December. Korte dagen, lange nachten. Nu ja, het is zoals je het zelf ziet. Het zijn in ieder geval donkere dagen. Het einde nadert, het einde van jaar welteverstaan en dat is te merken aan de nervositeit van de mensenmassa die op koopjesjacht gaan in deze cadeautjestijd. Grote winkelketens zoals de Makro om geen namen te noemen spelen daar gretig op in. Open de zondag afficheren ze en de koopjestoeristen daar naartoe. Kopen ze niets, ze hebben toch een gezellige uitstap gemaakt, rondslenterend tussen de rekken en winkelkarretjes. Eén keer ben ik in de val getrapt en liep ik ook tussen die mensenmassa. Er is geen doorkomen aan tussen al die geparkeerde karren die men zomaar achterlaat. Na een kwartiertje zag ik het al voor gezien, ik had reeds tweemaal zon kar tegen mijn hielen gekregen van die rondkijkende kooplustige madammen die hun winkelkar vooruit duwen terwijl ze ondertussen opzij aan het kijken zijn. Zie je iets dat je interesseert, dan kan je er nauwelijks aan omdat er tientallen voor uw staan die eveneens geïnteresseerd zijn. En omdat ik nu eenmaal geen geduldig type ben breekt het zweet me altijd uit als het niet vooruit gaat. En dan komt nog het grootste obstakel: de kassas, rijen mensen voor je die nauwelijks vooruitgaan. Ik kom dus gestresseerd buiten na een zondagje shoppen. Eenmaal haalde het ik in mijn hoofd om op een zondag, toen alle winkels open waren, in de Veldstraat in Gent te gaan winkelen. Mensen lief, na honderd meter was ik een stresskonijn en ik was nog geen winkel binnengegaan. Na een uurtje ben ik van pure miserie maar terug naar huis gegaan. En sindsdien krijg je me de zondag nooit meer naar buiten als het voor te winkelen is. Het zijn donkere tijden !
Soms heb ik gelukkige gedachten, Gedachten, plotseling gelukkig, in gedachten En in de woorden waar ze zich vanzelf in losmaken...
Na het schrijven, lees ik... Waarom heb ik dit geschreven ? Waar heb ik dit vandaan gehaald ? Vanwaar is dit tot mij gekomen ? Dit is beter dan ikzelf ... Zouden wij op deze wereld niets dan pennen zijn met inkt Waarmee iemand waarachtig schrijft wat wij hier krassen ?...
Fernando Pessoa (18.12.1934) Uit de mooiste gedichten van
De stemming, mood, die Stimmung, l humeur, die Laune
Ik hou van die moodfotos die een bepaalde sfeer laten zien, benadrukken. Beelden met een ziel, technisch misschien niet perfect, wat bewogen, flou maar toch zo emotievol.
Stemming: Toestand, gesteldheid waarin het gemoed of de geest verkeert. Toestand van gemoed of geest als weerspiegeling van een uiterlijk aanschouwen of innerlijk voelen.
Als fotograaf wil ik deze gemoedsstemming vastleggen. Een beeldopname, ongeregistreerd, puur.
Een stemmingsbeeld voorstelling die een kunstenaar geeft van een heersende of waargenomen stemming waarbij je eigen fantasie naar boven komt. Zie ik het zelfde als jij ziet ? Mijn hoofd zit vol met beelden die ik nog moet fotograferen. Mijn lieveling stemmingsfotos zijn gefotografeerd in steden. Van mensen die leven in die steden. Van al die onbekenden die lopen in straten. Ik zie je zitten achter het venster van het café. Daar binnen is het warm. Je drinkt een kop koffie en staart naar buiten. Je gezicht heeft een warme oranjegloed van de binnenverlichting. Buiten wordt het donker. Fotos in mijn hoofd van jou !
Ze wacht ongeduldig, haar voet wipt voortdurend heen en weer. Ze heeft een oud versleten koffertje bij haar. Die koffer past absoluut niet bij haar nieuwe modieuze laarsjes. Ik weet niet wat ze wilt of wat ze daar doet. Is het een vervolg op het Poolse liefdesverhaal ?
November. Er is winter achter het denken. Laatste bladeren vangen zon en vallen af, droge tranen. Hoe lang geleden werd de wereld in haar herfstigheid jonger aan de huid, stookte verwachting koude tot vuur om, vernam het oor hartslagen in het dode en verscheen wereld na wereld aan de horizon.
