Het opstellen van een werkprogramma voor een koor is niet altijd een simpele zaak. Er is eerst en vooral de expliciete doelstelling van een bepaald koor: sommigen hebben opdrachten die steeds terugkomen (denk aan vieringen op kerkelijke hoogdagen). Anderen hebben impliciete doelstellingen, naast het genieten van de muziek die iedere week weer opnieuw tot leven komt. Zo kan er de ambitie zijn om een hoger artistiek niveau te bereiken. Of men wil een programma maken dat uitnodigend kan zijn voor nieuwe potentiƫle zangers. En dat spreken we nog nietvan de genres, of de verschillende mogelijkheden in de uitvoeringspraktijk: a cappella, pianobegelieding, orchestrale versies ... Een aandachtig dirigent zoekt bovendien voorzichtig naar het implementeren van hedendaagse muziek, een broos evenwicht tussen de spontane voorkeuren van sommige koorleden en noodzakelijke vernieuwing. Een praktijk die goed kan werken, is het doornemen en/of voorspelen van nieuwe werken in het bestuur van een koor, als dit de afspiegeling is van wat er leeft bij de leden. En heel af en toe mag de dirigent eens eigenzinnig zijn, en het koor voorzichtig dwingen om van iets onbekend te proeven. Onbegane paden openen soms prachtige vergezichten.
|