Foto

O jerum jerum jerum…

Mijn memoires

(2006, 206 p., 17,95 €)

Te bestellen via mail:

kvansteenbrugge@gmail.com

(geen verzendkosten)

Verhalen "uit het leven gegrepen" vindt u op  www.bloggen.be/pierpont

Het toneelstuk "DE TWISTAPPEL" is een dolle klucht die gaat over de oorsprong van de Trojaanse oorlog. Voor inlichtingen: www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=855455  of mail kris.vansteenbrugge@skynet.be .

Foto
Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie:  www.bloggen.be/kris

Wie stuurt een tekening bij één van de mythologische verhalen?
Per e-mail a.u.b. (kris.vansteenbrugge@skynet.be) .
De mooiste tekeningen worden gepubliceerd.
Vergeet niet uw naam te vermelden + naam van de school en klas.
Inhoud blog
  • Arachne.
  • Erichtonios.
  • Athena, opgestegen uit het hoofd van Zeus.
  • Hephaistos.
  • Zeus.
  • De geboorte van Aphrodite.
  • Amerika ----------------------------------------------------------------
  • Het boek
  • STOP.
  • Verhaal nummer 75
  • Verhaal nummer 74
  • Verhaal nummer 73
  • Verhaal nummer 72
  • Verhaal nummer 71
  • Verhaal nummer 70
  • Verhaal nummer 69
  • Verhaal nummer 68
  • Verhaal nummer 67
  • Verhaal nummer 66
  • Verhaal nummer 65
  • Verhaal nummer 64
  • Verhaal nummer 63
  • Verhaal nummer 62
  • Verhaal nummer 61
  • Verhaal nummer 60
  • Verhaal nummer 59
  • Verhaal nummer 58
  • Verhaal nummer 57
  • Verhaal nummer 56
  • Verhaal nummer 55
  • Verhaal nummer 54
  • Verhaal nummer 53
  • Verhaal nummer 52
  • Verhaal nummer 51
  • Verhaal nummer 50
  • Verhaal nummer 49
  • Verhaal nummer 48
  • Verhaal nummer 47
  • Verhaal nummer 46
  • Verhaal nummer 45
  • Verhaal nummer 44
  • Verhaal nummer 43
  • Verhaal nummer 42
  • Verhaal nummer 41
  • Verhaal nummer 40
  • Verhaal nummer 39
  • Verhaal nummer 38
  • Verhaal nummer 37
  • Verhaal nummer 36
  • Verhaal nummer 35
  • Verhaal nummer 34
  • Verhaal nummer 33
  • Verhaal nummer 32
  • Verhaal nummer 31
  • Verhaal nummer 30
  • Verhaal nummer 29
  • Verhaal nummer 28
  • Verhaal nummer 27
  • Verhaal nummer 26
  • Verhaal nummer 25
  • Verhaal nummer 24
  • Verhaal nummer 23
  • Verhaal nummer 22
  • Verhaal nummer 21
  • Verhaal nummer 20
  • Verhaal nummer 19
  • Verhaal nummer 18
  • Verhaal nummer 17
  • Verhaal nummer 16
  • Verhaal nummer 15
  • Verhaal nummer 14
  • Verhaal nummer 13
  • Verhaal nummer 12
  • Verhaal nummer 11
  • Verhaal nummer 10
  • Verhaal nummer 9
  • Verhaal nummer 8
  • Verhaal nummer 7
  • Verhaal nummer 6
  • Verhaal nummer 5
  • Verhaal nummer 4
  • Verhaal nummer 3
  • Verhaal nummer 2
  • Verhaal nummer 1.
  • Griekse mythologie in 136 verhalen
  • Het uitgebreid horoscoopverhaal...
  • EINDEJAARSGESCHENK.
  • Recensie.
  • De Druivelaar 27.9.2010.
  • De Druivelaar 13.9.2010.
  • Lee(s/r)boek over de Griekse mythologie.
  • Vragen over de Danaïden.
  • De Druivelaar 17.8.2010.
  • De Druivelaar 2.8.2010
  • Een voorsmaakje.
  • Aangenaam geschrokken.
  • We werken aan het boek!
  • UIT HET SCHUIM VAN DE ZEE.
  • De Druivelaar 5.4.2010.
  • De Druivelaar 22.3.2010.
  • De Druivelaar 8.3.2010
  • De Druivelaar 22.2.2010
  • De Druivelaar 8.2.2010.
  • Twee sabbatjaren
  • De wondermooie mythe van Eros (Amor) en Psyche
  • Het hol van Pluto: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (XII)
  • Een bacchanaal: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (XI)
  • De esculaap: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (X)
  • De knoop doorhakken: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IX)
  • Muziek: de (kunst)historicus spreekt
  • De Druivelaar goes classic (VIII)
  • In de armen van Morpheus: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (VII)
  • De lesbische liefde: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (VI)
  • Een sirenenzang: de (kunst)historicus spreekt...
  • Jade
  • De Druivelaar goes classic (V)
  • De narcis: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IV)
  • De hyacint: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( III)
  • Schoolgaande jeugd schiet wakker!
  • Een vulkaanuitbarsting: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( II )
  • Een Pyrrusoverwinning: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( I )
  • Gelukkig Nieuwjaar!
  • Antigone in de kunst
  • ANTIGONE (het hele verhaal)
  • Teiresias in de kunst
  • TEIRESIAS (het hele verhaal)
  • Het gulden vlies in de kunst
  • HET GULDEN VLIES (het hele verhaal)
  • BOEK
  • Phrixos en Helle in de kunst
  • PHRIXOS EN HELLE (het hele verhaal)
  • Kyparissos in de kunst
  • KYPARISSOS (het hele verhaal)
  • Orpheus en Eurydike in de kunst
  • ORPHEUS EN EURYDIKE (het hele verhaal)
  • Aktaion in de kunst
  • AKTAION (het hele verhaal)
  • De geboorte van Athena in de kunst.
  • DE GEBOORTE VAN ATHENA (het hele verhaal)
  • Phaedra in de kunst.
  • PHAEDRA (het hele verhaal)
  • Pygmalion in de kunst.
  • PYGMALION (het hele verhaal)
  • Erichtonios in de kunst.
  • ERICHTONIOS (het hele verhaal)
  • Atlas in de kunst
  • ATLAS (het hele verhaal)
  • Het paard van Troje in de kunst.
  • HET PAARD VAN TROJE (het hele verhaal).
  • Oineus in de kunst.
  • OINEUS (het hele verhaal).
  • Cassandra in de kunst
  • CASSANDRA (het hele verhaal)
  • Medusa in de kunst
  • MEDUSA (het hele verhaal)
  • Europa in de kunst
  • EUROPA (het hele verhaal)
  • Daidalos en Ikaros in de kunst.
  • DAIDALOS EN IKAROS (het hele verhaal)
  • Syrinx en Pan in de kunst
  • SYRINX EN PAN (het hele verhaal)
  • De draad van Ariadne in de kunst.
  • DE DRAAD VAN ARIADNE (het hele verhaal)
  • Koning Midas in de kunst.
  • KONING MIDAS (het hele verhaal)
  • Athena overwint Poseidon, in de kunst
  • ATHENA OVERWINT POSEIDON (het hele verhaal)
  • Hephaistos in de kunst
  • HEPHAISTOS (het hele verhaal)
  • Danaë in de kunst
  • DANAË (het hele verhaal).
  • Iedere maand een verhaal.
  • NIET ONBELANGRIJK INTERMEZZO
  • Ik, Zeus (2)
  • Ik, Zeus (1)
  • Voor wat hoort wat...
  • Overweldigend succes!
  • Gratis via mail.
  • Nieuwe "beperkte" druk.
  • Vierde druk?
  • Boeken.
  • Lezers van over de plas.
  • Nieuw boek: Strijdtoneel Troje
  • Eurobiljetten en mythologie.
  • Twee keer goed nieuws...
  • Even geduld...
  • Mythos-blog gestopt
  • Mythos.
  • De grote verhalen in afleveringen.
  • Derde druk !
    Foto
     
    Foto
    Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Gravensteen,
    Geneeskunde, Gehoor,
    G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie:  www.bloggen.be/pierpont
    www.bloggen.be/kris

    GRIEKSE MYTHOLOGIE
    Boeiende verhalen uit het oude Hellas
    PICTAIKU's (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
    25-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de Faiaken.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    118. Bij de Faiaken.





    < onderaan vergroot weergegeven


    Odysseus trad het paleis van de koning binnen, onbevreesd, want de godin had hem moed ingesproken. Aan het einde van een lange, rijkelijk versierde gang kwam hij in een grote zaal, waar een feestmaal aan de gang was. Rondom zaten tientallen genodigden aan rijk gevulde tafels. Allen staarden de vreemde gast aan, maar zonder schroom liep deze door tot aan het einde van zaal, waar in ’t midden koning Alkinoös en zijn gade gezeten waren, op een troon. Eerst knielde hij neder voor koningin Arete en hij loofde haar schoonheid. Daarna richtte hij zich tot Alkinoös en hij sprak:

    - Edele Alkinoös, koning van het gastvrije volk, de Faiaken, moge Zeus u genadig wezen en u duizendmaal belonen als gij mijn verzuchtingen wilt aanhoren. Ik ben een vreemdeling in dit land, als schipbreukeling hier aangespoeld. Door het noodlot achtervolgd dool ik reeds vele jaren rond. Eén ding slechts verlang ik: mijn geboortestreek en mijn familie weer te zien. Ik smeek u mij terug te brengen naar mijn vaderland.

    Toen antwoordde Alkinoös, die de smekende welwillend had aanhoord:

    - Gij ziet er mij een dappere man uit, eervol en oprecht, al hebben de goden blijkbaar niet het beste met u voorgehad. Wij, Faiaken, zijn inderdaad een gastvrij volk en daarenboven zeer bedreven in de scheepvaart. Ik beloof dat wij een schip zullen uitrusten om u zo spoedig mogelijk naar uw land te brengen. Maar ik heb u ál te lang in die nederige houding laten zitten. Sta op en vervoeg ons aan de dis, want gij zult ongetwijfeld een hongerige maag hebben. Doe u te goed aan spijs en drank, vooraleer gij ons vertelt wie gij zijt en wat uw geboorteland is waarheen gij wilt dat wij u heen brengen.

    Gretig ging Odysseus in op de uitnodiging om aan ’s konings zijde te zitten. Toen allen verzadigd waren van spijs en drank, werd een plengoffer gebracht voor de goden en er werd ook een toast uitgebracht ter ere van de vreemdeling. Toen stelde Alkinoös voor dat allen zich ter ruste zouden begeven en dat het feest ‘s anderendaags zou verder gezet worden. Zo geschiedde. Die nacht sliep Odysseus in een heerlijk zacht bed…

    De volgende dag hadden de Faiaken een soort Spelen georganiseerd: worstelen, hardlopen, discuswerpen… Ze bleken erg bedreven te zijn in de sport. Odysseus was een aandachtige toeschouwer. Eén van de Faiaken verstoutte zich het woord aldus tot hem te richten:

    - Ik zie, vreemdeling, hoe bewonderend gij onze sportlui gadeslaat. Mocht gij uzelf in een of andere sport met hen willen meten, gaat uw gang. Maar ongetwijfeld zijt gij meer een zakenman en niet in staat tot verheven lichamelijke prestaties.

