Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie: www.bloggen.be/kris
Wie stuurt een tekening bij één van de mythologische verhalen? Per e-mail a.u.b. (kris.vansteenbrugge@skynet.be) . De mooiste tekeningen worden gepubliceerd. Vergeet niet uw naam te vermelden + naam van de school en klas.
Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Gravensteen, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie: www.bloggen.be/pierpont www.bloggen.be/kris
GRIEKSE MYTHOLOGIE
Boeiende verhalen uit het oude Hellas PICTAIKU's (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
31-12-2019
Antigone in de kunst
Telkens de laatste dag van de maand..
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een schilderij van Nikiforos Lytras en bij een klassieke tragedie van Sophocles.
Antigone bij het lichaam van haar broer Polynices. Olie op doek, van Nikiforos Lytras, 1865, in de Nationale Pinacotheek van Athene. Een clair-obscur met een bijzonder dramatische voorstelling van de belangrijkste scène in de tragedie.
Dezelfde scène op een affiche voor een theatervoorstelling van het verhaal volgens Sophocles is uitgevoerd in een soberder archaïsche stijl. De versie van Sophocles is echter slechts een van de vele, zowel in de klassieke Griekse en Romeinse als in de modernere kunsten en heeft aanleiding gegeven tot ontelbare* uitingen in literatuur, theater, plastische kunsten, muziek en kinematografie.
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 15 december (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Antigone. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
Na de dood van de Thebaanse koning Oidipous ruzieden zijn zonen Eteokles en Polyneikes om de troonsopvolging. In afwachting dat dit geschil zou beslecht
worden, werd in Thebe het bewind gevoerd
door hun moeders broer Kreon. Uiteindelijk luidde de overeenkomst tussen de twee
broers als volgt: om de beurt zou één van hen over de stad heersen gedurende
één jaar. Eteokles zou als eerste het koningschap waarnemen. Maar toen zijn
jaar om was weigerde hij de troon aan zijn broer Polyneikes af te staan. Daarom
nam deze laatste zich voor, zich gewapenderhand zijn rechten toe te eigenen.
Teneinde zich van een behoorlijk leger te voorzien, trok hij naar Argos, alwaar
hij hoopte op de steun te kunnen rekenen van de aldaar heersende koning,
Adrastos. Zijn verzoek viel in goede aarde...
Koning Adrastos van Argos trok ten strijde tegen de stad Thebe met een indrukwekkend leger, met aan het hoofd zeven gedegen strijders. Thebe had zeven toegangspoorten. Het leger van Argos verdeelde zich over deze zeven poorten en elk van de zeven leiders nam er één voor zijn rekening. Maar ze hadden de Thebanen fel onderschat. In geen tijd waren velen van de belegeraars gesneuveld, waaronder vier van hun zeven leiders: enkel Adrastos, Amphiaraos en Polyneikes bleven nog over. Toen vond Polyneikes dat er aan het bloedvergieten een einde moest komen en hij stelde een tweekamp voor, tussen hem en zijn broer Eteokles. Deze laatste ging in op het voorstel. In de meedogenloze broederstrijd die daarop volgde, verwondden beiden elkander zo erg dat ze ter plaatse de geest gaven. Hierop rukte het Thebaanse leger uit, nu aangevoerd door Kreon. Ze achtervolgden de onthutste vijanden en ze doodden er velen. Adrastos was een van de weinigen die erin slaagden heelhuids weer thuis te komen.
Voor de derde maal nam Kreon het bewind over in Thebe. Hij gaf opdracht alle gesneuvelde Thebanen met de nodige eer te begraven, maar daarentegen de lijken van de omgekomen vijanden, waaronder dat van Polyneikes, buiten de stadsmuren te brengen en ze daar onbegraven te laten liggen, ten prooi aan de gieren en andere aasdieren. Groot was hierover de verontwaardiging van Antigone, de zuster van de beide broers. Des nachts ging ze haar broeders dode lichaam met aarde bedekken om hem zodoende toch enige vorm van begrafenis te geven. Maar deze ongehoorzaamheid kwam haar oom Kreon ter ore. Hij veroordeelde haar ter dood. Ze werd in een onderaardse kerker geworpen, hoezeer zijn zoon Haimon, die met Antigone verloofd was, hem ook smeekte haar leven te sparen.
Toen kwam Teiresias laattijdig, helaas! ten tonele. De grote ziener voorzag onheil voor de familie van de wrekende heerser. Door zijn hardvochtigheid zou Kreon weldra twee van zijn geliefden verliezen, zo luidde Teiresias voorspelling. Dit opende Kreon de ogen. Hij gaf opdracht Antigone uit haar kerker te verlossen, maar te laat: het meisje had zich verhangen. Haimon, door verdriet overmand, benam zich eveneens het leven. En evenzo deed Kreons echtgenote, die al die ellende niet langer kon aanzien. De voorspelling was uitgekomen. De wrede koning was vreselijk gestraft.
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een schilderij van Louis Jean François Lagrené
Schilderij door Louis Jean François Lagrenée (Parijs 1725-1805): olie op doek, 76 x 58 cm. Teiresias ontwaart, verschrikt en duidelijk per ongeluk, een badende Athena in haar blootje. Waarna de gewezen transgender buiten elke proportie met blindheid wordt gestraft.
L. J. F. Lagrenée (Parijs 1725-1805) is een van de vele door het grote publiek bijna 'vergeten' goede schilders. Hij kreeg zijn opleiding o.a. in de school van Karel André van Loo te Rome. Won diverse grote prijzen, werd o. a. directeur van de Académie de France en van de Academie voor Schone Kunsten te St. Petersburg. Na zijn verblijf in Rusland kreeg hij vele opdrachten van koninklijke paleizen en adellijke personen. Hij was zeer productief. Wel 460 doeken zijn aan hem toegeschreven: naast portretten en bijbelse taferelen vnl. onderwerpen uit de klassieke oudheid en mythologie. Heel wat scenes zijn ronduit erotisch, vnl. in de voorstelling van lesbische koppels. Zijn stijl is die van de Italianen uit de 17de eeuw, rococo later overgaand naar het neoclassicisme. Zijn doeken hebben een geslaagde compositie en zijn lieflijk van kleur, de personages anatomisch perfect getekend. Het verhaal is zelden overdreven pathetisch voorgesteld.
