Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie: www.bloggen.be/kris
Wie stuurt een tekening bij één van de mythologische verhalen? Per e-mail a.u.b. (kris.vansteenbrugge@skynet.be) . De mooiste tekeningen worden gepubliceerd. Vergeet niet uw naam te vermelden + naam van de school en klas.
Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Gravensteen, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie: www.bloggen.be/pierpont www.bloggen.be/kris
GRIEKSE MYTHOLOGIE
Boeiende verhalen uit het oude Hellas PICTAIKU's (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
08-05-2022
Verhaal nummer 7
7. Erichthonios.
Erichtonios was een van de eerste koningen van Athene. Een drietal waren er hem voorafgegaan, maar Erichthonios wordt beschouwd als de echte stamvader van de Atheners. Zijn ontstaan is merkwaardig. Het is een verhaal dat we situeren op de Akropolis lang voordat Athena tot schutsgodin van de stad werd gekozen, ten nadele van Poseidon. Het begint met de lelijke kreupele god Hephaistos, die vrijwel bij geen enkele vrouw terecht kon om zijn sexuele drift te bevredigen. En bij de godin Athena was hij al helemaal aan het verkeerde adres. Athena had immers gezworen maagd te blijven. Toen Hephaistos zijn zuster – zoals wij eerder gezien hebben was Athena hooguit zijn halfzuster – wilde verkrachten bleek echter dat zij allerminst een katje was om zonder handschoenen aan te pakken. Ze ontworstelde zich uit zijn greep en verkocht hem een dermate krachtige stamp tegen de onderbuik dat alle lust tot verdere toenadering hem ontvlood. Het zaad van Hephaistos was bij dit incident terechtgekomen in de aarde, zeg maar in de schoot van moeder Gaia. Het kind dat Gaia baarde had een slangenstaart: het was Erichthonios. Ze schonk dit kind aan Athena: deze laatste wás het immers voor wie Hephaistos – de vader – het kind had bedoeld. Athena stopte de pasgeborene in een mandje en ze gaf het aan de drie dochters van de allereerste koning van de stad, Kekrops. Deze drie dochters kregen als opdracht over het kind te waken, zonder dat ze evenwel het deksel van het mandje mochten oplichten en het kind aanschouwen. Maar, nieuwsgierig als vrouwen zijn, ze deden het toch... En óf ze geschrokken waren: ze zagen een kind met een kronkelend slangenlichaam. Schreeuwend van angst renden ze naar de rand van de Akropolis en sprongen de afgrond in, hun dood tegemoet.
Athena was ondertussen bezig een enorm rotsblok naar de Akropolis te zeulen, ter versterking, toen haar toenmalige lievelingsvogel, de kraai, haar de ongehoorzaamheid van Kekropsÿ dochters kwam melden. In haar verontwaardiging liet zij het blok vallen, aan de rand van de stad: het werd later de Lykabettos-heuvel, twee keer zo hoog als de Akropolis zelf. Ze vervloekte de kraai, die het onheil had gemeld. De vogel moest zijn witte veren inruilen voor zwarte en zijn zoetgevooisde stem voor een vervelend gekras. Ze koos nu voor een andere vogel, de uil, en ze verbood de kraai en zijn nakomelingen nog ooit de Akropolis te betreden. En dat is waarom wij nooit kraaien zien op de Akropolis...
Athena moeide zich nu verder met de opvoeding van Erichthonios. Met veel tederheid bracht ze hem op, alsof het haar bloedeigen kind was. En dat kind zou later koning worden in Athene. Te zijner ere bouwden de Atheners een mooie tempel op de Akropolis, bovenop de plaats waar Poseidon in zijn woede de grond met zijn drietand had gespleten. Vlak naast deze tempel – het Erechteion – was het dat Athena haar olijfboom plantte. De inwoners van Athene zijn overigens te allen tijde fier geweest op hun "autochtone" afkomst, uit de schoot van Gaia, uit de eigen roodkleurige Attische grond, in tegenstelling tot de stamvaders van de andere grote Griekse steden, die meestal inwijkelingen waren van buiten de grenzen van hun land. Het moge nu ook duidelijk zijn waarom ook de god Hephaistos een heel bijzondere verering genoot in Athene. Zo werd er een prachtige tempel gebouwd aan de overzijde van de agora – gezien vanuit de Akropolis – te zijner ere, een tempel die tot op heden nog goed bewaard is en nog steeds fraai oogt.
De beroemdste van Erichthonios' afstammelingen is Theseus, één van de grootste helden uit de klassieke Griekse mythologie. We zullen het er nog uitgebreid over hebben.
Zoals reeds gezegd, de meeste van Zeus' kinderen waren buitenechtelijk, "bastaards" dus. Zo ook zijn meestgeliefde dochter, Athena. Wie was nu de moeder van Athena? Het is een op zijn minst bizar verhaal.