    Odysseus voelde zich beledigd door die boute taal. Zonder een woord te zeggen, mengde hij zich onder de atleten, hij koos er de zwaarste discus uit en onder het oog van allen gooide hij deze tot ver buiten het terrein, wel tweemaal zover als al de anderen. Allen keken verbaasd, niet in het minst koning Alkinoös. Ach, kon ik zo iemand mijn schoonzoon noemen, dacht hij…

    Toen kwam een zanger ten tonele. Op meeslepende wijze bezong hij de goden, alsook de grootste Griekse helden: Herakles, Perseus, Theseus, Achilles en… Odysseus. Het was Alkinoös opgevallen met welke bijzondere aandacht zijn gast toehoorde als het thema van De Trojaanse oorlog ter sprake kwam en hoe hij af en toe een traan wegpinkte. Hij sprak:

    - Laten wij nu ophouden en onze gast niet langer plagen. De verhalen ontroeren hem blijkbaar al te zeer. Laten we hem nu liever zelf aan het woord, zodat wij te weten komen waar zijn wieg stond en welk noodlot zijn pad heeft gekruist.

    Toen stond Odysseus op en maakte zich bekend. De Faiaken stonden met verstomming geslagen. Sprakeloos keken ze hem aan. En hij die tot dan toe maar weinig had gezegd, begon zijn lang verhaal: over de cycloop, over Kirke en de onderwereld, over de Sirenen en Kalypso en over de wijze waarop hij op het eiland van de Faiaken beland was en hoe hij daar door ’s konings dochter was opgevangen. Meteen drong het tot Arete door waar Odysseus’ kleren vandaan kwamen, die haar zo vertrouwd leken. O, als we deze man maar bij ons konden houden, dacht zij. En zo dacht ook Nausikaä…





    25-03-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nausikaä.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    117. Nausikaä.

     


    < tekening Jan Bauwens (onderaan vergroot weergegeven)


    Odysseus dacht dat hij droomde. Gejoel en geschater drong tot hem door. Hij opende de ogen. De zon stond al hoog aan de hemel. Hij gluurde door de takken van het kreupelhout. Op de oever van de rivier waren wasbekkens en eromheen dartelden een zestal jonge meisjes. Er stond ook een ezel, ingespannen voor een wagen, die volgeladen was met linnen en klederen allerlei. Vrolijk zingend brachten de meisjes hun lading naar de wasbekkens. Vanuit zijn schuilplaats sloeg Odysseus dit opwekkend schouwspel gade, met kloppend hart. Dit eiland was dus wel degelijk bewoond, ongetwijfeld door vredelievende mensen. Hij schudde de droge bladeren van zich af en wilde naar de meisjes toe gaan. Hij rukte een bladerrijke tak van een struik en bedekte daarmee zijn naaktheid. Zo kwam hij te voorschijn. Toen één van de meisjes hem in de gaten kreeg, slaakte zij een gil. Allen keken in zijn richting en stoven toen verschrikt uiteen. Eén echter bleef rustig staan. Het was de godin Athena die haar dit moedig gedrag had ingegeven. Ze stapte zelfs op de vreemdeling toe. Toen ze op enkele passen van hem genaderd was, sprak Odysseus haar toe:

    - O lieflijke maagd, in schoonheid aan een godin gelijk, wie gij ook zijt, kom mij niet te zeer nabij, want ik ben helemaal naakt. Blijf op een redelijke afstand, maar vertel mij, ongelukkige schipbreukeling die ik ben, wie gij zijt en hoe de naam is van dit eiland waar ik mij nu bevind.

    Het meisje bleef staan en antwoordde hem zonder vrees:

    - Het eiland waar gij u thans bevindt, eerbiedwaardige vreemdeling, heet Kerkyra. De mensen die het bewonen zijn de Faiaken, een volk van zeevaarders, alom geroemd om zijn gastvrijheid. Hun koning is Alkinoös, hun koningin is Arete en ik ben hun dochter: Nausikaä is mijn naam. Een warm kleed zal ik u bezorgen om uw lichaam te bedekken. Beklim dan deze beboste helling en eenmaal boven zult ge reeds het paleis van mijn ouders zien. Daar is heden een groot feest aan de gang voor al de hooggeplaatsten van het land. Ga daar onbevreesd naar binnen en men zal u hartelijk ontvangen en u uitnodigen aan de dis. Daarna zal men een zacht en warm bed te uwer beschikking stellen.

    Samen met de andere meisjes, die ondertussen nieuwsgierig naderbij gekomen waren, begaf Nausikaä zich nu naar de wagen, een onderkleed en een bovenkleed halen voor Odysseus. Toen deze de klederen had aangetrokken knielde hij neer voor de prinses, in dankbaarheid kuste hij haar enkels en hij sprak:

    - Mogen de goden u hiervoor dubbel en dik belonen, o mooiste mensenkind dat mijn ogen ooit mochten aanschouwen.

    Toen begaf hij zich op weg naar het paleis van koning Alkinoös.





    18-03-2009 om 12:41 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Odysseus spoelt aan op Kerkyra.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    116. Odysseus spoelt aan op het eiland Kerkyra.

     





    < de afbeelding wordt onderaan vergroot weergegeven

    Het was een stevig vlot waarmee Odysseus wegvoer van Ogygia. Het was voorzien van een mast en van een roer en van een reling. Kalypso had doeken meegegeven om als zeil te dienen. Ze had ook gezorgd voor een gunstige wind. Ze had Odysseus de raad gegeven ’s nachts  de sterrenhemel goed in de gaten te houden en vooral het sterrenbeeld van de Pleiaden en dat van de Grote Beer. Hij diende zo te varen dat hij de beide sterrenbeelden steeds aan zijn linker kant had.

    Na zeventien dagen, net toen Odysseus toch weer begon te twijfelen aan de goede bedoeling van de goden, zag hij plots land opdoemen. Maar op dat ogenblik kreeg Poseidon, die pas teruggekeerd was van zijn reis, hem in gaten. Poseidon vroeg zich af wat de andere goden achter zijn rug bekokstoofd hadden. Het zag er naar uit dat Odysseus nu ongehinderd zijn vaderland zou gaan bereiken. Ongehinderd? Daar zou de grote god van de zee inderhaast nog een dikke stok voor steken…

    Poseidon mobiliseerde nu snel alle winden en liet ze razen omheen het vlot. Met zijn drietand omwoelde hij de zee. Odysseus werd in de woelige baren geslingerd, maar slaagde erin al zwemmend weer het vlot te bereiken. De mast en het roer waren doormidden gebroken. Hij was nu de speelbal geworden van de golven en hij stevende af op een rotsachtige kust. Het leek erop dat hij tegen de rotsen te pletter zou slaan. Toen verscheen plots een vrouwelijke gestalte aan zijn zijde. Zij was gehuld in een witte sluier en ze sprak hem toe:

    - Verlaat dit vlot en tracht zwemmend de kust van dit eiland te bereiken!

    Odysseus aarzelde. Was dit weer een valstrik van de goden? Hij antwoordde:

    - Hoe zou ik er kunnen in slagen de kust te bereiken in deze onstuimige zee? En hoe zou ik die steile rotsen kunnen beklimmen?

    - Vrees niets, sprak de vrouw. Ik ben de godin Leukotheia (zie verhaal nr. 12) en mijn goddelijke macht zal u beschermen. Ontdoe u van al uw kleren, neem mijn sluier en leg hem om uw schouders en zonder moeite zult gij het eiland bereiken. Zwem dan langsheen de kust tot gij komt op de plaats waar een riviertje in de zee vloeit. Daar zult gij gemakkelijk aan land kunnen gaan. Vergeet echter niet mijn sluier terug te gooien in de zee, van zodra gij het eiland hebt betreden.

    De godin was verdwenen en Odysseus was weer alleen op zijn vlot, midden de woeste baren, met in zijn hand de sluier. Hij aarzelde nog, maar toen hij op het punt stond tegen de rotsen geslingerd te worden, deed hij zoals de godin hem opgedragen had: hij waagde de sprong in zee en probeerde langs de kust te zwemmen. Dank zij de sluier lukte dit wonderwel. En het duurde niet lang of de riviermonding kwam in zicht. Op de oever viel Odysseus uitgeput ten gronde. Met wat hem nog aan kracht restte gooide hij de sluier zo ver mogelijk in zee en daarna sleepte hij zijn naakte lichaam verder tot bij een bosje, waar hij zich neervleide in het kreupelhout en zich bedekte met wat bijeengescharrelde droge blaren, ter bescherming tegen de koude. Hij viel in een diepe slaap.





    11-03-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (15 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De redding is nabij.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    115. De redding is nabij.

     





    < tekening van Jan Bauwens, naar een beeld van A. Calmels (onderaan vergroot weergegeven)


    Telemachos en Peisistratos waren op weg naar Sparta toen Athena op de Olympos verslag kwam uitbrengen bij haar vader Zeus. Met welgevallen aanhoorde de oppergod haar verhaal. Toen sprak hij:

    Ik denk dat nù het ogenblik gekomen is om Odysseus te laten vertrekken van het eiland waar Kalypso hem gevangen houdt. Mijn broeder Poseidon is vertrokken voor een lange reis naar het land van de Ethiopiers en van zijn afwezigheid moeten wij gebruik maken. Ik zal mijn zoon Hermes opdracht geven zijn gevleugelde sandalen aan te trekken en zich zonder dralen naar Kalypso’s eiland te begeven om haar mijn wens kenbaar te maken: laat Odysseus heden nog vertrekken!

    Toen Kalypso de goddelijke bode plots voor haar zag staan, zakte de moed haar in de schoenen. Ze sprak hem toe:

    - Uw komst verheugt mij niet, Hermes, want ongetwijfeld komt gij mij slecht nieuws brengen. De allerhoogste gebiedt mij Odysseus te laten vertrekken, nietwaar?

    - Dat hebt gij goed geraden, antwoordde Hermes. Heden nog moet hij dit eiland verlaten.

    Het was of haar wereld instortte. Vol vertwijfeling richtte ze haar blik hemelwaarts en sprak:

    - O, wat zijt gij toch wreed, grote Zeus, die heerst over de hemel en de aarde! Waarom toch kunt gij niet verdragen dat een onsterfelijke vrouw zich verlustigt in een sterfelijke man? Ik weet dat aan uw wil niet te tornen valt en ik zal er dan ook gevolg aan geven, zij het met onnoemelijke tegenzin.

    Hermes was al verdwenen en Kalypso begaf zich naar het strand waar Odysseus, zoals steeds, op een rots, wezenloos voor zich uit zat te staren. Met een krop in de keel stelde zij hem in kennis van de goddelijke wil. Ze leidde hem naar een plaats waar droge boomstammen opgestapeld lagen en touwen en andere benodigheden om er een vlot mee te maken. Dat hoefde Odysseus zich geen tweemaal te laten zeggen. Onverwijld ging hij aan de slag. Toch was hij er niet helemaal gerust in. Waarom hadden de goden hun houding jegens hem herzien? Was dit geen nieuwe valstrik vanwege de onsterfelijken? Wilden ze hem op de woeste zee laten omkomen op een armzalig vlot? Of was het een valstrik van Kalypso zelf? Zou zij bereid zijn haar goede trouw onder ede te bewijzen?

    Terwijl Odysseus een stevig vlot in elkaar knutselde, bracht Kalypso mondvoorraad voor de reis en ook een paar kruiken zuiver water en voortreffelijke wijn. Hij vroeg haar te zweren bij de Styx dat zij niets kwaads in het schild voerde jegens  hem.

    - Ik zweer, zei Kalypso, bij de rivier van de onderwereld en bij alles wat mij lief is, dat ik handel in eer en geweten en volledig te goeder trouw, al weet ik niet zeker wat de goden met u voorhebben. In opdracht van Zeus laat ik u gaan, maar het staat u natuurlijk vrij nog wat te blijven.

    Die woorden stelden Odysseus enigszins gerust. Toen het vlot zeewaardig was, ging hij te water op een kalme zee. Dit alles ontsnapte aan het oog van Poseidon.