(1) In dit verhaal wordt Teiresias met blindheid geslagen door Athena.
In een ander verhaal evenwel is Hera de "boosdoenster" (cf. www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=3185904).
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 16 november (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Teiresias. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
Nooit is Athena, de godin van de wijsheid, verliefd geweest, nimmer heeft zij kinderen gebaard. Wie haar naaktheid aanschouwd had, hetzij met opzet, hetzij per ongeluk, strafte ze met blindheid. Dat ervaarde een sterveling, Teiresias, die haar verraste terwijl ze zich baadde. Ze ontnam hem het licht uit zijn ogen. Doch achteraf kreeg ze daar spijt van en ter compensatie schonk zij hem de gave van de helderziendheid en de voorspelling, een gave die hij ook na zijn dood mocht behouden in de onderwereld. Er is evenwel nog een ander verhaal over de beroemde ziener Teiresias, hoe hij blind werd en de gave van de profetie kreeg...
Niet Athena maar de oppergodin Hera zou Teiresias met blindheid geslagen hebben. Aan de oorsprong hiervan ligt een hevig dispuut tussen de oppergod Zeus en zijn dierbare eega. Zeus was weer eens vreemd gegaan en daarom slingerde Hera hem allerlei verwijten naar het hoofd. Zeus verdedigde zich door te stellen dat de vrouw veel meer genot beleeft tijdens de geslachtelijke vereniging dan de man, waardoor deze laatste dus, bij wijze van compensatie, gerechtigd is vaker en met verscheidene vrouwen sexuele omgang te hebben. Hera was het met die stelling niet eens. Er diende een scheidsrechter aangesteld te worden. Daar kwam enkel Teiresias voor in aanmerking. Hij immers was de enige persoon die zowel man als vrouw geweest was, de enige dus die een oordeel kon vellen over wie het meeste genot beleeft bij de geslachtsdaad: de man of de vrouw. Teiresias was immers zelf een tijdje vrouw geweest... Hoe dat gekomen was? Ziehier.
Toen Teiresias eens, een jonge knaap nog zijnde, op wandel was op de hellingen van het Kithairongebergte, zag hij twee slangen paren. Met zijn stok scheidde hij de twee slangen en sloeg er één dood, het vrouwtje. Dit was niet naar de zin van de goden en Teiresias werd, voor straf, veranderd in een vrouw. Zeven jaar later zag Teiresias op dezelfde plek weer twee slangen paren. Hij reageerde zoals de eerste keer en weer sloeg hij één van de slangen dood, het mannetje. En terstond kreeg hij zijn mannelijk lichaam terug.
En Teiresias, als "ervaringsdeskundige" velde zijn oordeel: als wij het genot dat de man beleeft het getal één geven, dan moeten wij het genot van de vrouw het getal negen geven! Hera voelde zich zwaar gekrenkt door dat oordeel en ze sloeg Teiresias met blindheid. Zeus kon hem weliswaar het licht van zijn ogen niet teruggeven, maar de oppergod deed niettemin zijn best om een en ander goed te maken. Zo schonk hij hem de gave van de helderzienheid, hij maakte zijn gehoor vele malen scherper dan bij een normale sterveling en hij zorgde ervoor dat hij de taal van de vogelen kon verstaan. Verder schonk Zeus Teiresias zeven levens en hij beloofde dat hij in het hiernamaals zijn zienersgaven zou mogen behouden.
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij twee kunstwerken die elk een verschillende episode in het verhaal illustreren: een tekening van Willy Pogani en een Apulische amphora.
Iason, Medeia, het Gulden Vlies, de slang en de heilige boom
Een zeer mooie tekening: 'Jason bevecht de draak met de hulp van Medea', leek mij terug te voeren tot de Jugendstil. Wie schetst mijn verbazing wanneer ik de herkomst ervan terugvond: een plaatje uit een verzameling 'om in te kleuren': "jason_medea_the golden_fleece_coloring_page.pdf." van 'supercoloring.com'! Onder 'Griekse mythologie' staan er maar liefst 57 en onder Ilias en Odyssea elk 34, allemaal van een kwaliteit die een bron met faam doet vermoeden en na wat zoeken blijkt dat een bekroond kinderboek te zijn met tekeningen van een mij tot gisteren nog onbekende Willy Pogany (°Hongarije 1882 - + US 1955): 'The golden fleece and the heroes who lived before Achilles' (1921). Willy Pogany was een productieve Hongaarse illustrator van o. a. kinderboeken en zijn werk is inderdaad onder te brengen in de . Jugendstil !
Iason overhandigt het Gulden Vlies aan Pelias
Eens te meer blijkt een treffende en mooie afbeelding van het Gulden Vlies een zeer goed bewaarde versiering van een Apulische amphora te zijn. Mijn vermoeden dat ze niet een gewoon gebruiksvoorwerp was wordt bevestigd in een Duits artikel dat handelt over een collectie van dergelijke kruiken die in het bezit zijn van de 'Antikensammlung Berlin' en waarin beschreven wordt dat ze zouden gebruikt zijn bij een dodenceremonie. Datering tussen 240 en 340 voor Christus. De hier getoonde afbeelding staat op een kruik van dezelfde aard en afkomst welke sinds 1818 in het bezit is van het Louvre. Ze stelt de scène voor waarin Jason het Vlies aan koning Pelias overhandigt. Een gevleugelde 'Nike' staat op het punt Jason te kronen met een bloemenkrans.