Zeus had zijn nicht Metis "liefdevol benaderd", diezelfde Metis die hem het toverdrankje bezorgd had waarmee hij zijn zusters en broeders verlost had uit de maag van zijn schrokkige vader Kronos. Over die verhouding tussen de oppergod en de wijze titanes zijn weinig details bekend. We weten dat Metis zwanger werd en, zwanger zijnde, ruzie kreeg met Zeus. Het moet een hoogoplopende ruzie geweest zijn, want ziehier, kort en goed, hoe die afliep: Zeus vrat zijn zwangere nicht op met huid en haar...
Maar de vertering verliep slecht. De "maaltijd" bleef zwaar op de maag liggen. Zeus voelde zich kotsmisselijk. Het leek of er iets opsteeg uit zijn maag in de richting van zijn hoofd. Het liep uit op een razende hoofdpijn. Zijn hoofd zwol en stond letterlijk op barsten. De enige die hem van die ondraaglijke pijn kon verlossen, was zijn zoon Hephaistos. We weten uit het vorige verhaal dat het vaderschap van Hephaistos erg twijfelachtig was en ook Zeus had serieuze twijfels omtrent dat vaderschap. En al was hun verhouding niet al te best, toch ontbood Zeus de god van de smeden en smeekte hem zijn hoofd te klieven met een bijl. En Hephaistos, zij het met enige tegenzin, kweet zich vakkundig van die taak. En ziet: uit het hoofd van Zeus steeg een volwassen vrouwspersoon op, fier rechtop, gehelmd en geharnast, met lans en schild. Het was Athena. Metis mag als haar moeder beschouwd worden – heeft ooit een man leven geschonken zonder toedoen van een vrouw? – en van Metis had Athena het verstand en de vindingrijkheid.
Ze was de schutspatrones van de Griekse hoofdstad Athene. Ook de god Poseidon begeerde die titel. Er werd overeengekomen dat die eer zou te beurt vallen aan de godheid die de stad het nuttigste geschenk zou aanbieden. Poseidon schonk de stad een paard en liet daarenboven een zoetwaterbron ontspringen. Athena schonk een olijfboom, die ze plantte op de Akropolis – die boom staat er heden nog, in de nabijheid van het Erechteion. De bevolking koos voor Athena. Poseidon voelde zich vernederd door die keuze en in zijn woede stootte hij vanuit de zee zijn machtige drietand doorheen het aardoppervlak. Wie heden ten dage de Akropolis van Athene bestijgt en een bezoek brengt aan het Erechteion, kan daar nog steeds de scheur in de aardbodem zien die Poseidon teweeggebracht heeft.
Op een kwade dag doodde Athena, tijdens een vriendschappelijk gevecht, per ongeluk, haar vriendin Pallas, een dochter van Poseidons zoon Triton. Athena maakte een beeld van haar dode vriendin (het palladium) en ze voegde Pallas' naam aan de hare toe: Pallas Athena.
Behalve godin van de wijsheid, de wetenschappen en de schone kunsten werd Athena ook godin van de krijgskunst genoemd. Toch was zij bijlange niet zo oorlogszuchtig als haar halfbroer, de god Ares. Wee echter degene die het met haar aan de stok kreeg. Daarover meer in een volgend verhaal.
Hij was de god van de oorlog en één van de weinige kinderen die voortgesproten waren uit het huwelijk van het oppergodenpaar Zeus en Hera de overgrote meerderheid van Zeus kinderen waren buitenechtelijk. Ares had weliswaar een knap voorkomen, toch werd hij vrijwel door niemand geliefd, noch door goden noch door mensen, zelfs niet door zijn eigen ouders. En dat hoeft in feite geen verwondering te wekken. Ares was een gewetenloze, bloeddorstige god. Hij wordt ook beschreven als laf en dom. Wat een contrast met de godin Athena, die toch ook bekend staat als de godin van de oorlog! Deze laatste was algemeen geliefd en werd door vrijwel iedereen geëerd. Als Athena ten strijde trok was dat steeds voor de goede zaak. Ares daarentegen hield van de oorlog om de oorlog zelf, om het gevecht, het bloedvergieten, het doden. Alleen de goden van de onderwereld, Hades en zijn echtgenote Persephone, stonden op goede voet met hem: was hij immers niet een opperbeste leverancier? Of toch, er was ook nog Eris, de godin van de twist, met wie hij het goed kon vinden. Vaak stuurde hij er haar op uit om ergens tweedracht en twist te zaaien onder goden of mensen, zodat het uitliep op oorlog, waar Ares voortdurend naar verlangde. Een voorbeeld van zo een door Eris uitgelokte strijd, is de oorlog van Troje, waar de Grieken het opnamen tegen de Trojanen. Ares kon het niet laten zelf aan de strijd deel te nemen. Daar stond hij op zeker ogenblik oog in oog met Diomedes, één van de grootste Griekse krijgers. Het bekwam hem slecht, want hij werd zwaar getroffen door de speer van Diomedes, al moeten we hierbij vermelden dat de godin Athena Diomedes bijstond in de strijd. Ares verwonding zou voor iedere sterveling dodelijk geweest zijn, maar goden kunnen nu eenmaal niet sterven. Pijn lijden doen ze wel. En óf Ares pijn leed! Hij stootte een geschreeuw uit, zo luid dat het doordrong tot op de top van de Olympos, de woonplaats van de goden. Ares ontvluchtte de strijd, ging klagen bij zijn vader Zeus en verzocht hem iemand opdracht te geven zijn wonde te verzorgen. Maar Zeus toonde geen medelijden, hij verweet hem zijn wreedheid, zijn onmenselijkheid, en zei dat hij zijn wonden maar zelf moest verzorgen.
