Met al die Eco-toestanden heb ik nog niet de kans gehad om te zeggen dat Musica ad Nives een heel mooie en verzorgde kerstviering neergezet heeft. Ondanks de talrijke afwezigheden (zieken, en zelfs ... gekwetsten) kregen we een mooi genuanceerde uitvoering, die blijkbaar ook door het publiek gesmaakt werd. Ik ging beginnen met de mannen proficiat te wensen - met weinigen hebben ze zeer mooi gezongen (2e strofe van Stille Nacht was bvb. heel sereen en gaaf) - maar dan zou ik de sopraantjes tekort doen: het leukste moment was bij hen voor de mis, toen ze ineens schrokken van het (zuivere gedurfde) geluid dat ze voortbrachten. Maar dan zou ik de alten tekort doen, wier volle klank mij echt kon bekoren. En in de viering was de organist een echte meerwaarde, die met zekere hand het koor ondersteunde.
Het volgende artikel van de hand van Umberto Eco in De Morgen van 24 december 2009.
"Bijna per toeval was ik onlangs getuige van twee soortgelijke scènes: een vijftienjarig meisje verdiept in een boek met kunstreproducties en twee vijftienjarige jongens die geïnteresseerd een bezoek brachten aan het Louvre. De ouders van de drie waren ongelovig en de tieners groeiden op in seculiere landen. Het ontbreken van een religieuze achtergrond beïnvloedde duidelijk hun vermogen om de kunst te appreciëren die ze zagen. De tieners begrepen dat de onfortuinlmijken in Théodore Géricaults Het vlot van Medusa overlevers waren van een schipbreuk. Ze hadden ook door dat de personages in De Kus van Francesco Hayez minnaars waren. Maar het was moeilijk voor hen om te vattenn waarom Fra Angelico een meisje schilderde dat praatte met een homoseksuele man met vleugels in Dennunciatie en waarom Renbrandts Mozes verbrijzelt de tafelen der wet een heer die er nog haveloos uitziet maar licht doet schijnen uit hoorns op zijn hoofd een helling afdaalt met twee zware, stenen tabletten.
Verwarring Sommife delen van de kerstvoorstelling kwamen deze jongelingen bekend voor omdat ze soortgelijke dingen hadden gezien in het verleden. Maar als drie mannen met mantels en kronen bij de kribbe stonden, hadden de tieners er geen idee van wie ze waren en wat ze er kwamen doen. Het is onmogelijk om grofweg drie kwart van de Westerse kunst te begrijpen als je de verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament niet kent. Wie is dat meisje met haar ogen open op een bord? Is ze een personage uit Night of the Living Dead? En voert die ridder die zijn mantel in tweeën snijdt campagne tegen Armani? In vele landen leren kinderen wel op school over de dood van Hector, maar niets over Sint Sebastiaan. En misschien alles over het huwelijk van Cadmos en Harmonia, maar niets over de bruiloft van Kana. In andere landen steken ze de hoofden van de kinderen vol met de diverse staties van de kruisweg, maar zwijgen ze over 'de vrouw gekleed met de zon' die voorkomt in het boek Openbaring. De grootste verwarring ontstaat vaak als westerlingen (en niet alleen vijftienjarigen) op religieuze iconen van andere culturen stuiten, wat almaar vaker gebeurt omdat ze naar verre landen reizen en omdat mensen uit die culturen zich in het Westen vestigen. Ik heb het niet over de verbaasde reactie van Westerlingen op een Afrikaans masker of over de hilariteit bij het zien van een enorm dikke boeddha. Het is een feit dat velen ongelovig het hoofd schudden als ze horen dat hindoes een godheid vereren met een olifantenkop, maar niets vreemds vinden aan de voorstelling van de christelijke god als duif.
