Vandaag in mailbox een vraag van een attente genealoog over een van de voorouders van mijn vrouw. Hij vraagt om te verklaren hoe ene Petrus Jacobus Faict ()1729) aan een dochter komt op 67-jarige leeftijd. Ik was er natuurlijk niet bij om een kaarsje vast te houden. Maar onmogelijk lijkt het niet als we weten dat zijn (tweede) vrouw 23 jaar jonger was. De brave borst had vast geen radio om de dagelijkse reclaampjes te horen over "mannen boven de veertig". En ik wijs er op dat kardinaal Richelieu al een flink eind in de tachtig was toen hij zijn laatste kind zag geboren worden. Of ... wat genealogie allemaal doet met mensen. Overigens, die Petrus Jacobus mag dan al een flinke knar zijn, het omgekeerde vind je ook in die stamboom. Ook tienerzwangerschappen zijn van alle tijden.
Ik kreeg een paar reacties op de afbeelding die bij de blog van gisteren stond. Zo van : "waarvoor ineens dat prentje met het woord goesting". Om te beginnen: dat icoontje komt uit de officiêle aankondiging voor het evenement. En het is zo een heerlijk Vlaams woord, (ik denk vorig jaar) gekozen tot mooiste woord. Smeuïg, bourgondisch. Goesting om te zingen, klinkt veel aantrekkelijker in mijn oren dat zin om te zingen. Het is zo iets waar je hele body en je hele ziel bij betrokken is.Wij hebben wel meer van die mooie woorden die misschien alledaags klinken maar een stukje van onze volksaard laten zien. Dus: GOESTING.
¨De eerste praktische schikkingen voor Zingen tot morgenvroeg (2mei - Gent) zijn binnengekomen.
Wie met de trein komt krijgt in april een armbandje, waarmee hij gratis toegang heeft op alle treinen in Belgie op die dag. Uiteraard moeten supporters en familieleden wel betalen. Misschien is het best dat één van de bestuursleden contact opneemt met de NMBS voor een reservatie tot Gent.
Nog met dat ambandje heb je een instap op de bootjes. Die zoek je vanaf Gent-Dampoort, waar de route goed zal aangeduid zijn. De organisatie van het goodbyeconcert wordt nog afzonderlijk doorgegegevn.
Algemene repetitie: 2 mei om 12.30 op het Sint-Pietersplein. Boterhammekes meebrengen en (hopelijk onder een stralende zon) opeten op de tribune. Het grote zangevenement zelf begint om 14.00 uur en duurt ongeveer 75 minuten.
Uniform: een duidelijke RODE toets (hoed, sjaal, hemd, neus ....).
In de monumentale Sint Jacobskerk te Brugge, waarvan de oudste delen dateren uit 1240, vindt op zondag 7 maart om 16 uur het slotconcert plaats van het Bachweekend 2010. Uivoerders zijn het koor van het Bachweekend onder leiding van Ignace Tevelein en Ludo Claesen. Orkest: Collegium de Dunis, met Amaryllis Dieltiens, sopraan, Steve Dugardin, altus, Vincent Lesage, tenor, en Jan Van der Crabben Bas.
Op het programma: BWV 6: Bleib bei uns denn es wird Abend werden BWV 23: Du wahrer Gott und Davids Sohn BWV 75: Die Elenden sollen essen
Frédéric Chopin hield niet van de vrouwen: de vrouwen hielden van hem. Het meest duidelijk werd dat toen er iemand in zijn leven kwam die eigenlijk een vroege feministe was. Een vrouw die zich in de 19e eeuw er totaal niet voor schaamde om een broek te dragen, om sigaren te roken en om zich niet bij haar uiterst vrouwelijke voornamen Amandine Lucile Aurore te noemen, maar voor 'George' koos. Voluit noemde zij zich George Sand. Ze zag Chopin piano spelen en ze móest en zou hem voor zich winnen. Chopin daarentegen vroeg zich af of ze wel een vrouw was en verafschuwde haar. Hoe dan ook: hoe meer avances ze maakte, hoe meer die afkeer in een vreemd soort obsessie voor haar veranderde. Na twee jaar hadden ze uiteindelijk een relatie.
Ook rond die tijd was de gezondheid van haar zoon Maurice dusdanig slecht dat haar dokter haar aanbeval met hem een kuurvakantie te gaan houden. Ze besloot naar Mallorca te gaan en bracht Chopin en haar dochter Solange (die later ook nog amoureuze escapades met de componist had) mee. Dat kwam mooi uit, want Chopin stond net op het punt om door een ex van Sand tot een duel te worden uitgedaagd. Dat hij echter ook een opstartende tuberculose onder de leden had werd bijzonder slecht ontvangen door praktisch iedereen met wie ze te maken zouden krijgen: de vakantie werd een hilarische hel en is door Sand opgetekend in Un hiver à Majorque, waarschijnlijk de ergste anti-vakantiebrochure ooit gepubliceerd.