Niet alleen zijn vader Zeus en zijn halfzuster Athena spelden hem vaak de les. Ook met zijn tante Demeter leefde hij voortdurend in onmin. Demeter, die bijzonder begaan was met s mensen welzijn en met hun gezondheid, ijverde voor de vrede. Ares verweet haar dat zij de mensen aanzette tot een leven zonder oorlog, terwijl het zoveel mooier was op het slagveld te sneuvelen in de volle kracht der jaren, dan op ver gevorderde leeftijd te sterven als een eenzame en afgeleefde grijsaard.
Hoe onsympathiek de oorlogsgod voor de dag kwam, toch dient het gezegd dat menige vrouw - sterfelijke of onsterfelijke - viel voor de charmes die hij ongetwijfeld bezat en dan bedoel ik hiermee de stoere lichaamsbouw. Het meest bekend is zijn relatie met Aphrodite, de godin van de liefde. Met Ares had Aphrodite één van haar meest bekende verhoudingen, een buitenechtelijke weliswaar. Zij was immers gehuwd, zij het onder dwang van Zeus, met de lelijke en kreupele god Hephaistos, met wie zij uiteindelijk nooit het bed heeft gedeeld. De zonnegod Helios bracht de god van de smeedkunst op de hoogte van de overspelige verhouding van zijn echtgenote. Hierop smeedde Hephaistos een onzichtbaar net dat hij boven het bed hing waar Ares en Aphrodite de liefde bedreven. En jawel, te gepasten tijde kwam het net naar beneden en beiden zaten als ratten in de val. Hephaistos riep toen alle goden van de Olympos bijeen en liet hen getuige zijn van Aphrodites ontrouw. De goden vonden het hele geval erg grappig. Ik wou wel best met Ares ruilen flapte Poseidon er uit. Voor de betrapte geliefden was het echter al bij al een vernederende toestand. Toen Hephaistos vond dat zij genoeg geboet hadden bevrijdde hij hen. Beschaamd vluchtten ze weg, Ares naar Thracië, Aphrodite naar Cyprus.
Een aantal kinderen zijn gesproten uit Ares verhouding met Aphrodite. Vermelden we: Eros, Harmonia, Deimos en Phobos. Deze laatste twee zouden Ares later steeds vergezellen tijdens zijn krijgstochten. Eros is het bekende engelachtig gevleugeld kereltje dat met zijn gouden pijltjes het liefdesvuur bij de getroffene aanwakkert. Harmonia tenslotte trouwde met de eerste Thebaanse koning, Kadmos. Zij werd alzo de stammoeder van het roemrijke geslacht van Thebe waartoe ook Oidipous behoort.
Hoe krijgshaftig Ares er ook uitzag en hoe strijdlustig hij ook was, menigmaal moest hij het in de strijd afleggen. Zo kreeg hij eens een flink pak rammel van de held Herakles. Ook tegen de godin Athena bleek hij niet opgewassen. Ook niet tegen de twee buitenechtelijke zonen van Poseidon, de tweeling Otos en Ephialtes. Deze laatsten zetten hem zelfs gevangen: een jaar lang zat Ares aldus opgesloten in een metalen kooi, waarin hij zich nauwelijks kon bewegen. Dat jaar was een jaar van vrede: nergens in Griekenland werd er oorlog gevoerd, nergens kletterden de wapens. En hoewel Zeus vond dat zijn gewelddadige zoon een lesje kon gebruiken, toch vond hij het na dat ene jaar welletjes. Hij stuurde zijn zoon, de god Hermes, er op uit om de gekooide Ares te zoeken en hem te bevrijden. Hij is per slot van rekening je halfbroer, sprak Zeus, en daarenboven kan een oorlog af en toe geen kwaad, want als de mensen niet langer lijden houden ze op de goden te gehoorzamen
Zoals ik al zei: Ares was niet geliefd en zo goed als nergens werd hij vereerd. Ter ere van Ares bestaat er in Griekenland geen enkele tempel of heiligdom van betekenis. De meest bekende aan Ares gewijde plaats is misschien de areopagos, een heilige heuvel in Athene, op een boogscheut van de Akropolis. Hier werd in de klassieke tijd in t openbaar recht gesproken. De eerste die er voor het tribunaal moest verschijnen was Ares zelf. Hij had namelijk de zoon van Poseidon gedood omdat deze zijn dochter zou verkracht hebben. De verkrachting kon niet bewezen worden, maar het tegendeel evenmin: Ares werd vrijgesproken.