    Kalypso had zich teruggetrokken in haar grot. Ze was radeloos van verdriet. Ze kon het niet opbrengen haar geliefde held een laatste afscheidskus te geven en ze ging hem evenmin nawuiven op het strand.

    - Wat benijd ik de stervelingen, jammerde ze. Door de dood worden ze bevrijd van elke pijn, terwijl ikzelf gedoemd ben om te eeuwigen dage dit onnoemelijk leed te dragen.





    04-03-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Telemachos reist naar Pylos.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    114. Telemachos reist naar Pylos.

     




    < de afbeelding wordt onderaan vergroot weergegeven


    Al gauw had Telemachos de ongewone bezoeker opgemerkt. Hij nodigde hem uit in een belendend vertrek en vroeg hem naar de reden van zijn bezoek. Mentor, alias Athena sprak:

    - Ik ben Mentor, de koning van Taphos en een goede vriend van uw vader en ook van uw grootvader, de oude Laertes. Men heeft mij verteld dat hier vreemde dingen gebeuren en gaarne had ik mij daar met eigen ogen van overtuigd.

    En de jonge Telemachos antwoordde:

    - Ik zie dat gij een rechtschapen vorst zijt en dat gij niet zijt zoals die anderen die in dit paleis hun intrek genomen hebben en goede sier maken op mijn vaders kosten. Allen zijn er op uit met mijn moeder te trouwen en koning van Ithaka te worden. Ik ben bang dat ze mij, die de wettige troonopvolger ben, uit de weg willen ruimen. Ze hebben gezworen dit huis niet te zullen verlaten vooraleer een van hen mijn moeders jawoord heeft gekregen... Nooit zal Odysseus nog huiswaarts keren, zo beweren zij. Mijn moeder en ikzelf hopen evenwel nog steeds op zijn terugkeer. Maar misschien is dat ijdele hoop? Of is aan u, verheven vorst, iets bekend over het lot van mijn vader?

    - Ik weet niets met zekerheid, mijn jongen. Maar deze nacht kwam de godin Athena mij in een droom verzekeren dat de edele Odysseus nog in leven is. Dat is de reden waarom ik hierheen gekomen ben. Ik zou je een vaderlijke raad willen geven. Begeef je op reis naar Pylos, naar het hof van de oude, wijze koning Nestor, die jaren geleden reeds is thuisgekomen. Ongetwijfeld moet hij u nuttige aanwijzingen kunnen geven over de plaats waar je vader verblijft. Ik ben bereid een schip ter beschikking te stellen en je te vergezellen tijdens de tocht, samen met twintig jonge mannen van Taphos. Wat is daarop je antwoord?

    Telemachos aarzelde. Zou zijn moeder het goedvinden dat hij die verre reis ondernam? Was het niet onverstandig haar alleen te laten in dit paleis te midden van die opdringerige “gasten”? En kon hij Mentor wel helemaal vertrouwen? Maar lang hoefde hij niet te twijfelen, want plots kwam er een goddelijke glans over Mentor. Telemachos was er nu van overtuigd dat Mentor door een god gezonden was, of misschien zélf een godheid was die in de gedaante van zijn vaders vriend tot hem kwam. Hij sprak:

    - Met graagte neem ik uw aanbod aan, o, edele Mentor. Kunnen wij dan morgen reeds vertrekken? Want ik denk dat de tijd dringt. Ik zal aan de oude dienstmeid Eurykleia vragen of zij proviand wil klaarzetten. Verder zal ik niemand op de hoogte brengen van mijn vertrek.

    Enkele dagen later reeds zaten Telemachos en Mentor bij het open haardvuur in het paleis van Nestor. De oude koning van Pylos had hen zeer gastvrij ontvangen. Gaarne vertelde hij over het lot van de Griekse helden tijdens de oorlog in Troje: over de onovertroffen Achilles, over Patroklos en over de grote Ajax, en over zijn eigen zoon, de snelvoetige Antilochos, en over zovele anderen die het leven hadden gelaten in de strijd. En hoe het de meesten slecht vergaan was na de oorlog. Zo bijvoorbeeld de kleine Ajax: omgekomen op zee tijdens de terugvaart. En Philoktetes: toen hij zijn thuisland aan de voet van de Oita-berg bereikt had, werd hij uit zijn land verdreven. En Diomedes: toen deze voortreffelijke krijger bij zijn thuiskomst in Argos vaststelde dat zijn vrouw hem ontrouw was geweest, ging hij in vrijwillige ballingschap. Idomeneus van Kreta bereikte zijn thuishaven na een vreselijke storm te hebben getrotseerd. Aan Poseidon had hij beloofd, in ruil voor zijn redding, het eerste levend wezen te offeren dat hem tegemoet zou komen. Dat bleek zijn eigen zoontje te zijn. Hij offerde het kind, maar dat wekte de woede van zijn landgenoten op, zodat hij zijn eigen rijk moest ontvluchten. Maar géén was een gruwelijker lot beschoren dan Agamemnon: bij zijn thuiskomst werd hij vermoord door zijn overspelige vrouw en haar minnaar! Veel beter daarentegen was het Menelaos vergaan. Voor zover dat aan Nestor bekend was leefde die nu aan het hof van Sparta, veilig en wel en in harmonie met zijn vrouw Helena en hun beider dochter Hermione. Wat wist Nestor over Odysseus? Niets, helaas. Maar misschien zou Menelaos méér kunnen vertellen. Van Pylos naar Sparta was amper een paar dagreizen ver. Nestor liet zijn zoon Peisitratos een koets klaarmaken en twee van de beste paarden en hij gaf hem opdracht Telemachos te begeleiden naar Sparta. Mentor besloot zich terug te trekken op het schip en daar de terugkeer van Telemachos af te wachten. Hij sprak tot hem:

    - Menelaos zal je bezoek ten zeerste op prijs stellen en je zo lang mogelijk te gast willen houden. Geniet van deze gastvrijheid, tot Athena jou een teken geeft dat de tijd gekomen is om huiswaarts te keren.

    Opeens was Mentor als bij toverslag verdwenen. Telemachos wist nu dat niet Mentor, maar Athena zelf hem al die tijd had bijgestaan…





    18-02-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Athena komt ter hulp.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    113. Athena komt ter hulp.



    < tekening van Jan Bauwens, naar Waterhouse (onderaan vergroot weergegeven)

    Hoe lang reeds verbleef Odysseus op het eiland van Kalypso? Zeven jaar? Acht Jaar? Al die jaren had de nimf hem verwend op alle gebied. Aan spijs en drank had het hem niet ontbroken en ook niet aan een zacht warm bed en aan lichamelijke liefde. Maar het heimwee naar huis en naar zijn familie en het verlangen naar zijn eigen vrouw Penelope knaagden aan zijn ziel. Zou hij die pijn nog lang kunnen verdragen? Geen dag ging er voorbij zonder dat hij zich smekend richtte tot de  goden en in ’t bijzonder tot Athena: “Laat mij toch van hier vertrekken naar Ithaka, míjn Ithaka!”

    En de dag kwam dat de godin van de wijsheid zich wendde tot haar vader Zeus:

    - Waarom laat gij toe dat Kalypso Odysseus nog langer vasthoudt? Heeft hij dan nog niet genoeg geleden?

    - Ik begrijp, zo sprak de almachtige,  jouw gevoelens jegens Odysseus. Ook ik heb grote waardering voor zijn moed en zijn schranderheid. Zeker zou ik hem een behouden thuiskomst willen bieden. Maar Poseidon heerst nu eenmaal over de zeeën en zoals je weet heeft Odysseus zich de woede van mijn broeder op de hals gehaald, door zijn zoon, de cycloop Polyphemos, zo vreselijk  te verwonden. Niettemin ben ik bereid hem te helpen. We moeten erin slagen Poseidon te verschalken. Ik vraag je nog slechts enkele dagen geduld te oefenen, mijn kind.

    Athena slaakte een zucht van verlichting. Alles zou spoedig ten beste keren, nu haar vader in hoogsteigen persoon zich met Odysseus’ lot zou gaan bemoeien. Haar wachtte evenwel een belangrijke voorbereidende taak, want... er was heel wat gebeurd op Ithaka. Sedert drie jaar werd het koninklijk paleis overspoeld door tal van jonge – en minder jonge – mannen die naar de hand van Penelope dongen en maar al te graag koning van Ithaka wilden worden. Odysseus moest reeds lang overleden zijn, zo beweerden ze. Anders had hij toch zeker wel enig teken van leven gegeven.  Tenzij hij in den vreemde zijn oog had laten vallen op een andere vrouw en daar een nieuw leven was begonnen. Ze drongen erop aan dat zij zo spoedig mogelijk één van hen zou kiezen als nieuwe echtgenoot. Hun vrijpostigheid had reeds buitengewone proporties aangenomen: ze hadden besloten het koninklijk paleis niet meer te verlaten totdat Penelope haar keuze had gemaakt. Ondertussen maakten ze goede sier, op kosten van Odysseus. Met ingehouden woede zag de zoon, Telemachos, hoe de vraatzucht van de pretendenten zijn vaders veestapel zienderogen deed slinken en hoe de wijnkelder stilaan leeg raakte. 
    Penelope wenste allerminst een nieuwe echtgenoot, want zij hoopte nog steeds op de terugkeer van Odysseus. Om de opdringerige “vrijers” te paaien en aldus tijd te winnen, had ze hen beloofd dat ze weldra iemand zou kiezen. Ze moesten enkel een tijdje geduld hebben, de tijd die ze nodig had om een lijkkleed te weven voor haar schoonvader Laërtes: de oude man had zich na de dood van zijn echtgenote teruggetrokken in de bergen, om daar in eenzaamheid zijn einde af te wachten. Maar iedere nacht trok Penelope de draden uit die ze de dag tevoren had geweven, zodat het weefstuk niet vorderde. Maar haar bedrog lekte uit, tot grote ergernis van de vrijers, die er niet voor terugschrokken Penelope te bedreigen.

    Nu achtte Athena het ogenblik gekomen om in te grijpen. Ze nam de gedaante aan van Mentor, de koning van het eiland Taphos. Zo trad ze Odysseus’ paleis binnen en mengde zich onopvallend onder de andere gasten.





    11-02-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kalypso.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    112. Kalypso.



    < de afbeelding wordt onderaan vergroot weergegeven.

    Is er ooit iets ontsnapt aan het alziende oog van de zonnegod? Het vergrijp door Odysseus' mannen gepleegd, was hem natuurlijk niet ontgaan. Hij haastte zich naar de Olympos en sprak er deze woorden:

    - Almachtige Zeus, mij werd groot onrecht aangedaan. Ik verlang van u dat gij deze dieven en moordenaars zwaar straft voor dit vergrijp. Richt hen ten gronde, laat hen ten onder gaan op zee, zorg ervoor dat niet één van hen zijn vaderland bereikt. Als gij niet aan deze wens voldoet, zal ik mij definitief in de onderwereld vestigen om daar mijn licht te laten schijnen: dan zullen hemel en aarde te eeuwigen dage in duisternis gehuld zijn!

    Zeus dacht er niet aan om tegen het ultimatum van Helios in te gaan. Zonder aarzelen slingerde hij zijn bliksem naar het schip van Odysseus. Het schip brak in stukken en met de bemanning verdween het in de kolkende zee. Allen kwamen om, behalve Odysseus. Hij had zich vastgeklampt aan een paar stukken van de mast en op die manier hield hij zich drijvende. Met een touw dat aan een van de stukken vast zat, bond hij ze aan elkaar tot een soort vlot. Achttien dagen lang zwalpte hij aldus rond. Uitgeput door honger en dorst, het lichaam bedekt met pijnlijke wonden, de totale ineenstorting nabij, richtte hij zich verwijtend tot de goden:

    - Waarom, o, machtige goden, laat gij mij op deze erbarmelijke wijze aan mijn einde komen? Verdiende ik het niet om, zoals de grote Herakles, een eervolle dood te sterven op het slagveld van Troje?

