Ik wou dat God een wensmachine was, een goede rechter in mijn voordeel, een beloner van mijn goede daden, een uitdeler van straf voor slechte daden van anderen, een vervuller van mijn verlangens, een onderhandelaar die ik kan manipuleren, een vader die mij mijn zin geeft, een moeder die altijd voor mij zorgt, een kind dat dankbaar is.
God is niets van dit alles want alles zit in de mensen. Tenzij God alle mensen is.
|