Zelf schonk Hera haar man maar weinig kinderen: drie, hooguit vijf. De drie waarover iedereen het eens is, zijn Ares, de oorlogsgod, Eileithyia, de godin van de geboorte, en Hebe, de godin van de jeugd. Sommigen beschouwen ook Eris, de godin van de twist, als een kind van het oppergodenpaar. En dan is er Hephaistos. Hera baarde hem, tot daar is iedereen het erover eens. Maar geregeld wordt aangenomen dat Hera hem bij zichzelf verwekt heeft, zonder tussenkomst van haar echtgenoot noch van enig ander mannelijk wezen: een soort revanche voor de vele buitenechtelijke kinderen van Zeus. Hoe ze het klaargespeeld heeft, blijft een duistere zaak. Maar Hephaistos was aartslelijk en ontgoocheld wierp Hera haar pasgeboren zoon in de zee, alwaar hij door de zeenimfen Thetis en Eurynome werd opgenomen en grootgebracht. Ze deden de kleine Hephaistos in de leer bij de dwerg Kedalion, bij wie hij zich bekwaamde in de smeedkunst, een vak waarin hij een onvoorstelbare bekwaamheid bereikte. Om zich te wreken op zijn moeder smeedde hij een gouden zetel die hij naar de Olympos liet brengen als geschenk voor Hera. Eenmaal gezeten, sloten onzichtbare klemmen zich om haar lichaam, zodat de godin gevangen was. De god Dionysos kon Hephaistos er uiteindelijk toe overhalen zijn moeder te bevrijden, nadat hij hem dronken had gemaakt met wijn. Hephaistos eiste en bekwam hiervoor de hand van de bevalligste onder de godinnen, Aphrodite. Zijn wrok tegenover Hera was nu over: voortaan zou hij zelfs haar verdediger worden. Toen Zeus op een dag, gekweld door haar eeuwig gezeur over zijn ontrouw, zijn vrouw als straf aan een gouden ketting liet bengelen tussen hemel en aarde, met aan elke voet een zwaar metalen aambeeld, verloste Hephaistos haar uit deze netelige positie. Daarop werd hij echter door de vertoornde Zeus uit de hemel gestampt en hij plofte neer op het eiland Lemnos: hij hield er kreupele onderste ledematen aan over. Aan handigheid had hij evenwel niets ingeboet en op Lemnos richtte hij een smidse in, waar hij de mooiste juwelen, wapenrustingen, meubelen, instrumenten en dergelijke vervaardigde. Eén van zijn beroemdste werken is de schitterende wapenrusting de mooiste die ooit gemaakt werd die Achilles droeg toen hij de grootste Trojaanse held Hektor dodelijk verwondde.
Hoe kunstzinnig hij ook mocht wezen, het boterde niet tussen Aphrodite en de lelijke wanstaltige Hephaistos, en dat laat zich raden. Er wordt zelfs beweerd dat hij zijn bloedmooie echtgenote nooit heeft mogen aanraken. Ze waren niet te tellen, de liefdesavonturen van de overspelige liefdesgodin. Geleidelijk schikte Hephaistos zich in zijn lot van ´hoorndrager¡. Eén keer heeft hij zich behoorlijk kwaad gemaakt op één van Aphrodites minnaars. Dat vertellen we in het volgend verhaal.
Waarom Hephaistos speciaal vereerd werd in de Griekse hoofdstad Athene, vertellen we eveneens in één van de volgende verhalen.
Zeus nam zijn jongste zuster Hera tot echtgenote. Een incestueus huwelijk. Maar wat wilt u: veel keuze was er niet, als hij enigszins binnen zijn stand wilde trouwen. Of het een goed huwelijk was? Ach We kunnen alvast zeggen dat het huwelijk stand gehouden heeft. Met de nodige echtelijke twisten, zoals die in de beste families voorkomen. Al namen de twisten tussen de oppergod en de oppergodin wel vaak heel grote proporties aan, goddelijke proporties. Oorzaak van het voortdurend gekrakeel en de vaak slaande ruzies: de grenzeloze ontrouw van Zeus. Talrijk zijn de vrouwelijke wezens tot wie hij toenadering zocht: godinnen, halfgodinnen en sterfelijke vrouwen. En al even talrijk zijn de kinderen die Zeus, de albevruchter daarbij verwekte. Hera had de handen vol met het voortdurend bespioneren van haar echtgenoot en vaak legde zij hem het vuur aan de schenen. Alles tevergeefs. Ze koelde haar woede ook op de geliefden van Zeus en op de bastaards die hij bij hen had verwekt: soms werden ze tot het einde van hun dagen door haar achtervolgd en gekweld.
Hera mag dan van alle Griekse godinnen misschien niet de populairste en meest vereerde geweest zijn, ze was alleszins de hoogste in rang. Ze was immers de echtgenote van de oppergod. Toen ze met Zeus in het huwelijk trad kreeg ze als bruidscadeau van haar grootmoeder Gaia een gouden appelboom. Ze plantte de boom in haar eigen tuin, die zich bevond op de hellingen van het Atlasgebergte, dat is aan de westelijke kant van de wereld, waar s avonds de door paarden getrokken zonnewagen van de god Helios op de aarde nederdaalt en waar de weiden zich bevinden waar de onmetelijke kudden koeien en schapen van Atlas grazen. De dochters van Atlas, de Hesperiden, stalen op een dag de gouden vruchten van de appelboom. Toen Hera dat in de gaten kreeg plaatste ze een draak hij had honderd koppen en heette Ladon in de buurt van de boom om hem te bewaken. Later zou de draak gedood worden door Herakles tijdens de uitvoering van één van zijn beroemde twaalf werken: de gouden appelen uit Heras tuin naar koning Eurystheus van Mykene brengen.
