. Allemaal vervallen en leegstaande panden die met gesloten klapluiken wachten op een nieuwe eigenaar. Hier heeft de tijd niet stil gestaan, hier is gewoon geen tijd geweest. Een oldtimer Renault staat er op straat te roesten en niemand die zich daaraan stoort. De kerk is goed onderhouden en het parkje ervoor is pas heraangelegd en netjes gemaaid. Wat een tegenstellingen. We staan vandaag naast het kerkhof van Marcillac. Een toplocatie zouden de touroperators u zeggen. Volop tussen de wijndruiven, maar ze zijn nog niet rijp. Walter staat reeds op de plaats wanneer ik arriveer en onthaalt me op een glaasje Ricard met een meloen. Van een prachtbegeleider gesproken. Ik zeg hem nog dat ik het hiervoor doe. Eigenlijk hoe meer we naar het einde van die zes weken toeglijden, hoe meer we op elkaar geraken ingesteld. We kennen elkaars sterke en scherpe kanten, en meer en meer geraken we op elkaar ingespeeld. Twee mannen onder één dak, niet zo vanzelfsprekend. Vanavond eten we Cordon bleu met boontjes en pommes de terre grenaille. Het ruikt hier alleszins al lekker en ik kan me haast niet bedwingen om eraan te beginnen. 

    Achter mijn handen: 

    DE KOFFIEMENEER 

    Reeds jaren kunnen wachtende potentiële patiënten hun verloren tijd toch met nuttig gevoel doorbrengen. Je kan er je eigenste wezen vervullen met het verse nieuws van de dag door het dagelijks geschreven dagblad te verslinden samen met een overheerlijke geurende koffie in een kartonnen beker. Die koffiemachine wordt tweemaal per week onderhouden door een chronische patiënt. Maandag en vrijdag komt hij speciaal een kwart uurtje vroeger dan zijn eigenlijke afspraak. De brave en vrolijke man heeft zich vrijwillig die taak aangemeten. Hij maakt het opvangbakje van verwerkte gemalen koffie leeg. Hij spoelt dat bakje. Dan wordt de inox-plaat netjes opgeblonken, het waterreservoir wordt bijgevuld en de ongemalen bonen container wordt aangevuld. Bovendien worden de mandjes met suiker en melkblikjes opnieuw op niveau gebracht. Voorwaar die man is daar een kwartier mee bezig. Zo ook maakt deze activiteit deel uit van zijn onbetaalde revalidatie. Hij wordt dan al eens geplaagd door ons of door de andere patiënten met de vraag hoeveel bonen hij vandaag al in zijn zak heeft gestoken. Of hoeveel suikerzakjes hij al heeft gepikt…. Wij noemen hem ondertussen madame Pauline. En opgepast: als Pauline een weekje niet aanwezig kan zijn door vakantie of een andere voorziene situatie dan is hij heel verantwoordelijk. Hij geeft dan buiten ons medeweten om, zijn koffie onderhoudstaak door aan een vrouw die meestal samen met hem aanwezig is in de wachtkamer. Er wordt dan gebriefd wat die mevrouw in welke volgorde moet uitvoeren. Bij zijn terugkomst neemt hij zijn vrijwilligerswerk opnieuw over, maar laat niet na ons te peilen naar onze tevredenheid over zijn vervangster. Zijn voorname bezorgdheid is ook dat de reserve regelmatig wordt aangevuld, want wanneer de laatste zak bonen wordt opengemaakt komt hij ons verwittigen dat een nieuwe bestelling van de voorraad zich opdringt. Pauline mag niet volledig herstellen want dan zet hij heel de wachtzaal droog zonder koffie….




































    05-06-2018 om 20:44 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zo slecht begonnen, druipnat, maar zo goed geëindigd.
    DAG 37: Maandag 4 juni 2018. 

    Onder mijn voeten: Fontcouverte – Préguillac – Villars-en-Pons – Plassac 46,8 kilometers. 

    Zo slecht begonnen, druipnat, maar zo goed geëindigd. 