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 16 oktober (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van het Gulden Vlies. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
In het vorige verhaal hebben we gezien hoe het gulden vlies terechtkwam in Colchis, een stad aan de Zwarte Zee. Hier volgt het verhaal van Iason en de Argonauten, die de kostbare ramsvacht terughaalden naar Griekenland...
In opdracht van Pelias, koning van Iolkos (een stad in Thessalië, in het Noorden van Griekenland) voer de held Iason, samen met vijftig andere Griekse helden naar Colchis, teneinde het gulden vlies terug te halen tot meerdere eer en glorie van het vaderland. Hun schip droeg de naam Argo en ze noemden zichzelf Argonauten. Toen ze, na een zeer tumultueuze reis vol avonturen en gevaren, Colchis bereikt hadden, begaf Iason zich onmiddellijk naar het paleis van koning Aietes en deelde hem zonder omwegen mee dat hij gekomen was om het gulden vlies mee te nemen naar Griekenland. De koning gaf geen krimp, deed alsof hij daar wel mee kon instemmen en sprak:
- Het gulden vlies bevindt zich in een bos, dat gelegen is in een heiligdom van Ares. In dit heiligdom ligt ook een veld. Ten bewijze dat ge het gulden vlies waardig zijt, vraag ik u dit veld om te ploegen. Span daartoe mijn twee ijzeren stieren, een geschenk van Hephaistos, voor de ploeg, ploeg het veld om en zaai daarna op de omgeploegde akker de drakentanden die ik u zal geven. Als gij dat alles tot een goed einde zult gebracht hebben, zult ge toegang krijgen tot het heilig bos.
Iason stemde in met de opdracht. Hera nochtans voelde dat haar beschermeling deze taak zonder hulp niet tot een goed einde zou brengen. Ze ging te rade bij Aphrodite. De liefdesgodin stuurde haar zoontje Eros naar het paleis van koning Aietes. Eros schoot een gouden pijltje in het hart van Medeia, s konings dochter. Deze werd stante pede tot over de oren verliefd op de stoere krijger Iason en ze voelde zich bereid hem te helpen bij zijn moeilijke onderneming. Van haar grootvader, de zonnegod Helios, had Medeia de kunst van het toveren geleerd en die kunst zou ze nu aanwenden ten bate van haar geliefde held. Ze bereidde een tovervloeistof waarmee hij zijn lichaam diende in te smeren. Dat zou hem onkwetsbaar maken en hem bovendien de kracht geven om de sterke vuurspuwende metalen stieren te bedwingen.
En zo slaagde Iason erin de stieren bij de horens te grijpen, hen onder het juk te krijgen en het veld om te ploegen. En net zoals Kadmos in Thebe had gedaan (zie verhaal nr. 13), zaaide Iason de drakentanden, die Aietes hem had gegeven, op de omgeploegde akker. En ook hier ontstonden uit de tanden gewapende krijgers, die elkaar te lijf gingen en elkaar doodden, nadat Iason op Medeias advies, een steen tussen hen had geworpen. Toen begaf Iason zich in het heilig bos. Medeia kreeg van haar vader de toestemming hem de weg te wijzen naar de heilige eik waaraan het gulden vlies was vastgespijkerd. Aietes wist toen nog niet van haar liefdevolle houding ten opzichte van Iason. Het vlies werd bewaakt door een vreselijke draak. Maar ook hier wist Medeia raad. Zij wierp de draak een paar koekjes toe, die ze doordrenkt had met een sterk slaapverwekkend middel. De slapende draak het hoofd afhakken was nu kinderspel. Iason maakte het gulden vlies los en omgordde er zijn lenden mee. Ondertussen was het verraad van Medeia uitgelekt. Aietes was uitzinnig van woede. Hij gaf opdracht Iason en Medeia te doden. Maar beiden konden nog tijdig het argonautenschip bereiken. In ijltempo voer de Argo af. Inderhaast had Medeia nog haar broertje Absyrtos meegenomen. Met een gewapende legermacht zette Aietes de achtervolging in over zee. Ze zouden de Argo ongetwijfeld ingehaald hebben als Medeia niet weer was opgetreden. Een ongemeen wreed optreden. Met een mes stak ze haar bloedeigen broertje dood, ze sneed het lichaam aan stukken en wierp het in de zee, vóór de ogen van zijn vader en de andere achtervolgers. Aietes gaf opdracht aan zijn mannen de lichaamsdelen van zijn zoon op te vissen. Toen dit gebeurd was, was de Argo uit het zicht verdwenen. Om de achtervolgers te misleiden namen de argonauten een andere vaarroute, naar het noorden toe. Zo kwamen ze aan de monding van de Donau. Ze voeren deze rivier op. De mannen van Colchis waren ze kwijtgespeeld, maar de terugreis zou nog lang en ingewikkeld worden. Via de Donau kwamen ze in de Adriatische Zee terecht en vandaar via de Po en Zuid-Frankrijk in de Rhône en de Middellandse Zee. Vooraleer de thuishaven Iolkos te bereiken werd ook nog Korfoe aangedaan, en de Noordkust van Egypte, en Kreta...
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een muurschildering uit Pompeï (eerste eeuw na Christus).
Op zoek naar een mooie afbeelding over het onderwerp van de maand, vond ik iets waarvan ik dacht dat het een Romeinse muurschildering kon zijn, maar dan wel één die uitzonderlijk goed bewaard was gebleven Niet dus... want na verder zoeken stootte ik op wat de échte muurschildering is (Pompeï, 1eE.n.C). Matig beschadigd, zoals te verwachten, maar o zoveel mooier!
Ondanks de beschadiging behoudt de muurschildering zijn uitstekende picturale kwaliteiten, in 't bijzonder zijn prachtig coloriet. Phrixos' kop is hier veel mooier, zijn Griekse haardos en de speelse schildering zijn totaal verloren gegaan in de kopie.