Ja zeker, Hera was een jaloerse echtgenote. Maar laten we eerlijk zijn: had zij er niet alle redenen toe? En het dient gezegd: nooit ofte nimmer is ze zelf ontrouw geweest. Ze bleef alles in het werk stellen om haar huwelijk te redden en om haar man te behagen. Soms leende ze de gordel van Aphrodite, waarmee ze zich dan omgordde om bij Zeus hartstocht op te wekken. En jaarlijks nam ze een bad in de Kanathosbron in haar geliefde Argolis, waardoor ze haar maagdelijkheid hernieuwde, met als doel het haar man naar de zin te maken. Hij van zijn kant was maar zelden lief voor haar.
Hera was, zoals reeds gezegd, niet de populairste onder de godinnen. Ze stond niettemin in hoog aanzien in Argolis, alwaar zij vereerd werd in een prachtig heiligdom, het Heraion. In dit heiligdom is het nu volgend verhaal te situeren. De bejaarde priesteres van Hera begaf zich dagelijks naar het heiligdom in een wagen, getrokken door twee ossen. Toen, op een dag, de ossen ziek waren, spanden haar beide zonen, Kleobis en Biton, zichzelf voor de wagen en brachten zo hun moeder naar het Heraion. Dankbaar en fier bracht de priesteres hiervan relaas uit bij de godin en ze vroeg haar een mooie beloning voor haar zonen, voor zoveel gedienstigheid. En ziet, de godin liet beide jongelingen terstond dood ter aarde neervallen. Want, zo sprak de godin, de dood is het mooiste geschenk dat de mens kan te beurt vallen! Zijn s goden wegen ondoorgrondelijk? De prachtige meer dan levensgrote beelden van Kleobis en Biton zijn heden ten dage te bewonderen in het museum van Delphi.
Ook op het eiland Samos was Hera onmiskenbaar de nummer één en ook nog op andere plaatsen werd ze vereerd. Niet in het minst op de heilige grond van Olympia. Daar had ze een tempel, ouder dan die van Zeus. Te harer ere werden daar Spelen gehouden, de Heraiën, uitsluitend bestemd voor vrouwen. Maagden, naar men zegt.
In het vorig verhaal heb ik verteld hoe Kronos, de jongste van de twaalf kinderen van Ouranos, zijn vader uit de hemel stootte, na hem zwaar verminkt te hebben, en zich alzo de hemelse troon toe-eigende. Kronos bevrijdde zijn broeders en zusters, de Titanen, die door hun vader Ouranos diep in de schoot van de aarde waren begraven. Met één van hen, zijn zuster Rhea, huwde hij en hij verwekte bij haar zes kinderen: drie dochters (Demeter, Hestia en Hera) en drie zonen (Hades, Poseidon en Zeus). De voorspelling van zijn vader indachtig, bibberde Kronos bij de gedachte dat één van zijn kinderen hem op zijn beurt van de troon zou stoten. Daarom gebood hij zijn echtgenote hem ieder kind direct na de geboorte te overhandigen opdat hij het zou kunnen verslinden. Vijf kinderen werden alzo door hun vader verorberd. Toen echter de jongste zoon, Zeus, geboren werd, misleidde Rhea haar echtgenoot door hem in plaats van het kind een in luiers gewikkelde steen aan te bieden. Kronos merkte het verschil niet en verslond de steen. De kleine Zeus werd door zijn moeder in veiligheid gebracht op het eiland Kreta. Op de berg Ida, op Kreta, woonden nimfen, samen met een goddelijke geit, Amaltheia. De nimfen waren ontstaan uit de bloeddruppels van de verminkte Ouranos, waar ze op de grond neergevallen waren. Amaltheia was ontstaan uit de vereniging van twee Titanen, de god Okeanos en de godin Tethys. De nimfen hadden, hoog op de berg Ida, een wiegje klaargezet voor de kleine Zeus. Ze voedden het kind met de melk van Amaltheia. Zeus groeide snel. Als kleuter stoeide hij met de nimfen en met Amaltheia. Op een dag brak, tijdens het spel, één van de hoorns van de geit af. Zeus vulde daarop de hoorn met korenaren en vruchten en allerhande kostbaarheden. Hij schonk de hoorn aan Tyche, eveneens een dochter van Okeanos en Tethys, een zuster dus van Amaltheia. De Romeinen gaven Tyche de naam Fortuna, de godin van het geluk. De hoorn draagt de naam cornucopia, de Hoorn des Overvloeds: de hoorn schenkt de houder ervan alles wat zijn hartje lust.
