%%%foto1%%%
Gisteren hadden we het al over de auditie van vanvond in de Singel. Kathleen zingt Elizabethiaanse muziek. Tijd om eventjes een klein oppervlakkig blikje te werpen op de Engelse reanissancemuziek onder de Tudors.
Hendrik VIII (1491-1547), koning van Engeland (1509-1547) was naast een echte ladykiller, hij huwde maar liefst zesmaal en liet twee van zijn twee echtgenotes onthoofden, een belangrijk en oprecht beschermer van de muziek. Hij liet van het continent vele ervaren musici overkomen: Philip van Wilder, de grote luitspeler uit de Nederlanden en Dionisio Memo, de gevierde organist van de San Marco in Venetië. Zijne majesteit verzamelde een menigte minnestrelen om zich heen die hem vergezelden op zijn reizen door Engeland en het buitenland. Zelf speelde hij luit, blokfluit, klavecimbel en zong hij uitstekend van blad. Ook schreef hij zelf muziek. Zo bevat het beroemde manuscript dat naar hem werd genoemd niet minder dan 33 vrij korte stukken van zijn hand, naast werk van Cornish, van Ghizeghem, Isaac en Barbireau. Bekend werk van Hendrik is Pastime with good company en Tandernaken (gebaseerd op een Vlaams volklied). xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Na de dood van Hendrik VIII besteeg achtereenvolgens Edward (1547-1553) en Maria Tudor (1553-1558) de troon. Elisabeth I regeerde vanaf 1558 lange tijd over Engeland tot aan haar dood in 1603. Zij was patrones van de muziek en tweede dochter van Hendrik VIII. Onder haar bewind ontplooiden Byrd en Tallis zich als uitmuntende componisten van vocale muziek en kwam de Engelse consortmuziek tot volle bloei.
%%%foto2%%%

|