Ik droom er van om nog eens ooit een koor met gelijke stemmen te dirigeren: de etherische klank van vrouwenstemmen die meerstemmig zingen is vast een voorafspiegeling van de hemel. Een mannenkoor daarentegen is niet dadelijk iets voor mij, tenzij dat we ons op het pad van de orthodoxe muziek zouden begeven. Maar de laatste tijd zijn er van dit soort al een paar heel goede koren bij gekomen zodat daar wel geen nood zal aan bestaan.
Ik ben bijzonder opgetogen over de prestatie die het Ruysscheveldekoor gisteren neergezet heeft in de Sint Pauluskerk in Antwerpen. Het verzorgen van de hoogmis in deze schitterende kerk was een memorabel begin van ons jubileumjaar. De aandacht van onze koorleden en de wil om genuanceerd en met grote muzikaliteit te zingen leverde echt mooie voorbeelden van waarom we het eigenlijk doen. Heel het koor wazs in optima forma en daarom mag ik er eigenlijk niemand uithalen om te complimenteren, maar toch: een speciale pluim voor de bassen die niet alleen een uitstekende inzet verzorgden van het Soli Deo Gloria, maar ook de moeilijkheden in het Ave Verum deze keer zeer goed overwonnen. Een compliment ook voor de sopranen die veel vastere inzetten lieten horen. Maar ook de middenstemmen: alten en tenoren waren prima bij de zaak en dienden op overtuigende wijze het geheel. Het was weeral een tijdje geleden dat ik deze loftrompet mocht bovenhalen. Profiviat aan allen!
Een aantal jaren terug had ik eens een discussie met iemand over muzikaliteit. Wanneer was men nu werkelijk muzikaal? Als je de nootjes kon spelen die in je partij staan? Wanneer je muziek kon spelen zonder noten te kunnen lezen? Of wanneer je een stukje muziek hoort, het dan na kon spelen - op welk instrument dan ook óf wanneer je kon improviseren? Uiteindelijk vond hij dat je écht muzikaal was op het moment wanneer je noten kon lezen en (correct) spelen, én kon improviseren. Wanneer je eventjes op internet gaat zoeken naar de betekenis van muzikaliteit dan vind je dit:
Het talent om muziek te kunnen maken. Het kan hierbij gaan om het uit voeren van al bestaande muziek, of om je eigen muziek. Daarbij ben je dus tevens componist.Muzikaliteit is een complex van eigenschappen, die deels erfelijk zijn, maar die je ook kunt ontwikkelen. Een goed gehoor idem.Iemand die muzikaal is kan toonhoogtes onderscheiden (horen of een toon hoger of lager is dan een andere), ritmes onderscheiden, een tempo vasthouden, een melodie onthouden en herkennen, een ritme onthouden en herkennen, ontroerd raken of op een andere manier geëmotioneerd raken door muziek, instrumenten herkennen, afzonderlijke partijen herkennen in een band of orkestpartij, de maat meetikken of in de maat dirigeren en een nummer nazingen of nafluiten. Er zijn nog véél meer kenmerken te bedenken, maar als je een of meerdere van de bovengenoemde dingen kunt, ben je alvast niet amuzikaal!
Stembandknobbeltjes zijn kleine, kraalachtige weefselbolletjes op de stembanden. Ze komen vaak voor bij zangers, leraren en andere mensen die in hun beroep veel hun stem moeten gebruiken met een hoog stemgeluid. Ze worden daarom ook wel zangersknobbeltjes genoemd. Stembandknobbeltjes zijn nooit kankergezwellen.
Oorzaak
Stembandknobbeltjes komen vaker voor bij zangers, bij mensen die in hun beroep vaak hun stem gebruiken en bij kinderen die veel schreeuwen. Een belangrijke factor is verkeerd of overmatig stemgebruik waarbij voortdurend hard en hoog wordt gesproken of gezongen. De knobbeltjes ontstaan vaak in het middengedeelte van de stembanden doordat die daar het meeste trillen. De stemhoogte is voor zangers een veelvoorkomende oorzaak, want stembandknobbeltjes komen nauwelijks voor bij mensen die bariton of bas zingen. Door verkeerd stemgebruik raken de stembanden ontstoken. Door de voortdurende ontsteking ontstaan ten slotte stembandknobbeltjes. Er zijn ook andere factoren die stembandknobbeltjes kunnen veroorzaken, zoals blootstelling aan irriterende stoffen zoals tabaksrook of aan chemische stoffen (dampen) op de werkplek, of door een gastro-oesofageale reflux.
Verschijnselen
Veel mensen met stembandknobbeltjes merken helemaal niets, of zijn alleen hees. Een stembreuk of problemen hebben om hoog te blijven zingen zijn de eerste verschijnselen waarmee iemand met stembandknobbeltjes te maken kan krijgen. Op lagere tonen hebben de knobbeltjes bijna nooit invloed. Andere verschijnselen zijn een vermoeide stem (moeilijk of abnormaal spreken of zingen) en heesheid, waarbij de stem wel of niet verandert.
Behandeling
De behandeling van stembandknobbeltjes is per persoon verschillend en hangt af van de oorzaken en van iemands leeftijd en beroep. De eerste behandeling is het houden van absolute stemrust. De meeste nieuw gevormde stembandknobbeltjes verdwijnen als iemand een tijdlang zijn stem niet gebruikt. Zangers en andere mensen die beroepshalve hun stem vaak gebruiken, kunnen baat hebben bij stemtraining of stemtherapie. Ook het wegnemen van andere irriterende factoren zoals tabaksrook kan helpen bij het herstel. Een operatie van de stembandknobbeltjes is vaak alleen nodig bij professionele zangers of bijvoorbeeld als de stembandknobbeltjes zo groot zijn, dat ze problemen veroorzaken. Mensen bij wie de stembandknobbeltjes bij een operatie zijn weggehaald moeten tot ten minste veertien dagen na de operatie absolute stemrust houden. Bij kinderen is een operatie niet aan te raden. Dat komt omdat de stembandknobbeltjes waarschijnlijk weer snel terugkeren na de operatie en de stembanden nog te klein zijn voor chirurgisch precisiewerk. Ook kan bij kinderen het strottenhoofd beschadigd raken. Meestal verdwijnen bij kinderen de stembandknobbeltjes als ze in de puberteit komen.
Complicaties
Een veelvoorkomende complicatie is het terugkeren van stembandknobbeltjes nadat iemand stemrust heeft gehouden of geopereerd is. Dit kan worden voorkomen door goed stemgebruik en een goede zangtechniek.
De eerste musicals werden aan het einde van de negentiende eeuw in New York geproduceerd. Het genre kwam voort uit de vaudeville- en revuetraditie, met als belangrijkste verschil dat musicals een doorlopend verhaal hebben. Daarmee wordt de musical familie van de opera en de operette.
De scheidslijn tussen musicals en verwante genres is niet altijd duidelijk. Er zijn dan ook verschillende producties die als eerste musical in de geschiedenis worden beschouwd. THE BLACK CROOK uit 1866 wordt vaak genoemd, maar velen beschouwen SHOW BOAT (1927) als zodanig, omdat die echt grootschalig was opgezet. Bij musicalachtige producties die afstand nemen van de grote traditie van de musical duiken in Amerika al gauw termen op als roch opera, revue, of cabaret.
Broadway in New York en West End in Londen staan internationaal bekend als de toonaangevende plaatsen op musicalgebied. Bekendee musicals waren o.m.: Hair, Cats, Les Misérables, Evita, Phantom of the Opera, The Lion King en Chicago.
Zoveel mensen, zoveel meningen. De reflectie (als je dat zo al mag noemen, want het gaat om een individuele impressie - daarvoor wordt een blog nu eenmaal gebruikt) op Annie wordt niet overal in dank afgenomen. Misschien moet ik het voor één maal nog eens wat verduidelijken. De geweldige inspanning die door de respectieve scholen geleverd werden verdienen alle mogelijke lof. Ik zei al dat vooral de groepen (kinderen en volwassenen) een uitstekende prestatie hebben neergezet. Daarmee hebben die dus ook een fantastisch educatieve ervaring omgezet in een mooie prestatie die zij niet vlug zullen vergeten. Dergelijke initiatieven maken de school tot een echte levensschool. Alle lof daarvoor!
Mijn kritiek op sommige andere aspecten van de voorstelling mogen dan misschien wat cru geformuleerd zijn, blijft echter het feit dat er een onevenwicht was vooral op het muzikale vlak. Die bedenking heb ik zeker nog van een stel andere aanwezigen gehoord. Wie met deze overwegingen niet kan omgaan, kan onmogelijk groeien in zijn toekomstige prestaties. Ik weet ook wel dat we niet met professionals te maken hebben, maar dat mag nooit een excuus zijn om goede en wat minder goede dingen te duiden.
Ik vrees dat mijn slechte karakter af en toe de bovenhand zal blijven halen, als ik naar optredens ga. Daarmee zit ik in de traditie van de helaas (te vroeg) overleden Frans Van Eggen. De Waaslanders waren indertijd bang voor zijn scherpe pen waarmee hij verslag uitbracht over muzikale evenementen allerhande. Daarop werd soms giftig gereageerd. Maar hij heeft wel sommige groepen en ensembles aangepord om te blijven streven naar het ideale. Ik nodig u dus ook uit om het goede te onthouden van Annie en om de zwakke kantjes bij te vijlen. Ondertussen blijf ik even kritisch voor mijzelf en weet dat niets menselijk mij vreemd is.
Enkele weken geleden stond op de website van de redactie van VRT het overlijdensbericht van Koningin Fabiola: vroeger bestond er zo iets als de SVV (socialistisch vooruitziende vrouwen). Je moet toch op alles voorbereid zijn. In elk geval kon je rustig spreken van een primeur - zij het met een wat zure smaak. En hier op deze blog hebben we tekst van 15 februari er terug van af gehaald, want ook daar ging het om een primeur, maar dan wel eentje die echt waar was, maar nog onder het embargo viel. (Vind je ook niet dat dit allemaal heel professioneel klinkt?). Maar nu mag het terug wereldkundig gemaakt worden: vake en moeke Claes verwachten hun vijfde kleinkind tegen 2O augustus. Joepie! De auteurs hiervan zijn Wouter en Tine. Proficiat, kus van de juf en bank vooruit.
Terwijl in Antwerpen de musical Annie voor de ultieme kerstsfeer kon zorgen, werd er in Sint Niklaas een alternatieve voorstelling op poten gezet , die de goegemeente moest verblijden. Op grote belangstelling kon alvast gerekend worden. Ik kan natuurlijk maar spreken over zaterdagmatinée, mogelijk gaven de andere voorstellingen een beter resultaat. En daarmee is al dadelijk de toon van mijn commentaar gezet.
Maar laten we beginnen met het positieve: Annie (Nona Herreweg) zette een heel aanvaardbare prestatie op de planken (al sloeg af en toe de vermoeidheid toe), de groep weeskinderen en de volwassenengroep deden het qua zang en acteerprestaties uitstekend en redden de vertoning. En dan was er nog de enige volwassen acteur/zangeres die op een zeer goed niveau functioneerde: secretaresse Grace (Leen Van der Heyden). Jammer dat de rest qua acteren, zang en présence echt wel ondermaats bleven: intonatieproblemen en houterige bewegingen voerden de boventoon. Dat de geluidsinstallatie niet in orde was (zeker in de eerste act) diende natuurlijk het geheel niet. Zullen we maar zeggen dat de hond goed was.
We houden er het maar bij dat de kinderen en de volwassenen-figuranten misschien wel de tijd van hun leven hadden en dat zij daardoor gestimuleerd worden om artistiek verder te groeien en te genieten. Dat op zich is een grote verdienste van deze nobele poging.
Er is een relletje rond een clip die studio Brussel zou opnemen voor Valentijn: de makers omschreven de clip als tedere pornografie. Dat het wel iets expliciet zou worden kan ik mij indenken: maar moet dat ook direct prono genoemd worden als het functioneel en teder is? De verrechtsing van onze maatschappij begint de laatste tijd meer en meer op te rukken. Nochtans zijn er klassieke stukken, ook in de muziek, die op zijn minst wel een heel opmerkelijke inhoud hebben. Zo loopt nu tot begin maart in de Munt de barokopera la Calisto (componist o.m. Francesco Cavalli , 1651). Daar gaat het over Jupiter die de kuise maagd Calisto wil verleiden Jupiter c.q. Zeus maakte wel meer van die uitstapjes - en om dat te doen verandert hij zich in een vrouw: Diana de godin van de jacht. Zeus <as er al eens in geslaagd een andere vrouw te ontvoeren in de gedaante van een stier. Tegenover die verhalen verzinkt Studio Brussel nog in het niets.
Vandaag juist tweehonderd jaar geleden werd Charles Darwin geboren in Shropshire (Engeland). Als puber had ik er nooit bij stil gestaan dat die mooie bijbelverhalen meer symbool dan werkelijkheid waren. Tot wij als 15-16 jarige van de paters les kregen over Teilhard de Chardin (wie kent die nog tegenwoordig?). Lezuieten waren toch al een beetje contrarie en Teilhard was daar wel een voorbeeld van, zoals hij in China zat te studeren over paleontologie en een beetje verbannen was uit de beschaafde wereld. Wat ik mij nog altijd afvraag: wanneer zou eigenlijk de smaak voor muziek opgedoken zijn in de evolutie? Zouden onze voorouders in hun hol hebben zitten spelen met ritme en klanken?
We hebben nog eens geprobeerd om het partiturenbestand van de koorleden van het Ruysscheveldekoor up-to-date te krijgen: echt wel een hele job! En we zijn er nog helemaal niet mee klaar, maar geleidelijk lukt het ons wel. Reden genoeg om de mensen in de koren die zich bezig houden met een goed beheer van de partituren eens in de bloemetjes te zetten. Als je dit efficiënt wil organiseren en allemaal goed bijhouden, dan kruipen daar allicht een paar uur per week in. Doe je dit niet, dan riskeer je voortdurend in de problemen te komen en vooral veel geld uit de (meestal schrale) koorkas te jagen. Dus ... kus van de meester en bank vooruit.
Gemakkelijk gezegd, verneem ik: we moeten af en toe eens naar een concert gaan, maar hoe het kaf van het koren scheiden? Ik zet er dus enkele op een rijtje die absoluut "top of the bill" zijn.
15 februariValentijn recital door Yannick Van de Velde (piano)
Hotel Serwir 11u00
10 euro
1 maartSlotconcert Bachweekend
Sint Jacobskerk Brugge 16u00
8 maartWereldcreatie Requiem van Vic Nees
O.L.Vrouwkapel Elzenveld Antwerpen- 11u00
12 euro
14 maartLondon Baroque + Emma Kirby: Händel in Rome
Concertgebouw Brugge 20u00
12-26 euro
22 maartJubileumconcert C-koren Ekeren
De Singel Antwerpen Blauwe Zaal 15u00
12 euro
4 aprilCollegium Vocale o.l.v. Philip Herreweghe: Händel: Brockes passie
Op een paar Franse courantes na schreef de Engelse componist Matthew Locke halverwege de 17e eeuw, heb ik nog nooit een buitenlandse instrumentale compositie onder ogen gehad die het waard is om door een Engelsman te worden overgeschreven. Zijn vakgenoot Christopher Simpson was in 1667 al even stellig; Naar buitenlandse componisten hoef je niet op zoek te gaan, zeker niet voor instrumentale muziek. Volgens mij is in dit opzicht geen enkele natie de gelijke van Engeland.
Simpson vervolgde met de tevreden conclusie dat zijn landgenoten vooral uitblonken in het schrijven van meerstemmige consorts, en dat de fantasia de kroon was op de Britse instrumentale compositiekunst. Met deze chauvinistische uitlatingen kunnen we het nu ongeveer 350 jaar later zelfs als niet-Britten eigenlijk alleen maar eens zijn. Er is niet alleen ontzettend véél consortmuziek voorhanden, het is ook ontzettend prachtige muziek.
Geografisch geïsoleerd van het vasteland, was Engeland in politiek en religieus opzichtwezenlijk anders dan de rest van het continent. Mede hierdoor kon zich een geheel eigen muziekcultuur ontwikkelen. Terwijl in Italië de opera werd uitgevonden en heel Europa met de nieuwe mode meedeed, ging men in Engeland onverdroten verder met het componeren van consorts.
De term consort slaat niet alleen op het ensemble waarmee kamermuziek gespeeld kon worden in 2 tot ongeveer 7 stemmen, maar was ook van toepassing op het instrumentarium.
Zo staat in een inventaris van koning Henry VIII een consort blokfluiten en een consort oftewel chest of viols beschreven. Een set van instrumenten die bij elkaar hoorden, verschillende maten van een familie, ideaal om de polyfone (meerstemmige) fantasieën op uit te voeren. Naast de luit waren de blokfluit en de viola da gamba zeer geliefde instrumenten in het 16een 17e eeuwse Engeland.
Bestond een consort louter uit leden van één instrumentenfamilie, met de naam broken consortwerd in de 17e eeuw een combinatie van verschillende instrumentenfamilies bedoeld, zoals de combinatie van blokfluiten en gamba die in dit concert te beluisteren is. Er waren diverse combinaties van instrumenten gangbaar. Blokfluit, viool, dwarsfluit, gamba, harp en luit zijn vandaag de dag weer volop in gebruik, maar wie kent nu nog de cither en de bandora?
In veel composities werd niet precies voorgeschreven welke bezetting het broken consort moest hebben. Zeker in uitgaven van dansmuziek, die zich voornamelijk op de amateurmarkt richtten, was het vanuit commercieel oogpunt belangrijk om de doelgroep zo groot mogelijk te houden.William Brade vermeldt dan ook op zijn titelpagina dat het om nieuwe uitgelezen Pavanes, Gaillardes, Canzones, Allemandes en Courantes gaat, tot nog toe niet in druk verschenen en voor allerlei muziekinstrumenten te gebruiken.
Gisteren hadden we het al over de auditie van vanvond in de Singel. Kathleen zingt Elizabethiaanse muziek. Tijd om eventjes een klein oppervlakkig blikje te werpen op de Engelse reanissancemuziek onder de Tudors.
Hendrik VIII (1491-1547), koning van Engeland (1509-1547) was naast een echte ladykiller, hij huwde maar liefst zesmaal en liet twee van zijn twee echtgenotes onthoofden, een belangrijk en oprecht beschermer van de muziek. Hij liet van het continent vele ervaren musici overkomen: Philip van Wilder, de grote luitspeler uit de Nederlanden en Dionisio Memo, de gevierde organist van de San Marco in Venetië. Zijne majesteit verzamelde een menigte minnestrelen om zich heen die hem vergezelden op zijn reizen door Engeland en het buitenland. Zelf speelde hij luit, blokfluit, klavecimbel en zong hij uitstekend van blad. Ook schreef hij zelf muziek. Zo bevat het beroemde manuscript dat naar hem werd genoemd niet minder dan 33 vrij korte stukken van zijn hand, naast werk van Cornish, van Ghizeghem, Isaac en Barbireau. Bekend werk van Hendrik is Pastime with good company en Tandernaken (gebaseerd op een Vlaams volklied).
Na de dood van Hendrik VIII besteeg achtereenvolgens Edward (1547-1553) en Maria Tudor (1553-1558) de troon. Elisabeth I regeerde vanaf 1558 lange tijd over Engeland tot aan haar dood in 1603. Zij was patrones van de muziek en tweede dochter van Hendrik VIII. Onder haar bewind ontplooiden Byrd en Tallis zich als uitmuntende componisten van vocale muziek en kwam de Engelse consortmuziek tot volle bloei. %%%foto2%%%
Morgenavond (9 februari) in de Blauwe Zaal in de Singel (Antwerpen) openbaar examen en toonmoment van het conservatorium. Kathleen Hadermann (dochter van ons aller Nadia) staat nu al een beetje zenuwachtig te doen, want zij moet laten horen hoe goed haar Engels tijdens het zingen is. Aanvang : 20u00. Gratis inkom. Mocht er iemand willen meerijden, geef een gil(letje).
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.