Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
fotograffiti
de blog die in feite niet meer bestaat: fotofragmenten in tekstslierten
11-12-2006
De lichtjes van de stad
Hij stond op de heuvel en keek naar beneden terwijl duizenden lichtjes begonnen te branden. Niets mooier dan te kijken naar een stad vanuit de hoogte terwijl de avond valt. Iedere keer dat hij naar het buitenland ging zocht hij het hoogste punt op om toch maar te kunnen genieten van al die schittering. Hij voelde blijdschap en verdriet tegelijkertijd. Dit was niet te verklaren, het was nu eenmaal zo. Het liefst stond hij buiten op een heuvel. Het gevoel in een hoog gebouw was niet hetzelfde. Je moest de wind voelen, al was het maar een heel licht briesje, je moest de geuren kunnen opsnuiven en de subtiele geluiden van de stad kunnen horen. Zo gewoon een halfuurtje daar staan dat was al genoeg. Tot de donkerblauwe hemel zwart was geworden. Dan was het tijd om terug af te dalen.
Waarom ben je dan soms verdrietig boven je heuvel vroeg ze aan mij. Omdat ik oud begin te worden en sommige dingen komen nooit meer terug. Omdat er zoveel dingen zijn die ik nooit gedaan heb en nooit meer zal doen. Omdat ik je geen raad kan geven over het leven mijn kind omdat ik het zelf niet weet.
Iedere keer reed hij de heuvel omhoog tot hij juist voorbij een bocht een prachtig uitzicht had over de stad. Daar bleef hij staan en keek naar beneden terwijl de tranen soms over zijn wangen gleden maar hij wist niet precies waarom. De lichtjes beneden hem werden dan troebel. Maar in zijn hart voelde hij vreugde, ontroerd door zoveel schoonheid. Hier in deze stad voelde hij zich thuis. Een thuis om te wonen, niet om te werken. Hier kon hij leven moest hij rijk zijn en financieel onafhankelijk zodat hij kon doen en laten wat hij wou. Dan was hij zoals een toerist in zijn eigen stad.
Hij keek nog even naar zijn lichtjes en zijn hart bonkte en weeral was hij verdrietig.
Waarom ben je zo verdrietig vroeg ze aan mij. Omdat ik ontroert ben als ik je jeugdige schoonheid zie en ik de tijd niet kan terugdraaien om verliefd te worden op jou.
Vreugde en verdriet tegelijkertijd, zo veel gevoelens als ik naar je kijk, de lichtjes van het stad.
Anonieme figuren haasten zich langs het decor van de grote stad Contact wordt vermeden of is vluchtig en incidenteel Je weet niet wat ze willen, waar ze heen gaan Maar ze moeten verder, dag en nacht Altijd zijn ze onderweg als schimmen in de stad
December. Korte dagen, lange nachten. Nu ja, het is zoals je het zelf ziet. Het zijn in ieder geval donkere dagen. Het einde nadert, het einde van jaar welteverstaan en dat is te merken aan de nervositeit van de mensenmassa die op koopjesjacht gaan in deze cadeautjestijd. Grote winkelketens zoals de Makro om geen namen te noemen spelen daar gretig op in. Open de zondag afficheren ze en de koopjestoeristen daar naartoe. Kopen ze niets, ze hebben toch een gezellige uitstap gemaakt, rondslenterend tussen de rekken en winkelkarretjes. Eén keer ben ik in de val getrapt en liep ik ook tussen die mensenmassa. Er is geen doorkomen aan tussen al die geparkeerde karren die men zomaar achterlaat. Na een kwartiertje zag ik het al voor gezien, ik had reeds tweemaal zon kar tegen mijn hielen gekregen van die rondkijkende kooplustige madammen die hun winkelkar vooruit duwen terwijl ze ondertussen opzij aan het kijken zijn. Zie je iets dat je interesseert, dan kan je er nauwelijks aan omdat er tientallen voor uw staan die eveneens geïnteresseerd zijn. En omdat ik nu eenmaal geen geduldig type ben breekt het zweet me altijd uit als het niet vooruit gaat. En dan komt nog het grootste obstakel: de kassas, rijen mensen voor je die nauwelijks vooruitgaan. Ik kom dus gestresseerd buiten na een zondagje shoppen. Eenmaal haalde het ik in mijn hoofd om op een zondag, toen alle winkels open waren, in de Veldstraat in Gent te gaan winkelen. Mensen lief, na honderd meter was ik een stresskonijn en ik was nog geen winkel binnengegaan. Na een uurtje ben ik van pure miserie maar terug naar huis gegaan. En sindsdien krijg je me de zondag nooit meer naar buiten als het voor te winkelen is. Het zijn donkere tijden !
