Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie: www.bloggen.be/kris
Wie stuurt een tekening bij één van de mythologische verhalen? Per e-mail a.u.b. (kris.vansteenbrugge@skynet.be) . De mooiste tekeningen worden gepubliceerd. Vergeet niet uw naam te vermelden + naam van de school en klas.
Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Gravensteen, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie: www.bloggen.be/pierpont www.bloggen.be/kris
GRIEKSE MYTHOLOGIE
Boeiende verhalen uit het oude Hellas PICTAIKU's (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
25-05-2020
De Druivelaar goes classic (V)
Een sirenenzang.
Tijdens zijn omzwervingen na de oorlog van Troje was Odysseus met zijn makkers terechtgekomen op het eiland Aiaia, waar de godin Kirke, dochter van de zonnegod Helios, de plak zwaaide. Kirke werd hopeloos verliefd op Odysseus, maar kon niet beletten dat hij het eiland verliet. Vóór zijn vertrek voorspelde zij hem wat er hem op zijn verdere reis nog te wachten stond en ze gaf hem ook goede raad mee:
Eerst zult
gij nog voorbij een eiland moeten varen dat bewoond wordt door de Sirenen. Het
waren oorspronkelijk drie allerbekoorlijkste jonge meisjes, begiftigd met
wondermooie stemmen. Maar omdat zij, noch door goden noch door sterfelijken hun
maagdelijkheid lieten beroeren, vielen zij in ongenade bij de godin Aphrodite.
Daarom toverde de liefdesgodin hen om in wezens met het bovenlichaam van een
aantrekkelijke jonge vrouw en met het onderlichaam en de vleugels van een reusachtige
vogel. Hun heerlijke zangstem mochten ze behouden. Aanvankelijk waren ze ook in
staat om te vliegen, maar die mogelijkheid werd hun ontnomen door de Muzen,
die, door jaloersheid gedreven, hun slagpennen hebben uitgetrokken. Volledigheidshalve
moet ik nog zeggen dat sommigen beweren dat niet Aphrodite, maar de godin
Demeter verantwoordelijk is voor hun metamorfose. Ze zouden vriendinnen geweest
zijn van Demeters dochter Persephone, en met eigen ogen gezien hebben hoe deze
door Hades werd ontvoerd. Maar omdat ze nooit tegen de god van de onderwereld
hebben willen of durven getuigen, zou Demeter hen op deze wijze gestraft
hebben. Nu verblijven ze dus op hun eiland, alwaar zij voorbijvarenden lokken
met hun heerlijke gezangen. Maar wee degene die er voet aan wal zet: niemand
heeft het eiland ooit levend verlaten! Overal ligt de grond er bezaaid met de
beenderen van gestrande zeelui. Ik bezweer u het eiland van de Sirenen in geen
geval te betreden. Maar omdat ik weet dat niemand aan hun gezang kan weerstaan,
schenk ik u deze pot met was. Stop daarmee uw aller oren dicht, opdat hun hemelse
melodieën niet tot u doordringen. Als ge deze raad volgt, en slechts dan
alleen, zal u geen kwaad geschieden.
De mannen
hadden in spanning geluisterd en ze beloofden nauwgezet de adviezen van Kirke
te volgen. Maar zij vervolgde:
- Precies.
Dat hebt ge goed begrepen. Ik wens u goede vaart. Moge Zeus, onze aller vader,
u behoeden.
De mannen
dankten Kirke en ze begaven zich naar het schip. Ze wuifden haar nog na. Maar
ze zag het niet meer. Ze had zich omgedraaid en ze liet haar tranen de vrije
loop. De godin-tovenares weende bitter...
Op een kalme
zee voer hun schip in zuidelijke richting, voortgedreven door een rustige
noordenwind. De raadgevingen van Kirke indachtig, stopte Odysseus de oren van
de mannen dicht met de was die de godin hen had meegegeven. Zelf was hij echter
dermate benieuwd om de hemelse gezangen van de Sirenen te aanhoren dat hij het
vertikte zijn eigen oren dicht te stoppen. Maar omdat hij vreesde te zullen
bezwijken bij het aanhoren van de heerlijke smachtende stemmen van die lieve
wezens, gebood hij zijn mannen hem met een stevig touw vast te binden aan de
mast van het schip. In geen geval mochten zij het touw losmaken: als hij hen
erom zou verzoeken, dienden ze het integendeel nog steviger aan te sjorren.
Er kwam een
vredige rust over Odysseus. Vastgebonden aan de mast dommelde hij langzaam in
en droomde van drie Sirenen, die als prille tedere maagden het schip beklommen.
Eén voor één drukten ze hun zachte lichamen tegen het zijne en fluisterden
zoete lieve woorden in zijn oor. En plots veranderde het gefluister in een
gezang, dat van ver buiten het schip op
hem af kwam. Odysseus schoot wakker. In de verte hoorde hij klaar en duidelijk
meisjesstemmen: een heerlijke meeslepende melodie. Hij spitste zijn oren en
naarmate het schip verder voer werden de klanken duidelijker en hij kon ook de
woorden verstaan. Die woorden, zoeter dan de zoetste nectar, vervulden zijn
hart met een onwezenlijk gevoel. Hij wilde naar hen toe, naar de bezitsters van
die overheerlijke stemmen, die zijn lichaam doorzinderden met een ongekend
genot:
O onverschrokken Odysseus,
O machtige held van Troje,
Kom tot ons,
Laat ons uw zongebruind en krachtig gespierd lichaam verwennen,
Laat ons u beroeren met onze zachte warme lijven,
Laat ons toe uw hart te vertederen
Met gezangen over uw geliefde Ithaka,
Waar gij zo naar verlangt
Met hart en ziel
Het zwoele
gezang van de Sirenen bracht zijn zinnen in de war. Hij schreeuwde zijn mannen
toe dat ze hem moesten losmaken, maar ze hoorden hem niet. Toen hij echter met
hoofdgebaren te kennen gaf dat hij aan land wilde gaan, kwamen zij naar hem toe
en bonden hem nog steviger vast. Ze lieten Odysseus nog een hele tijd wild te
keer gaan, tot hij stil bleef en niet langer meer poogde zich los te rukken.
Dan haalden zij de was uit hun oren en maakten hun meester los. Het gezang was
niet meer te horen. Het schip zette nu zijn rustige koers verder.
Naar sommigen
beweren, zouden de Sirenen zichzelf, na dit voorval, van het leven beroofd hebben.
Geen probleem deze maand om treffende en mooie afbeeldingen omtrent Narcissus te vinden.
Een prachtig werk van John William Waterhouse (Rome 1849 - Londen 1917) illustreert de tragische scène uit Ovidius' Metamorfosen waarin Narcissus geen oog heeft voor de mooie nimf Echo, die smoorverliefd is op hem, maar niet in staat zich te uiten. De halfgod is enkel verliefd op zijn eigen spiegelbeeld. Beiden wacht een droevig einde. De nimf zal van verdriet wegkwijnen en Narcissus verandert in een bloem met zijn naam.
Waterhouse schilderde dit werk (olie op doek, 109 x 189cm) in 1903, waarna het onmiddellijk door de Walker Art Gallery te Liverpool werd aangekocht. Het is een romantisch werk, esthetisch, neoclassisistisch en horend bij de Preraphaëlieten, beweging waarover reeds eerder werd uitgeweid
Michelangelo Merisi Caravaggio hoort met zijn Narcissus in de barokke stijl. Ik koos dit werk om zijn picturale kwaliteiten, maar vooral omdat het 'clair - obscur' hier ten volle aan bod komt, een wijze van schilderen waaraan Rembrandt bij Caravaggio schatplichtig is. Typisch ook voor Caravaggio is de kledij die zijn personage draagt, nl. de gewone klederdracht van een Romeinse jongeman. Velasquez deed precies herzelfde, bv. in het eerder voorgestelde schilderij 'Apollo bezoekt de smidse van Vulcanus'.
Honoré Daumier tenslotte tekent zijn Narcissus in zijn typisch spottende stijl, de halfgod vel over been, en geeft niettemin zijn werk de titel "Le beau Narcisse": Geestig.
Narkissos was de zoon van de riviergod Kephisos. Hij was een knappe jongeling, die niet gaf om vrouwelijk schoon en vooral interesse toonde voor de jacht. De mooie nimf Echo voelde zich bijzonder aangetrokken tot Narkissos, doch deze negeerde haar volkomen. Dit was niet naar de zin van de goden en al zeker niet naar de zin van Aphrodite. Als hij dan niet verliefd kan worden op een vrouw, dat hij dan verliefd worde op zichzelf, zo sprak de godin van de liefde. Het was een vloek die de godin over hem uitsprak. En ziet wat er gebeurde... Toen Narkissos op een dag zichzelf zag in het wateroppervlak van een meer, raakte hij zo in de ban van zijn spiegelbeeld, dat hij er zijn ogen niet meer kon van afhouden. De vloek van Aphrodite was uitgekomen: Narkissos was verliefd op zichzelf. Als aan de grond genageld bleef hij staren naar zijn eigen beeld, zonder eten of drinken. Uiteindelijk begon hij wortel te schieten en tenslotte veranderde Aphrodite hem, toch enigszins door medelijden bewogen, in een bloem: de narcis.
"De dood van Hyacinthus". schets, olie op paneel, 14x14cm, (1636-37) van P. P. Rubens. Prado, Madrid. Een kleine maar meesterlijke schets zoals we die van de hand van onze Rubens gewend zijn, een verademing tussen alle zeemzoete schilderijen - zie maar op het internet - die aan dit onderwerp gewijd zijn.
Apollo, van smart overrompeld, buigt zich over de stervende prins, halfgod en geliefde, en wil beletten dat Hades hem komt halen door het bloed dat uit de hoofdwonde stroomt in een bloem met zijn naam "hyacinth" te veranderen.
Merkwaardig toch hoe een schets van Rubens nu veel genietbaarder is dan de vele pathetische conterfeitsels van dezelfde periode. Grappig detail: de discus die erbij ligt is meer een krulbol dan een klassieke discus.
Deze schets diende tot de uitvoering van een schilderij in de 'Torre de la Parada' een voormalig Jachthuis buiten Madrid. Felipe IV had Rubens een opdracht gegeven voor niet minder dan 60 schilderijen, welke voor het merendeel scènes uit de Metamorphosen van Ovidius moesten voorstellen. Door tijdsgebrek moest Rubens overigens vele schilderijen laten uitvoeren door - veelal Vlaamse - leerlingen en tijdgenoten, waardoor de kwaliteit ervan niet altijd optimaal was. [Marc Van Hoye]
Zelden of nooit kenden ze een rimpelloos
verloop, de liefdesavonturen van Apollo,
de god van de schoonheid en het licht, de wetenschap en de voorspelling, de
orde en de regelmaat. Menig keer werd Apollo verliefd op sterfelijke of onsterfelijke vrouwen. Tot zijn geliefkoosd jachtterrein behoorden de nimfen. Er zijn ook twee zeer bekende verhalen
waarin Apollo verliefd werd op een mooie jongeling: de ene was Kyparissos, een
jonge jager, de andere was de jonge prins Hyakinthos, zoon van koning Oibalos
van Lakedaimonië. Niet alleen Apollo was verliefd op Hyakinthos,
ook Zephyros, de Westenwind. Toen Apollo en Hyakinthos zich eens
verlustigden in het spel met de discus, deed de jaloerse Zephyros een door
Apollo geworpen discus van zijn koers afwijken en met kracht terecht komen
tegen het hoofd van de geliefde prins. Deze viel dood ter aarde neer en wat
Apollo ook beproefde, hij slaagde er niet in Hyakinthos levensgeesten weer op
te wekken. Uit het bloed van de dode jongeling liet Apollo, door verdriet
overmand, een bloem ontspruiten, de hyacinth, op wier bladeren hij schreef AI-AI, de weeklacht van de treurende
god.
Van Leonie Ranson (4e leerjaar Damiaanschool Kortrijk) kreeg ik twee prachtige tekeningen als illustratie bij de "Druivelaarverhaaltjes" van januari (Pyrrhusoverwinning) en februari (vulkaanuitbarsting). Wie van de jonge lezertjes (in Vlaanderen, Nederland en de US) doet even goed? Tekening opsturen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com).
Waartoe een klas in staat is kunt u zien op www.bloggen.be/mythos (en scrollen tot het einde).
Pyrrhusoverwinning. Deze bokser is overwinnaar, maar bloed spat overal in 't rond en gutst uit zijn knie. Zijn rechter oog is ook zwaar toegetakeld. Nog zo'n overwinning en hij is... verliezer!
Een vulkaanuitbarsting. Dit lijkt wel een heel krachtige vulkaan, die nog maar net tot uitbarsting begint te komen.
Een vulkaanuitbarsting: de (kunst)historicus spreekt...
Vulcanus, geschilderd door Rubens (links) en Velasquez (rechts)
< Rubens < Velasquez
Rubens (1577-1640) en Velasquez (1599-1660), twee reuzen van de BAROK hebben elkaar goed gekend. Rubens raadde de 22 jaar jongere Velasquez o.a. aan in Italië te gaan studeren. Ze werden respectievelijk 63 en 61 jaar oud.
Rubens werd tijdens een diplomatieke missie door Philips IV gevraagd hem in staatsiekledij te portretteren, terwijl Velasquez, hofschilder, hem kort tevoren in harnas had geconterfeit. Het verschil is duidelijk, maar de kwaliteit van het werk, de houding en de gelijkenis van de geportretteerde zijn nagenoeg dezelfde.
De Vulcanus daarentegen is door de twee grootmeesters totaal anders voorgesteld.
Voor Rubens, in zijn typische pathetische stijl, is Vulcanus een machtige wilde God.
Bij Velasquez daarentegen ziet men de meesterlijk vertolkte gelaatsuitdrukking van een eenvoudige werkman, zoals hij trouwens meestal gewone stervelingen een godenrol liet spelen.
Aan de lezer de keuze welke visie hem het best bevalt. [Marc Van Hoye]
Philips IV, geschilderd door Rubens (links) en Velasquez (rechts)
Vulcanus is de Romeinse naam van de Griekse god Hephaistos, de god van de smeden. Over deze god is op deze blog, twee jaar geleden, een uitgebreid verhaal verschenen: zie www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=3048012. Het zal u allerminst verbazen dat deze veel geplaagde god af en toe zijn opgekropte woede moet luchten. Het komt dan tot een uitbarsting van de Etna, of van een andere vulkaan, waar Vulcanus ongetwijfeld zijn "filialen" heeft...
Een Pyrrusoverwinning: de (kunst)historicus spreekt...
In 280
vóór Christus landde Pyrrhus met zijn leger, dat uit 25.000 man en een twintigtal
vechtolifanten bestond, bij Tarentum en trok vanuit daar verder Italië in. De
eerste veldslag in deze zogenaamde Pyrrische oorlog werd gehouden bij Heraclea.
Tegenover de 25.000 man van Pyrrhus stond een leger van liefst 50.000 Romeinen.
Desondanks werd de slag gewonnen door Pyrrhus. Wel leed hij grote verliezen.
Hij verloor naar schatting 4.000 man (de Romeinen verloren zon 10.000 man).
Ook de tweede veldslag bij Asculum werd door Pyrrhus gewonnen. Maar ook hier
tegen een hoge prijs. Bij deze veldslag verloor hij nog eens 3.500 man
(tegenover 6.000 slachtoffers aan Romeinse kant). Na afloop feliciteerde één
van zijn generaals hem met de overwinning, waarop Pyrrhus de beroemde woorden
sprak: Als we nog één zon veldslag
winnen, dan gaan we eraan ten onder! Sindsdien worden overwinningen
die meer kosten dan dat ze opleveren pyrrusoverwinningen genoemd.
Pyrrhus
vertrok uiteindelijk in 275 vóór Christus weer naar Griekenland. Drie jaar later
kwam hij in de stad Argos om het leven tijdens gevechten in een conflict met
Sparta . Volgens de overlevering gooide een oude vrouw vanuit een huis een dakpan
op zijn hoofd terwijl Pyrrhus beneden met haar zoon in gevecht was. Pyrrhus
viel bewusteloos op de grond. Of hij toen al dood was, is niet zeker maar toen
even later iemand hem onthoofde was zijn dood wel zeker. Als illustratie van het verhaal van de maand gaat mijn voorkeur uit naar een ets van Henri-Paul Motte, meesterlijk uitgevoerd, heel gedetailleerd, vol beweging en op een dramatische wijze de overrompeling van de Romeinse legioenen voorstellend. H.-P. Motte (13 december 1846 - 1 april 1922) was een 19e-eeuwse Franse schilder uit Parijs, die zich specialiseerde in het historisch genre. Hij was een leerling van de meer bekende Jean-Léon Gérôme en begon vanaf 1874 te exposeren in het Parijse Salon. Het schilderij "Le cheval de Troie" was het debuut van de kunstenaar op het Salon en werd in 2011 verworven door het Wadsworth Atheneum. In 1892 werd hij tot Chevalier de la Légion d'Honneur gemaakt. Hij won een bronzen medaille op de Exposition Universelle (1900). Hij is vooral bekend om zijn werk "Het beleg van La Rochelle", een afbeelding van kardinaal Richelieu in de strijd in de 17e eeuw, voltooid in 1881.[Marc Van Hoye]
Dit zijn Carthagische
vechtolifanten (zoals die eerder ook door Pyrrhus werden ingezet) tijdens de slag om Zama in 202 vóór Christus (tekening Henri-Paul
Motte). Volgens Plinius de oudere kon je ze goed bestrijden door hete olie over
varkens te gieten en deze krijsende beesten vervolgens richting de olifanten te
jagen: Olifanten zijn bang voor zelfs het kleinste gilletje van een varken en
slaan dan op hol.
Ook dit jaar krijgt de populaire scheurkalender De Druivelaar een "klassiek tintje": éénmaal in de maand. Vooral scholen in Vlaanderen, Nederland en de States zullen zich daar ongetwijfeld over verheugen. Leerlingen die zich geroepen voelen om een zelfgemaakt tekeningetje en/of een verhaaltje op te sturen in verband met het onderwerp van de maand, kunnen dit doen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Het komt dan op de blog. Het doet mij denken aan de tekeningen die alle 23 leerlingen van het 6e leerjaar van de Watermolenschool in Heule mij in 2008 stuurden, ter illustratie van mijn verhaaltjes op www.bloggen.be/mythos. Op deze laatste blog zijn de tekeningen nog alle 23 te bewonderen.
Zoals vorig jaar volgt op deze blog, telkens op de laatste dag van de maand, "kunsthistorische duiding" door Marc Van Hoye.
Ik wens u een voorspoedig, gezond en gelukkig 2020. Van ganser harte hoop ik een beetje tot dat geluk te kunnen bijdragen door mijn maandelijks verhaaltje op De Druivelaar en door mijn blogs:
1° www.bloggen.be/dzeus: met duiding i.v.m. het Druivelaarverhaal van de maand;
2° www.bloggen.be/pierpont: met af en toe wat onnozel geschrijf;w.bloggen/dduid
3° www.bloggen.be/kris: met wonderbare verhalen over leven en werk van drie Onbekende Vlamingen;
4° www.bloggen.be/zerar, een blog die 12 jaar geleden (in 2008) gewijd was aan de lotgevallen van Zerar, maar datzelfde jaar nog, samen met Zerar, ter ziele is gegaan. Een jonge schrijfster komt nu, ter gelegenheid van Kerst 2019, op de proppen met een striproman De Avonturen van Zerar (cf.bijlage) waarmee onze veel te vroeg overleden held weer boven water komt. Het boek verdient onze volste aandacht en in het nieuwe jaar zal de blog (die de laatste jaren besteed werd aan pictaikus) er helemaal aan gewijd zijn.
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een schilderij van Nikiforos Lytras en bij een klassieke tragedie van Sophocles.
Antigone bij het lichaam van haar broer Polynices. Olie op doek, van Nikiforos Lytras, 1865, in de Nationale Pinacotheek van Athene. Een clair-obscur met een bijzonder dramatische voorstelling van de belangrijkste scène in de tragedie.
Dezelfde scène op een affiche voor een theatervoorstelling van het verhaal volgens Sophocles is uitgevoerd in een soberder archaïsche stijl. De versie van Sophocles is echter slechts een van de vele, zowel in de klassieke Griekse en Romeinse als in de modernere kunsten en heeft aanleiding gegeven tot ontelbare* uitingen in literatuur, theater, plastische kunsten, muziek en kinematografie.
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 15 december (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Antigone. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
Na de dood van de Thebaanse koning Oidipous ruzieden zijn zonen Eteokles en Polyneikes om de troonsopvolging. In afwachting dat dit geschil zou beslecht
worden, werd in Thebe het bewind gevoerd
door hun moeders broer Kreon. Uiteindelijk luidde de overeenkomst tussen de twee
broers als volgt: om de beurt zou één van hen over de stad heersen gedurende
één jaar. Eteokles zou als eerste het koningschap waarnemen. Maar toen zijn
jaar om was weigerde hij de troon aan zijn broer Polyneikes af te staan. Daarom
nam deze laatste zich voor, zich gewapenderhand zijn rechten toe te eigenen.
Teneinde zich van een behoorlijk leger te voorzien, trok hij naar Argos, alwaar
hij hoopte op de steun te kunnen rekenen van de aldaar heersende koning,
Adrastos. Zijn verzoek viel in goede aarde...
Koning Adrastos van Argos trok ten strijde tegen de stad Thebe met een indrukwekkend leger, met aan het hoofd zeven gedegen strijders. Thebe had zeven toegangspoorten. Het leger van Argos verdeelde zich over deze zeven poorten en elk van de zeven leiders nam er één voor zijn rekening. Maar ze hadden de Thebanen fel onderschat. In geen tijd waren velen van de belegeraars gesneuveld, waaronder vier van hun zeven leiders: enkel Adrastos, Amphiaraos en Polyneikes bleven nog over. Toen vond Polyneikes dat er aan het bloedvergieten een einde moest komen en hij stelde een tweekamp voor, tussen hem en zijn broer Eteokles. Deze laatste ging in op het voorstel. In de meedogenloze broederstrijd die daarop volgde, verwondden beiden elkander zo erg dat ze ter plaatse de geest gaven. Hierop rukte het Thebaanse leger uit, nu aangevoerd door Kreon. Ze achtervolgden de onthutste vijanden en ze doodden er velen. Adrastos was een van de weinigen die erin slaagden heelhuids weer thuis te komen.
Voor de derde maal nam Kreon het bewind over in Thebe. Hij gaf opdracht alle gesneuvelde Thebanen met de nodige eer te begraven, maar daarentegen de lijken van de omgekomen vijanden, waaronder dat van Polyneikes, buiten de stadsmuren te brengen en ze daar onbegraven te laten liggen, ten prooi aan de gieren en andere aasdieren. Groot was hierover de verontwaardiging van Antigone, de zuster van de beide broers. Des nachts ging ze haar broeders dode lichaam met aarde bedekken om hem zodoende toch enige vorm van begrafenis te geven. Maar deze ongehoorzaamheid kwam haar oom Kreon ter ore. Hij veroordeelde haar ter dood. Ze werd in een onderaardse kerker geworpen, hoezeer zijn zoon Haimon, die met Antigone verloofd was, hem ook smeekte haar leven te sparen.
Toen kwam Teiresias laattijdig, helaas! ten tonele. De grote ziener voorzag onheil voor de familie van de wrekende heerser. Door zijn hardvochtigheid zou Kreon weldra twee van zijn geliefden verliezen, zo luidde Teiresias voorspelling. Dit opende Kreon de ogen. Hij gaf opdracht Antigone uit haar kerker te verlossen, maar te laat: het meisje had zich verhangen. Haimon, door verdriet overmand, benam zich eveneens het leven. En evenzo deed Kreons echtgenote, die al die ellende niet langer kon aanzien. De voorspelling was uitgekomen. De wrede koning was vreselijk gestraft.
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een schilderij van Louis Jean François Lagrené
Schilderij door Louis Jean François Lagrenée (Parijs 1725-1805): olie op doek, 76 x 58 cm. Teiresias ontwaart, verschrikt en duidelijk per ongeluk, een badende Athena in haar blootje. Waarna de gewezen transgender buiten elke proportie met blindheid wordt gestraft.
L. J. F. Lagrenée (Parijs 1725-1805) is een van de vele door het grote publiek bijna 'vergeten' goede schilders. Hij kreeg zijn opleiding o.a. in de school van Karel André van Loo te Rome. Won diverse grote prijzen, werd o. a. directeur van de Académie de France en van de Academie voor Schone Kunsten te St. Petersburg. Na zijn verblijf in Rusland kreeg hij vele opdrachten van koninklijke paleizen en adellijke personen. Hij was zeer productief. Wel 460 doeken zijn aan hem toegeschreven: naast portretten en bijbelse taferelen vnl. onderwerpen uit de klassieke oudheid en mythologie. Heel wat scenes zijn ronduit erotisch, vnl. in de voorstelling van lesbische koppels. Zijn stijl is die van de Italianen uit de 17de eeuw, rococo later overgaand naar het neoclassicisme. Zijn doeken hebben een geslaagde compositie en zijn lieflijk van kleur, de personages anatomisch perfect getekend. Het verhaal is zelden overdreven pathetisch voorgesteld.
(1) In dit verhaal wordt Teiresias met blindheid geslagen door Athena.
In een ander verhaal evenwel is Hera de "boosdoenster" (cf. www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=3185904).
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 16 november (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Teiresias. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
Nooit is Athena, de godin van de wijsheid, verliefd geweest, nimmer heeft zij kinderen gebaard. Wie haar naaktheid aanschouwd had, hetzij met opzet, hetzij per ongeluk, strafte ze met blindheid. Dat ervaarde een sterveling, Teiresias, die haar verraste terwijl ze zich baadde. Ze ontnam hem het licht uit zijn ogen. Doch achteraf kreeg ze daar spijt van en ter compensatie schonk zij hem de gave van de helderziendheid en de voorspelling, een gave die hij ook na zijn dood mocht behouden in de onderwereld. Er is evenwel nog een ander verhaal over de beroemde ziener Teiresias, hoe hij blind werd en de gave van de profetie kreeg...
Niet Athena maar de oppergodin Hera zou Teiresias met blindheid geslagen hebben. Aan de oorsprong hiervan ligt een hevig dispuut tussen de oppergod Zeus en zijn dierbare eega. Zeus was weer eens vreemd gegaan en daarom slingerde Hera hem allerlei verwijten naar het hoofd. Zeus verdedigde zich door te stellen dat de vrouw veel meer genot beleeft tijdens de geslachtelijke vereniging dan de man, waardoor deze laatste dus, bij wijze van compensatie, gerechtigd is vaker en met verscheidene vrouwen sexuele omgang te hebben. Hera was het met die stelling niet eens. Er diende een scheidsrechter aangesteld te worden. Daar kwam enkel Teiresias voor in aanmerking. Hij immers was de enige persoon die zowel man als vrouw geweest was, de enige dus die een oordeel kon vellen over wie het meeste genot beleeft bij de geslachtsdaad: de man of de vrouw. Teiresias was immers zelf een tijdje vrouw geweest... Hoe dat gekomen was? Ziehier.
Toen Teiresias eens, een jonge knaap nog zijnde, op wandel was op de hellingen van het Kithairongebergte, zag hij twee slangen paren. Met zijn stok scheidde hij de twee slangen en sloeg er één dood, het vrouwtje. Dit was niet naar de zin van de goden en Teiresias werd, voor straf, veranderd in een vrouw. Zeven jaar later zag Teiresias op dezelfde plek weer twee slangen paren. Hij reageerde zoals de eerste keer en weer sloeg hij één van de slangen dood, het mannetje. En terstond kreeg hij zijn mannelijk lichaam terug.
En Teiresias, als "ervaringsdeskundige" velde zijn oordeel: als wij het genot dat de man beleeft het getal één geven, dan moeten wij het genot van de vrouw het getal negen geven! Hera voelde zich zwaar gekrenkt door dat oordeel en ze sloeg Teiresias met blindheid. Zeus kon hem weliswaar het licht van zijn ogen niet teruggeven, maar de oppergod deed niettemin zijn best om een en ander goed te maken. Zo schonk hij hem de gave van de helderzienheid, hij maakte zijn gehoor vele malen scherper dan bij een normale sterveling en hij zorgde ervoor dat hij de taal van de vogelen kon verstaan. Verder schonk Zeus Teiresias zeven levens en hij beloofde dat hij in het hiernamaals zijn zienersgaven zou mogen behouden.
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij twee kunstwerken die elk een verschillende episode in het verhaal illustreren: een tekening van Willy Pogani en een Apulische amphora.
Iason, Medeia, het Gulden Vlies, de slang en de heilige boom
Een zeer mooie tekening: 'Jason bevecht de draak met de hulp van Medea', leek mij terug te voeren tot de Jugendstil. Wie schetst mijn verbazing wanneer ik de herkomst ervan terugvond: een plaatje uit een verzameling 'om in te kleuren': "jason_medea_the golden_fleece_coloring_page.pdf." van 'supercoloring.com'! Onder 'Griekse mythologie' staan er maar liefst 57 en onder Ilias en Odyssea elk 34, allemaal van een kwaliteit die een bron met faam doet vermoeden en na wat zoeken blijkt dat een bekroond kinderboek te zijn met tekeningen van een mij tot gisteren nog onbekende Willy Pogany (°Hongarije 1882 - + US 1955): 'The golden fleece and the heroes who lived before Achilles' (1921). Willy Pogany was een productieve Hongaarse illustrator van o. a. kinderboeken en zijn werk is inderdaad onder te brengen in de . Jugendstil !
Iason overhandigt het Gulden Vlies aan Pelias
Eens te meer blijkt een treffende en mooie afbeelding van het Gulden Vlies een zeer goed bewaarde versiering van een Apulische amphora te zijn. Mijn vermoeden dat ze niet een gewoon gebruiksvoorwerp was wordt bevestigd in een Duits artikel dat handelt over een collectie van dergelijke kruiken die in het bezit zijn van de 'Antikensammlung Berlin' en waarin beschreven wordt dat ze zouden gebruikt zijn bij een dodenceremonie. Datering tussen 240 en 340 voor Christus. De hier getoonde afbeelding staat op een kruik van dezelfde aard en afkomst welke sinds 1818 in het bezit is van het Louvre. Ze stelt de scène voor waarin Jason het Vlies aan koning Pelias overhandigt. Een gevleugelde 'Nike' staat op het punt Jason te kronen met een bloemenkrans.
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 16 oktober (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van het Gulden Vlies. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
In het vorige verhaal hebben we gezien hoe het gulden vlies terechtkwam in Colchis, een stad aan de Zwarte Zee. Hier volgt het verhaal van Iason en de Argonauten, die de kostbare ramsvacht terughaalden naar Griekenland...
In opdracht van Pelias, koning van Iolkos (een stad in Thessalië, in het Noorden van Griekenland) voer de held Iason, samen met vijftig andere Griekse helden naar Colchis, teneinde het gulden vlies terug te halen tot meerdere eer en glorie van het vaderland. Hun schip droeg de naam Argo en ze noemden zichzelf Argonauten. Toen ze, na een zeer tumultueuze reis vol avonturen en gevaren, Colchis bereikt hadden, begaf Iason zich onmiddellijk naar het paleis van koning Aietes en deelde hem zonder omwegen mee dat hij gekomen was om het gulden vlies mee te nemen naar Griekenland. De koning gaf geen krimp, deed alsof hij daar wel mee kon instemmen en sprak:
- Het gulden vlies bevindt zich in een bos, dat gelegen is in een heiligdom van Ares. In dit heiligdom ligt ook een veld. Ten bewijze dat ge het gulden vlies waardig zijt, vraag ik u dit veld om te ploegen. Span daartoe mijn twee ijzeren stieren, een geschenk van Hephaistos, voor de ploeg, ploeg het veld om en zaai daarna op de omgeploegde akker de drakentanden die ik u zal geven. Als gij dat alles tot een goed einde zult gebracht hebben, zult ge toegang krijgen tot het heilig bos.
Iason stemde in met de opdracht. Hera nochtans voelde dat haar beschermeling deze taak zonder hulp niet tot een goed einde zou brengen. Ze ging te rade bij Aphrodite. De liefdesgodin stuurde haar zoontje Eros naar het paleis van koning Aietes. Eros schoot een gouden pijltje in het hart van Medeia, s konings dochter. Deze werd stante pede tot over de oren verliefd op de stoere krijger Iason en ze voelde zich bereid hem te helpen bij zijn moeilijke onderneming. Van haar grootvader, de zonnegod Helios, had Medeia de kunst van het toveren geleerd en die kunst zou ze nu aanwenden ten bate van haar geliefde held. Ze bereidde een tovervloeistof waarmee hij zijn lichaam diende in te smeren. Dat zou hem onkwetsbaar maken en hem bovendien de kracht geven om de sterke vuurspuwende metalen stieren te bedwingen.
En zo slaagde Iason erin de stieren bij de horens te grijpen, hen onder het juk te krijgen en het veld om te ploegen. En net zoals Kadmos in Thebe had gedaan (zie verhaal nr. 13), zaaide Iason de drakentanden, die Aietes hem had gegeven, op de omgeploegde akker. En ook hier ontstonden uit de tanden gewapende krijgers, die elkaar te lijf gingen en elkaar doodden, nadat Iason op Medeias advies, een steen tussen hen had geworpen. Toen begaf Iason zich in het heilig bos. Medeia kreeg van haar vader de toestemming hem de weg te wijzen naar de heilige eik waaraan het gulden vlies was vastgespijkerd. Aietes wist toen nog niet van haar liefdevolle houding ten opzichte van Iason. Het vlies werd bewaakt door een vreselijke draak. Maar ook hier wist Medeia raad. Zij wierp de draak een paar koekjes toe, die ze doordrenkt had met een sterk slaapverwekkend middel. De slapende draak het hoofd afhakken was nu kinderspel. Iason maakte het gulden vlies los en omgordde er zijn lenden mee. Ondertussen was het verraad van Medeia uitgelekt. Aietes was uitzinnig van woede. Hij gaf opdracht Iason en Medeia te doden. Maar beiden konden nog tijdig het argonautenschip bereiken. In ijltempo voer de Argo af. Inderhaast had Medeia nog haar broertje Absyrtos meegenomen. Met een gewapende legermacht zette Aietes de achtervolging in over zee. Ze zouden de Argo ongetwijfeld ingehaald hebben als Medeia niet weer was opgetreden. Een ongemeen wreed optreden. Met een mes stak ze haar bloedeigen broertje dood, ze sneed het lichaam aan stukken en wierp het in de zee, vóór de ogen van zijn vader en de andere achtervolgers. Aietes gaf opdracht aan zijn mannen de lichaamsdelen van zijn zoon op te vissen. Toen dit gebeurd was, was de Argo uit het zicht verdwenen. Om de achtervolgers te misleiden namen de argonauten een andere vaarroute, naar het noorden toe. Zo kwamen ze aan de monding van de Donau. Ze voeren deze rivier op. De mannen van Colchis waren ze kwijtgespeeld, maar de terugreis zou nog lang en ingewikkeld worden. Via de Donau kwamen ze in de Adriatische Zee terecht en vandaar via de Po en Zuid-Frankrijk in de Rhône en de Middellandse Zee. Vooraleer de thuishaven Iolkos te bereiken werd ook nog Korfoe aangedaan, en de Noordkust van Egypte, en Kreta...
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar een treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal komt hij uit bij een muurschildering uit Pompeï (eerste eeuw na Christus).
Op zoek naar een mooie afbeelding over het onderwerp van de maand, vond ik iets waarvan ik dacht dat het een Romeinse muurschildering kon zijn, maar dan wel één die uitzonderlijk goed bewaard was gebleven Niet dus... want na verder zoeken stootte ik op wat de échte muurschildering is (Pompeï, 1eE.n.C). Matig beschadigd, zoals te verwachten, maar o zoveel mooier!
Ondanks de beschadiging behoudt de muurschildering zijn uitstekende picturale kwaliteiten, in 't bijzonder zijn prachtig coloriet. Phrixos' kop is hier veel mooier, zijn Griekse haardos en de speelse schildering zijn totaal verloren gegaan in de kopie.
Op de achterkant van het kalenderblaadje van 15 september (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Phrixos en Helle. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust".
Ino was een dochter van Kadmos, koning van Thebe. Zij trouwde met Athamas, een koning in Beotië en later ook in Thessalië. Hij was een zoon van Aiolos, de god van de winden. Athamas had twee kinderen uit een eerste huwelijk met Nephele, de godin van de wolken: Phrixos en Helle. Het klikte niet tussen Ino en haar twee stiefkinderen. Toen er een tijd van rampspoed aanbrak en men volgens goede gewoonte het orakel raadpleegde, kocht Ino de orakelpriesters om. Het orakel was formeel: Phrixos en Helle moesten geofferd worden! Maar hun moeder Nephele waakte. Verstoten door Athamas leefde ze teruggetrokken. Toen Phrixos en Helle echter naar het offeraltaar geleid werden, liet zij een wolk nederdalen over hen, en toen de wolk optrok stond daar een gevleugelde ram met een gouden vacht. Nephele gaf haar kinderen opdracht plaats te nemen op de rug van de gevleugelde ram en in geen geval naar beneden te kijken als zij hoog in de lucht gingen stijgen. Het dier steeg op en zette koers in de richting van de Zwarte Zee. Toen ze gekomen waren boven de zeestraat die de Egeïsche Zee scheidt van de Zee van Marmara, keek Helle naar beneden, ondanks de waarschuwing die ze van haar moeder had gekregen. Ze werd duizelig, waardoor ze naar beneden tuimelde en verdronk in de zeestraat die naar haar Hellespont - nu beter bekend onder de naam Dardanellen - werd genoemd. Phrixos vloog nu alleen verder, tot de ram landde in Colchis, een gebied in het Oosten van de Zwarte Zee. Daar offerde Phrixos de ram aan Zeus en hij schonk de gouden vacht van het dier aan de koning van Colchis, Aietes. Deze was de zoon van twee titanenkinderen, namelijk van de zonnegod Helios en van de okeanide Perseïs. Aietes hing het vlies aan een eikenboom in een bos dat aan de god Ares was gewijd en hij liet het daar bewaken door een draak. Het orakel had hem immers voorspeld dat de welvaart van zijn land zou afhangen van het bezit van een gouden schapenvacht. Phrixos huwde met een dochter van Aietes en keerde nooit meer terug naar zijn vaderland.
Wie stuurt een tekening? i.v.m. één van deze mythologische verhalen... ... naar kris.vansteenbrugge@skynet.be De mooiste worden gepubliceerd. Vermeld je naam en die van je school+klas.