    Pas had hij deze woorden uitgesproken of hij zag land voor zich opdoemen: hij dreef er recht op af. Toen begaven zijn krachten het. Bewusteloos spoelde hij aan op Ogygia, een klein eiland, dat een paar kilometer ten noordwesten van Malta ligt en dat nu Gozo wordt genoemd.

    Toen hij weer tot bewustzijn terugkeerde, lag hij in een zacht ledikant in een goed verlichte kamer. Hij keek in de donkere ogen van een wondermooie vrouw. Ze had zijn wonden verzorgd en liefdevol stond ze over hem heen gebogen. Ze liet haar zachte handen glijden over zijn stoere borst en schouders. Ze lachte hem zo verleidelijk toe, haar figuur was zo volmaakt, haar gebronzeerde huid zo glanzend. Een godin kan niet mooier zijn, flitste het door Odysseus’ hoofd. Haar stem klonk als een hemelse melodie in zijn oren:

    - Wie zijt gij, edele vreemdeling, die de goden mij zenden?

    - Ik ben Odysseus, koning van Ithaka. Ik ben op terugreis naar mijn vaderland. Tien lange jaren heb ik voor de poorten van Troje gevochten. Zeer vele Griekse strijders zijn gesneuveld, maar uiteindelijk hebben wij met list de stad veroverd. Degenen die de oorlog overleefd hebben, zijn voorzeker reeds lang terug in hun geboorteland. Maar de goden, en in ’t bijzonder Poseidon, hebben het niet op mij begrepen. Reeds vele maanden dool ik rond op zee. Al mijn vrienden zijn omgekomen. Maar wie zijt gij? Vergis ik mij als ik denk dat gij van goddelijken bloede zijt?

    - Ik ben Kalypso, dochter van de grote Okeanos. Weet dat gij hier in goede handen zijt. Mijn dienaressen zullen u rijkelijk voorzien van spijs en drank. Ikzelf zal u met mijn lichaam verwarmen.

    Ze vleide zich teder tegen Odysseus aan en drukte een warme kus op zijn lippen. Odysseus sloot de ogen en even vergat hij zijn vrouw die op hem wachtte. En hij gaf zich helemaal over aan de goddelijke nimf: dagen, weken, maanden lang…

    Zes maanden verstreken, tot het heimwee begon te knagen.

    - Laat mij van hier vertrekken, zo sprak Odysseus, want het verlangen naar vrouw en kind verteert mijn ziel.

    Maar Kalypso was niet zinnens haar geliefde te laten vertrekken:

    - Hebt gij het dan niet naar uw zin bij mij? Nimmer zal uw vrouw u zoveel liefde kunnen geven als ik. Ze zal nu wel een oude vrouw geworden zijn…

    - Maar ook ik ben ouder geworden, antwoordde Odysseus.

    - Blijf bij me, liefste onder alle mannen, en ik beloof je de onsterfelijkheid alsook de eeuwige jeugd.

    - Bij mijn afscheid heb ik mijn vrouw eeuwige trouw beloofd!

    - Vergeet het! Na al die jaren is zij u vast en zeker vergeten. Reeds lang heeft een ander uw plaats ingenomen in haar hart en op de troon van Ithaka. Het is daarenboven niet de wil van de goden dat gij uw vaderland nog terugziet. Wees verstandig, Odysseus, en blijf bij mij. Laat mij u voor altijd koesteren en liefhebben. Laten wij samen eer bewijzen aan Aphrodite… tot in eeuwigheid.

    Met bedrukt hart begaf Odysseus zich naar het strand. Op een rots zat hij voor zich uit te turen, urenlang: ver weg over de zee zat Penelope op hem te wachten…





    04-02-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De koeien van de zonnegod.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    111. De koeien van de zonnegod.

     






    < tekening Jan Bauwens


    Zoals we gezien hebben in nummer 108, landden Odysseus en zijn zes overgebleven makkers op het eiland Trinakria, alwaar de heilige kudden van Helios graasden, koeien en schapen, onder het wakend oog van Phaetusa en Lampetia. Die twee waren eveneens dochters van de zonnegod, verwekt bij de nimf Neaera. Odysseus had iedereen onder ede laten beloven zich tevreden te stellen met het voedsel dat Kirke hen had meegegeven en géén van de heilige dieren van de zonnegod te stelen. Pas hadden ze hun schip op de kust getrokken of er stak een felle zuidenwind op. De wind blies in alle hevigheid, dertig dagen lang. Afvaren was onmogelijk…

    Het proviand was ondertussen op geraakt en de mannen poogden hun lege magen te vullen met de karige vruchten die op het eiland groeiden. Ze gingen op visvangst en op jacht naar vogels. Het weinige wat zij vingen was evenwel niet in staat hun honger te stillen en aan de stormwind bleek maar geen einde te komen. En toen Odysseus op een keer te slapen lag, sprak Eurylochus de anderen toe:

    - Waarom zouden wij hier blijven honger lijden, terwijl rondom ons honderden runderen grazen? Laten wij er één slachten en het vlees braden: op zijn minst twee weken zullen wij daar heerlijk van smullen.

    Maar de anderen antwoordden:

    - Hebben wij niet gezworen de kudden onaangeroerd te laten? Als wij onze belofte niet houden zullen de goden ons laten omkomen op zee.

    Waarop Eurylochus weer:

    - Ik geloof vast dat de goden begrip zullen tonen. Ik stel voor dat we beloven een tempel te bouwen voor de zonnegod, van zodra we op Ithaka teruggekeerd zijn. En daarenboven: hier lopen zoveel dieren dat het niet eens zeker is dat de god het zal merken als hij er eentje mist.

    De anderen stonden nog weigerig tegenover Eurylochus’ voorstel, maar hij ging verder:

    - En wat dan nog, als de goden ons laten omkomen op de zee. Dat is nog altijd te verkiezen boven de hongerdood. Niets in wreder dan de hongerdood!

    En… de mannen lieten zich overhalen. Ze slachtten één van de vetste koeien, ze braadden het vlees en smulden hun buiken rond. En ondertussen namen ze zich voor de zonnegod ruimschoots schadeloos te stellen. Misschien was er wel één bij die speelde met de gedachte om  Helios een gouden kalf te schenken… Dit alles geschiedde terwijl hun leider sliep…

    Toen Odysseus wakker werd, zag hij vol afschuw wat er gebeurd was. Hij barstte in woede uit en sprak:

    - Gij hebt het aangedurfd de goden te tarten! Ellendelingen zijt gij! Nooit zult gij uw vaderland terugzien. Laten we nu maar zo snel mogelijk dit oord des onheils verlaten.

    Een paar dagen later was de wind in kracht afgenomen. Het schip werd te water gelaten. Ondanks alles hoopten ze nog op een behouden thuiskomst…





    28-01-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Helios en Phaeton.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    110. Helios en Phaeton.

     



    < de afbeelding wordt onderaan vergroot weergegeven



    Elke ochtend stijgt Helios met zijn vlammende zonnewagen ten hemel. De wagen wordt voortgetrokken door vier vurige gevleugelde paarden. Buiten de zonnegod is niemand in staat de drieste paarden te mennen, zelfs Zeus niet. Niet één sterveling kan het felle licht verdragen, noch de ontzaglijke hitte die de zonnewagen verspreidt. Als Helios met zijn wagen het hoogste punt aan de hemel bereikt heeft, laat hij de teugels vieren en dan gaat het in een dalende baan naar het westen. Het stel daalt er neer in de oceaan, alwaar Helios een paleis bewoont.

    Helios heeft kinderen verwekt bij twee van de drieduizend Okeaniden (dochters van de titaan Okeanos). Bij Perseis verwekte hij Kirke, Pasiphae en Aietes. De eerste was de tovenares van het eiland Aiaia, dewelke ons nog fris in ’t geheugen ligt. De tweede was de echtgenote van koning Minos van Kreta, tevens moeder van de vreselijke Minotauros (zie verhaal nr. 53). De laatste was koning van Kolchis, aan de Zwarte Zee, vader van Jasons echtgenote Medea (zie verhaal nr. 12). Bij de andere Okeanide, Klymene, verwekte Helios de jongen Phaeton en ook nog drie meisjes: Aegiale, Aigle en Aetheria. Van zijn moeder wist Phaeton van zijn hoge goddelijke afkomst, en hij pochte daarmee bij zijn vrienden. Maar niet één die hem geloofde en ze lachten hem uit. Ach, als hij het maar kon bewijzen, wat zouden ze dan naar hem opkijken!

    Op een dag trok Phaeton zijn stoute schoenen aan en begaf zich naar het paleis van zijn vader en hij vroeg hem op de man af:

    - Is het waar dat gij mijn vader zijt?

    - Zeer zeker ben ik uw vader! Kom nader, zodat ik je omarm.

    Helios drukte zijn zoon liefdevol tegen de borst en vroeg hem naar de reden van zijn komst.

    - Al mijn vrienden spotten met mij als ik hen vertel dat gij mijn vader zijt. Ach, geef mij alstublieft een teken waardoor ik kan bewijzen dat ik wel degelijk uw zoon ben, de zoon van de zonnegod.

    - Ik ben bereid u alles te geven wat gij ook vraagt.

    - Alles, vader?

    - Alles! Dat zweer ik bij de Styx, de rivier van de onderwereld, waarbij goden plegen te zweren.

    - Dan wens ik één dag uw zonnewagen te mennen. Eén dag maar.

    Helios was hevig geschrokken van die vraag.

    - Besef je wel goed wat je mij vraagt, mijn zoon? Niemand van de goden, zelfs de oppergod niet, laat staan een sterveling, is in staat de paarden die de vlammende zonnewagen trekken, in toom te houden. Zelfs ik heb er soms moeite mee om de paarden in de goede baan te houden, zodat noch de aarde noch de hemel in brand schieten wanneer ze door de zonnegloed te dicht benaderd worden. Laat varen dat plan, mijn zoon, anders ga je een gewisse dood tegemoet!

    Maar Phaeton was niet van zijn voornemen af te brengen. Hij wilde en zou de zonnewagen mennen. En aangezien zijn vader het hem onder ede beloofd had, kon hij niet anders dan de wens van zijn zoon inwilligen: met een benepen hart, en toch nog hopend, tegen beter weten in, dat het goed zou aflopen…

    Zwellend van trots had Phaeton de hemelwagen bestegen en driester dan ooit scheerden de paarden door de ruimte. Ze voelden dat de teugels veel minder strak gehouden werden dan anders en dat maakte hen onzeker. Daardoor steigerden ze en kwamen ze buiten hun normale baan. Boven Afrika kwam de zonnewagen veel te dicht bij de aarde, waardoor alle huizen en alle gewassen verbrandden en de mensen zwart geblakerd werden. Ook voor Phaeton werd de hitte stilaan ondraaglijk. Hij had reeds lang spijt van zijn daad. In een samenballing van al zijn krachten dreef hij de wagen weer de hoogte in. Maar deze steeg nu zo duizelingwekkend hoog dat ook het hemelgewelf dreigde te ontvlammen. Toen Zeus dit merkte, besloot hij de dreiging af te wenden door zijn bliksem te slingeren naar de onhandige wagenmenner. Dodelijk getroffen en brandend als een toorts tuimelde deze naar beneden. Zijn verkoold stoffelijk overschot kwam terecht in een rivier, de Po. Zijn drie zusters beweenden hun broer aan de oever van de rivier, vier maanden lang. Uit erbarmen veranderde Zeus hen uiteindelijk in populieren.





    21-01-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (49 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eos en Selene, zusters van Helios.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    109. Eos en Selene, zusters van Helios.