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 15 september (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Phrixos en Helle. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
Ino was een dochter van Kadmos, koning van Thebe. Zij trouwde met Athamas, een koning in Beotië en later ook in Thessalië. Hij was een zoon van Aiolos, de god van de winden. Athamas had twee kinderen uit een eerste huwelijk met Nephele, de godin van de wolken: Phrixos en Helle. Het klikte niet tussen Ino en haar twee stiefkinderen. Toen er een tijd van rampspoed aanbrak en men volgens goede gewoonte het orakel raadpleegde, kocht Ino de orakelpriesters om. Het orakel was formeel: Phrixos en Helle moesten geofferd worden! Maar hun moeder Nephele waakte. Verstoten door Athamas leefde ze teruggetrokken. Toen Phrixos en Helle echter naar het offeraltaar geleid werden, liet zij een wolk nederdalen over hen, en toen de wolk optrok stond daar een gevleugelde ram met een gouden vacht. Nephele gaf haar kinderen opdracht plaats te nemen op de rug van de gevleugelde ram en in geen geval naar beneden te kijken als zij hoog in de lucht gingen stijgen. Het dier steeg op en zette koers in de richting van de Zwarte Zee. Toen ze gekomen waren boven de zeestraat die de Egeïsche Zee scheidt van de Zee van Marmara, keek Helle naar beneden, ondanks de waarschuwing die ze van haar moeder had gekregen. Ze werd duizelig, waardoor ze naar beneden tuimelde en verdronk in de zeestraat die naar haar Hellespont - nu beter bekend onder de naam Dardanellen - werd genoemd. Phrixos vloog nu alleen verder, tot de ram landde in Colchis, een gebied in het Oosten van de Zwarte Zee. Daar offerde Phrixos de ram aan Zeus en hij schonk de gouden vacht van het dier aan de koning van Colchis, Aietes. Deze was de zoon van twee titanenkinderen, namelijk van de zonnegod Helios en van de okeanide Perseïs. Aietes hing het vlies aan een eikenboom in een bos dat aan de god Ares was gewijd en hij liet het daar bewaken door een draak. Het orakel had hem immers voorspeld dat de welvaart van zijn land zou afhangen van het bezit van een gouden schapenvacht. Phrixos huwde met een dochter van Aietes en keerde nooit meer terug naar zijn vaderland.
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een ets van Cornelis Cort en een tekening van Giulio Romano.
Nooit was het moeilijker een
treffende en tegelijk mooie afbeelding te vinden dan aangaande Kyparissos en
zijn tragische lot, als beschreven in de Metamorfosen van Ovidius.
Alle elementen uit het verhaal worden
uitgebeeld in een ets van de hand van ene Cornelis Cort (1533-1578):
Cyparissus ab Apolline in arborem commutatur. De uitvoering is m.i.
ondermaats.
Een tekening van de hand van Giulio Romano handelt enkel over de knapenliefde(s) van Apollo: Apollo en Cyparissus of Apollo en Hyacinth (+/- 1520), bevindt zich in het Nationalmuseum in Stockholm. Apollo is hier duidelijk handtastelijk bezig, terwijl een mij onbekende toeschouwster bedenkelijk toekijkt. Hierbij weze opgemerkt dat knapenliefde en biseksuele interesses zowel in de Renaissance als in de Oudheid niet ongewoon waren. De uitvoering is mooi en doet denken aan bv. Rubens of Da Vinci.
Een m.i. merkwaardig detail is de strijkstok aan de voet van Apollo. Het afgebeelde snaarinstrument (een Viola da Gamba) is overigens niet datgene waarvan Apollo zich bediende. Zijn instrument was de lier, hetwelk hij bespeelde met de vingers en allerminst met een strijkstok, dewelke, ook in de tijd van Ovidius, nog niet bestond...
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 17 augustus (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Kyparissos. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
Menig keer werd Apollo verliefd op sterfelijke en onsterfelijke vrouwen. Er zijn ook twee zeer bekende verhalen waarin Apollo verliefd werd op een mooie jongeling: de ene was Kyparissos, een jonge jager, de andere was de jonge prins Hyakinthos, zoon van koning Oibalos van Lakedaimonië.
Niet alleen Apollo werd verliefd op Kyparissos, ook de zanger Thamyris. Deze had ooit verklaard dat hijzelf mooier kon zingen dan alle negen Muzen tesamen. Teneinde zijn rivaal uit te schakelen ging Apollo dat overbrieven aan de Muzen. Zij voelden zich zwaar beledigd en ze wreekten zich op Thamyris door hem te beroven van zijn stem, zijn gezicht en zijn geheugen.
Maar meer dan tot Apollo voelde Kyparissos zich aangetrokken tot een hert. Toen de jonge jager op een kwade dag tijdens de jacht, geheel per ongeluk, zelf zijn lievelingsdier gedood had, overviel hem een onbeschrijflijke smart. Uit medelijden veranderde Apollo hem in een boom, een cypres. Dit is waarschijnlijk gebeurd aan de westkust van de Peloponnesos, waar nu het dorp Kyparissia ligt.
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een schilderij van Rubens en een beeldhouwwerk van Rodin.
De mythe van
Orpheus en Eurydike, die wij te danken hebben aan Vergilius en Ovidius, heeft
veel kunstenaars geïnspireerd:
Films:
twee van Jean Cocteau en één van Marcel Camus, nl. de bijzonder mooie en beklijvende
Braziliaanse versie Orfeu Negro, gebaseerd op een toneelstuk van ene Vinicius
de Morales.
Muziek:
o.a. een opera van Claudio Monteverdi Orfeo en een werk van Christoph
Willibald Ritter von Gluck (1714-1787) met het overbekende Dans der zalige
geesten. Jacques Offenbach schreef een operette en Liszt een symfonisch
gedicht. Ook in de balletdans vond de mythe een plaats.
