106. Afscheid van Kirke.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toen Odysseus, na zijn reis naar de onderwereld, het eiland Aiaia naderde, zag hij al van verre zijn makkers staan. Kirke had hun de menselijke gedaante teruggeschonken
Ze zagen er jonger uit dan voorheen. Ze waren mooier dan ooit te voren. Odysseus omhelsde hen een voor een. Er vloeiden tranen van blijdschap en ontroering. Ook Kirke plengde een traantje. Ze stelde Odysseus vragen over zijn wedervaren in de onderwereld. En hij vertelde haar over de waarschuwing die Teiresias hem had gegeven: dat hij op het eiland van Helios, de kudden van de zonnegod onaangeroerd diende te laten. En Kirke sprak tot hem:
- Het eiland waar de heilige kudden van Helios grazen, heet Trinakria. Zeker moet gij er u voor hoeden ook maar één van de dieren aan te raken. Maar er is nog heel wat meer wat ik u moet zeggen. Eerst zult gij nog voorbij een eiland moeten varen dat bewoond wordt door de Sirenen. Het waren oorspronkelijk drie allerbekoorlijkste jonge meisjes, begiftigd met wondermooie stemmen. Maar omdat zij, noch door goden noch door sterfelijken hun maagdelijkheid lieten beroeren, vielen zij in ongenade bij de godin Aphrodite. Daarom toverde de liefdesgodin hen om in wezens met het bovenlichaam van een aantrekkelijke jonge vrouw en met het onderlichaam en de vleugels van een reusachtige vogel. Hun heerlijke zangstem mochten ze behouden. Aanvankelijk waren ze ook in staat om te vliegen, maar die mogelijkheid werd hun ontnomen door de Muzen, die, door jaloersheid gedreven, hun slagpennen hebben uitgetrokken. Volledigheidshalve moet ik nog zeggen dat sommigen beweren dat niet Aphrodite, maar de godin Demeter verantwoordelijk is voor hun metamorfose. Ze zouden vriendinnen geweest zijn van Demeters dochter Persephone, en met eigen ogen gezien hebben hoe deze door Hades werd ontvoerd. Maar omdat ze nooit tegen de god van de onderwereld hebben willen of durven getuigen, zou Demeter hen op deze wijze gestraft hebben. Nu verblijven ze dus op hun eiland, alwaar zij voorbijvarenden lokken met hun heerlijke gezangen. Maar wee degene die er voet aan wal zet: niemand heeft het eiland ooit levend verlaten! Overal ligt de grond er bezaaid met de beenderen van gestrande zeelui. Ik bezweer u het eiland van de Sirenen in geen geval te betreden. Maar omdat ik weet dat niemand aan hun gezang kan weerstaan, schenk ik u deze pot met was. Stop daarmee uw aller oren dicht, opdat hun hemelse melodieën niet tot u doordringen. Als ge deze raad volgt, en slechts dan alleen, zal u geen kwaad geschieden.
De mannen hadden in spanning geluisterd en ze beloofden nauwgezet de adviezen van Kirke te volgen. Maar zij vervolgde:
- En dan is er nog één gevaarlijk obstakel, alvorens gij Trinakria zult bereiken: Skylla en Charibdis. Twee monsters die huizen aan de voet van twee torenhoge rotsklippen waar gij tussendoor zult moeten varen. Onderaan de ene klip zit het monster Charibdis. Hoed u ervoor te dicht in haar buurt te komen, want ze zou uw schip en de hele bemanning onverbiddelijk verzwelgen tot in de diepste diepten van de zee. Maar kom ook niet te dicht bij de andere klip. Daar immers woont Skylla, een zeskoppig monster. Laat u niet grijpen door dat monster: het zal u vermorzelen, te pletter slaan tegen de rotsen, zonder mededogen.
Odysseus knikte begrijpend:
- Het komt er dus op aan precies in het midden te varen tussen de beide rotsen, niet te dicht bij de ene en niet te dicht bij de andere
- Precies. Dat hebt ge goed begrepen. Ik wens u goede vaart. Moge Zeus, onze aller vader, u behoeden.
De mannen dankten Kirke en ze begaven zich naar het schip. Ze wuifden haar nog na. Maar ze zag het niet meer. Ze had zich omgedraaid en ze liet haar tranen de vrije loop. De godin-tovenares weende bitter
|