     




    < tekening van Jan Bauwens
    (de tekening onderaan is eveneens van Jan Bauwens, naar een schilderij van Guido Reni)


    (Omdat we Odysseus niet eerder dan op 16 april a.s. zijn geboorteland willen laten bereiken en omdat hij nu met zijn makkers op het punt staat het eiland te betreden met de grazende heilige kudden van de zonnegod Helios, willen we eerst nog even uitweiden over deze laatste en over zijn familie. Waarom 16 april? Omdat het dan precies 3186 jaar zal geleden zijn dat die triomfantelijke thuiskomst in werkelijkheid heeft plaatsgegrepen. Dat heeft mevrouw A. Korevaar, lerares klassieke talen in Rotterdam, berekend. Zij komt weliswaar tot de slotsom van 3187 jaar, doch uit mijn verhaal van 17 december l.l. – zie www.bloggen.be/kris  onder de titel “Acribie” – moge duidelijk blijken dat ze zich van één jaar vergist heeft…)

     

    De zonnegod Helios was net als Selene, de maangodin, en Eos, de godin van de dageraad, een kind van de titaan Hyperion en de Titanes Theia (zie verhaal nr. 15). Laten wij het misschien eerst hebben over  Helios’ beide zusters, Selene en Eos.

    Van Selene wordt doorgaans aangenomen dat zij altijd maagd is gebleven. Eén enkele keer slechts werd zij verliefd: op een jonge herder, Endymion, die woonde in een grot op de berg Latmos in Klein-Azie. Van Endymion wordt wel eens beweerd dat hij de mooiste sterveling was die ooit op aarde heeft geleefd. Selene aanschouwde hem, slapend in zijn grot. Ze was verrukt van zijn schoonheid en zachtjes kuste ze hem op de mond, zonder hem wakker te maken. Ze wenste niets liever dan die wonderschone herder voor altijd in haar macht te hebben en te kussen en te koesteren. Daarom dompelde ze hem, met de hulp van Zeus, in een blijvende slaap. Tevens verkreeg ze van de oppergod dat hij haar geliefde de onsterfelijkheid en de eeuwige jeugd schonk, zodat zijn prachtig lichaam nimmer verwelkte en zij het tot in eeuwigheid kon bewonderen.

    Eos, de godin van de dageraad, woont aan het oostelijke rand van de aarde. Iedere ochtend opent zij de hemelpoorten om doorgang te verlenen aan haar broeder Helios, die uit de oceaan met zijn zonnewagen ten hemel opstijgt. Daarna spoedt ze zich naar de Olympos om de komst van de zonnegod te melden.

    Eos was getrouwd met Astraios. Deze was een zoon van de titaan Krios en van Eurybia, een dochter van Pontos en Gaia. Astraios en Eos waren de ouders van de winden (zie verhaal nr. 101) en van de sterren. Eos viel ook voor andere mannen: voor Kephalos, de koning van Thorikos (zie verhaal nr. 31), voor Tithonos en voor Orion. Tithonios was evenals Endymion een gewone, maar buitengewoon knappe sterveling. Ze nam hem op in haar woning. Net als haar zus Selene, vroeg Eos aan Zeus de onsterfelijkheid voor haar geliefde. Ook hààr wens werd ingewilligd, maar zij had vergeten de eeuwige jeugd erbij te vragen, als toemaatje… En Tithonos werd stokoud en hij schrompelde met de jaren zodanig ineen, dat het niet mooi meer was om aan te zien. Iedere dag stond Eos op, voor dag en dauw, om hem niet meer te moeten aanschouwen. Toen Tithonos heel klein geworden was en nog weinig menselijks meer had, sloot zij hem op in een donker hok, alwaar hij stilaan veranderde in een krekel. Zowel van Kephalos als van Tithonos werd Eos gezegend met twee kinderen: hààr liefdes waren allesbehalve platonisch… Op het eiland Delos bedreef zij ook de liefde met Orion, de mooiste en knapste jager die ooit heeft geleefd. Omdat Orion in zijn hoogmoed had verklaard dat hij de aarde zou zuiveren van alle monsters en wilde dieren, strafte Apollo hem door een reuzegrote schorpioen op hem af te sturen. Orion probeerde de schorpioen te doden met zijn pijlen, maar het dier bleek over een ondoordringbaar pantser te beschikken. Al zwemmend vluchtte Orion naar Delos, alwaar hij hoopte bescherming te vinden bij zijn geliefde Eos. Maar Apollo stookte zijn zuster Artemis op, haar pijlen te richten naar de zwemmende man, bewerende dat het een booswicht was, die gepoogd had één van haar prieteressen te verkrachten. Toen Artemis zag dat het Orion was die zij dodelijk getroffen had, smeekte zij haar vader Zeus hem als sterrenbeeld aan de hemel te plaatsen. Alzo geschiedde. En ook de schorpioen werd erbij geplaatst...





    14-01-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE MOOISTE CYCLOOP.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De publicatie van "de mooiste cycloop" wordt even uitgesteld. Het aantal inzendingen is van die aard dat nog geen keuze kon gemaakt worden. Alle inzenders van een cyclopen-tekening kregen het boek "Grijslokes Olympiade" reeds gratis toegezonden, als dank voor hun inspanning.





    07-01-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Skylla en Charibdis.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    108. Skylla en Charibdis.

     





    < deze tekening (van Jan bauwens) wordt onderaan vergroot weergegeven.




    ’s Anderendaags zagen zij de twee rotsklippen opdagen, waar zij tussendoor dienden te varen. De ene was zeer hoog en haar top was in donkere wolken gehuld. In een uitholling van die rots leefde het vreselijke monster Skylla: een vrouwenlichaam waarop zes bloeddorstige hondenkoppen waren vastgegroeid. Zij was een dochter van de zeegoden Phorkys en Keto en derhalve een zuster van de Gorgonen en de Graien (zie verhaal nr. 23) en ook van de honderdkoppige slang Ladon (zie verhaal nr. 57).

    De andere rots was lager en aan de voet van die rots stond een loverrijke boom. In de schaduw van die boom huisde Charibdis, die een dochter was van Poseidon en Gaia. Charibdis was nog gevaarlijker  dan Skylla. Elk schip dat  te dicht in haar buurt kwam, werd als in een draaikolk verzwolgen in de diepten van de zee.

    In de greep van Charibdis komen, zou het definitieve einde betekenen. Zich daarvan welbewust, hielden Odysseus en zijn twaalf overgebleven makkers de draaikolk op een redelijke afstand. Daardoor kwamen ze te dicht bij de andere rots, precies binnen het bereik van Skylla. Vervaarlijk boog het monster zich voorover naar de dertienkoppige bemanning. En van de mannen werden er zes gegrepen, één door elk van de zes opengesperde muilen. Hun hoofden werden te pletter geslagen tegen de rots, waarna hun lichamen verscheurd werden en verslonden. Een afschuwelijker schouwspel kan men zich nauwelijks voorstellen!

    Het duurde nog zes dagen voor Odysseus en zijn zes overgebleven gezellen weer land in zicht kregen. Het land dat ze zagen was Trinakria, het eiland van de zonnegod Helios. Hier graasden de heilige kudden: runderen en schapen. Men beweert dat hier uitsluitend vrouwelijke dieren waren en dat zij zich dus niet konden voortplanten – kunstmatige inseminatie was toen nog niet uitgevonden… De dieren beschikten over de goddelijke eigenschap van de eeuwige jeugd en daardoor was hun voortbestaan niettemin verzekerd, tenminste als niemand zo vermetel zou zijn hen te doden. Hoeft het verwondering te wekken dat zowel Teiresias als Kirke, Odysseus op het hart gedrukt hadden zich de woede van de zonnegod niet op de hals te halen door zich aan zijn kudde te vergrijpen, indien zij tenminste heelhuids hun vaderland wensten terug te zien?

    De mannen wilden niets liever dan voet aan wal zetten op Trinakria, hoezeer Odysseus hen dit ook uit het hoofd trachtte te praten. Hij was bang dat zijn mannen de wijze raad in de wind zouden slaan. Hij stelde voor het eiland links te laten liggen en door te varen naar een ander land: Kirke had hen immers heel wat proviand meegegeven en er was nog genoeg over voor verscheidene dagen. Maar de mannen weigerden op dat voorstel in te gaan. Ze waren immers aan rust toe door de emoties en de inspanningen van de laatste dagen. En zo kwam het dat Odysseus  hen niet kon verhinderen het eiland van de zonnegod te betreden…





    07-01-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (21 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GUSTAV SCHWAB

    Of deze verhalen ooit in boekvorm worden uitgegeven? Het wordt mij af en toe gevraagd door leraren en leerlingen. In feite geen slecht idee: een boek met alle verhalen uit de Griekse mythologie en rijk geïllustreerd met tekeningen van Jan Bauwens en andere kunstenaars… Maar ’t zal alleszins niet vóór einde 2009 zijn. In afwachting komen jullie met deze website toch al een heel eind.

    Een boek leest vanzelfsprekend vlotter. Laat ik jullie alvast “Griekse Mythen en Sagen” aanbevelen, een pocketboek-editie van Het Spectrum. Het boek is weliswaar niet geïllustreerd en het is een vertaling (door K.J. van den Brink) uit het Duits van een door Richard Carstensen bewerkte uitgave van “Die Schönsten Sagen des Klassischen Altertums” van Gustav Schwab. De eerste druk dateert van 1956. Op heden, meer dan een halve eeuw later, is het nog steeds een van de meest verkochte naslagwerkjes terzake, hetgeen ongetwijfeld de degelijkheid ervan bewijst.

    Op de cover zien we Odysseus tijdens zijn terugreis na de oorlog van Troje. Boven zijn schip vliegt een Sirene. Over Odysseus en de Sirenen kunnen jullie lezen op deze weblog: verhaal nr. 107.





    31-12-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Sirenen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    107. De Sirenen.

     



    < tekening (van Jan Bauwens, naar een schilderij van Leighton), onderaan vergroot weergegeven;
       de andere tekeningen zijn eveneens van Jan Bauwens




    Op een waardige wijze hadden Odysseus en zijn vrienden afscheid genomen van Kirke en dat stemde de goden blijkbaar gunstig. Op een kalme zee voer hun schip in zuidelijke richting, voortgedreven door een rustige noordenwind. De raadgevingen van Kirke indachtig, stopte Odysseus de oren van de mannen dicht met de was die de godin hen had meegegeven. Zelf was hij echter dermate benieuwd om de hemelse gezangen van de Sirenen te aanhoren dat hij het vertikte zijn eigen oren dicht te stoppen. Maar omdat hij vreesde te zullen bezwijken bij het aanhoren van de heerlijke smachtende stemmen van die lieve wezens, gebood hij zijn mannen hem met een stevig touw vast te binden aan de mast van het schip. In geen geval mochten zij het touw losmaken: als hij hen erom zou verzoeken, dienden ze het integendeel nog steviger aan te sjorren.