Literatuur:
vele romans en gedichten werden eraan gewijd.
Plastische
kunsten tenslotte,
te veel om op te noemen:
- Schilderijen uit alle stijlperiodes,
waaronder de barok met als prominent vertegenwoordiger P.P. Rubens (1577-1640),
die ik hier niet nogmaals hoef voor te stellen. Het gekozen werk toont het vertrek
van het geliefd paar uit de onderwereld, prachtig geschilderd, kleurrijk zoals
het een Rubens betaamt, onder het goedkeurend oog van de door het lierspel van
Orpheus betoverd koppel Hades en Persephone.
- In de beeldhouwkunst vinden wij werken daterend van uit de oudheid tot in onze tijd, als reliëfs of vrijstaand. Een mooi werk van Auguste Rodin stelt het paar voor in een hoogreliëf met als achtergrond een vage voorstelling (impressionisme) van de poort naar de onderwereld.
Reliëfs waren vooral geliefd in de oudheid. In Egypte ging het om basreliëfs en verdiepte reliëfs. Later kwamen hoogreliëfs in de mode. Ze vormen een overgang tussen schilderijen en beeldhouwwerk. Ze hebben t.o.v. een vrijstaand beeld het voordeel van een achtergrond waarop bv. wolken of een gebouw kunnen getoond worden en daardoor zijn ze dikwijls verhalend.
Geniet van de beelden op Wikipedia en/of Pinterest en van de muziek op You Tube van bv. von Glucks Dans der zalige geesten.
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 16 juli (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Orpheus en Eurydike. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
Orpheus was de zoon van Oiagros, een koning uit Thracië, maar sommigen beweren dat de god Apollo zijn vader was. Zijn moeder was Kalliope, één van de negen Muzen. De Muzen waren de godinnen van de kunsten en de wetenschappen. Ze waren de dochters van de titanes Mnemosyne en van de oppergod Zeus. Ze waren volgelingen van Apollo en hadden hun verblijfplaatsen in de buurt van het Parnassos- en Helikongebergte.
Orpheus was een buitengewoon begaafd dichter en musicus. Van Apollo zelf had hij een lier gekregen, waaruit hij hemelse muziek toverde en waarmee hij zijn gezangen begeleidde. Hij bracht mensen en dieren en zelfs de planten, kortom de hele natuur, in vervoering door zijn kunst. Ook de goden kon hij ontroeren. Orpheus is vooral bekend door zijn dramatisch liefdesverhaal met Eurydike, een Najade ofte waternimf. Orpheus aanbad Eurydike. De liefde was grenzeloos. Op het huwelijksfeest deed zich echter een tragisch incident voor. Argeloos wandelde Eurydike blootsvoets door het jonge gras, toen zij plots in de voet gebeten werd door een giftige slang, een adder. Op haar geroep kwam Orpheus aangerend. Net op tijd om zijn geliefde in zijn armen te zien sterven
Onuitsprekelijk was zijn verdriet. Bloedstollende klaagliederen bracht hij ten gehore, en allen luisterden mee en de hele natuur werd in diepe rouw gedompeld. De gedachte om verder te moeten leven zonder zijn beminde was ondraaglijk. Toen nam hij zich voor iets te ondernemen wat nog nooit iemand vóór hem had gedaan: haar terughalen uit het dodenrijk. Op zijn tocht daarheen speelde hij zo aandoenlijk op zijn lier, dat niemand hem iets in de weg durfde leggen. Ook Charon niet, de veerman, die de doden over de dodenrivier naar de onderwereld bracht en anders nooit levenden overzette. Zelfs Kerberos de hond met de drie koppen, die de hellepoort bewaakte, werd vertederd door Orpheus gezang en bood geen weerstand. En ook de schimmen van de doden werden ontroerd en ze kwamen in dichte drommen naderbij en luisterden, ademloos.
Tot bij de troon van Hades en Persephone drong Orpheus door. Ook het godenpaar van de onderwereld raakte in de ban van zijn gezang. Op aandringen van zijn gade liet Hades zich overhalen om Eurydike te laten weerkeren naar de aarde. Eén voorwaarde werd gesteld: zij diende op haar tocht haar man te volgen en deze mocht in geen geval naar haar omzien vóór ze het rijk van de levenden zouden bereikt hebben. Zoniet, dan was Eurydike onverbiddelijk en voor altijd voor hem verloren.
Lang was de terugweg die ze moesten gaan, langs donkere, soms smalle en steile paden. Orpheus liep voorop. Hij hoorde de voetstappen van zijn geliefde achter hem, hij hoorde haar ademhaling en voelde zelfs haar adem in zijn hals, en dat stelde hem gerust. Doch plots leken die geruststellende geluiden verdwenen. Volgde zij hem niet meer? De angst deed Orpheus de waarschuwing van Hades vergeten en hij keek om. Eurydike volgde hem nog steeds op de voet. Nog voor even, want haar gestalte vervaagde en als een schim gleed ze van hem weg, weer in de richting van het dodenrijk. Ze stak nog even de hand naar hem uit en ze fluisterde: vaarwel mijn liefste.