Soms heb ik gelukkige gedachten, Gedachten, plotseling gelukkig, in gedachten En in de woorden waar ze zich vanzelf in losmaken...
Na het schrijven, lees ik... Waarom heb ik dit geschreven ? Waar heb ik dit vandaan gehaald ? Vanwaar is dit tot mij gekomen ? Dit is beter dan ikzelf ... Zouden wij op deze wereld niets dan pennen zijn met inkt Waarmee iemand waarachtig schrijft wat wij hier krassen ?...
Fernando Pessoa (18.12.1934) Uit de mooiste gedichten van
De stemming, mood, die Stimmung, l humeur, die Laune
Ik hou van die moodfotos die een bepaalde sfeer laten zien, benadrukken. Beelden met een ziel, technisch misschien niet perfect, wat bewogen, flou maar toch zo emotievol.
Stemming: Toestand, gesteldheid waarin het gemoed of de geest verkeert. Toestand van gemoed of geest als weerspiegeling van een uiterlijk aanschouwen of innerlijk voelen.
Als fotograaf wil ik deze gemoedsstemming vastleggen. Een beeldopname, ongeregistreerd, puur.
Een stemmingsbeeld voorstelling die een kunstenaar geeft van een heersende of waargenomen stemming waarbij je eigen fantasie naar boven komt. Zie ik het zelfde als jij ziet ? Mijn hoofd zit vol met beelden die ik nog moet fotograferen. Mijn lieveling stemmingsfotos zijn gefotografeerd in steden. Van mensen die leven in die steden. Van al die onbekenden die lopen in straten. Ik zie je zitten achter het venster van het café. Daar binnen is het warm. Je drinkt een kop koffie en staart naar buiten. Je gezicht heeft een warme oranjegloed van de binnenverlichting. Buiten wordt het donker. Fotos in mijn hoofd van jou !
Ze wacht ongeduldig, haar voet wipt voortdurend heen en weer. Ze heeft een oud versleten koffertje bij haar. Die koffer past absoluut niet bij haar nieuwe modieuze laarsjes. Ik weet niet wat ze wilt of wat ze daar doet. Is het een vervolg op het Poolse liefdesverhaal ?
November. Er is winter achter het denken. Laatste bladeren vangen zon en vallen af, droge tranen. Hoe lang geleden werd de wereld in haar herfstigheid jonger aan de huid, stookte verwachting koude tot vuur om, vernam het oor hartslagen in het dode en verscheen wereld na wereld aan de horizon.
Nu gaat de dag zijn weg alleen, vervalt tot stof, wordt weggevaagd uit het geheugen en verkleurt het donker tot een niet te vermurwen duurzaamheid.
Ik had het vandaag weeral zitten. Het fenomeen is iedereeen wel bekend. Je bent haastig, je kiest een kassa, meestal die met het minste aantal mensen die staan aan te schuiven en het is weeral zover. De kassa waar je aanstaat is diegene die het minst vlug vooruitgaat. Twee mensen slechts voor mij, een vrouw en een heer. En bij de mevrouw ging het mis. Ze had een heleboel zaken mee, twee zakken vol maar toen de kassierster de rekening zei bleek het vrouwtje (nou ja 't was een ferme madame !) maar 20 bij zich te hebben om te betalen. Of het mogelijk was om iets terug te geven ? Ze haalde een reep chocolade uit de zak maar helaas de rekening was nog altijd te hoog voor haar. Mijn zenuwen en die van de heer voor mij begonnen te werken. Ik zag de mensen vooruit schuiven aan de andere kassa's. Nu wist de vrouw niet meer wat ze nog kon teruggeven en de kassierster sprong ter hulp. Uiteindelijk haalde ze er een potje kruiden uit zodat de rekening beneden de 20 bleef. Het is in feite een triest verhaal. Je zag duidelijk dat de vrouw het niet breed had. Ze liep op blote voeten in slippers, had een "Aldi" training aan en was duidelijk niet verzorgd. En toch kocht ze dingen die ze waarschijnlijk niet nodig had zoals dat stuk luxe chocolade, 't was er geen van de "witte produkten". Waarom zo iemand naar de Delhaize komt om te winkelen, toch geen goedkope winkel, terwijl er een beetje verder de Aldi en de Lidl is weet ik niet.Misschien ben ik te hard tegenover iemand van de vierde wereld maar moet zo iemand niet beschermd worden tegen zichzelf omdat ze niet aan de verleidingen kunnen weerstaan van al die produkten ? Of schrijf ik dit tekstje om me af te reageren omdat ik weeral eens de verkeerde kassa koos ?