Groot en krachtig geworden, begaf Zeus zich naar zijn vader en liet hem een braakverwekkende drank drinken, die hij had gekregen van zijn wijze nicht Metis, nóg een dochter van Okeanos. Kronos braakte meteen de vijf verslonden kinderen uit. Met zijn broeders Hades en Poseidon bond Zeus nu de strijd aan tegen Kronos en de andere Titanen. Eerst had hij de honderdarmige reuzen en de Cyclopen, die nog steeds onder de aardkorst zuchtten, bevrijd en tot zijn bondgenoten gemaakt. De strijd was lang en hevig, een titanenstrijd. De drie broeders wonnen het pleit en de overwonnen Titanen werden voor eeuwig naar de tartaros verbannen. Hades, Poseidon en Zeus verdeelden nu het heelal onder elkander. Hades kreeg de onderwereld toegewezen. Poseidon werd de heerser over de oceanen en de zeeën. Zeus zelf nam de heerschappij waar over de hemel en de aarde. Nog één groot obstakel viel er voor Zeus te overwinnen: eerst diende hij nog Typhon te verslaan, een immens vuurspuwend monster met honderd drakenkoppen Typhon was een zoon van Gaia, door Tartaros bij haar verwekt. Na een moeilijke strijd won Zeus het pleit, nadat hij erin geslaagd was Typhon te verpletteren onder een eiland dat hij uit de zee had opgevist: Sicilië. Nog steeds spuwt het monster vuur
Met hun drie zusters vestigden Zeus en Poseidon zich op de hoge Olymposberg in het noordoosten van Griekenland. Hades bracht voortaan het grootste deel van zijn tijd door in de onderwereld.
Aan de oorsprong der tijden, een eeuwigheid geleden dus, was het heelal gevuld met een ongeordende dode oermassa, de chaos. Daarnaast was er ook nog een bezielende kracht, die structuur en leven bracht in de chaos. Die kracht wordt ´eros¡ genoemd, niet te verwarren met het goddelijk pijlen schietend gevleugeld zoontje van de liefdesgodin Aphrodite. Chaos en Eros verdienen dat wij ze met een hoofdletter schrijven: het waren de eerste godheden, de oergoden. Door de vereniging met Eros ontstonden uit de oermassa: Ouranos (de hemel), Gaia (de aarde) en Tartaros (de hel), alsook Thanatos (de dood), Hypnos (de slaap), Eris (de godin van de twist) en Nemesis (de godin van de wrekende rechtvaardigheid). Ouranos verbond zich in liefde met Gaia en verwekte bij haar vele reusachtige kinderen. Drie onder hen, de Hekatoncheiren, hadden honderd armen en vijftig koppen, drie anderen waren Cyclopen, reuzen met slechts één oog, midden hun enorm voorhoofd. Zowel de Honderdarmigen als de Cyclopen werden door hun allesbehalve liefhebbende vader in de Tartaros geworpen. Slecht ook verging het de twaalf andere kinderen, de Titanen. Ouranos begroef hen diep onder de aardbodem, opdat zij nooit het zonlicht zouden aanschouwen. Het Noodlot had hem immers voorspeld dat één van zijn kinderen hem de heerschappij over de hemel zou ontnemen
Maar Gaia, bedroefd over het lot van haar kinderen, bevrijdde haar jongste spruit, Kronos. Ze bracht het staal voort en maakte er een sikkel van die ze de knaap ter hand stelde. Op aanraden van zijn moeder overviel de zoon zijn vader in de slaap, op ÿt ogenblik dat hij, naar sommigen beweren, betrekking had met Gaia. Kronos hieuw Ouranos de geslachtsorganen af en wierp ze ver weg in de zee. En waar het zaad van Ouranos zich vermengde met het zeewater begon dit laatste te schuimen en uit het schuim kwam een onbeschrijflijk mooi en lieftallig wezen te voorschijn, Aphrodite, de godin van de liefde, een kind van de Hemel en van de Zee. Met krachtige hand stiet Kronos nu de ontmande Ouranos uit de hemel, niet zonder dat deze hem vervloekt had en hem hetzelfde lot had voorspeld als hijzelf zijn vader had aangedaan. Nog te vermelden dat de Giganten (enorme reuzen), de Erinyen (de wraakgodinnen) en de Oreaden (bergnimfen) ontstaan zijn, waar de bloeddruppels van Ouranos op de aarde (Gaia) zijn neergevallen.
De golven tilden Aphrodite zachtjes op en vleiden haar neer in een reusachtige schelp die haar, aangedreven door een zacht briesje, alover de rustige zee, naar Cyprus bracht, het eiland dat voor altijd zou fungeren als haar thuishaven. Toen haar sierlijk lichaam in contact kwam met de bodem van het eiland, ontsproot heerlijk groen gras onder haar tere voetjes, overal waar zij die neerzette, en boterbloempjes en madeliefjes begonnen t' allen kante te bloeien, en vogeltjes begonnen alom te zingen, een ode aan de schepping. Zo en niet anders is Aphrodite ontstaan, de godin van de liefde, die de Romeinen Venus noemden. Ze is dus niet de dochter van Zeus, zoals sommigen beweren, maar ze is ouder dan Zeus, al geniet ze de eeuwige jeugd. Ze heeft haar plaats gekregen onder de twaalf Olympische goden en van allen is zij steeds de mooiste en de meest begerenswaardige gebleven. Door de tijden heen werd zij door dichters en beeldhouwers bezongen en bejubeld en door de beste kunstschilders vereeuwigd: Aphrodite, de godin die eenieder bekoorde en voor wie de zinnelijke liefde het hoogste goed was. Wie afkerig stond tegenover die liefde werd door haar vaak wreed gestraft. Ze beloonde wie haar eerde. Zo was er op Cyprus een beeldhouwer, Pygmalion, die een levensgroot marmeren beeld maakte van de godin. Hij werd verliefd op het beeld en nam het iedere avond mee in zijn bed. Aphrodite bracht het beeld tot leven. Pygmalion noemde zijn geliefde Galathea. Ze leefden gelukkig en ze hadden een zoon, Paphos, die zijn naam gaf aan Aphrodites meest geliefde stad op Cyprus.