Radeloos rende Orpheus terug naar de hellepoort, maar de hellehond liet ditmaal zijn tanden zien en was onvermurwbaar. Zeven dagen lang bleef de gebroken man zitten op de oevers van de Styx, zonder eten of drinken. Hij richtte smekende gezangen tot de goden en uiteindelijk ook verwensingen aan hun adres. Alles tevergeefs. Daarna zwierf hij door verscheidene landen, het gezelschap van andere mensen mijdend, vooral van vrouwen. Nimmer meer stelde hij zijn hart open voor een andere liefde. Daarom werd hij gehaat door de nimfen en door de Maenaden. Jaren later was het dat hij de Argonauten vergezelde op hun tocht: door zijn muziek en zijn wijze raad heeft hij zeker bijgedragen tot het welslagen van de onderneming. Na de tocht trok hij zich terug in Thracië. Daar troffen de vrouwelijke volgelingen van Dionysos hem aan, zittend aan de oever van een rivier en tokkelend op zijn lier. De uitzinnige vrouwen wierpen zich op de gehate man en scheurden zijn lichaam in stukken vaneen. Zijn hoofd werd samen met de lier in de rivier geworpen. Het kwam zodoende in de zee terecht en het bereikte het eiland Lesbos, alwaar het werd begraven. Zijn ziel ging naar de Hades bij zijn geliefde Eurydike. Hun zielen waren nu voor immer verenigd.
Orpheus, kunst werk ("glas in lood") van Michiel Leenknegt. Cf. www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3165901
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een beeldengroep van Gaetano Salomone.
Aktaion ten prooi aan zijn eigen jachthonden
We bevinden ons in Italië, op een 30-tal km ten N van Napels, in de tuin van het 'Koninklijk paleis van Caserta', nabij de gelijknamige stad. Daar prijkt een enorm barok paleis annex een immens park met fonteinen, een theater en vele beeldengroepen, alles geïnspireerd door het paleis van Versailles, maar nóg groter.
"Lasciate incantare della bellezza. Revivi le atmosfere di una corte reale".
Tussen 1780 en 1861 was het de woon- en werkplaats van de koningen van Napels en Sicilië. Het is door de UNESCO op de Werelderfgoedlijst geplaatst, vooral omdat het het laatste perfect bewaarde gebouw is uit de barokperiode.
Een teken van grootheidswaanzin, met 1200 kamers en met dubbel zoveel monumentale kamers met fresco's als het paleis van Versailles, want Napels was noch machtig noch rijk.
De tuin in barokstijl, eveneens geïnspireerd door Versailles, loopt in een straal van drie km naar een kunstmatige waterval in de verte, waar men twee beeldengroepen aantreft die het verhaal van Aktaion en Artemis voorstellen. De ene groep toont Artemis omringd door nimfen, de andere Aktaion ten prooi aan zijn jachthonden. Overdadig, met personages in de meest onnatuurlijke houdingen, hoe perfect ook uitgevoerd, heeft de beeldhouwer Gaetano Salomone nauwelijks een plaatsje in de kunstgeschiedenis gehaald.
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 16 juni (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Aktaion. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
Autonoë was
één van de vier dochters van koning Kadmos van Thebe. Aristaios was een zoon
van de god Apollo. Autonoë en Aristaios hadden samen een zoon: Aktaion. Als
jongeman beoefende deze de jacht. Op een warme zomerdag kwam hij toevallig met
zijn jachthonden bij het water van een bron, waarin Artemis naakt aan het baden
was, samen met enkele nimfen. Aktaion herkende de godin en wendde onmiddellijk
de blik af, want hij wist dat Artemis, de maagdelijke tweelingzuster van
Apollo, niet duldde dat enig mannelijk wezen haar naaktheid aanschouwde. Dat
had ze gemeen met die andere godin-maagd, Athena. Maar Artemis was veel
meedogenlozer dan Athena. Ziehier wat er gebeurde. Ze besprenkelde Aktaion met
water uit de bron of ze daarbij een toverformule uitsprak is niet met
zekerheid bekend waarbij de jonge jager veranderde in een hert. Hij was ook
niet meer in staat menselijke klanken te uiten. Zijn honden herkenden hun
baasje niet meer, instinctief stortten ze zich op het hert en verscheurden
het...
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij beschilderd vaatwerk uit de 6e eeuw vóór Christus.
Zoals reeds te vermoeden was leende de manier waarop Athena werd geboren zich niet tot een anatomisch-realistische voorstelling zoals we die kennen in de klassieke schilderkunst.
Daarentegen vinden we deze scène meermaals terug op Griekse amphoren of ander vaatwerk daterend uit de zesde eeuw vóór Christus.
De techniek staat bekend als die met de zwarte figuren en vraagt enige uitleg:
De Attische klei was door de aanwezigheid van ijzer oranje-rood bakkend.
Op deze ondergrond werden figuren aangebracht die door het bakken zwart werden. Eens gebakken werden met een harde stift details voor ogen, neus, kledij etc., in de zwarte figuur gekrast, waardoor aldaar de oranje-rode ondergrond weer tevoorschijn kwam.
Het gekozen vaatwerk is een doos bedoeld om cosmetica zoals geparfumeerde zalf in te bewaren. De voorstelling is duidelijk van een archaīsch type. Centraal zit Zeus op zijn troon terwijl een volwassen Athena uit zijn hoofd ontspringt. Het kleine figuurtje onder hem is Metis die alhoewel door Zeus verslonden, toch aanwezig wil zijn bij de geboorte van haar dochter. Aan weerszijden van de Oppergod staan helpende vroedvrouwen met één hand op zijn hoofd en het andere omhoog. Links staat Hephaistos met de bijl die Zeus hoofd heeft gekliefd. Rechts Zeus' broer Poseidon die er ook bij wou zijn. Beide mannen hebben hun plicht gedaan en staan op het punt te vertrekken: hun voeten staan reeds naar buiten gekeerd!
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 16 mei (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van de geboorte van Athena. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
De meeste van Zeus kinderen
waren buitenechtelijk, bastaards dus. Zo ook zijn meestgeliefde dochter,
Athena. Wie was nu de moeder van Athena? Het is een op zijn minst bizar
verhaal.
