Ik kan me soms zo verbazen over hoe sneeuw het landschap verandert. Zelfs al zijn het tien vlokjes, of een miljoen ( ik ben niet zo goed in schattingen) Zelfs al is de helft aangevroren ijs...Alles wit, de kleuren zijn het landschap uit. Of toch bijna...Verblind door de sneeuw ( je kan er amper naar staren , of je begint zo van die zwarte vlekjes te zien) zet ik een stapje buiten. Hup. Een voetstap. De eerste. Een schilderachtig gevoel, een romantisch moment, een tijdelijk kunstwerk. Jawel, tijdelijk, want sneeuw smelt ( en dat is meestal heel snel in België) Gedaan met de pret,weg hop weg.
En van sneeuw gaat er een stilte uit. Is muziek hier overbodig? ( al plakken ze aan sneeuwlandschappen vaak die Tirollertoestanden met opspringende dijenkletser en rondborstige blondine, oh jah, en zo een lange alpenhoorn...)Misschien is deze muziek gewoon overbodig. Het is toch ook niet zo dat ze hier in de zomer als er een hittegolf is, heel de tijd hawaiaanse deuntjes draaien, met de bloemenslierten en naakte...
Veel melomanen onder ons kennen het verhaal van Orpheus en Eurydice, en weten hoe de halfgod Orpheus bekend om zijn ontroerend gezang probeert om zijn jonge gestorven bruid terug uit de onderwereld te halen. Maar even dramatisch als het verhaal van Lot in de bijbel, verliest hij haar ook door bezorgd om te kijken als ze bijna teruggekeerd zijn op aarde. Heel de tragedie is schitterend op muziek gezet door Gluck in zijn Orfeo.
Minder bekend is echter hoe dit mythisch verhaal verder gaat, want Orpheus is natuurlijk nog altijd levend. Na zeven dagen treuren aan de oevers van de Styx, trok hij zich terug in de bergen van Thracië. Van vrouwen wilde hij niet meer weten. Voor zover hij nog tot amoureuze contacten in staat was, genoten jongens nu zijn voorkeur.
Dit beviel de Maenaden, met wie hij zich in vrolijker tijden graag had overgegeven aan de eredienst van de wijngod Dionysos, helemaal niet. Zij stortten zich op hem en hij werd levend verscheurd, alleen zijn hoofd bleef intact. Hoofd en lier, die nog zwakke klanken voortbrachten (volgens sommigen noemde het hoofd voortdurend de naam van Eurydice),belandden in een rivier en, via de zee uiteindelijk op het eiland Lesbos.
De lier werd als sterrenbeeld aan het firmament geplaatst en Orpheus ziel vond in de onderwereld eindelijk zijn Eurydice terug.
De parabel van de verloren zoon inspireerde Jan Cornelis, of minstens iemand uit zijn omgeving rond 1540, tot de uitbeelding van de zinnelijke geneugten in een herberg. Waar Rembrandt van Rijn zich beperkt tot de vrouw op de schoot van de verloren zoon, ziet Jan Cornelis de verleiding van de muziek als zinnebeeld van het zondige.
Op 14 december 1788 stierf Carl Philipp Emmanuel Bach in Hamburg. Zoon vanen in zijn tijd zeker zo beroemd als vader Johann Sebastian.
Carl Philipp Emanuel Bach was het vijfde kind (het tweede overlevende) van J.S.Bach en Maria-Barbara Bach. Hij werd geboren te Weimar op 8 maart 1714. De toen al bekende G.P.Telemann werd zijn peter. Buiten zijn gewone opleiding en rechtenstudies aan de universiteit van Leipzig en Frankfurt a/d Oder, leerde hij clavecimbel spelen en componeren bij zijn vader. Hij was uiterst begaafd: hij speelde uit het hoofd de werken die zijn vader toen neerschreef.
Op vierentwintig-jarige leeftijd was Carl Philipp Emanuel Bach clavecinist in het orkest van de Pruisische kroonprins. Twee jaar later gaat Bach met hem mee naar Potsdam wanneer de prins tot koning wordt gekroond onder de naam van Frederik II. De 'Kammercembalist' mag vijf maal per week de concerten aan het hof van Pruisen bijwonen en heeft de eer fluitist Frederik II te begeleiden, een zware taak, want Frederik had een grondige hekel en verachting voor maatstrepen, tot groot verdriet van zijn clavecinist.