Speciaal voor de lezers van De Druivelaar: In 2012 vindt u hier, de 20e van elke maand, het uitgebreid mythologisch verhaal omtrent het sterrenbeeld van de maand.
de Griekse mythologie in 136 verhalen (geïllustreerd)
Een perfect eindejaarsgeschenk voor uw cultuurminnendefamilieleden, vrienden en kennissen.
Vanaf 1.1.2012 is het boek enkel nog te verkrijgen bij de auteur (prijs 18,95 euro). Bestellen via tel. 056.215944 of via mail kvansteenbrugge@gmail.com. Voor leveringen in België worden geen verzendkosten aangerekend. Vermelden indien u een gesigneerd exemplaar wenst. Levering binnen de drie dagen.
Het boek "Uit het schuim van de zee" (Griekse mythologie in 136 verhalen) valt blijkbaar in goede aarde. Een uitgebreide en meer dan hartverwarmende recensie staat te lezen op (klik hier) www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=1359842 . Hier alvast een uittreksel:
Uit het schuim van de zee.
Dit is het boek dat ik al in mijn jeugd koortsachtig zocht tot in de rommeligste boekenwinkels, op gezellige oude markten en hoog in het gebinte van ontelbare bibliotheken. Gij zult het niet vinden, zo klonk het t' allen kante, het boek dat gij zoekt, moet immers nog geschreven worden!
Dit hier is die ene, vaak vergeten peiler van de twee pilaren waarop de ganse westerse beschaving rust. Want naast het monotheïstische christendom dat sinds tweeduizend jaar de wereld overspoelde, is dit die andere en nog veel oudere bron, met wel duizend goden en evenveel verhalen: mysterieus en meer dan sprookjesachtig, maar o zo verklarend als wij díe vragen áchter de vragen stellen zoals bij uitstek kinderen dat doen. Hoe zijn wij uit de chaos voortgekomen? Waarom verbeeldt onze achillespees de kwetsbaarheid? Kan een man een kind baren uit zijn hoofd of uit een van zijn dijen?
(hier volgt een bespreking van de eerste 21 verhalen)
Maar hiermee werd de beknopte inhoud van slechts de eerste eenentwintig van de in totaal honderdzesendertig verhalen weergegeven. Ze bestrijken een kleine vierhonderd bladzijden en worden aangevuld met een vooral voor oningewijden bijzonder welkome, overzichtelijke genealogie en ook een uitgebreid trefwoordenregister. De tekst wordt verlucht door grappige pentekeningen van de grafische kunstenaar en cartoonist Kurt Vangheluwe. Het boek ligt vlot in de hand met zijn plooibare doch stevige kaft, de bladspiegel oogt fraai en ook lettertype en lettergrootte komen de leesbaarheid zeer ten goede. Een kanjer dan toch, een unicum in de Nederlandse taal en niet van de eerste de beste, een onschatbare rijkdom aan culturele bagage met eeuwigheidswaarde. Over pakweg driehonderd jaar zal men dit boek nog lezen in Vlaanderen en in Nederland, en zonder te overdrijven: als een boek het verdient om vertaald te worden, dan wel deze prachtige parel.
De laatste dagen hebben zeker een dozijn mensen mij aangeklampt met vragen omtrent het verhaal over Het vat der Danaïden op het blaadje van De Druivelaar van 17 augustus. Sommigen noemden mijn verhaal zeer onvolledig. Ze houden ongetwijfeld geen rekening met de beperktheid van de mij toegemeten ruimte: een half paginaatje van zon scheurblaadje
De vragen zijn drieërlei: 1° waarom heeft die ene Danaïde haar echtgenoot gespaard? 2° wat is er nadien met haar en haar echtgenoot gebeurd? 3° zijn haar negenenveertig zussen direct na hun misdaad naar de onderwereld verhuisd? Welnu,
1°/ Die ene Danaïde was Hypermnestra. De haar toegewezen echtgenoot was Lynkeus. Omdat Lynkeus haar tijdens de huwelijksnacht had gerespecteerd en haar haar maagdelijkheid had laten bewaren, waarvoor ze hem zeer erkentelijk was, kon ze het niet over haar hart krijgen hem te doden. Ze hielp hem daarenboven het land uit te vluchten.