Gevaarlijk Heel wat verwarring zou kunnen voorkomen worden als de scholen hun studenten elementaire informatie zouden bieden over leerstellingen en trazdities van de diverse religies. Zeggen dat dit niet nodig is, is hetzelfde als beweren dat we de kinderen niet over Zeus en Athena moeten leren omdat het personages zijn uit fabeltjes voor oude wijven in het antieke Griekenland. Godsdienstonderwijs beperken tot één religie (zoals hier in Italië gebeurt) is gevaarlijk. Leerlingen die ongelovig zijn (of kinderen van ongelovigen) zullen die lessen niet volgen en missen bijgevolg een minimum aan fundamentele, culturele bagage. En meestal wordt in de lessen geen melding gemaakt van andere religieuze tradities. In Italië wordt het wekelijks keuze-uurtje godsdienst aangeboden door katholieke leraars, betaald door de staat. Het zou gebruikt kiunnen worden om ethische discussies te houiden over respectabele onderwerpen, zoals de plichten tegenover onze medemens of de aard van het geloof, zonder melding te maken van het soort informatie dat je nodig hebt om Raphaels La Fornarina te onderscheiden van de berouwvolle Maria Magdalena. In het middelbaar onderwijs waren de lessen kunstgeschiedenis verschrikkelijk, en in verlichte lokalen leerden ze ons alles over de Florentijnse dichter Burchiello maar niets over Shakespeare. Maar toch konden we die achterstand inhalen omdat de mensen en de cultuur ons die informatie aanreikten.
Dat gezegd zijnde, suggereert het lot van de vijftienjarigen over wie ik het had, de tieners die de drie wijzen niet herkenden, dat ons gigantisch informatienetwerk steeds minder feiten aanreikt die echt nuttig zijn en almaar meer feiten waar je absoluut niets mee kunt aanvangen.
Umberto Eco (1932) is de bekendste nog levende Italiaanse schrijver van onze tijd. Hij is hoogleraar in de semiotiek aan de universiteit van Bologna en brak internationaal door met zijn boek De naam van de roos. Deze spannende detectiveroman speelt zich af in 1327 tegen de religieus-filosofische achtergrond van de macht van de Rooms-Katholieke Kerk en verschillende stromingen daarin die vanuit het centrale gezag met kracht en met geweld werden onderdrukt. Zijn tweede boek, De slinger van Foucault, is in het heden gesitueerd, maar gaat vooral over de erfenis van de tempeliers en de rozenkruisers, een laat-middeleeuwse mystieke beweging. Eco schreef daarnaast nog essaybundels - Hoe schrijf ik een scriptie? - en drie romans: Het eiland van de vorige dag, Baudolino en De mysterieuze vlam van koningin Loana. In 2001 schreef hij daarnaast samen met de gepensioneerde aartsbisschop van Milaan, Carlo Maria Martini het boek Geloven of niet geloven: een confrontatie. Hij werd in 1998 opgenomen in de exclusieve Orde "Pour le Mérite".
Daarnaast zijn er een paar heel mooie kunstboeken door hem verzorgd, die uiteraard niet in mijn bibliotheek mochten ontbreken: De geschiedenis van de schoonheid, De geschiedenis van de lelijkheid en De betovering van lijsten.
Waarom nu Eco op deze blog? (eigenlijk zou iedereen hem moeten kennen). In de krant De Morgen stond vandaag 24 december 2009 een opmerkelijk pleidooi van Umberto Eco voor het onderwijs van religieuze feitenkennis. Morgen zet ik dat op mijn blog. Het is mij uit het hart gegrepen.
Waar je ook bent, ik wens je een zalig, warm, vreugdevol Kerstmis. Een huis om in te wonen. Een vuur om je te verwarmen. Een lach om je gelukkig te maken.
Tom Beghin (° 1967 - Leuven) is een internationaal gerenommeerd klavierspeler, met als grote specialisatie de historische uitvoeringspraktijk van werken uit de 18e en vroeg-19e eeuw. Op dit ogenblik is hij ook professor aan de McGill universiteit van Montreal. Hij heeft nu zopas een Blu-Ray uitgebracht onder het label Naxos met de volledige werken van Haydn voor soloklavier. Er is massief veel werk gestoken in het nabootsen van de akoestiek van de ruimtes waarin Haydn's werken zouden zijn vertolkt. En dat gebeurt allemaal in een studio die volgestouwd is met hoogtechnologische computersnufjes. De werkkamer van Haydn werd akoestisch opgemeten, maar even goed de palazzi waarin sommige werken door prinses Esterhazy werden gespeeld.
Ik kan me indenken dat voor de freaks hier iets uitzonderlijk is gepresteerd. Maar of dit bijdraagt aan het genot van de muziek? Ik vraag me af of prinses Marie Esterhazy zich echt druk maakte over de kamer waar zij zou spelen. En zou Haydn zich hebben afgevraagd waar één van zijn maitressen, de Italiaanse sopraan Luigia Polzelli zijn aria's zou gaan zingen?
Ik kan in elk geval even veel genieten van Philippe Herreweghe als hij Bach laat uitvoeren, als van Glenn Gould die Bach speelt op een moderne vleugelpiano. Maar ja, bij mij primeert gevoel nog altijd op technologie.