    Er kwam een vredige rust over Odysseus. Vastgebonden aan de mast dommelde hij langzaam in en droomde van drie Sirenen, die als prille tedere maagden het schip beklommen. Eén voor één drukten ze hun zachte lichamen tegen het zijne en fluisterden zoete lieve woorden in zijn oor. En plots veranderde het gefluister in een gezang, dat  van ver buiten het schip op hem af kwam. Odysseus schoot wakker. In de verte hoorde hij klaar en duidelijk meisjesstemmen: een heerlijke meeslepende melodie. Hij spitste zijn oren en naarmate het schip verder voer werden de klanken duidelijker en hij kon ook de woorden verstaan. Die woorden, zoeter dan de zoetste nectar, vervulden zijn hart met een onwezenlijk gevoel. Hij wilde naar hen toe, naar de bezitsters van die overheerlijke stemmen, die zijn lichaam doorzinderden met een ongekend genot:

     

    O onverschrokken Odysseus,

    O machtige held van Troje,

    Kom tot ons,

    Laat ons uw zongebruind en krachtig gespierd lichaam verwennen,

    Laat ons u beroeren met onze zachte warme lijven,

    Laat ons toe uw hart te vertederen

    Met gezangen over uw geliefde Ithaca,

    Waar gij zo naar verlangt

    Met hart en ziel…

     

    Het zwoele gezang van de Sirenen bracht zijn zinnen in de war. Hij schreeuwde zijn mannen toe dat ze hem moesten losmaken, maar ze hoorden hem niet. Toen hij echter met hoofdgebaren te kennen gaf dat hij aan land wilde gaan, kwamen zij naar hem toe en bonden hem nog steviger vast. Ze lieten Odysseus nog een hele tijd wild te keer gaan, tot hij stil bleef en niet langer meer poogde zich los te rukken. Dan haalden zij de was uit hun oren en maakten hun meester los. Het gezang was niet meer te horen. Het schip zette nu zijn rustige koers verder in de richting van Skylla en Charibdis.

    Naar sommigen beweren, zouden de Sirenen zichzelf, na dit voorval, van het leven beroofd hebben.





    17-12-2008 om 18:21 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afscheid van Kirke.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    106. Afscheid van Kirke.

     



    Toen Odysseus, na zijn reis naar de onderwereld, het eiland Aiaia naderde, zag hij al van verre zijn makkers staan. Kirke had hun de menselijke gedaante teruggeschonken… Ze zagen er jonger uit dan voorheen. Ze waren mooier dan ooit te voren. Odysseus omhelsde hen een voor een. Er vloeiden tranen van blijdschap en ontroering. Ook Kirke plengde een traantje. Ze stelde Odysseus vragen over zijn wedervaren in de onderwereld. En hij vertelde haar over de waarschuwing die Teiresias hem had gegeven: dat hij op het eiland van Helios, de kudden van de zonnegod onaangeroerd diende te laten. En Kirke sprak tot hem:

    - Het eiland waar de heilige kudden van Helios grazen, heet Trinakria. Zeker moet gij er u voor hoeden ook maar één van de dieren aan te raken. Maar er is nog heel wat meer wat ik u moet zeggen. Eerst zult gij nog voorbij een eiland moeten varen dat bewoond wordt door de Sirenen. Het waren oorspronkelijk drie allerbekoorlijkste jonge meisjes, begiftigd met wondermooie stemmen. Maar omdat zij, noch door goden noch door sterfelijken hun maagdelijkheid lieten beroeren, vielen zij in ongenade bij de godin Aphrodite. Daarom toverde de liefdesgodin hen om in wezens met het bovenlichaam van een aantrekkelijke jonge vrouw en met het onderlichaam en de vleugels van een reusachtige vogel. Hun heerlijke zangstem mochten ze behouden. Aanvankelijk waren ze ook in staat om te vliegen, maar die mogelijkheid werd hun ontnomen door de Muzen, die, door jaloersheid gedreven, hun slagpennen hebben uitgetrokken. Volledigheidshalve moet ik nog zeggen dat sommigen beweren dat niet Aphrodite, maar de godin Demeter verantwoordelijk is voor hun metamorfose. Ze zouden vriendinnen geweest zijn van Demeters dochter Persephone, en met eigen ogen gezien hebben hoe deze door Hades werd ontvoerd. Maar omdat ze nooit tegen de god van de onderwereld hebben willen of durven getuigen, zou Demeter hen op deze wijze gestraft hebben. Nu verblijven ze dus op hun eiland, alwaar zij voorbijvarenden lokken met hun heerlijke gezangen. Maar wee degene die er voet aan wal zet: niemand heeft het eiland ooit levend verlaten! Overal ligt de grond er bezaaid met de beenderen van gestrande zeelui. Ik bezweer u het eiland van de Sirenen in geen geval te betreden. Maar omdat ik weet dat niemand aan hun gezang kan weerstaan, schenk ik u deze pot met was. Stop daarmee uw aller oren dicht, opdat hun hemelse melodieën niet tot u doordringen. Als ge deze raad volgt, en slechts dan alleen, zal u geen kwaad geschieden.

    De mannen hadden in spanning geluisterd en ze beloofden nauwgezet de adviezen van Kirke te volgen. Maar zij vervolgde:

    - En dan is er nog één gevaarlijk obstakel, alvorens gij Trinakria zult bereiken: Skylla en Charibdis. Twee monsters die huizen aan de voet van twee torenhoge rotsklippen waar gij tussendoor zult moeten varen. Onderaan de ene klip zit het monster Charibdis. Hoed u ervoor te dicht in haar buurt te komen, want ze zou uw schip en de hele bemanning onverbiddelijk verzwelgen tot in de diepste diepten van de zee. Maar kom ook niet te dicht bij de andere klip. Daar immers woont Skylla, een zeskoppig monster. Laat u niet grijpen door dat monster: het zal u vermorzelen, te pletter slaan tegen de rotsen, zonder mededogen.

    Odysseus knikte begrijpend:

    - Het komt er dus op aan precies in het midden te varen tussen de beide rotsen, niet te dicht bij de ene en niet te dicht bij de andere…

    - Precies. Dat hebt ge goed begrepen. Ik wens u goede vaart. Moge Zeus, onze aller vader, u behoeden.

    De mannen dankten Kirke en ze begaven zich naar het schip. Ze wuifden haar nog na. Maar ze zag het niet meer. Ze had zich omgedraaid en ze liet haar tranen de vrije loop. De godin-tovenares weende bitter…

    10-12-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Teiresias.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    105. Teiresias.

     









    (Odysseus is op terugreis naar het eiland van Kirke; wij maken van de gelegenheid gebruik om iets te vertellen over Teiresias, de blinde ziener, met wie Odysseus oog in oog heeft gestaan in de onderwereld; de tekeningen, Teiresias voorstellend, zijn van de hand van Jan Bauwens).

     


    Teiresias’ vader was de zoon van één van de mannen die ontsproten waren uit de tanden die door Kadmos gezaaid werden in opdracht van Athena (zie verhaal nr. 10). Zijn moeder was een nimf. In verhaal nr. 6 werd uiteengezet hoe Teiresias met blindheid geslagen werd door toedoen van diezelfde godin Athena en hoe de godin dit onrecht achteraf probeerde te herstellen door Teiresias de gave van de helderziendheid te schenken. Maar er is nog een ander verhaal….

    Niet Athena maar de oppergodin Hera zou Teiresias met blindheid geslagen hebben. Aan de oorsprong hiervan ligt een hevig dispuut tussen Zeus en zijn dierbare eega. Zeus was weer eens vreemd gegaan en daarom slingerde Hera hem allerlei verwijten naar het hoofd. Zeus verdedigde zich door te stellen dat de vrouw veel meer genot beleeft tijdens de geslachtelijke vereniging dan de man, waardoor deze laatste dus, bij wijze van compensatie, gerechtigd is vaker en met verscheidene vrouwen sexuele omgang te hebben. Hera was het met die stelling niet eens. Er diende een scheidsrechter aangesteld te worden. Daar kwam enkel Teiresias voor in aanmerking. Hij immers was de enige persoon die zowel man als vrouw geweest was, de enige dus die een oordeel kon vellen over wie het meeste genot beleeft bij de geslachtsdaad: de man of de vrouw. Teiresias was immers zelf een tijdje vrouw geweest… Hoe dat gekomen was? Ziehier.

    Toen Teiresias eens, een jonge knaap nog zijnde, op wandel was op de hellingen van het Kithairongebergte, zag hij twee slangen paren. Met zijn stok scheidde hij de twee slangen en sloeg er één dood, het vrouwtje. Dit was niet naar de zin van de goden en Teiresias werd veranderd in een vrouw. Zeven jaar later zag Teiresias op dezelfde plek weer twee slangen paren. Hij reageerde zoals de eerste keer en weer sloeg hij één van de slangen dood, het mannetje. En terstond kreeg hij zijn mannelijk lichaam terug.

    En Teiresias, als “ervaringsdeskundige” velde zijn oordeel: als wij het genot dat de man beleeft het getal één geven, dan moeten wij het genot van de vrouw het getal negen geven! Hera voelde zich zwaar gekrenkt door dat oordeel en ze sloeg Teiresias met blindheid. Zeus kon hem weliswaar het licht van zijn ogen niet teruggeven, maar de oppergod deed niettemin zijn best om een en ander goed te maken. Zo schonk hij hem de gave van de helderzienheid, hij maakte zijn gehoor vele malen scherper dan bij een normale sterveling en hij zorgde ervoor dat hij de taal van de vogelen kon verstaan. Verder schonk Zeus Teiresias zeven levens en hij beloofde dat hij in het hiernamaals zijn zienersgaven zou mogen behouden.

    We hebben Teiresias zien optreden als voorspeller van het dramatisch lot van Oidipous (verhaal nr. 20) en van dat van Kreoon (verhaal nr. 36). De zienersgave heeft van Teiresias allesbehalve een gelukkig man gemaakt…

    03-12-2008 om 13:57 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In het rijk der doden.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    104. In het rijk der doden.

     




    < tekening Jan Bauwens (naar J.H. Füssli)
        onderaan vergroot weergegeven



    Kirke en Odysseus gingen aan tafel, waar de nimfen de heerlijkste spijzen hadden klaargezet. Na de maaltijd begaven ze zich ter ruste en ze gaven zich over aan elkaar. Odysseus raakte helemaal in de ban van de verliefde godin, die de kunst van de lichamelijke liefde zo goed bleek te beheersen. Dagen, weken en maanden verstreken zonder dat het heimwee naar huis aan Odysseus’ hart knaagde. Pas toen bijna een jaar verstreken was, sprak Odysseus tot Kirke:

    - Lieveling, ik voel dat mijn hartstocht voor jou begint te tanen. We hebben samen een heerlijke tijd gehad, maar de hang naar mijn vaderland en naar mijn familie komt weer boven en wordt met de dag groter. Wordt het niet stilaan tijd dat je mijn makkers hun menselijke gedaante teruggeeft en mij de weg wijst die ik moet volgen om veilig Ithaka te bereiken?

    Hij sprak met overtuiging en het was duidelijk dat zijn woorden geen tegenspraak duldden. Geschrokken doch beheerst antwoordde de godin:

    - Nooit heb ik een beter minnaar gekend dan jij, mijn allerliefste held. Dolgaarne had ik je nog langer bij mij gehouden. Maar ik zie dat het je menens is. De weg die je dient te volgen kan ikzelf je niet wijzen. Maar ik kan je wel vertellen wie dat wél kan. Het is Teiresias, de ziener.

    - Maar bevindt die zich niet reeds bij de doden?

    - Precies. Daar is Teiresias nu, in de Hades. En naar het rijk der doden zal jij je moeten begeven. Vaar weg van dit eiland en de Noordenwind zal je brengen naar het westelijk uiteinde van de wereld. Daar zal je een in mist en wolken gehuld strand vinden, waarachter zich een bos van wilgen en populieren bevindt. Dat bos is gewijd aan Persephone, de godin van de onderwereld. Graaf daar een put en stort daarin het water, de melk, de honing en de wijn die ik je zal meegeven. Ook geef ik je een ram mee en een ooi. Die moet je offeren aan Teiresias. Vang het bloed van de offerdieren op. Een deel ervan moet je gieten bij de andere vloeistoffen in de kuil. Van het andere deel moet je de schimme die op je afkomen laten drinken – het zijn de schimmen van de doden. Alleen op die wijze zal je met hen een gesprek kunnen voeren. Let er evenwel op dat je met niemand spreekt vooraleer je Teiresias aan het woord hebt gelaten. Als je de nodige informatie gekregen hebt van de ziener, keer dan zo spoedig mogelijk naar dit eiland terug. Tegen die tijd zal ik al je vrienden hun menselijke gedaante teruggegeven hebben. Dat zweer ik je, op de Styx.