2°/ Danaos, was woedend om het verraad van zijn dochter en wilde haar doden, maar uiteindelijk zag hij daar toch van af. Lynkeus echter keerde enige tijd later terug naar Argos om de moord op zijn broeders te wreken. Hij doodde Danaos, eigende zich het koningschap van Argos toe, en trouwde met Hypermnestra. Het koningspaar kreeg een onovertroffen roemrijk nageslacht. Hun achterkleindochter Danaë werd de moeder van de held Perseus: de vader was niemand minder dan de oppergod Zeus, himself. En nóg roemruchter was de zoon van Perseus kleindochter Alkmene: Herakles, de grootste held die ooit op aarde heeft geleefd. Ook hier was Zeus de vader! Overigens waren Lynkeus en Hypermnestra zelf reeds nazaten van Zeus. Zij waren immers allebei kleinkinderen van Belos, die samen met zijn tweelingsbroer Agenor gesproten was uit de vereniging van de god Poseidon met Lybia. Deze was een kleindochter van Zeus en Io, u weet wel, die later door Zeus zelf in een koe werd veranderd.
3°/ De Danaïden zijn niét direct naar de onderwereld verbannen. In de eerste dagen na de misdaad organiseerde hun vader Danaos een hardloopwedstrijd voor trouwlustige mannen, met als inzet de hand van zijn negenenveertig dochters: de winnaar van de wedstrijd mocht het eerst kiezen, daarna de tweede, en zo verder. Aanvankelijk kwamen maar weinig deelnemers opdagen, bang als zij waren dat ze het lot van hun voorgangers zouden ondergaan. Een paar dagen later organiseerde Danaos een nieuwe loopkoers: nu waren er wel voldoende deelnemers, omdat ondertussen bekend was dat de anderen de huwelijksnacht hadden overleefd. Zo zijn alle Danaïden uiteindelijk nog aan de man geraakt. Na hun dood, eenmaal in de onderwereld, was de lol er evenwel volkomen af.
Onlangs heb ik gelezen dat er heden ten dage in Argos nog jaarlijks een huwelijkswedloop gehouden wordt
Dit is een van de 17 tekeningen, van de hand van Kurt Vangheluwe, uit het boek Uit het schuim van de zee (400 pag.) dat rond deze tijd verschijnt. Deze tekening is een illustratie bij verhaal nr. 15 (zie op deze blog nr. 12 d.d. 25/6/2007). Ino, dochter van Kadmos, wordt achtervolgd door haar woedende echtgenoot Athamas. Deze is verbolgen omdat Ino de kinderen van zijn eerste echtgenote, de godin Nephele, ten onrechte heeft laten offeren (zie het offeraltaar met de bijl op de tekening). Maar de kinderen zijn ontsnapt op de rug van een vliegende ram met een gouden vacht (hier met vleugels afgebeeld). Nephele wordt duizelig en zal naar beneden storten maar Phrixos zal veilig aan land komen in een ver land, waar hij de ram zal offeren aan de god Ares en waar de gouden vacht aan een boom zal gehangen worden, bewaakt door een vervaarlijke draak. Ino, met haar spartelend zoontje Melikertes in de armen zal van een hoge rots in zee storten. Beiden zijn dood, maar worden door de goden tot de goddelijke rang verheven. Het dode lichaam van Melikertes wordt door een dolfijn aan wal gebracht (al lijkt de knaap op de tekening springlevend...)
De laatste drukproef (de zesde!) is OK bevonden. Het wachten is nu nog op de definitieve uitgave. Ondertussen ben ik wel (aangenaam) geschrokken van een recensie van Jan Bauwens. Wenst u ook even aangenaam te schrikken, klik dan hier: www.bloggen.be/portretten/archief.php?ID=1243371 .
We zijn aangeland in Epidauros, de plaats aan de oostkust van Argolis, waar het mooiste en best bewaarde Grieks theater uit de oudheid zich bevindt, alsook het heiligdom van Asklepios, de god van de geneeskunde. Hier is ook een stadion en dat is een ideale plaats om weer eens Spelen te houden. Hoe dat allemaal verlopen is, vertellen wij u ná de grote vakantie. We houden het nu inderdaad zo lang voor bekeken. De ervaring heeft ons geleerd dat deze blog tijdens de examenperiode en de daaropvolgende vakantie toch al veel minder frequent bezocht wordt dan tijdens de rest van het jaar. Daarenboven kunnen wij de aldus vrij gekomen tijd goed gebruiken om te werken aan Het schuim van de zee, een boek waarmee we in een logische opeenvolging van 136 verhalen en 17 ludieke tekeningen een vrij volledig overzicht trachten te geven van de Griekse mythologie. Wij hopen dat het vrij lijvig boek (ongeveer 400 paginas) rond het begin van het schooljaar in de boekenwinkels zal liggen en dat het een standaardwerk mag worden voor alle humaniorastudenten en voor allen die geïnteresseerd zijn in de antieke cultuur. Tijdens de komende weken houden wij u op de hoogte betreffende de vorderingen die gemaakt zijn omtrent het boek.
Wie stuurt een tekening? i.v.m. één van deze mythologische verhalen... ... naar kris.vansteenbrugge@skynet.be De mooiste worden gepubliceerd. Vermeld je naam en die van je school+klas.