Allereerst ruzie met de kapitein van het schip naar Mallorca. Die wilde omwille van Chopins tbc niet dat hij (in het boekje van Sand genoemd als 'onze reiziger' of 'onze patiënt') op het matras in de boot ging liggen, verbrandde het ding toen hij dat uiteindelijk toch had gedaan en rekende daarna dubbele vervoerskosten. Vervolgens zat het weer niet mee: drie maanden non-stop regen en een gruwelijke koude plaagden de reizigers, die in een vertrek met dunne muren en geen open haard verbleven. Maar toen daarna 'onze reiziger' ernstig begon te hoesten brak ook nog eens totale onrust uit bij de plaatselijke bevolking, die dachten dat de pest was teruggekeerd op hun eiland. Chopins ziekte werd door het weer en de afwezigheid van apotheken erger en erger, waardoor de huurbaas zo bang werd voor besmetting, dat ze op straat stonden. Via een bevriende Franse ambassadeur kregen ze een nieuw onderkomen - zonder meubilair, dat ze van een Spaanse voortvluchtige in een nabijgelegen klooster konden kopen voor veel te veel geld.
Mallorca goed voor de gezondheid? Misschien was dat eerder zo geweest, maar in de nieuwe kamer was in ieder geval geen frisse lucht: Sand beschrijft een permanente walm van kookvet, peper, knoflook en andere kruiden en ervoer non-stop de alomtegenwoordigheid van gebraden varkensvlees. Stinkende en luidruchtige zwijnen renden overal. De kip die hen op een dag werd voorgezet zat onder de vlooien en de bevolking die steeds vijandiger werd sleet hen voedsel dat wél vers was, maar tegen exorbitant hoge prijzen. In ultieme wanhoop kochten de feministe en de tbc-lijder een stel geiten, waarvan de buren de melk stalen, die het reisgezelschap hoe dan ook zeer zuur smaakte.
Maar goed, één lichtpuntje: het zat in ieder geval de creativiteit van Chopin niet in de weg. Hij liet een Pleyelpiano versturen naar Mallorca om verder te kunnen componeren (douanerechten tegen de prijs van een nieuwe), schreef enkele van z'n mooiste pianowerken en op den duur gingen ze toch maar weer eens op huis aan. Sand en Chopin bleven niet de rest van hun leven bij elkaar en ook het schilderij dat van het paar werd gemaakt door de bevriende schilder Delacroix werd in tweeën gesneden: hij hangt in het Louvre, zij in een kunstgalerij in Kopenhagen.
Het opstellen van een werkprogramma voor een koor is niet altijd een simpele zaak. Er is eerst en vooral de expliciete doelstelling van een bepaald koor: sommigen hebben opdrachten die steeds terugkomen (denk aan vieringen op kerkelijke hoogdagen). Anderen hebben impliciete doelstellingen, naast het genieten van de muziek die iedere week weer opnieuw tot leven komt. Zo kan er de ambitie zijn om een hoger artistiek niveau te bereiken. Of men wil een programma maken dat uitnodigend kan zijn voor nieuwe potentiële zangers. En dat spreken we nog nietvan de genres, of de verschillende mogelijkheden in de uitvoeringspraktijk: a cappella, pianobegelieding, orchestrale versies ... Een aandachtig dirigent zoekt bovendien voorzichtig naar het implementeren van hedendaagse muziek, een broos evenwicht tussen de spontane voorkeuren van sommige koorleden en noodzakelijke vernieuwing. Een praktijk die goed kan werken, is het doornemen en/of voorspelen van nieuwe werken in het bestuur van een koor, als dit de afspiegeling is van wat er leeft bij de leden. En heel af en toe mag de dirigent eens eigenzinnig zijn, en het koor voorzichtig dwingen om van iets onbekend te proeven. Onbegane paden openen soms prachtige vergezichten.