Nu gaat de dag zijn weg alleen, vervalt tot stof, wordt weggevaagd uit het geheugen en verkleurt het donker tot een niet te vermurwen duurzaamheid.
Ik had het vandaag weeral zitten. Het fenomeen is iedereeen wel bekend. Je bent haastig, je kiest een kassa, meestal die met het minste aantal mensen die staan aan te schuiven en het is weeral zover. De kassa waar je aanstaat is diegene die het minst vlug vooruitgaat. Twee mensen slechts voor mij, een vrouw en een heer. En bij de mevrouw ging het mis. Ze had een heleboel zaken mee, twee zakken vol maar toen de kassierster de rekening zei bleek het vrouwtje (nou ja 't was een ferme madame !) maar 20 bij zich te hebben om te betalen. Of het mogelijk was om iets terug te geven ? Ze haalde een reep chocolade uit de zak maar helaas de rekening was nog altijd te hoog voor haar. Mijn zenuwen en die van de heer voor mij begonnen te werken. Ik zag de mensen vooruit schuiven aan de andere kassa's. Nu wist de vrouw niet meer wat ze nog kon teruggeven en de kassierster sprong ter hulp. Uiteindelijk haalde ze er een potje kruiden uit zodat de rekening beneden de 20 bleef. Het is in feite een triest verhaal. Je zag duidelijk dat de vrouw het niet breed had. Ze liep op blote voeten in slippers, had een "Aldi" training aan en was duidelijk niet verzorgd. En toch kocht ze dingen die ze waarschijnlijk niet nodig had zoals dat stuk luxe chocolade, 't was er geen van de "witte produkten". Waarom zo iemand naar de Delhaize komt om te winkelen, toch geen goedkope winkel, terwijl er een beetje verder de Aldi en de Lidl is weet ik niet.Misschien ben ik te hard tegenover iemand van de vierde wereld maar moet zo iemand niet beschermd worden tegen zichzelf omdat ze niet aan de verleidingen kunnen weerstaan van al die produkten ? Of schrijf ik dit tekstje om me af te reageren omdat ik weeral eens de verkeerde kassa koos ?
Af en toe bezoek ik het kerkhof, gewoon om rond te dwalen tussen de grafzerken. Het kerkhof ligt namelijk in een prachtige rustige omgeving naast een bos. Op een van de grafzerken ontdekte ik deze spiegel met engeltje. Je ziet je eigen spiegelen. Om ons eraan te herinneren dat we ook vergankelijk zijn ?
Verdwalen in de herinneringen van lang geleden. In de stoffige kamers van zijn hoofd. Flarden beelden in zwartwit. Hij zat in een tuin met een brief in zijn handen. Enkele simpele velletjes lichtbruin papier van een kladblok. Het schrijft zo lekker zacht schreef ze. Hij staarde naar de letters die langzaam woorden werden. Een vlinder kwam plots op zijn arm zitten, zomaar en hij keek er verbaasd naar. Verwonderd. Het is beter dat we elkaar niet meer zien. Dat we vergeten wat is geweest. Dat we elkaar voorgoed vergeten. Weken dat hij haar niet meer gezien of gehoord had. Dat hij haar gezocht had en nooit gevonden. En nu schreef ze een brief. Enkele velletjes kladpapier. Hij zit in zijn zetel voor het venster naar de regendruppels te kijken. Zolang geleden. Wat stond er weer in die brief ? De regendruppels glijden naar beneden. De eerste brief die hij van haar kreeg. Schrijf gewoon wat je voelt voor mij schreef ze. Wat voelde hij voor haar ? Hij was verliefd. Verliefd zoals enkel jonge mensen verliefd kunnen zijn. Ze was nog getrouwd maar wou scheiden. Al was ze pas zes maanden getrouwd.
De zon scheen, het was hoogzomer, en hij was gevlucht van alles. Zijn thuis, zijn werk. Hij had zijn werk opgezegd. Uit liefdesverdriet, hij wou niet herinnerd worden aan de plek waar hij liefhad. Daar had hij haar voor de eerste keer ontmoet.
De kamers blijven stoffig vol spinnenrag. Ik kan niet dansen. Ik zal het je leren zei ze.