Af en toe bezoek ik het kerkhof, gewoon om rond te dwalen tussen de grafzerken. Het kerkhof ligt namelijk in een prachtige rustige omgeving naast een bos. Op een van de grafzerken ontdekte ik deze spiegel met engeltje. Je ziet je eigen spiegelen. Om ons eraan te herinneren dat we ook vergankelijk zijn ?
Verdwalen in de herinneringen van lang geleden. In de stoffige kamers van zijn hoofd. Flarden beelden in zwartwit. Hij zat in een tuin met een brief in zijn handen. Enkele simpele velletjes lichtbruin papier van een kladblok. Het schrijft zo lekker zacht schreef ze. Hij staarde naar de letters die langzaam woorden werden. Een vlinder kwam plots op zijn arm zitten, zomaar en hij keek er verbaasd naar. Verwonderd. Het is beter dat we elkaar niet meer zien. Dat we vergeten wat is geweest. Dat we elkaar voorgoed vergeten. Weken dat hij haar niet meer gezien of gehoord had. Dat hij haar gezocht had en nooit gevonden. En nu schreef ze een brief. Enkele velletjes kladpapier. Hij zit in zijn zetel voor het venster naar de regendruppels te kijken. Zolang geleden. Wat stond er weer in die brief ? De regendruppels glijden naar beneden. De eerste brief die hij van haar kreeg. Schrijf gewoon wat je voelt voor mij schreef ze. Wat voelde hij voor haar ? Hij was verliefd. Verliefd zoals enkel jonge mensen verliefd kunnen zijn. Ze was nog getrouwd maar wou scheiden. Al was ze pas zes maanden getrouwd.
De zon scheen, het was hoogzomer, en hij was gevlucht van alles. Zijn thuis, zijn werk. Hij had zijn werk opgezegd. Uit liefdesverdriet, hij wou niet herinnerd worden aan de plek waar hij liefhad. Daar had hij haar voor de eerste keer ontmoet.
De kamers blijven stoffig vol spinnenrag. Ik kan niet dansen. Ik zal het je leren zei ze.
Wat is er toen toch allemaal gebeurd. Waarom ben ik verliefd geworden op jou ? Je was getrouwd. En toch zochten we mekaar meer en meer op. En nam je me mee in jouw wereld.
Hij schudt zijn hoofd en kijkt naar buiten. Het worden terug kleurenbeelden. Hij wilt niet terug naar het verleden. Dat we elkaar voorgoed vergeten. Hij is haar nog altijd niet vergeten. Na al die tijd. Flarden herinnering. Nooit durft hij dieper binnendringen in die kamers in zijn hoofd. Die kladjes briefpapier had hij niet bewaard. En hij had ze nooit meer teruggezien. Omdat ze hem dat toen schreef. Hij zat in een zonovergoten tuin, helemaal alleen met een vlinder op zijn arm.
Op de radio speelt een liedje, een niemendalletje, een melodietje van Michel Fugain. Maar toch zo mooi. Une belle histoire. Koude overvalt hem en hij krijgt kippenvel.
C'est un beau roman, c'est une belle histoire C'est une romance d'aujourd'hui Il rentrait chez lui, là-haut vers le brouillard Elle descendait dans le midi, le midi Ils se sont quittés au bord du matin Sur l'autoroute des vacances C'était fini le jour de chance Ils reprirent alors chacun leur chemin Saluèrent la Providence En se faisant un signe de la main
Il rentra chez lui, là-haut vers le brouillard Elle est descendue là-bas dans le midi C'est un beau roman, c'est une belle histoire C'est une romance d'aujourd'hui