Zeus had zijn
nicht Metis liefdevol benaderd, diezelfde Metis die hem het toverdrankje
bezorgd had waarmee hij zijn zusters en broeders verlost had uit de maag van
zijn schrokkige vader Kronos. Over die verhouding tussen de oppergod en de
wijze titanendochter zijn weinig details bekend. We weten dat Metis zwanger
werd en, zwanger zijnde, ruzie kreeg met Zeus. Het moet een hoogoplopende ruzie
geweest zijn, want ziehier, kort en goed, hoe die afliep: Zeus vrat zijn
zwangere nicht op met huid en haar...
Maar de
vertering verliep slecht. De maaltijd bleef zwaar op de maag liggen. Zeus
voelde zich kotsmisselijk. Het leek of er iets opsteeg uit zijn maag in de
richting van zijn hoofd. Het liep uit op een razende hoofdpijn. Zijn hoofd zwol
en stond letterlijk op barsten. De enige die hem van die ondraaglijke pijn kon
verlossen, was zijn zoon Hephaistos. We weten dat het vaderschap van Hephaistos
erg twijfelachtig was en ook Zeus had serieuze twijfels omtrent dat vaderschap.
En al was hun verhouding niet al te best, toch ontbood Zeus de god van de
smeden en smeekte hem zijn hoofd te klieven met een bijl. En Hephaistos, zij
het met enige tegenzin, kweet zich vakkundig van die taak. En ziet: uit het
hoofd van Zeus steeg een volwassen vrouwspersoon op, fier rechtop, gehelmd en
geharnast, met lans en schild. Het was Athena. Metis mag als haar moeder
beschouwd worden heeft ooit een man leven geschonken zonder toedoen van een
vrouw? en van Metis had Athena het verstand en de vindingrijkheid.
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een schilderij van Alexandre Cabanel.
Phèdre van Alexandre Cabanel (1823 - 1889)
Olie op doek (1880, 1,9 x 2,8m) Musée Fabre, Montpellier.
Een smachtende vrij sensuele Phaedra na haar schuldig verlangen naar de liefde van Hippolytus, zoon van haar echtgenoot Theseus, te hebben bekend. Haar dienaressen delen ten volle in haar ontzaglijke leed.
Phaedra is een zeer dankbaar onderwerp geweest van talloze kunstwerken.
Wikipedia vermeldt in onder andere:
Plastische kunsten: een fresco in Pompeï, een bas-reliëf op een sarcofaag en vele schilderijen en tekeningen.
Literatuur: (toneel, proza, poëzie) een 20-tal.
Muziek: Een 15-tal werken
Films: 7
Alexandre Cabanel schilderde vele historische, klassieke en religieuze onderwerpen, naast portretten, in academische stijl.
Op jonge leeftijd had hij al grote prijzen in de wacht gesleept. Zijn 'Naissance de Vénus, een vrij erotisch werk, werd gekocht door Napoléon III en bezorgde hem onmiddellijk een leerstoel in de Académie waarin de klassieke schildertrant heerste. Dat pompeuze classicisme werd spottend ook wel 'Art Pompier genoemd. Hij zetelde vele jaren als jurylid ter selectie van werken voor het 'Salon. Als fervent tegenstander van de nieuwe kunstvormen Realisme en Impressionisme weigerde hij werk van o. a. Eduard Manet op te nemen. Een politiek die zou leiden tot de oprichting van het 'Salon des Refusés en uiteindelijk tot de ondergang van het Salon.
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 14 april (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Phaedra. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
Phaedra was de tweede vrouw van Theseus, één van Griekenlands grootste helden en tevens koning van Athene. Theseus verrichtte zijn grootste heldendaad toen hij nog prins was: het doden van het monster Minotauros, half mens half stier, dat leefde in het labyrint van koning Minos op het eiland Kreta. Hij had daarbij de hulp gekregen van s konings dochter Ariadne die smoorverliefd was op de knappe jonge prins. Hij nam Ariadne mee bij zijn terugvaart naar Athene, maar op het eiland Naxos werd zij hem ontnomen door de god Dionysos. Bij zijn thuiskomst werd hij tot koning gekroond in opvolging van zijn vader Aigeus die, denkende dat zijn zoon was omgekomen, zich in wanhoop van een rots te pletter had gestort. Theseus trouwde met Antiope, die hij veroverd had in een strijd tegen de Amazonen. Maar jaren later kwam een leger Amazonen haar terughalen. Er kwam een oorlog van, waarbij Antiope ongelukkiglijk het leven liet.
(het vervolg van dit verhaal komt uit mijn boek De Griekse mythologie in 136 verhalen, een heruitgave van het boek Uit het schuim van de zee) *
Theseus voelde zich vereenzaamd. Met weemoed dacht hij terug aan Ariadne, zijn eerste liefde. Het was hem bekend dat Ariadnes jongere zuster Phaidra nog ongehuwd leefde aan het hof van koning Minos op Kreta. Phaidra leek qua uiterlijk veel op haar zuster. Ze was evenwel veel wispelturiger en minder trouwhartig dan Ariadne. Theseus trok naar Kreta. Met zijn nog knap figuur viel hij bij Phaidra in de smaak en ze werd zijn vrouw. Toen Phaidra later in Athene een zoon baarde, Demophon, bracht Theseus zijn eerste zoon Hippolytos, uit zijn huwelijk met Antiope, naar zijn overgrootvader Pittheus in Troizen; hij wenste namelijk niet dat er onder zijn beide opgroeiende zonen ruzie zou ontstaan omtrent de troonopvolging.