    Odysseus handelde zoals Kirke hem had opgedragen. Toen hij de kuil gegraven had en de offers geplengd, kwamen inderdaad talloze schimmen op hem af, maar, Kirkes woorden indachtig, negeerde hij ze allen, tot hij de schim had herkend van Teiresias, die ook in de onderwereld de gave van de profetie had behouden. Hij gaf Teiresias te drinken van het offerbloed. Ziehier hoe deze tot hem sprak:

    - Gij hebt de god Poseidon ten zeerste vertoornd, door wat gij zijn zoon Polyphemos, de cycloop, hebt aangedaan (zie verhaal nr. 100).  Maar alles zal goed komen, als gij er maar zorg voor draagt de kudde van Helios, op wiens eiland gij zult stranden, onaangeroerd te laten. Doet ge dat niet, dan zal nog veel rampspoed uw deel zijn: al uw vrienden zullen omkomen en op een vreemd schip zult gij uw vaderland bereiken en wat gij daar zult ontmoeten, zal niets zijn dan ellende.

    Odysseus wilde nog wat vragen maar Teiresias was alweer verdwenen. Zag hij daar niet de schim van zijn moeder? Zijn moedertje die tijdens zijn jarenlange afwezigheid gestorven was, gestorven van verdriet? En was dát niet Agamemnon? Die had dus na zijn triomfantelijke uittocht uit Troje, ook al het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. En Achilles! Odysseus gaf hem te drinken van het offerbloed en sprak tot hem:

    - O, grote Achilles, hoe goed herken ik u nog, aan uw fiere gestalte! Ook hier straalt gij nog steeds de onoverwinnelijkheid uit!

    Maar Achilles antwoordde hem:

    - Tracht mij niet te vleien. Ondraaglijk is het, hier voor altijd te moeten ronddolen. Ik zeg u: beter is het onder de levenden de geringste onder de knechten te zijn, dan de grootste koning in de onderwereld!

    En daar zag hij ook nog de schim van Patroklos en van nog vele anderen. Ajax, bijvoorbeeld. Maar Ajax wendde zich direct af: het leek erop dat hij nog steeds kwaad was omdat Odysseus de wapenrusting van Achilles voor zijn neus had weggekaapt… (zie verhaal nr. 93)

    Plots werd Odysseus overvallen door de vrees dat hij hier wel eens de schim van Medusa kon ontmoeten. Misschien was zelfs haar schim nog in staat hem in steen te doen veranderen?

    Dan maar gauw rechtsomkeert gemaakt, terug naar Aiaia.





    26-11-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (15 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betoverd...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    103. Betoverd...

     




    < tekening van Jan Bauwens, naar een schilderij van Waterhouse
        (onderaan vergroot weergegeven)



    Odysseus had de nacht doorgebracht onder de blote hemel. ’t Was nog vroeg in de morgen toen zijn makkers hem wakker schudden. Ze waren vol ongeduld om het eiland te verkennen. De zon scheen reeds aan de hemel. Ze stapten door met gras begroeide vlakten waar allerlei dieren rondhuppelden: geiten, herten, schapen, konijnen, eekhoorns… Een lieflijk schouwspel. En er was nog meer! Wat verder landinwaarts zagen ze drie aanlokkelijke vrouwspersonen hen tegemoet komen: het waren nimfen die in dienst waren van de godin Kirke, de heerseres over dit eiland. De nimfen, allerlieflijkste wezens,  leidden de mannen naar het paleis van hun meesteres. Kirke, zowel als de nimfen, toonde zich zeer opgetogen met dit onverwachts mannelijk bezoek, zij het dat ze er maar magertjes en verzwakt bijliepen, en sjofel gekleed. Kirke gaf opdracht aan de nimfen een lekkere en versterkende maaltijd te bereiden voor de gasten. Zelf ging ze een kruik van de heerlijkste wijn halen, wijn waarin ze een toverdrank had gedaan, door haarzelf bereid…

    Toen allen van de wijn gedronken hadden, leidde Kirke Odysseus naar de badkamer. Ze stelde hem voor een bad te nemen vooraleer aan tafel te gaan. Toen ze teruggekeerd was tot de mannen sprak ze een toverspreuk uit over hen. Allen veranderden terstond in varkens. Toen Odysseus opgefrist ten tonele verscheen, sprak ze ook over hem dezelfde toverwoorden, maar tevergeefs. Hij leek wel immuun voor haar toverkracht…

    Odysseus keek rondom zich. Geen mannen zag hij, enkel varkens. Het werd hem al snel duidelijk wat hier was geschied. Hij greep zijn zwaard en ging dreigend voor Kirke staan:

    - Geef mijn mannen hun menselijke gedaante terug, of dit zwaard zal uw lichaam doorboren!

    Zij antwoordde:

    - Nu herken ik u. Niemand minder dan Odysseus zijt gij, de overwinnaar van Troje. Wie anders dan de grote Odysseus zou mij immers kunnen weerstaan. Steek uw zwaard weer in de schede en laten wij vriendschap sluiten. Ú immers wil ik geen kwaad doen.

    - Hoe zou ik vriendschap met u kunnen sluiten, na wat gij míjn vrienden hebt aangedaan? Verbreek deze betovering, nu terstond!

    Odysseus maakte aanstalten om toe te slaan. Kirke echter knielde onderdanig voor hem neder. Vol deemoed keek ze naar hem op, met haar verleidelijke donkere ogen. Ze sprak:

    - O mijn stoere held, mooi van lijf en leden, aan wie geen enkele vrouw weerstand kan bieden! Ik smeek u nogmaals: steek uw zwaard weer in de schede. Wat ge mij vraagt is onmogelijk. Ik kan de betovering niet op staande voet ongedaan maken. Daarenboven: als ge mij doodt, zullen uw makkers gedoemd zijn om als varkens verder te leven tot het einde van hun dagen. En wat meer is: gij kunt mij niet eens doden, vermits ik een godin ben en goden en godinnen niet kunnen niet sterven. En dan moet ge ook nog weten dat ik de enige ben die u op weg kan helpen naar uw vaderland. Maar bovenal: mijn hart staat in lichterlaaie voor u. Het liefste zou ik u bij mij houden, voor altijd. Maar ik weet dat gij niets liever wilt dan terugkeren naar Ithaka en naar uw familie. Maar sta mij toe, u toch minstens één dag te beminnen, één nacht met u het bed te delen.

    Ze had zijn enkels vastgegrepen. Tranen rolden over haar wangen. Deze mooie goddelijke vrouw, die smekend aan zijn voeten lag, vertederde plots Odysseus’ hart en deed ook zíjn hartstocht oplaaien. Hij liet zijn zwaard uit zijn handen glijden en tilde haar op met zijn sterke armen, alsof ze een pluimpje was. Hij droogde haar tranen en drukte haar warme lichaam stevig tegen het zijne aan.

    - Eén nacht, sprak hij. Niet méér.



    19-11-2008 om 10:35 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laistrygonen en het eiland van Kirke.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    102.  De Laistrygonen en het eiland van Kirke.

     






    < tekening van Jan Bauwens (onderaan vergroot weergegeven)


    De zevende dag kwam er weer land in zicht. Ze hadden er geen benul van dat dit het land was van de Laistrygonen, een volk van wreedaardige reuzen. Daar was een klein uitnodigend haventje. Ze loodsten er hun schepen binnen. Zijn eigen schip evenwel verankerde Odysseus aan een rots, buiten de haven. Drie mannen gingen het land verkennen. Ze ontmoetten een jong meisje, een kind nog, maar buitengewoon groot van gestalte – zij reikten niet eens tot aan haar schouders. Het kind leidde hen naar het huis van haar vader. Maar toen ze daar aankwamen, werden ze allerminst gastvrij ontvangen. Reuzen kwamen dreigend op hen af. De drie maakten rechtsomkeert en zetten het op een lopen. Eén van de mannen werd gegrepen en ter plekke de kop van het lijf gerukt. De anderen bereikten de haven. Maar nu grepen de reuzen grote rotsblokken en wierpen die naar de schepen. Een ravage van jewelste: niet één schip in de haven bleef gespaard en verscheidene mannen kwamen om. Het schip van Odysseus nochtans, dat buiten de haven gemeerd lag, ontsprong de dans. Diegenen van de andere schepen, die zich al zwemmend hadden kunnen redden - twaalf in getal waren ze nog -, hesen zich aan boord van dit ene overblijvende schip. De toekomst zag er allesbehalve rooskleurig uit. Wat had het noodlot voor hen nog in petto?

    Als hulpelozen dreven ze voort, overgeleverd aan de willekeur van de wispelturige winden. Het was met gemengde gevoelens dat ze een eiland zagen opdoemen: Aiaia, aan de westkust van Italië. Zouden ze hier niet wéér in aanraking komen met reuzen, boosdoeners, woeste krijgers, monsters of wilde dieren, die hen naar het leven zouden staan? Daarenboven, als ze nog lang op zee bleven zwalpen, zouden ze zeker omkomen van honger en dorst. En in stilte hoopten zij op een ontmoeting met vrouwelijk schoon. Ja, daar waren ze nu wel aan toe, na al de ellende die ze sinds het einde van de oorlog hadden meegemaakt.

    Ze lieten hun schip stranden op de kust. Odysseus was ervan overtuigd dat zij op dit lieflijk zonovergoten eilandje niets te vrezen hadden. Hij legde zich te rusten onder een boom, vastbesloten daar te blijven slapen tot de morgen. Zijn makkers echter trokken terug naar het schip, om daar hun slaapstee op te zoeken, bang als zij waren om de nacht door te brengen onder de blote hemel. Weldra verzonk Odysseus in een vreedzame slaap…

    Een sombere gestalte nadert onze slapende held en schudt hem wakker. Odysseus schrikt hevig en wil de vreemde indringer te lijf gaan met zijn mes. Maar de vreemdeling ontwijkt het mes en maakt zich bekend:

    - Vrees niets, dappere Odysseus, ik ben de god Hermes.

    - Als gij de god Hermes zijt, vertel mij dan wie u gezonden heeft.

    - Ik kom in opdracht van mijn vader Zeus en van mijn goddelijke zuster Athena.

    - En zeg mij ook welk land dit is.

    - Dit is het eiland Aiaia. Het wordt bewoond door de godin Kirke, dochter van de zonnegod Helios en door drie nimfen. Kirke is zeer bedreven in de kunst van het toveren. Ze zal ongetwijfeld proberen u in haar netten te strikken. Met alle tovermiddelen waarover ze beschikt, en ook met haar charme, zal zij proberen u vrouw en kind, familie en vaderland te doen vergeten en u en uw makkers vast te houden op het eiland.

    De woorden van Hermes beangstigen Odysseus. Hij moet denken aan wat hen overkomen is in het land van de Lotofagen en hoe ze daar maar op het nippertje ontkomen zijn. Maar Hermes stelt hem op zijn gemak:

    - Een dergelijk gevaar hoeft gíj niet te lopen. Als gij deze plant terstond opeet, met wortel en al, zult gij voor altijd bestand zijn tegen alle listen en tovertruken van Kirke.

    Terwijl de god zich verwijdert, roept Odysseus hem woorden van dank na en belooft hem een mooi offer te brengen als hij eenmaal in zijn vaderland zal teruggekeerd zijn. De plant die Hermes hem gegeven heeft, is snel verorberd. Ze heeft een bittere nasmaak en die spoelt Odysseus weg met een slok wijn uit de veldfles die nog om zijn middel bengelt. Hij prijst de wijn, een restant van de twaalf kruiken die hij op het eiland Ismaros heeft meegekregen (nr. 97). Die wijn heeft tenslotte ook zijn leven en dat van vele van zijn makkers gered op het eiland van de cyclopen (nr. 99)….