Met een dagje vertraging herdenken we dat Frédéric Chopin 200 jaar geleden gedoopt werd - zijn juiste geboortedatum is een beetje onduidelijk. Hij werd geboren in Zelazowa Wola, een dorpje in het groothertogdom Warschau, dat toen bij Rusland hoorde, uit een geëmigreerde Franse vader en een Poolse moeder. Over het algemeen wordt hij beschouwd als de grootste componist die Polen heeft voortgebracht. Eoals wij allen weten is zijn werk bijna helemaal gefocust op de piano: heel veel solowerk, een paar prachtige pianoconcerten (wie zei er ook al weer dat Chopin niet kon harmoniseren?). Zijn pianowerk, technisch enorm veeleisend, is een echte staalkaart van de romantische muziek. Zijn 24 préludes zijn baanbrekend. Ten gevolge van een mislukte opstand tegen de Russische bezetter, ging de twintigjarige Chopin, die er al een hele carrière als wonderkind op zitten had, in 1830 in ballingschap naar Parijs. Op enkele kleine reizen na, zou hij Frankrijk nooit meer verlaten. Hij was een gevierd componist, die heel gerieflijk kon leven van de zeldzame concerten die hij in de chique salons van Parijs gaf. Na enkele mislukte verhoudingen met Poolse vrouwen in Parijs, beleefde hij tussen 1837 en 1847 een legendarische (stormachtige) romance met George Sand (pseudoniem van barones Dudevant), een excentrieke schrijfster die in mannenkleren rondliep en sigaren rookte. Romance ja, maar George Sand schreef aan een vriend dat zij in acht jaar zeven jaar als maagd geleefd had. In 1849 stierf Chopin, waarschijnlijk aan TBC (al zijn er nog andere theorieën over de aard van zijn ziekte). Het heimwee naar Polen dat in zijn muziek doorklinkt blijft na hem voortleven.
Een aangename verrassing was het om vorige zaterdag Eliane Rodrigues nog eens te horen vanuit de luwte van haar huis in Schilde. De eerste keer dat zij mij echt vastgreep was op de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano, met haar sublieme, hartverscheurende vertolking van het 4e pianoconcerto van Beethoven. Dit voormalig Braziliaans wonderkind leeft nu al verschillende decades in België. Ze doceert piano aan het conservatorium van Antwerpen en is ook hoe langer hoe meer zelf gaan componeren. Ik leerde haar beter kennen toen ik een recital organiseerde met haar in Mortsel, waar zij op ontroerende wijze Chopin (nog steeds haar handelsmerk) vertolkte. Later zou ik haar ook privé ontmoeten om heel persoonlijke redenen.
Toen zij wilde optreden in Mortsel herinner ik mij dat zij heel precieze eisen had voor het instrument waarop zij wilde spelen: het moest een Steinwayvleugel nr 5 zijn. En nu kwam zij dus op de radio in een uitzending over de evolutie van muziekinstrumenten en zij prees daar een piano aan waarvan ik - achtergebleven leek - nog nooit gehoord had. Bij haar thuis heeft zij een Faziolipiano staan, gekregen van haar echtgenoot. En zij vergeleek dit instrument met de Steinway. Steinway is de champagne - zo zei zij - maar Fazioli is een warme rode bourgogne. Effen rondsurfen leert mij ondertussen dat de Italiaanse pianobouwer ondertussen een ijzersterke reputatie heeft opgebouwd met zijn handgemaakte vleugels, waarvan er zo een 150 per jaar gebouwd worden (ter vergelijking Steinway levert er ongeveer 1000 per jaar). Het instrument wordt geroemd om zijn onnavolgbare mogelijkeden van nuancering en om zijn warme baritonklank. Voor de amateurs: prijs varieert tussen 75.000 en 400.000 euro.
In 1651 barstte in Rusland een quasi burgeroorlog uit omdat de pas verkozen patriarch van Moskou, Nikon, wijzigingen wilde aanbrengen in de liturgie en in het uiterlijk omgaan met de religie. Het kwam tot een schisma waarbij brandstapels voor aartsbisschoppen niet geschuwd werden. Monniken van het beroemde Solovetskyklooster hielden het zeven jaar uit tegen de legers die de tsaar er op af stuurde, om hen in het gelid te dwingen. Na het Tweede Vaticaans Concilie zijn er ook in de katholieke kerk heel wat hervormingen doorgevoerd. Voordien moesten we teruggaan tot het Concilie van Trente om nog eens dergelijke ingrijpende richtlijnen voor de liturgie mee te krijgen. Ik ben geen kerkvader, zelfs geen Rik Torfs, maar erger me hoe langer hoe meer aan de excessen die bij de liturgie voorkomen. Pastoors schijnen niet meer te weten waar het om gaat: op een eerbiedige wijze omgaan met het Allerheiligste, volgens riten die aanvaard zijn en dit in schoonheid tot uiting brengen. Valse populariteit nastreven, angst voor rechtlijnigheid, of ... gebrek aan eigen cultuur, zoveel redenen om de schoonheid over boord te gooien. En dan maar jammeren dat er hoe langer hoe minder aandacht is voor het sacrale. Je kan niet verwachten dat je een Godservaring krijgt als je (en dat is nog een braveke!!) Hemelhuis door de kerk hoort schallen, of het liedje van de visser. Ik hoorde nu al op de radio zeggen dat aartsbisschop Leonard hier werk zou mogen van maken, maar dat hij helaas geen middelen heeft om zijn personeel tot rede te brengen. En dan maar zwijmelen als we eens in een klooster de onaardse schoonheid van vespers meemaken, of als we in de basiliek van Koekelberg voor duizenden Damiaan zien vieren. Shame on you, pastoors, die hier met zich laten sollen.