In 1750 werd hij kandidaat om zijn vader op te volgen in het Thomas-Kantorei te Leipzig. Hij werd echter geweigerd, maar in 1767 mocht hij G.P.Telemann opvolgen als "Directeur van de Muziek" van Hamburg. Daar laat hij verschillende werken horen van bekende tijdgenoten, waaronder zijn vader, G.F.Händel, J.Haydn, N.Jommelli.
Rond 1850 kwam uit Duitsland iets nieuws overwaaien: het opzetten van een dennenboom in de huiskamer. Sinterklaas tekende protest aan. Op rijm, vanzelfsprekend.
In de negentiende eeuw kregen katholieke Nederlanders, die toen tweederangsburgers waren, steeds meer te zeggen. Dat botste wel eens met de protestanten. Beide kampen zochten naar manieren om elkaar dwars te zitten.
Zo schreef de protestantse meneer Huisman in 1850 bijvoorbeeld het boekje 'De kerstboom boven St. Nicolaas', waarin hij op rijm allerlei onaardigs over het Sinterklaasfeest zei. Zo benadrukte hij dat protestanten helemaal niet geloven in heiligen (zoals Sinterklaas was), en dat protestanten in plaats van bisschoppen predikanten hebben. 'Neen, weg met zo'n gevaarlijk feest. Geen bisschop tot patroon', schreef Huisman. In plaats van bisschoppen mocht men enkel Jezus eren, en hoe kon dat beter dan via het kerstfeest?
Dat feest was in Nederland net leuker gemaakt met een van Duitse protestanten overgenomen traditie: het versieren van een dennenboom in de huiskamer. Onderwijzer Jan Schenkman schreef uit naam van Sint Nicolaas een brief om Sinterklaas tegen de oprukkende kerstbomenrage te verdedigen. Op rijm schreef Sint: 'Door van Germanjes (Duitse) grond dien boom te laten halen, tracht gij, zo't moglijk is, mijn aanzien te doen dalen.' Maar Sint ging niet opzij voor een boom, hoe fraai die ook is versierd: 'Ik laat door geen sparrenboom mij van den zetel dringen.'
De wedstrijd eindigde onbeslist: Sint bleef populair bij katholieken en protestanten, maar in Nederlandse huiskamers was de protestantse kerstboom voortaan ook niet meer weg te denken.
Gisterenavond hadden wij het aloude kerstlied "Nu zijt wellekome" geprogrammeerd. Aloud, inderdaad n want de oudste gekende versie dateert uit de 17e eeuw, maar de oorsprong ligt waarschijnlijk nog een stuk vroeger (15-16e eeuw??). Ik weet natuurlijk niet of er gisteren protestantse gevoelens hebben meegespeeld bij de luisteraars. Want net zoals in Stille Nacht zijn de katholieke en de protestantse versie verschillend. Wat meest in het oog springt is dat bij de protestanten de tweede strofe ontbreekt: deze gaat immers over de "maged reine". Bij hen zijn ook de "Drie Koningen", die we in de Bijbel niet terug vinden, vervangen door "drie wijzen". En tenslotte hebben gereformeerden de neiging om in plaats van "Kyrieleis" te zingen "Heer ontferm u". http://www.youtube.com/watch?v=qsQzWtWgmQc&feature=related
Heel goed gedaan, dames en heren van KORILE. Gisterenavond werd het exclusief hotel Martin's Patershof gevuld met zoetgevooisde klanken van een Korile in optima forma. Wij weten allemaal dat het inzingen in de "kapel" eigenlijk nog mooier was dan het optreden voor onze Nederlandse gasten, maar de sfeer die jullie gecreëerd hebben was heel mooi. Ik ben een gelukkig dirigent, en weet nu al dat ons concert een topper zal worden. En ook genoten van de gastvrijheid achteraf? Nooit gedacht dat Nederlanders zo gul zouden zijn. Zo iets is voor herhaling vatbaar.
Het oude adagium geldt nog steeds dat om een (amateur)koor in de vingers te krijgen dat je een inloopperiode nodig hebt die gemiddeld een maand of zes duurt. Na een eerste periode van verwondering bij de koorleden moet je de tijd nemen om de sterktes en de zwaktes van een koor te leren kennen. Dat gaat gepaard met kleine successen en ontgoochelingen, waar je achteraf met de glimlach op terugkijkt maar die de eerste maanden heel verrassend kunnen zijn. Dirigenten hebben de neiging om al te vlug te denken dat een uitvoering op zijn pootjes valt omdat een repetitie redelijk slaagde. Met de twee voetjes op de grond blijven, en hard werken zal na de inlooptijd echter alles in goede banen leiden. Reflexen worden niet van de eerste dag aangekweekt, maar een keer dat ze er zijn gaan ze niet zo vlug meer verloren. Dit duiden en mekaar blijven vertrouwen is deel van de kennismaking.
Musica ad Nives blaast iedere donderdagavond verzamelen voor zijn koorrepetitie. plaats van het gebeuren: Reuzenpoort te Borgerhout (zijstraatje van de Turnhoutsebaan). Gezellig hoor!
En laat nu die Reuzenpoort echt wel een muzikaal trefpunt zijn, want onze buren op die repetitieavond zijn de leden van het Philharmonisch Koor - Antwerpen (PHILKO voor de intimi). Zij hebben een wat minder lange traditie dan Musica ad Nives, maar bestaan toch ook al 44 jaar. Momenteel tellen zij (volgens hun website dan toch) 38 leden, en werken zij onder leiding van wat zij hun "repetitor" noemen: dhr. Willy Clerckx.Lidgeld bij hen 50 euro/jaar + kosten voor de partituren (beetje verschietachtig, maar ... noblesse oblige).
Morgen, donderdag 10 december (19.30) , zingt Musica ad Nives in de zaal Roma in Borgerhout naar aanleiding van het evenement "Borgerhout Be-Koor-lijk". Het is een samenwerkingsverband van verschillende koren, gestimuleerd door het district Borgerhout. Persoonlijk kijk ik met veel belangstelling uit naar het Marokkaans koor dat als eerste geprogrammeerd staat.
Ons eigen programma:
* Pacem : canon van Heinz Lau * Da nobis pacem (J.S. Bach) * Thou knowest Lord (Henry Purcell) * Once in royal Davids city (Eng. traditional) * Dormi non piangere (Perosi) * Sanomi
Op vrijdag 11 december (vanaf 20.45 u) zingt KORILE traditionele kerstliederen in de lobby van het exclusieve Mechelse hotel Martins Patershof.
Martin's Patershof is een luxueus hotel, gelegen in het centrum van Mechelen. Dit unieke hotel is gebouwd in een voormalige kerk en heeft een totale metamorfose ondergaan. De charme van deze kerk is echter intact gebleven door onder andere de unieke glas-in-lood ramen en de gewelfde structuur van het plafond. Deze historische elementen zijn gecombineerd met alle moderne faciliteiten.
Gisteren is Nicolaus Harnoncourt 80 jaar geworden en we zullen het geweten hebben op de klassieke radiozenders. Hij werd geboren in Berlijn, groeide op in Graz en studeerde in Wenen. Maar vooraleer de loftrompet te steken over één van de meest bekwame dirigenten van dit ogenblik, wil ik het even hebben over zijn naam en al de consequenties hiervan. Harnoncourt is gemakkelijk uit te spreken, maar zijn echte naam, oeioeioei.
Johann Nicolaus Graf de la Fontaine und d'Harnoncourt-Unverzagt klinkt het voluit. Via zijn moeder is hij een afstammeling van aartshertog Johann van Oostenrijk. Meteen is duidelijk dat hij in zijn genen iets meegekregen heeft van het oude Habsburgse rijk, en dat zijn verwantschap met Oostenrijk, Duitsland, Hongarije en Tsjechië er van bij zijn geboorte ingebakken zat.
Zijn eerste opleiding was die van cellist, in het huwelijk verenigd met een violiste. Maar zijn ongeëvenaard meesterschap toont hij in zijn dirigentenpraktijk. Waar hij oorspronkelijk een pionier was in de autentieke uitvoeringspraktijk van oude meesters, heeft hij zijn licht laten schijnen over alle grote meesterwerken. Zijn glasheldere benadering van de partituur, met een grote aandacht voor de muzikale lijnen, maken hem tot een sensatie. En tot op vandaag blijft hij actief (en hoe!). Wie Harnoncourt zegt, zegt meesterschap, inspiratie, perfectie.
Wat mij betreft is hij één van de grootsten van deze tijd.
Weinig origineel zal je mij noemen, als ik vertel dat ik één van de millioenen lezers ben die momenteel een stukje van zijn nachtrust heeft opgeofferd om het nieuwe boek van Dan Brown (de Da Vinci Code, weet je wel) "Het verloren symbool" te lezen. De ergernis van de gevestigde kerk was huizenhoog toen de Da Vincicode en het Berninimysterie verschenen. Hoe de reactie nu is van de vrijmetselaarswereld weet ik niet zo gauw, maar ik ben wel gefascineerd door de weetjes die in het nieuwe boek een grote rol spelen. Ik geef een paar voorbeeldjes:
ik had nooit gehoord over het standbeeld van Georges Washington, founding father van de Verenigde Staten van Amerika, dat door het Congres besteld werd en waar Washington wordt afgebeeld als de Griekse oppergod Zeus.
En al evenmin onderwerp je het dollarbiljet aan een grondige studie. Blijkt daar nu één van de vrijmetselaarssymbollen op te staan: een pyramide die nog onaf is en moet voltooid worden door het bovenste deel er op te plaatsen; En in dat bovenste deel troont dan weer het 'alziende oog', de uitdrukking van Benjamin Franklin's geloof dat een opperwezen, zeg maar een Grote Bouwmeester' de bekroning van de levenspyramide is.
Het zal wel weer geen grootse literaire thriller genoemd worden, dit "Verloren symbool", maar voor de lezers met tijd is het een uitdaging om wat meer te weten te komen over de alles bij elkaar toch niet zo ultrageheime vrijmetselarij.
Gisteren hadden we het eventjes over de Sint. Een hele tafel vol speelgoed en lekkers heeft hij naar binnen gewurmd, en zelfs opa is niet vergeten: hij heeft warempel suikervrije chocolade gevonden. Leuke bijkomstigheid bij het Sinterklaasgebeuren is dat de grote kinderen vandaag ook een verlanglijstje moeten afleveren voor Kerstmis. Al heel wat jaren hebben we geprobeerd de koopmanie wat in te tomen: ieder schrijft een lijstje en elk van de feestvieders (kersdagavond) trekt er vandaag eentje uit en kan dan beginnen zoeken. Bij ons dus nooit op tweede kerstdag de run naar de winkels om te gaan wisselen. Ook handig om bij te houden voor komende verjaardagen. Opa heeft het dit jaar heel eenvoudig gemaakt en toegegeven aan zijn verslaving: een lijstje met 10 boeken, die mij nu al doen watertanden. Want zoals je weet, er kan er nog altijd eentje bij in een huis dat uitpuilt van het lees- en kijkvoer.
Het kapoentje (de Klaas) maakt zich op om op de daken te rijden. Bij ons valt dat nog al mee, because plat dak. Piet zal het wat minder zien zitten want de schouw is afgeplakt. En toch wordt het wat ingewikkeld, want de kleinkindjes komen op verschillende momenten dit weekend. Dat betekent een probleem met smeltende chocoladen ventjes. Want je kan natuurlijk niet tegen de eerste bezoekers zeggen dat de goedheilig man nog eens een keertje terug komt om de anderen te bedienen. En het zijn de grote snotapen (mijn eigen kindjes) die nog het meest van al uit zijn op de chocolade. Voorlichting heeft niet geholpen, zij verwachten steevast dat zij niet vergeten worden. Ik mag niet dromen dat er ook nog achterkleinkinderen bijkomen.
Ik heb jaren gewerkt in Antwerpen, tot ik rond 2000 de kans kreeg om mijn beroepsleven in schoonheid te beëindigen bij - wat toen heette - het STC Waas & Dender. De laatste 10 jaar is er op de weg heel wat veranderd. Op het einde van vorige eeuw had je af en toe een ongevalleetje op de E17, en was het de vrijdagavond niet altijd even simpel om thuis te geraken. Maar nu! ... Je zou denken dat Borgerhout achter de hoek ligt, zeker als je pas om 8 uur 's avonds moet gaan repeteren. Maar dat is buiten de waard gerekend. Als je "over het water" moet, is het (remeber De Kampioenen) miserie,miserie, miserie. Gewoonlijk kan je het nog een beetje ondervangen door meer dan een uur op voorhand te vertrekken en enthousiast de sluipwegen te benutten. Maar gisteren was het helemaal prijs: een uur en drie kwartier en 8 sigaretten later was ik toch in Borgerhout gesukkeld. Verschrikkelijk slecht voor mijn gemoedsrust is dat, als je weet dat mijn bloeddruk ettelijke streepjes steigt als ik merk dat ik te laat ga komen op een afspraak. Gelukkig was er gisteren Mia, die de teugels overnam. Bedankt Mia, en sorry voor het telaat komen.
Eén van de mooiste uitspraken over de impact en de essentie van muziek kwam van de Nederlandse minister van Cultuur Plasterk naar aanleiding van het overlijden van Ramses Shaffy: "zijn stembanden waren rechtstreeks aangesloten op zijn ziel". Zelfs een eminente kerkjurist als Rik Torfs ontsnapt deze dagen niet aan de idolatrie van dit Nederlands kleinkunstmonument. Zou het dan toch waar zijn dat je echt moet geleefd hebben om zo hoge toppen te scheren in de muziek?
De ene voorzitster is de andere niet. Rita, de onvolprezen stille kracht en voorzitter van KORILE, is een fervente en aandachtige lezer van deze bescheiden blog. Gisteren vroeg ze wanneer hier een uitnodiging ging verschijnen voor het vlug naderende concert van KORILE. We hebben er inderdaad lang genoeg naartoe geleefd. In de beste traditie van ons koor mogen we u dan ook van harte inviteren op
zaterdag 19 december om 20 uur in Zaal Ter Coose (Leest) voor ons winterconcert onder de titel WINTERBALLADE
Het optreden is opgebouwd als een winteravond waar we, zittend bij de haard zingend mijmeren. Ierland, Engeland en Rusland zijn de plaatsen waar we het eerste deel verblijven. In het tweede gedeelte bouwen we dan langzaam aan de onvermijdelijke kerstsfeer die bij december hoort. En zoals steeds zullen we een paar keer beroep moeten doen op het zangtalent van het publiek om het geheel te completeren. Bij de voorstelling van ons vorig project "De geheime schatkamer" werden we overrompeld door het talrijk opgekomen supportersheir. Ik kan me voorstellen dat het nu niet anders zal zijn om met ons gezellig samen te zijn.
Ramses Shaffy (° 29 augustus 1933) is niet meer. Zijn stormachtig leven is geëindigd in even trieste omstandigheden als zijn jeugd. Nochtans zag het er allemaal zo mooi uit: zoon van een Egyptisch diplomaat en een Poolse gravin. Maar toen zijn moeder aan TBC stierf kwam hij in Nederland terecht en verbleef in een kindertehuis. De middelbare school maakte hij nooit af, toneelschool zette hem op weg naar zijn latere succes.
Hij werd vanaf de zestiger jaren de ongekroonde koning van het Nederlandse chanson, wat hij soms samen met Liesbeth Liszt tot ongekende hoogtes tilde. De laatste keer dat hij bij ons was, kreeg hij bloemen in ons eigen Sint-Niklaas, op 11 juli 2008.
Het zou de moeite waard zijn om een uitgebreide monografie te schrijven over het mystieke huwelijk tussen grafische kunsten en muziek. Waarschijnlijk zijn er duizenden bladzijden te vullen over schilderijen, frescos, etsen waar muziek of muziekinstrumenten een rol in spelen.
Neem nu de productie van het jaar 1910 binnenkort een eeuw geleden. De onafscheidelijke vrienden Pablo Picasso en Georges Braque, bijna alle dagen in elkaars gezelschap, zijn bezig met gitaren en violen. Van Braque is dat niet zo verwonderlijk: als je in zijn atelier komt val je over de uitgestalde muziekinstrumenten. Picasso daarentegen zal herhaaldelijk zeggen dat muziek hem op geen enkele manier aanspreekt. Voor hem is de vorm van de gitaar of de viool de ultieme reminiscentie aan de vormen van het vrouwelijk lichaam. De combinatie naakt en gitaar (of mandoline) is dan ook nooit ver af. Wat er ook van zij, 1910 heeft een schat aan schetsboeken, tekeningen en schilderijen opgeleverd met allemaal hetzelfde thema.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.