Pascale die haar bekken gekneusd heeft, Lieve die een schuiver maakte, Simone's schoonzus die overleden is, Jacqueline die de berg niet opgeraakt, Koen die ribben gebroken heeft en nauwelijks nog kan lachen ... wat een ellende bij zo een klein winterprikje. Ik herinner mij andere toestanden toen ik in putje winter in Sint-Petersburg ronddartelde. - 25 °, een halve meter sneeuw, de auto van de minister die vastreed ondanks de escorte die we gekregen hadden, vodka met sloten om ons te verwarmen. En dan de bedwelmende zoete warmte van het Marinsky-theater waar het ballet van het Zwanenmeer gedanst werd. Ik hou van de winter.
De Vier Seizoenen van Vivaldi is zijn meest bekende werk: een set van vier concerto's voor viool, waarin elk van de vier jaargetijden zijn eigen karakter van Vivaldi meekrijgt. Het is meteen ook het best gekende stuk Barokmuziek. In de Winter heb je zo bijvoorbeeld een hele reeks zilveren pizzicatonootjes in de hoge strijkers, wat een beetje doet denken aan ijsregen die neervalt.
Ik ben vanmorgen even (?) naar Antwerpen gereden om de Zirkstraat een bezoekje te brengen: daar is namelijk de zetel van Koor & Stem en het Huis van de Amateurkunsten. Musica ad Nives had al zijn partituren voor Zingen tot Morgenvroeg opgehaald, en nu was het de beurt aan KORILE. Na onze succesvolle kerstoptredens is het immers tijd om ons aan een nieuw repertorium te wagen. Zingen tot morgenvroeg ... wie gedacht had dat dit heel erg zou moeten gepromoot worden om toch maar de beoogde 1500 zangers bij mekaar te krijgen is er aan voor de moeite. Koor & Stem heeft de tribune voor 1500 zangers uitgebreid tot 1700 en is nu verplicht om de inschrijvingen af te sluiten. Ongezien succes!
Je hebt ze in soorten en maten, de kerstconcerten, waar je deze dagen over valt. Sjieke concerten, melomane toestanden, gezellige concerten. De presentator van dienst op het concert gisterenavond in Leest, Hans, kon het niet beter verwoorden: KORILE houdt geen concert in rok en avondkledij. Voor een schare trouwe aanwezigen (ondanks de barre winterkoude) hebben wij ons traditioneel kerstmoment gehouden onder de titel "Winterballade". Ik heb er een prettig warm gevoel aan overgehouden. In een gevarieerd programma werd gemusiceerd en verteld, op een manier die de luisteraars ongetwijfeld kon boeien, getuige de aandachtige stilte die heel de tijd heerste. Het koor liet op een verzorgde manier horen, waar ze de laatste maanden mee bezig waren, onze trouwe pianiste parelde Daquin uit haar Roland, de Suite Antique van Rutter liet de fluitiste toe haar kunnen te bewijzen, Leon vertelde Tolstoi op een onnavolgbare wijze, Pascale bewees nog maar eens dat Adam een evergreen schreef met zijn "Minuit chrétiens". Het geheel bewijst nog maar eens dat je mensen kan blij maken met je muziek. Of het nu Bach is of een Ierse ballade, als je er in gelooft dan mag je er mee uitpakken. Flink gewerkt, KORILE. Op naar een volgend toonmoment. En tot dinsdag want dan pakken we nieuwe dingen aan.
Gisteren gehoord op de radio: een nieuwe hype in de grote steden van China is Kerstmis. De yuppies van dienst zijn het die de Westerse kitch ontdekt hebben. In de winkelstraat weerklinken de Chinese versies van: We wish you a merry Christmas, van Djingle Bells en Stille Nacht. In de kinderspeeltuinen schalt de kerstmuziek uit de draaimolens, en de commercie vaart er wel mee. Voor een stuk heeft dat te maken met de talrijke buitenlanders die bereid zijn om rond Kerstmis flink de geldbuidel te tasten. McDonalds in Peling laat je betalen in een rode sok, en de dienstertjes zijn getooid met de traditionele kerstmuts. Natuurlijk heeft de doorsnee Chinees geen benul van de oorspronkelijke betekenis van Kerstmis, al werd recent gemeld dat de christelijke kerken meer leden hebben dan de communistische partij. Kerstmis is toch meer een moment voor cadeautjes, of, zoals een jonge Chinees zegde: een vervroegde Valentijn.
Zondag a.s. om 17.00 is er een mooi kerstconcert in de Sint Jacobskerk in Brugge. Eén van de componisten die geprogrammeerd is, is de Estlandse Arvo Pärt. De ondertussen 74-jarige musicus is één van de iconen van de moderne koormuziek. Na een levenslange zoektocht, heeft hij uiteindelijk ontdekt dat de religieuze muziek één van zijn beste uitdrukkingsmiddelen is. Elk hedendaags (goed) koor moet minstens de moeite doen om de rijkdom van zijn hamonieën te ontdekken.
Ik kan me soms zo verbazen over hoe sneeuw het landschap verandert. Zelfs al zijn het tien vlokjes, of een miljoen ( ik ben niet zo goed in schattingen) Zelfs al is de helft aangevroren ijs...Alles wit, de kleuren zijn het landschap uit. Of toch bijna...Verblind door de sneeuw ( je kan er amper naar staren , of je begint zo van die zwarte vlekjes te zien) zet ik een stapje buiten. Hup. Een voetstap. De eerste. Een schilderachtig gevoel, een romantisch moment, een tijdelijk kunstwerk. Jawel, tijdelijk, want sneeuw smelt ( en dat is meestal heel snel in België) Gedaan met de pret,weg hop weg.
En van sneeuw gaat er een stilte uit. Is muziek hier overbodig? ( al plakken ze aan sneeuwlandschappen vaak die Tirollertoestanden met opspringende dijenkletser en rondborstige blondine, oh jah, en zo een lange alpenhoorn...)Misschien is deze muziek gewoon overbodig. Het is toch ook niet zo dat ze hier in de zomer als er een hittegolf is, heel de tijd hawaiaanse deuntjes draaien, met de bloemenslierten en naakte...
Veel melomanen onder ons kennen het verhaal van Orpheus en Eurydice, en weten hoe de halfgod Orpheus bekend om zijn ontroerend gezang probeert om zijn jonge gestorven bruid terug uit de onderwereld te halen. Maar even dramatisch als het verhaal van Lot in de bijbel, verliest hij haar ook door bezorgd om te kijken als ze bijna teruggekeerd zijn op aarde. Heel de tragedie is schitterend op muziek gezet door Gluck in zijn Orfeo.
Minder bekend is echter hoe dit mythisch verhaal verder gaat, want Orpheus is natuurlijk nog altijd levend. Na zeven dagen treuren aan de oevers van de Styx, trok hij zich terug in de bergen van Thracië. Van vrouwen wilde hij niet meer weten. Voor zover hij nog tot amoureuze contacten in staat was, genoten jongens nu zijn voorkeur.
Dit beviel de Maenaden, met wie hij zich in vrolijker tijden graag had overgegeven aan de eredienst van de wijngod Dionysos, helemaal niet. Zij stortten zich op hem en hij werd levend verscheurd, alleen zijn hoofd bleef intact. Hoofd en lier, die nog zwakke klanken voortbrachten (volgens sommigen noemde het hoofd voortdurend de naam van Eurydice),belandden in een rivier en, via de zee uiteindelijk op het eiland Lesbos.
De lier werd als sterrenbeeld aan het firmament geplaatst en Orpheus ziel vond in de onderwereld eindelijk zijn Eurydice terug.
De parabel van de verloren zoon inspireerde Jan Cornelis, of minstens iemand uit zijn omgeving rond 1540, tot de uitbeelding van de zinnelijke geneugten in een herberg. Waar Rembrandt van Rijn zich beperkt tot de vrouw op de schoot van de verloren zoon, ziet Jan Cornelis de verleiding van de muziek als zinnebeeld van het zondige.
Op 14 december 1788 stierf Carl Philipp Emmanuel Bach in Hamburg. Zoon vanen in zijn tijd zeker zo beroemd als vader Johann Sebastian.
Carl Philipp Emanuel Bach was het vijfde kind (het tweede overlevende) van J.S.Bach en Maria-Barbara Bach. Hij werd geboren te Weimar op 8 maart 1714. De toen al bekende G.P.Telemann werd zijn peter. Buiten zijn gewone opleiding en rechtenstudies aan de universiteit van Leipzig en Frankfurt a/d Oder, leerde hij clavecimbel spelen en componeren bij zijn vader. Hij was uiterst begaafd: hij speelde uit het hoofd de werken die zijn vader toen neerschreef.
Op vierentwintig-jarige leeftijd was Carl Philipp Emanuel Bach clavecinist in het orkest van de Pruisische kroonprins. Twee jaar later gaat Bach met hem mee naar Potsdam wanneer de prins tot koning wordt gekroond onder de naam van Frederik II. De 'Kammercembalist' mag vijf maal per week de concerten aan het hof van Pruisen bijwonen en heeft de eer fluitist Frederik II te begeleiden, een zware taak, want Frederik had een grondige hekel en verachting voor maatstrepen, tot groot verdriet van zijn clavecinist.
In 1750 werd hij kandidaat om zijn vader op te volgen in het Thomas-Kantorei te Leipzig. Hij werd echter geweigerd, maar in 1767 mocht hij G.P.Telemann opvolgen als "Directeur van de Muziek" van Hamburg. Daar laat hij verschillende werken horen van bekende tijdgenoten, waaronder zijn vader, G.F.Händel, J.Haydn, N.Jommelli.
Rond 1850 kwam uit Duitsland iets nieuws overwaaien: het opzetten van een dennenboom in de huiskamer. Sinterklaas tekende protest aan. Op rijm, vanzelfsprekend.
In de negentiende eeuw kregen katholieke Nederlanders, die toen tweederangsburgers waren, steeds meer te zeggen. Dat botste wel eens met de protestanten. Beide kampen zochten naar manieren om elkaar dwars te zitten.
Zo schreef de protestantse meneer Huisman in 1850 bijvoorbeeld het boekje 'De kerstboom boven St. Nicolaas', waarin hij op rijm allerlei onaardigs over het Sinterklaasfeest zei. Zo benadrukte hij dat protestanten helemaal niet geloven in heiligen (zoals Sinterklaas was), en dat protestanten in plaats van bisschoppen predikanten hebben. 'Neen, weg met zo'n gevaarlijk feest. Geen bisschop tot patroon', schreef Huisman. In plaats van bisschoppen mocht men enkel Jezus eren, en hoe kon dat beter dan via het kerstfeest?
Dat feest was in Nederland net leuker gemaakt met een van Duitse protestanten overgenomen traditie: het versieren van een dennenboom in de huiskamer. Onderwijzer Jan Schenkman schreef uit naam van Sint Nicolaas een brief om Sinterklaas tegen de oprukkende kerstbomenrage te verdedigen. Op rijm schreef Sint: 'Door van Germanjes (Duitse) grond dien boom te laten halen, tracht gij, zo't moglijk is, mijn aanzien te doen dalen.' Maar Sint ging niet opzij voor een boom, hoe fraai die ook is versierd: 'Ik laat door geen sparrenboom mij van den zetel dringen.'
De wedstrijd eindigde onbeslist: Sint bleef populair bij katholieken en protestanten, maar in Nederlandse huiskamers was de protestantse kerstboom voortaan ook niet meer weg te denken.
Gisterenavond hadden wij het aloude kerstlied "Nu zijt wellekome" geprogrammeerd. Aloud, inderdaad n want de oudste gekende versie dateert uit de 17e eeuw, maar de oorsprong ligt waarschijnlijk nog een stuk vroeger (15-16e eeuw??). Ik weet natuurlijk niet of er gisteren protestantse gevoelens hebben meegespeeld bij de luisteraars. Want net zoals in Stille Nacht zijn de katholieke en de protestantse versie verschillend. Wat meest in het oog springt is dat bij de protestanten de tweede strofe ontbreekt: deze gaat immers over de "maged reine". Bij hen zijn ook de "Drie Koningen", die we in de Bijbel niet terug vinden, vervangen door "drie wijzen". En tenslotte hebben gereformeerden de neiging om in plaats van "Kyrieleis" te zingen "Heer ontferm u". http://www.youtube.com/watch?v=qsQzWtWgmQc&feature=related
Heel goed gedaan, dames en heren van KORILE. Gisterenavond werd het exclusief hotel Martin's Patershof gevuld met zoetgevooisde klanken van een Korile in optima forma. Wij weten allemaal dat het inzingen in de "kapel" eigenlijk nog mooier was dan het optreden voor onze Nederlandse gasten, maar de sfeer die jullie gecreëerd hebben was heel mooi. Ik ben een gelukkig dirigent, en weet nu al dat ons concert een topper zal worden. En ook genoten van de gastvrijheid achteraf? Nooit gedacht dat Nederlanders zo gul zouden zijn. Zo iets is voor herhaling vatbaar.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.