    12-11-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (17 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de god van de winden.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    101. Bij de god van de winden.

     


    < tekening van Jan Bauwens (onderaan vergroot weergegeven)

    Na enkele dagen op zee rondgezwalpt te hebben, bereikten Odysseus en zijn mannen de Aiolische – ook genoemd de Liparische – eilanden, een groep van zeven eilanden ten noorden van Sicilië. Het eiland waar zij aanmeerden was de woonplaats van Aiolos, de god van de winden. De god woonde daar met zijn echtgenote en zijn zes zonen en evenveel dochters, in een schitterend paleis. Elk van de zonen leefde er met één van de zusters als getrouwd koppel en zo leefden allen in het paleis als één groot en gelukkig gezin. Aiolos, die een zoon was van Poseidon, was door Zeus aangesteld als de bewaker van de winden: Boreas (de noordenwind), Euros (de oostenwind), Notos (de zuidenwind) en Zephyros (de westenwind). Deze winden waren de zonen van Eos, de godin van de dageraad, die zelf een dochter was van de titaan Hyperion en de titanes Theia. Hun vader was eveneens een titanenkind, Astraios. Aiolos hield deze winden opgesloten in een grot…

    Een maand lang genoot Odysseus met zijn vrienden van de gastvrijheid van Aiolos. Met welgevallen luisterden de heerser over de winden en zijn gezinsleden naar de heroïsche verhalen over de oorlog van Troje. Toen de dag aangebroken was dat de mannen het eiland gingen verlaten, gaf Aiolos een groot afscheidsmaal. Daartoe had hij een vette os geslacht. Van het vel van de os maakte hij een grote zak en in de zak sloot hij de winden op. Alle, behalve één: Zephyros, de westenwind. Op die manier zouden de schepen van Odysseus rustig en gestaag voortgedreven worden in de richting van hun thuisland Ithaka, ongehinderd door andere winden en stormen. De zak was stevig dichtgeknoopt met een zilveren touw. Het was Odysseus ten zeerste geraden dit touw in geen geval los te maken vóór het vaderland zou bereikt zijn. Dankbaar voeren ze af.

    Na een dag of tien varen over een uiterst kalme zee, waren ze reeds dicht bij Ithaka genaderd. Eindelijk! Maar heilaas… Odysseus, die al die tijd gewaakt had over de zak, opdat niemand achter zijn rug hem zou openen, werd door de slaap overmand.

    - Wat zou onze leider in die zak verborgen houden? fluisterden zijn mannen. Ongetwijfeld is het een zak vol goud en zilver, vol kostbaarheden waarin hij ons niet wil laten delen.

    Eén van hen maakte het touw los. En, o wee, met donderend geweld stormden de winden naar buiten. Als razenden tolden ze omheen de schepen. Deze werden helemaal uit hun koers geslagen. Ithaka was plots weer uit het zicht verdwenen en daar zwalpten de schepen weer stuurloos op de woeste schuimende baren. Toen de storm enigszins tot bedaren was gekomen, kwam er weer land in zicht. Tot hun verbazing merkten ze dat ze weer bij het eiland van Aiolos waren, hun weldoener. Die vriendelijke god zou hen wel weer op weg helpen. Zo dachten ze…

    Toen Aiolos echter vernam wat er geschied was, ontstak hij in een hevige woede:

    - Verdwijnt van dit eiland, zo sprak hij hen toe. Verdwijnt en durft het niet aan mij nog ooit onder ogen te komen. Ik had u nog zó gewaarschuwd de zak niet te openen. Schandelijk hebt gij mijn raad in de wind geslagen. Hoe durft ge het aan mij nogmaals om een gunst te vragen?

    Odysseus en de anderen dropen af naar de schepen. Weer waren zij overgeleverd aan de onstuimige zee en de grillen van de god Poseidon.





    05-11-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    O jerum jerum jerum…

    Mijn memoires

    (2006, 206 p., 17,95 €)

    Te bestellen via mail:

    kvansteenbrugge@gmail.com

    (geen verzendkosten)


    Foto

    Bezoek Zerar op www.bloggen.be/zerar

    Mythologische verhalen voor het lager onderwijs:

    www.bloggen.be/mythos


    Wie stuurt een tekening?
    i.v.m. één van deze mythologische verhalen...
    ... naar kris.vansteenbrugge@skynet.be
    De mooiste worden gepubliceerd.
    Vermeld je naam en die van je school+klas.
    Inhoud blog
  • Arachne.
  • Erichtonios.
  • Athena, opgestegen uit het hoofd van Zeus.
  • Hephaistos.
  • Zeus.
  • De geboorte van Aphrodite.
  • Amerika ----------------------------------------------------------------
  • Het boek
  • STOP.
  • Verhaal nummer 75
  • Verhaal nummer 74
  • Verhaal nummer 73
  • Verhaal nummer 72
  • Verhaal nummer 71
  • Verhaal nummer 70
  • Verhaal nummer 69
  • Verhaal nummer 68
  • Verhaal nummer 67
  • Verhaal nummer 66
  • Verhaal nummer 65
  • Verhaal nummer 64
  • Verhaal nummer 63
  • Verhaal nummer 62
  • Verhaal nummer 61
  • Verhaal nummer 60
  • Verhaal nummer 59
  • Verhaal nummer 58
  • Verhaal nummer 57
  • Verhaal nummer 56
  • Verhaal nummer 55
  • Verhaal nummer 54
  • Verhaal nummer 53
  • Verhaal nummer 52
  • Verhaal nummer 51
  • Verhaal nummer 50
  • Verhaal nummer 49
  • Verhaal nummer 48
  • Verhaal nummer 47
  • Verhaal nummer 46
  • Verhaal nummer 45
  • Verhaal nummer 44
  • Verhaal nummer 43
  • Verhaal nummer 42
  • Verhaal nummer 41
  • Verhaal nummer 40
  • Verhaal nummer 39
  • Verhaal nummer 38
  • Verhaal nummer 37
  • Verhaal nummer 36
  • Verhaal nummer 35
  • Verhaal nummer 34
  • Verhaal nummer 33
  • Verhaal nummer 32
  • Verhaal nummer 31
  • Verhaal nummer 30
  • Verhaal nummer 29
  • Verhaal nummer 28
  • Verhaal nummer 27
  • Verhaal nummer 26
  • Verhaal nummer 25
  • Verhaal nummer 24
  • Verhaal nummer 23
  • Verhaal nummer 22
  • Verhaal nummer 21
  • Verhaal nummer 20
  • Verhaal nummer 19
  • Verhaal nummer 18
  • Verhaal nummer 17
  • Verhaal nummer 16
  • Verhaal nummer 15
  • Verhaal nummer 14
  • Verhaal nummer 13
  • Verhaal nummer 12
  • Verhaal nummer 11
  • Verhaal nummer 10
  • Verhaal nummer 9
  • Verhaal nummer 8
  • Verhaal nummer 7
  • Verhaal nummer 6
  • Verhaal nummer 5
  • Verhaal nummer 4
  • Verhaal nummer 3
  • Verhaal nummer 2
  • Verhaal nummer 1.
  • Griekse mythologie in 136 verhalen
  • Het uitgebreid horoscoopverhaal...
  • EINDEJAARSGESCHENK.
  • Recensie.
  • De Druivelaar 27.9.2010.
  • De Druivelaar 13.9.2010.
  • Lee(s/r)boek over de Griekse mythologie.
  • Vragen over de Danaïden.
  • De Druivelaar 17.8.2010.
  • De Druivelaar 2.8.2010
  • Een voorsmaakje.
  • Aangenaam geschrokken.
  • We werken aan het boek!
  • UIT HET SCHUIM VAN DE ZEE.
  • De Druivelaar 5.4.2010.
  • De Druivelaar 22.3.2010.
  • De Druivelaar 8.3.2010
  • De Druivelaar 22.2.2010
  • De Druivelaar 8.2.2010.
  • Twee sabbatjaren
  • De wondermooie mythe van Eros (Amor) en Psyche
  • Het hol van Pluto: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (XII)
  • Een bacchanaal: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (XI)
  • De esculaap: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (X)
  • De knoop doorhakken: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IX)
  • Muziek: de (kunst)historicus spreekt
  • De Druivelaar goes classic (VIII)
  • In de armen van Morpheus: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (VII)
  • De lesbische liefde: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (VI)
  • Een sirenenzang: de (kunst)historicus spreekt...
  • Jade
  • De Druivelaar goes classic (V)
  • De narcis: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IV)
  • De hyacint: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( III)
  • Schoolgaande jeugd schiet wakker!
  • Een vulkaanuitbarsting: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( II )
  • Een Pyrrusoverwinning: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( I )
  • Gelukkig Nieuwjaar!
  • Antigone in de kunst
  • ANTIGONE (het hele verhaal)
  • Teiresias in de kunst
  • TEIRESIAS (het hele verhaal)
  • Het gulden vlies in de kunst
  • HET GULDEN VLIES (het hele verhaal)
  • BOEK
  • Phrixos en Helle in de kunst
  • PHRIXOS EN HELLE (het hele verhaal)
  • Kyparissos in de kunst
  • KYPARISSOS (het hele verhaal)
  • Orpheus en Eurydike in de kunst
  • ORPHEUS EN EURYDIKE (het hele verhaal)
  • Aktaion in de kunst
  • AKTAION (het hele verhaal)
  • De geboorte van Athena in de kunst.
  • DE GEBOORTE VAN ATHENA (het hele verhaal)
  • Phaedra in de kunst.
  • PHAEDRA (het hele verhaal)
  • Pygmalion in de kunst.
  • PYGMALION (het hele verhaal)
  • Erichtonios in de kunst.
  • ERICHTONIOS (het hele verhaal)
  • Atlas in de kunst
  • ATLAS (het hele verhaal)
  • Het paard van Troje in de kunst.
  • HET PAARD VAN TROJE (het hele verhaal).
  • Oineus in de kunst.
  • OINEUS (het hele verhaal).
  • Cassandra in de kunst
  • CASSANDRA (het hele verhaal)
  • Medusa in de kunst
  • MEDUSA (het hele verhaal)
  • Europa in de kunst
  • EUROPA (het hele verhaal)
  • Daidalos en Ikaros in de kunst.
  • DAIDALOS EN IKAROS (het hele verhaal)
  • Syrinx en Pan in de kunst
  • SYRINX EN PAN (het hele verhaal)
  • De draad van Ariadne in de kunst.
  • DE DRAAD VAN ARIADNE (het hele verhaal)
  • Koning Midas in de kunst.
  • KONING MIDAS (het hele verhaal)
  • Athena overwint Poseidon, in de kunst
  • ATHENA OVERWINT POSEIDON (het hele verhaal)
  • Hephaistos in de kunst
  • HEPHAISTOS (het hele verhaal)
  • Danaë in de kunst
  • DANAË (het hele verhaal).
  • Iedere maand een verhaal.
  • NIET ONBELANGRIJK INTERMEZZO
  • Ik, Zeus (2)
  • Ik, Zeus (1)
  • Voor wat hoort wat...
  • Overweldigend succes!
  • Gratis via mail.
  • Nieuwe "beperkte" druk.
  • Vierde druk?
  • Boeken.
  • Lezers van over de plas.
  • Nieuw boek: Strijdtoneel Troje
  • Eurobiljetten en mythologie.
  • Twee keer goed nieuws...
  • Even geduld...
  • Mythos-blog gestopt
  • Mythos.
  • De grote verhalen in afleveringen.
  • Derde druk !

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs