Heel vaak worden muziek en godsdienst aan mekaar gelinkt. En toch
van enkele van onze allergrootste kunstenaars is bekend dat zij niet gelovig waren, ook al is hun religieuze muziek onsterfelijk gebleken.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zou je aan Ludwig van Beethoven denken, geboren in 1770 en overleden in 1827? Deze grote musicus was grootgebracht als katholiek, maar verliet de kerk en nam Goethes pantheisme aan. Pantheisme is de doctrine die god gelijkstelt aan de natuurwetten en natuurkrachten. Hoewel Ludwig van Beethoven een katholieke mis componeerde (Missa Solemnis), die door een autoriteit werd beschreven als 'misschien de grootste verrichting van muzikale expressie die de kunst bezit,' bleef hij pantheist tot het einde. Het is pikant dat de muziekexpert die zijn mis op deze manier waardeert, Sir G. Macfarren, hem beschrijft als 'vrijdenker', dat wil zeggen een atheist - (in de Imper. Dict. of Univ. Biog.).
Beethovens belangrijkste biografen zijn helder over zijn denkbeelden over godsdienst. Toen hij stervende was, gaf hij toe aan de druk van zijn katholieke vrienden en liet een priester de sacramenten leiden, maar er wordt toegegeven dat toen de priester de kamer verliet Beethoven zei, met de Latijnse woorden van het antieke Romeinse theater: "Aplaudiseer, vrienden, de komedie is voorbij." Tijdens zijn meest geïnspireerde jaren had hij nauwelijks religieuze gevoelens. Toen Felix Moscheles eens op zijn manuscript schreeft: 'Met de hulp van God", schreef Beethoven: "Man, help jezelf."
Kijk verder eens naar Hector Berlioz, geboren in 1803, overleden in 1869, een Franse componist. Hij componeerde katholieke kerkmuziek, waaronder het beroemde Te Deum en de Dodenmis, en hij is inderdaad door de kerk binnengehaald als een van hun in de Katholieke Encyclopedie. Toch heeft Berlioz vaak in zijn brieven verklaard dat hij een atheist was. In G. K. Boults 'Leven van Berlioz' (1903) is op pagina 298 een brief gedrukt waarin hij, kort voor hij stierf, zei: 'Ik geloof niets.'
We gaan verder naar Alexander Cesar Leopold Bizet, geboren in 1838, overleden in 1875, gewoonlijk bekend als Georges Bizet, de componist van Carmen etc. Zijn vroege dood beëindigde een veelbelovende carrière. Zijn brieven, die na zijn dood werden gepubliceerd door L. Ganderax in 1908, zijn vol skepsis. In een brief zegt hij: 'Ik heb altijd de antieke heidenen met oneindig plezier gelezen, terwijl ik bij Christelijke schrijvers alleen maar systeem, egoisme, intolerantie en een volledig gebrek aan artistieke smaak waarneem. '
Dit zijn werkelijk de grootsten, want de volgende is Johannes Brahms, geboren in 1833, overleden in 1897, de beroemde Duitse componist. Aangezien hij het prachtige Duitse Requiem schreef voor de protestante kerk, gaan de meesten ervan uit dat hij een Christen was, maar hij was zelfs minder religieus dan Beethoven. Hij onthult in zijn brieven aan Herzogenberg (Brieven van J. Brahms: de correspondentie met Hersogenberg, Engelse vertaling 1909) dat hij een totale agnost was. De '4 ernste Gesänge' die hij het jaar voor zijn dood publiceerde, zijn door een criticus beschreven als 'zijn hoogste prestatie in het op een edele manier uiten van nobele gedachten.' Toch wordt door de tekst van het eerste lied het idee van persoonlijke onsterfelijkheid in feite verworpen en belachelijk gemaakt.
Maar wat te denken van Claude Achille Debussy, geboren in 1862 en overleden in 1918, de Franse componist? Hij ging naar het conservatorium van Parijs toen hij 11 was, en rond 1902 waren L'apres midi d'un faune en andere composities in de hele wereld bekend, en was hij uitgeroepen tot 'een van de belangrijkste musici van zijn generatie'. Hij was een van de 'neopaganisten' (zelfbenoemd) van die briljante periode, en zijn begrafenis was puur wereldlijk.
Ook moet natuurlijk Wolfgang Amadeus Mozart worden genoemd, geboren in 1756, overleden in 1791. Hij begon te componeren toen hij vijf was, en dirigeerde een mis van eigen hand op twaalfjarige leeftijd. Het volgende jaar maakte de paus hem Ridder in de Gouden Orde, en tien jaar lang was hij concertmeester voor de Aartsbisschop van Salzbury. Rond deze tijd begon hij zijn katholieke geloof te verliezen en raakte hij in problemen met de kerkautoriteiten. Hij sloot zich aan bij de vrijmetselaars, die door de kerk in de ban waren gedaan, en begon opera's te schrijven. Hoewel hij veel kerkmuziek schreef en in de Katholieke Encyclopedie wordt ingelijfd bij de katholieken, is hij volgens twee toonaangevende biografen zonder meer een niet-christen. Wilder geeft hiervoor overvloedig bewijs, en vertelt ons dat hij op zijn sterfbed weigerde een priester te laten komen, en toen zijn vrouw dit desondanks toch deed, werd de priester geweigerd, en hij werd zonder dienst in een algemeen armengraf begraven. Zijn beroemde Requiem was gecomponeerd voor graaf Walsegg, die Mozart betaalde maar zijn eigen naam op de compositie zette. Ulibichov, de tweede belangrijke biograaf, geeft nog meer bewijs dat Wolfgang Mozart de kerk heeft verlaten.
|