Wat is er toen toch allemaal gebeurd. Waarom ben ik verliefd geworden op jou ? Je was getrouwd. En toch zochten we mekaar meer en meer op. En nam je me mee in jouw wereld.
Hij schudt zijn hoofd en kijkt naar buiten. Het worden terug kleurenbeelden. Hij wilt niet terug naar het verleden. Dat we elkaar voorgoed vergeten. Hij is haar nog altijd niet vergeten. Na al die tijd. Flarden herinnering. Nooit durft hij dieper binnendringen in die kamers in zijn hoofd. Die kladjes briefpapier had hij niet bewaard. En hij had ze nooit meer teruggezien. Omdat ze hem dat toen schreef. Hij zat in een zonovergoten tuin, helemaal alleen met een vlinder op zijn arm.
Op de radio speelt een liedje, een niemendalletje, een melodietje van Michel Fugain. Maar toch zo mooi. Une belle histoire. Koude overvalt hem en hij krijgt kippenvel.
C'est un beau roman, c'est une belle histoire C'est une romance d'aujourd'hui Il rentrait chez lui, là-haut vers le brouillard Elle descendait dans le midi, le midi Ils se sont quittés au bord du matin Sur l'autoroute des vacances C'était fini le jour de chance Ils reprirent alors chacun leur chemin Saluèrent la Providence En se faisant un signe de la main
Il rentra chez lui, là-haut vers le brouillard Elle est descendue là-bas dans le midi C'est un beau roman, c'est une belle histoire C'est une romance d'aujourd'hui
Gisteren en vandaag wou het precies niet zo goed lukken om iets te schrijven voor de blog. Gedachten dwarrelen als afgevallen bladeren of zijn het neergeschreven bladeren die op de grond liggen en ik word vlug afgeleid door allerlei dingen. Moet ik nu echt elke dag hier iets schrijven om mij niet schuldig te voelen dat ik niets te schrijven heb !
Play it again Sam !. Een zin die nooit gezegd is in Cacablanca. Al denken velen van wel.
Ergernissen voor pietluttigheden. De zon schijnt mooi doorheen het herfstgebladerte en ik kan niet naar buiten omdat ik moet werken. De dag dat ik thuis ben regent het en is het licht verdwenen. Voor mij als mens maakt het niet uit, ik hou van de regen. Voor mij als fotograaf een hemelsbreed verschil. Fotograferen is schrijven met licht.
Die zon treiterde mij vandaag. Kom naar buiten. Vang het licht. Als ik naar buiten kwam was het terug donker en mijn humeur op zijn dieptepunt.
"Play it, Sam. Play 'As Time Goes By"', dat is wat ze zegt in Casablanca.
The cold cuddles hands inside pockets. Keys are fiddled with to fill the gaps between words. She asks him, would you love me even if I was a man?
His eyebrow lifts, an art gifted by his aunt. Do you mean to ask me if I would be gay?. Her grip on the keys forces pale patches on fingers. No,
She says. That is not what I mean. What I want to know is if you love me for who I am on the inside. Are you a man on the inside. No. Anger swells
to dry like pigeon poop under the sun. How does it matter? Youre a woman and I love you.. She tries again, but do you love me because I am a woman?
Would you rather I love despite it?. You dont get it. Something fills the eye and it feels wet. Changing the topic and tone he mutters I like your earring, it floats.
She grabs the earring (which was meanwhile in the middle of a conversation with the wind) and places it in the deep of his palm. And walks. The earring
and the girl. They fall silent. The boy with the wind. They wait. Quivering. Keys fall into the bottomless pit of a dark womb of the loveless womanly pocket. (Neha Viswanathan)
Gisteren heb ik een ouderwetse platenspeler gekocht. Ik zag hem staan bij Blokker. Geen superduur ding mar het zag er toch degelijk uit voor zijn geld. En in een opwelling heb ik hem maar meegenomen. Uit jeugdsentiment. Ik ben namelijk de bezitter van nog een pak LP's die ik niet meer kon spelen aan gebrek van een platenspeler. En nu hoor ik, na al die jaren, terug het krakend geluid (al valt dat enorm mee) van ouderwets vinyl. En al heb ik al veel van die LP's ondertussen op CD, ik geniet van dat zwart ronddraaiend ding met al die geluiden van dat platenspelertje als de naald op de plaat valt. Puur jeugdsentiment !