Aan het hof van zijn overgrootvader groeide Hippolytos op in eer en deugd. Hij wijdde zich geheel aan de studie en de jacht. Hij bracht offers aan de godin-maagd Artemis. Aphrodite, de godin van de liefde, was daarover zeer ontstemd, vooral omdat Hippolytos nooit aan háár offerde. De liefde voor een vrouw kwam nooit in zijn hart op en alle onreinheid was hem vreemd. Toen hij eens een bezoek bracht aan zijn vader en diens echtgenote in Athene, zag de jaloerse Aphrodite haar kans op wraak schoon en ze liet in het hart van Phaidra een zondige liefde ontstaan voor haar stiefzoon. Phaidras toenaderingspogingen lieten de jongeman echter geheel onbewogen. Toen Hippolytos evenwel terug was in Troizen, dreef Phaidras hartstocht haar naar hem toe. In de schaduw van een myrteboom begluurde ze haar geliefde stiefzoon terwijl hij met zijn lichaamsoefeningen bezig was. Maar Hippolytos bleef haar afwijzen en dat maakte haar wanhopig. Waanzinnig door liefdesverdriet en gedreven door de angst dat Hippolytos haar gedrag aan zijn vader zou bekendmaken, vatte ze het plan op zich van het leven te beroven. Maar terzelfdertijd wenste zij zich te wreken op haar stiefzoon om zijn harteloosheid. Ze liet een brief achter waarin ze Hippolytos zondige gevoelens toeschreef jegens haar en waarin ze verklaarde de dood te zoeken om van die ondraaglijke toestand verlost te zijn. Daarna verhing ze zich. Diezelfde dag arriveerde Theseus, die zijn vrouw achterna gereisd was, in Troizen. Wie beschrijft zijn afschuw en zijn verontwaardiging! Hij twijfelde geen ogenblik aan de oprechtheid van de brief en, Poseidon aanroepend, verbande hij zijn zoon en verwenste hem met de dood. Hippolytos vluchtte in zijn door paarden getrokken wagen. Even buiten de stad, waar de weg over een steile rotskust loopt, liet Poseidon een geweldige storm ontstaan. Uit de hoge golven steeg een vervaarlijk zeemonster op, dat de paarden aan het schrikken bracht zodat ze op hol sloegen. Hippolytos werd uit de wagen geslingerd tegen de rotsen en vond de dood. Te laat kwam Theseus achter de waarheid en te laat kwam zijn spijt over zijn onbesuisd optreden
Allengs werd Theseus in Athene niet langer op handen gedragen. Zijn onverantwoorde daden hadden de Atheners een afkeer doen krijgen voor hun vorst en dat staken ze niet onder stoelen of banken. Het kwam zover dat Theseus zijn volk vervloekte, zijn stad verliet en in vrijwillige ballingschap trok naar het eiland Skiros, bij zijn vriend, koning Lykomedes. Maar de oude Theseus viel er de dochtertjes van zijn gastheer kleine meisjes nog lastig. En toen de kinderen dit aan hun vader gingen melden, besloot deze zich van de oude geilaard te ontdoen. Onder voorwendsel dat hij Theseus een mooi panorama van het eiland wilde laten aanschouwen, nam hij hem mee naar de top van een hoge rots. Eén duwtje volstond: zo kwam een roemloos einde aan het leven van Athenes grootste held en koning.
*voor meer informatie omtrent het boek (420 pag., 25 euro) of bestelling van één of meerdere exemplaren, surf naar www.shopmybooks.com/BE/nl
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een karikatuur van Daumier.
Pygmalion en Galatea
Dat dit onderwerp het gegeven voor menig
schilderij zou worden had ik wel verwacht, maar niet dat het zó overweldigend
zou uitgebeeld worden in alle mogelijke kunstvormen. Naast plastische kunsten
als schilderen en beeldhouwen vindt men Pygmalion als inspiratiebron - van
Ovidius tot Hollywood - in de literatuur (poëzie, roman), podiumkunsten
(theater, opera, ballet, musical), film. Geen kunstvorm laat Pygmalion
onberoerd.
Hoe voordehandliggend de keuze voor een van de
prachtige schilderijen of beeldhouwwerken ook zou zijn, toch wil ik graag met
een karikatuur een buitenbeentje in de beeldende kunst voorstellen, nl.
DAUMIER.
Honoré Daumier (1808-1879) was een begenadigd
Franse graficus, karikaturist, schilder en beeldhouwer in de periode van het Realisme.
Hij maakte duizenden tekeningen en lithografieën
waarin hij eerlijk en waarheidsgetrouw een beeld wou geven van de alledaagse
werkelijkheid waarin zich de armen en de arbeidersklasse bevonden.
In zijn karikaturen spaarde hij noch de
regering, noch de geestelijkheid, de rechters en advocaten, de bourgeoisie en
zelfs het koningshuis. Een karikatuur van koning Louis Philippe met een hoofd
in de vorm van een peer deed hem wegens majesteitsschennis gedurende jaren
achter de tralies belanden.
In dezelfde satirische geest schilderde hij ook.
Een prachtig werk toont het arme volk op de trein in 'Coupé de troisième
classe.
Tenslotte toonde Daumier ook in zijn
beeldhouwwerk zijn geniaal meesterschap. Getuige daarvan de karikaturen welke
hij tijdens rechtszittingen, verdoken achter de rug van andere aanwezigen,
vrijwel op de tast in klei boetseerde van rechters en advocaten.
Daumier is nu een zeer gewaardeerd kunstenaar,
maar tijdens zijn leven viel hem geen grote bijval te beurt, behalve vanwege
zijn vrienden-kunstenaars, waaronder kleppers als de schilders Millet, Corot,
Rousseau en Delacroix, ook schrijvers als Balzac en Beaudelaire.
Hij stierf arm in een van Corot gekregen huis.
Het loont de moeite zijn werk te bewonderen op
bv. Wikipedia of Pinterest
Lithografie (229mm x 189mm) gepubliceerd 1842 in het satirisch tijdschrift 'Le Charivari'
O triomphe des arts! quelle fût la surprise,
Grand sculpteur, quand tu vis ton marbre s' animer,
Wie stuurt een tekening? i.v.m. één van deze mythologische verhalen... ... naar kris.vansteenbrugge@skynet.be De mooiste worden gepubliceerd. Vermeld je naam en die van je school+klas.