    We stonden op vol goede intenties en dachten dat vannacht en gisterenavond heel de voorraad Frans regenwater wel was uitgegoten over Aquitanië. De hemel was nog wel wat zonder kleurtjes in de zin van een basisschets in zwart wit, maar nooit hebben Walter noch ik geweten dat er in een wolkendek zoveel hemelvocht kon schuilen. Al vanaf kilometer 1 wandel ik in een zeverwasem van sprekende mensen met een spraakgebrek. Het zevert kleine druppeltjes op mijn hoofd, mijn borst, mijn rugzak, kortom redenen genoeg om mij te gaan beschermen tegen deze hemellozing. Na een tweetal uren wandelen in Préguillac (waar ik vandaag mocht stoppen) en de laatste koekjes van Hilde Van den Broeck (hint) breekt de hel pas los. Ik besliste op voorhand samen met Walter om de tocht van morgen er ook vandaag bij te doen. Het waren amper 10 kilometertjes. Een ware nachtmerrie viel daar uit de hemel. Moesten die druppels water knikkertjes geweest zijn was ik er al lang niet meer geweest. Ik kom terecht in een helse regenbui die ruim een uur aanhoudt. Nergens geen plaats om te schuilen, nergens een boom om onder te gaan staan…Jacobus was niet aan mijn zijde vandaag. Heel snel word ik nat van in mijn nek tot aan de waterslurpende kousen, en dan zwijg ik uit beleefdheid over mijn onderbuik en het aangrenzende kruis. Mijn slip is zo nat als een zwembroek die zopas een duik met aanhorend lichaam heeft gemaakt. Niets is daar nog plezierig aan. Na 26 kilometer bereik ik het kerkhof van Villars-en-Pons zoals een drijvende eend die uit haar waterhabitat komt. Druipend en ontredderd. Overtuigd dat hier om 13.15u mijn wandelavontuur vandaag een einde zou kennen doe ik mijn wasje en mijn plasje en begin foto’s van gisteren via het nieuwe programma van Gwenny te comprimeren en dus lichter te maken. Het vraagt enige gewenning en langzaam aan begin ik het programma te leren. Ondertussen, geloof het of niet (ik heb een getuige die onder ede staat) stopt het plotsklaps met regenen. Zowaar de zon komt erdoor. Om 15.00u hak ik een belangrijke knoop door en beslis de tocht die morgen geprogrammeerd staat (21 kilometer) aan te vangen. De bedoeling is dat ik na 10 kilometer van deze 21 Walter ontmoet op een tussenpunt om daar de dagtrip te besluiten. Ik ben geen rekenwonder, ik ben geen Garmin-nerd, ik ben geen onfeilbare navigatiepaus want ik vergis me in de afstand. Die 10 kilometer blijken er 14,7 te zijn. Bij onze ontmoeting zie ik dat Walter zich op een heel ongelukkige plaats moest parkeren. De fysiek is goed, de benen zijn goed en de GPS meldt mij dat er nog 7,2 kilometer te lopen zijn voor het eindpunt van de trip. Ik neem ze erbij en na een kwartiertje rust zijn we weer op weg. Ik bereik Plassac na anderhalf uur en wederom is mijn vriend verrast me zo snel te zien. Ondertussen is het 19.15u en tijd voor een heel fris Ricarreke. De schoenen worden ontlast van een vermoeid lichaam of was het omgekeerd? De beentjes komen tot rust en ik kan er echt mee leven dat ik op een maandagavond aankom waar ik normaal maar donderdagavond moest zijn. Morgen geven ze hier nog regen maar wees ervan overtuigd dat er naar de hemelsluizen wordt gekeken vooraleer er wordt vertrokken. Mag ik je groeten vanuit een zeer vochtig Plassac. 

    Achter mijn handen: BETALING IN NATURA  

    Een verhaal over een Franse staatsburger uit de Jura streek. Ik behandelde een chronische patiënt wiens dochter gehuwd was met een Franse hotelbediende. De schoonouders waren mensen uit de Jura vlakbij de Zwitserse grens. Aangezien de zoon en schoondochter zelf een horeca zaak startten, kwamen die ouders de zoon regelmatig eens opzoeken in België. Op deze wijze ontstond er een sterke band tussen de schoonouders en de ouders van beide kinderen, temeer omdat deze Franse toeristen dan een veertiental dagen tot zelfs drie weken verbleven in het grote huis in Herent, bij de ouders van het meisje. Hij was een typische gezellige Fransman, en hield eraan, telkens ik de chronische patiënt aan huis kwam behandelen, met mij een praatje te doen. Ook hij werd een vriend van mij, van ons, want mijn vrouw en ik zochten het paar een aantal keren op in Frankrijk. De momenten die we samen doorbrachten waren heel aangenaam en vol Franse humor en Bourgondisch getint. Op een zekere dag klaagt de man tijdens zijn verblijf in Herent over een stijve nek die hem danig hindert in zijn dagelijks functioneel beleven en werken. Die pijn rukt hem nogal bruusk uit zijn comfortzone. Kortom, “le chevalier” vraagt of ik hem niet eens onder handen kan nemen. De behandeling duurt een sessie of drie en weg zijn de klachten. Er wordt zoals de beleefdheid het eist, gepolst naar de kosten van mijn interactie. Ik wimpel het af met de verklaring als is het een vriendendienst in ruil voor zijn Franse lessen die hij me geeft tijdens onze conversaties. Vermits er geen voorschrift is kan ik ook geen rechtmatig ereloon aanrekenen. Ik wil me niet wagen aan zwartwerk en een vakkundig gestolen salaris. Bovendien is het ook niet mijn stijl, al klinkt dit misschien iets te pretentieus. Het wordt ook zo uitgelegd. Maar de Franse “prince fouré” heeft het zo niet begrepen. Hij is een rechtschapen man en wil niet profiteren van de deskundige Belgische handen. Bij mijn huisbezoek aan de patiënt voor wie ik eigenlijk kwam, komt hij aandraven met twee flessen Vin Jaune. Een typisch wijntje uit zijn streek, die in oplage beperkt is, die je tot wel een eeuw kan bewaren en die enkel kan dienen als aperitiefwijn of bij foie gras. Een flesje betaal je gauw tussen de twintig en dertig euro. Het vloeibaar goud proeft naar droge Sherry en is een ware delicatesse onder de Franse wijnen. Na de recensie over deze wijn was ik zo benieuwd dat we ’s avonds een flesje kraakten. Hij is werkelijk een surrogaat van de Spaanse sherry wijn uit Andaloesië. We maakten later een deal: Wanneer onze wijnsmokkelaar nog eens pijn had, eender waar en eender wanneer, mocht hij beroep doen op mijn handen, in ruil voor een ereloon in natura. Hoe meer pijn en stijve nekken hij zou hebben, hoe geestiger en gelukzaliger wij het in familiekring zouden hebben. Kinesitherapie, een zalig beroep toch….




































    04-06-2018 om 22:02 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs