Wie "Goede Week" zegt in België en Nederland zegt meteen Johann Sebastian Bach - de Matthäuspassion of Johannespassion zijn nooit ver weg, in Groot-Brittanië valt onmiddellijk Händels Messiah op tafel, en in Spanje is Tomas Luis da Vittoria prominent aanwezig. Da Vittoria werd in 1549 geboren in Avilla en trok op jeugdige leeftijd naar Rome om er te studeren. Hij werd priester en trad toe tot de congregatie van de Oratorianen. In 1586 keerde hij terug naar Spanje en trad er in dienst van keizerin Maria (dochter van Karel V en Isabella van Portugal). Mogelijk heeft da Vittoria in Rome gestudeerd bij Palestrina. Zijn muziek vertoont er in elk geval grote verwantschap mee. De Vittoria leefde tijdens het hoogtepunt van de contrareformatie, zijn muziek is dan ook hoofdzakelijk religieus.
Het begin van de Goede Week is ook een drukke tijd voor beroepsmuzikanten, met al de passieconcerten die overal op touw worden gezet. En dan mag ik op verschillende plaatsen komen opdraven voor het (muzikaal) begeleiden van de zondagsmissen van Palmzondag. Zo kom je nog eens ergens. De aanleiding voor deze korte bedenking is mijn gesprekje met een oude priester die bedroefd opmerkte hoezeer het aantal misgangers was teruggelopen, maar ook het aantal priesters. Twee dingen maakten hem extra ongelukkig. Eerst en vooral vond hij dat priesters verworden waren tot een misleesmachine. En tweedens sprak hij over een parochie in de buurt waar men probeert om de liturgie wat eigentijdser te maken, en daarover zei hij: ik ben er ook geweest en ik voel mij er niet thuis. Een alledaagse opmerking misschien, maar toch zo schrijnend. Een man die zijn wereld ziet instorten en machteloos moet toezien.
Al meer dan twintig jaar leidt de Belgische archeoloog Marc Waelkens opgravingen in het Turkse Sagalassos, zo'n 100 kilometer ten noorden van Antalya. De antieke stad is één van de mooiste sites in het Middellandse Zeegebied met grootse monumenten, tempels, fonteinen en badhuizen. Tot nu toe bleven de vondsten ofwel op de site of werden ze overgebracht naar een lokaal museum in Burdur. De tentoonstelling 'Sagalassos: City of Dreams' brengt voor het eerst stukken naar het buitenland. En dan nog naar België. In Tongeren worden meer dan 200 stukken tentoongesteld, van prehistorische werktuigen en aardewerken schalen tot bronzen standbeelden en versierde zuilkapitelen.
In haar bloeiperiode was de stad Sagalassos een glamoureuze metropool. De naam van de expo, 'City of Dreams', verwijst naar de torenhoge ambities van haar inwoners. De periode onder keizer Hadrianus (117 tot 138 na Christus) was de start van een eeuwenlange bloei.
Maar in de zesde eeuw na Christus sloeg het noodlot toe: een pestepidemie en twee zware aardbevingen brachten Sagalassos tot op haar knieën en de stad bloedde langzaam dood.
Toen professor Waelkens de site in 1990 bezocht, was er weinig aan te zien. Maar ondertussen is wel duidelijk geworden dat de stad uitzonderlijk goed is bewaard. De site is uitgegroeid tot een klein dorp, waar elke dag zo'n 180 arbeiders, wetenschappers en studenten aan het werk zijn. Heel wat gebouwen zijn inmiddels vakkundig heropgebouwd. De grote kracht van de ploeg is haar interdisciplinaire karakter: archeologen werken er zij aan zij met technische tekenaars, geologen, plantkundigen en topografen.
Operaregisseur en scenograaf Guy Joosten kreeg de opdracht om de tentoonstelling vorm te geven. Joosten begon zijn carrière als theaterregisseur en artistiek leider van de Blauwe Maandag Compagnie. Later trok hij naar Nederland, Duitsland en Oostenrijk om daar te regisseren. In 1991 maakte hij de overstap naar opera. Hij regisseerde al in de operahuizen van Amsterdam, Genève, Hamburg, Helsinki, Kopenhagen, Londen, Wenen en New York.
Onder zijn creatieve leiding wordt 'Sagalassos: City of Dreams' meer dan een expo. Een zorgvuldig bestudeerde belichting, sterke kleuren en grote projectieschermen moeten er een interactieve en overweldigende belevenis van maken.
De tentoonstelling kan uitpakken met enkele opvallende archeologische vondsten. Bij de topstukken zijn verschillende marmeren beelden, waaronder het hoofd van de Romeinse keizer Hadrianus en dat van keizer Marcus Aurelius. De volledige standbeelden van de keizers waren origineel bijna vijf meter hoog.
Ik had tot nu toe gedacht dat de achteruitgang van het katholiek leven een verschijnsel was dat vooral in West-Europa aan de orde was.Het is in elk geval heel duidelijk zichtbaar als wij met een koor optreden in een reguliere misviering. De bezoekers zijn er schaars en oud. Je stelt je wel eens de vraag hoe lang het nog zal duren voor wij - als koor - helemaal overbodig worden in de kerk, niet omdat wij geen grote traditie voortzetten, maar wel bij gebrek aan "publiek". Maar nu lees ik dat het katholieke subcontinent bij uitstek (Midden- en Zuid Amerika) er al niet veel beter aan toe is (en dat is nog een eufemisme). De paus bezoekt op dit moment Cuba. Hoewel het aantal gedoopten nog heel hoog ligt, en dat heeft jaren van communisme niet kunnen veranderen, wordt het aantal zondagmisgangers in Cuba geraamd op 5 %. De motor sputtert!
SINT-NIKLAAS - Academiedirecteur Herman De Vleesschouwer, directeur van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans, krijgt de tweede plaats op lijst van het Sint-Niklase progressief kartel SP.A en Groen.
Ex-burgemeester Freddy Willockx (SP.A), die zijn sjerp doorgaf aan partijgenote Christel Geerts, kondigde eerder deze maand al aan dat een aantal belangrijke transfers, op til waren. Gisteren werd de eerste kandidaat voorgesteld. 'Als je naar een vuurwerk gaat kijken, dan begint dat steevast met een enorme knal', zegt Willockx, die verbaal sterk op dreef was. 'Daarom stellen wij binnen ons progressief kartel van SP.A en Groen Herman De Vleeschhouwer voor, die op de lijst de tweede plaats zal innemen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Herman is directeur van Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans en wij kennen hem als een toegewijd professioneel vakman, met een sterk sociaal engagement. Wij zochten naar kwaliteit en zijn zeer blij dat Herman ons aanbod heeft aanvaard.'
'Musici zijn al lang geen wereldvreemde burgers meer', zegt De Vleeschhouwer, 'en ik ben zeer vereerd met het aanbod.
Ken je ridder von Herbeck? De meesten onder ons allicht niet, omdat hij op heden weinig bekend is. Nochtans speelde hij in de tweede helft van de 19e eeuw een belangrijke rol in het Weense muziekleven. Kijk maar eens naar zijn loopbaan van 1856 tot 1866 dirigent van het Wiener Männersangerverein, vanaf 1858 docent aan het conxervatorium, . In 1866 wordt hij kapelmeester van de hofkapel van Keizer Franz-Joseph, en vanaf 1870 directeur van de Weense hofopera. Van deze von Herbeck nemen we voor onze reeks kerstconcerten zijn "Pueri, concinite" op het programma, wat wellicht de eerste keer uitgevoerd werd tijdens de middernachtmis van kerstmis 1868. Ontroerend door zijn eenvoud!
Zullen we al maar eens aan meerjarenplanning doen? Weliswaar moet Europa Cantat van 2012 nog een paar maandjes wachten voor zijn start maar wat dacht je hiervan?
1-9 augustus 2013: De Choralies in Vaison-la-Romaine (tegen juni a.s.) ligt het programma op onze tafel. 9-19 juli 2014: In Riga (Letland) vinden de 8e wereldspelen voor koren plaats. Riga is in 2014 ook de culturele hoofdstad van Europa.
Gaandeweg zullen er meer uitdagingen op ons afkomen, maar het is goed dat we nu al iets hebben om naar uit te kijken. Dat houdt ons jong en alert.
Ik ben begonnen aan de nieuwe literaire thriller van mijn favoriete Elisabeth George: Een duister vermoeden. Wat sommige critici overkill noemen, de overvloed aan nevenverhaallijnen, vind ik juist de sterkte van Elisabeth George. Niets in het echte leven is ongecompliceerd, of zoals men vroeger zei: Tout savoir, cest tout comprendre.
Thomas Lynley van Scotland Yard onderzoekt in het geheim een dodelijk ongeval in het idyllische Cumbria. Is het een ongeluk of toch opzet? In deze nieuwe George rijzen de geheimen de pan uit.
Lynley wordt door de hoogste baas naar de Engelse streek Cumbria gezonden om een dodelijk ongeval te onderzoeken. "Enne mondje toe, Lynley", is daarbij de strenge voorwaarde. Lastig, want Lynley heeft zelf al een geheim: hij doet 'het' met zijn meerdere. Geheim drie: hij vraagt zijn vaste gezel Barbara Havers om hem stiekem bij zijn onderzoek te helpen. Dit zijn nog maar enkele geheimpjes van de onoverzichtelijke reeks geheimen die George in haar nieuwe Lynley/Havers-thriller over de lezer uitstort.
Het dodelijke slachtoffer behoort tot een gefortuneerd gezin waarin iedereen iets te verbergen heeft, inclusief de personages die in de periferie worden opgevoerd. Alle hoofdzonden komen aan bod met een tig aantal nevenplots als in een moderne versie van de Canterbury Tales.
Terwijl Havers in Londen haar research doet, loopt Lynley met andere bekende George-personages, Simon St. James en vrouw Deborah, in het prachtig beschreven landschap rond met een vlooienkam om mensen bekentenissen te ontfutselen. Maar gereedschap om een beerput uit te baggeren was toepasselijker geweest.
George wisselt voortdurend van vertelperspectief en zo volgen we de levens van de nabestaanden van het slachtoffer van nabij: partner, kinderen, ex-vrouw, broers, zussen, ouders, de kouwe kant.
En deze dynastie heeft meer knopen dan een kamerbreed macramétapijt. Wat begint als een intrigerende soap-opera op de Britse campagne, slaat halverwege om in een verwarrende kluwen draden door dat wisselperspectief.
Daar komt bij dat Deborah St. James (met haar kinderwens die al thrillers lang als een enkelketting wordt meegesleept) op eigen houtje de speurneus wil uithangen.
Als een perigordvarken dat wroet naar truffels maakt ze privélevens stuk, wat de ooit zo sympathieke Deb geen goed doet. En er loopt nog een streberige reporter rond die ook al een eigen achtergrond heeft met een koppelzieke moeder.
Het begon allemaal op de IJzerenleen... we schrijven veertiende eeuw - een voorval zou het leven van een Mechelse schepen grondig wijzigen.. Jan Van den Steene was schepen in onze Dijlestad - een gerespecteerd en rijk burger. Een Mechelaar van aanzien dus. Hij hield van Mechelen, van zijn torens en straten, zijn paleizen en vlietjes... Maar de man was licht ontvlambaar. Jawel. Op een dag had hij een stevige ruzie met een andere Mechelaar, en collega-schepen: de al even welgeborene Arnold Bau. Het was niet zomaar een discussie zonder meer. Nee: het kwam tot een heus handgemeen. Op de IJzerenleen gingen beide gezagsdragers op de vuist. Zo gebeurde dat wel eens meer in die dagen. En op zeker moment deelt onze 'Schone Jan' (want zo werd de man al wel eens genoemd hier ter stede) een fatale slag uit op het hoofd van Arnold. En dat bekwam deze laatste dus erg slecht. Hij verwisselde terstond het tijdelijke voor het eeuwige... daar op die IJzerenleen...
Onze Jan schrok zich natuurlijk een hoedje - dat kan je best geloven! Hij werd enorm bang voor de zware straf die boven zijn hoofd hing, als de feiten zouden vastgesteld worden. Meneer Van den Steene besloot hebben en houden achter te laten, en op de vlucht te slaan. Het was hem geraden, want het stadsbestuur kon absoluut niet lachen met de gevolgen van de uit de hand gelopen ruzie. Jan Van de Steene mocht zich niet meer vertonen in onze stad, of het zou hem zuur opbreken. Voor eeuwig en altijd werd hij verbannen uit de Dijlestad. En eeuwig is best lang... Jan Van den Steene vervloekte zijn impulsieve gedrag, en weende bittere tranen om wat hij verloren had. Daar stond hij nu, de kale jonker, buiten de grenzen van de stad die hij zo lief had met elke vezel van zijn lichaam. Maar hij bleef niet bij de pakken zitten. Jan besloot even voorbij de stadsgrens een optrekje te bouwen. Een bescheiden optrekje? Nee hoor, daarvoor was de ex-schepen iets té veel van 'goeie komaf': het werd een heus waterkasteel met alles erop en alles eraan.
Aan de vrouwvliet, die Mechelen toen reeds scheidde van Sint-Katelijne-Waver, liet hij 'Bergesteyn' uit de grond stampen. In 1364 werd dit kasteel reeds vermeld in ouwe boeken. De naam wijzigde in de loop der tijden een weinig tot 'Borgerstein' (of huis - 'steen' - van een ex-stadsburger - 'borger'). Zo dicht bij zijn geliefde stad kon Jan nog de klokken horen... de klanken van Mechelen die hem deden verlangen naar die mooie tijden dat hij nog het mooie weer maakte in de Dijlestad. Eeuwig heimwee dreef hem voort... Nooit zou hij Mechelen vergeten...
In 1825 geraakte dit oude kasteel danig in verval. De tot hoeve omgebouwde kasteel is nu wel grotendeels gerestaureerd. Van het oude Borgerstein resteren nog deze oudste delen: de brug en de poort... In de onmiddelijke buurt hiervan verrees in de vroege jaren '30 van vorige eeuw het imposante Sint-Jozef-Seminarie, omdat de Mechelse gebouwen te klein waren geworden. In de jaren '60 was deze 'glorietijd' ook voorbij, en in de gebouwen van het seminarie werd gestart met een voorziening voor mensen met een mentale handicap: Borgerstein genoemd, naar het oude kasteel van 'Schone Jan'... De circel is rond...
Wellicht hebben honderdduizenden meegeleefd, meegevoeld en meegeweend bij de 2 afscheidsplechtigheden voor de slachtoffers van het tragisch busongeval in Sierre. Ontroerende momenten, als ouders en familie komen getuigen over een onpeilbaar verlies. Maar daar wil het vandaag niet over hebben, alleszins niet rechtstreeks. Ik kom eventjes terug op de viering in de Sint Pieterskerk in Leuven. Als katholiek ben ik op zijn zachtst gezegd ontgoocheld over het beeld dat de Kerk daar van zichzelf heeft opgehangen. Met plaatsvervangende schaamte zat ik te kijken naar het antieke parochiekoortje begeleid door een al even ondermaatse organist, die het presteerden om liederen te .... (kwelen, kwaken?) die in niets aansloten bij de kinderwereld die aan stukken geslagen was. Dat kon niet goedgemaakt worden door een deken (op andere momenten toch echt wel diepmenselijk) die een ingestudeerd nummertje opvoerde bij de boodschap van de directrice van de school. En zelfs het bijhalen van het overigens voortreffelijke Scala, was een afkooksel van de viering in Lommel. Er zijn nochtans meer dan genoeg voortreffelijke jeugdkoren die heel het gebeuren op een hoger plan hadden kunnen tillen. Een antieke kerk die nog maar eens aangetoond heeft dat zij de aansluiting mist met jongeren en met de wereld. Het zo troostend geloof in het leven (ook na de dood) werd verstikt en mee begraven.
Wat zijn de problemen bij het zingen als je ouder wordt?
* Onvoldoende adem om een hele regel uit te zingen,
* De stem zakt, verandert van kleur,
* Snel hees bij het zingen,
* Niet meer in staat langdurig fortissimo te zingen,
* Vibreren,
* Gevoel dat stem vast zit; niet meer op stem kunnen komen.
Het verschijnsel op zich noemen logopedisten: presbyfonie.
Uit ervaring is gebleken dat deze klachten enorme gevolgen hebben voor de zanger. Uiteindelijk vergaat hem of haar de lust tot zingen.
Omdat de gemiddelde leeftijd steeds verder toeneemt, komen er steeds meer oudere zangers en daardoor ook meer ouderenkoren. Een grote zorg voor dirigenten en zangpedagogen!
De normale stemvorming blijkt niet altijd te helpenbij de ouder wordende zangers Artsen en logopedisten vaak niet met zekerheid zeggen wat de oorzaken zijn van de problemen, laat staan wat er tegen te doen is. Ook blijkt er niet zo veel relevante literatuur over dit onderwerp te zijn.
Wellicht hebben we met het volgende te maken. Het spierstelsel van de stembanden ontwikkelt zich bij de mens het laatst en veroudert het eerst. Op 20 jarige leftijd is de stem 100%. Dan begint als eerste onderdeel van de mens de veroudering hiervan al. Het heeft te maken met de afname van de spieren en het vormen van bindweefsel. De oorzaak moet ook gevonden worden in de verandering van het stofwisselingsmechanisme en vooral bij vrouwen ook in de verandering van de hormoonhuishouding. De precieze oorzaken zijn echter nog steeds niet duidelijk. Inmiddels is het wel duidelijk geworden dat een aantal zaken kunnen helpen om de gesignaleerde problemen zoveel mogelijk te voorkomen.
* Rechtop staan is van groot belang niet alleen voor het goed gebruik van de stembanden maar ook voor de adem. Oudere mensen hebben een natuurlijke neiging om wat gebogen te gaan lopen en te staan. Zij moeten hier dus extra aandacht aan schenken.
* De omvang van de spreekstem wordt kleiner. Om dit tegen te gaan moet de spreekstem worden getraind door afwisselend laag en hoog te spreken en daarbij het middenrif zo los mogelijk te houden. De oefening moet kort maar vaak worden uitgevoerd.
* Ook het zingen van laag naar hoog en weer terug in glijvorm is een noodzakelijke oefening voor het flexibel houden van de stembanden. Ook hiervoor geldt: kort en vaak.
En nog dit:
In de Verenigde Staten ondergaan mensen een chirurgische lift van de stembanden, hierbij wordt vet of collageen geïnjecteerd. Dit brengt de stembanden dichter bij elkaar om beter de vibreren, zo produceren ze een sterker geluid. Er zijn echter tal van natuurlijke middeltjes waarmee je je stem jong kunt houden. Zingen onder de douche is één van de beste manieren om je stem jong te houden, het maakt het strottenhoofd sterker terwijl de warme damp dit orgaan bevochtigt. Zingen is sport voor de stem.
De discussie over het begin van de lente (astronomische lente, schoolkalenderlente) kan de kriebels niet stoppen die ik al heel de week voel. En dat lentegevoel heeft precies ook de koren al bereikt. Twee heel goeie repetities deze week! Een quasi voltallig Ter Looveren dat met aandacht en volharding mooi werk leverde, en een KORILE dat al even hard zijn best deed om een toch veeleisend programma op zijn pootjes te laten vallen. Nu nog alleen Musica ad Nives een succesgevoel geven met Viadana en het kan allemaal niet meer stuk. Je hebt zo van die weken dat alle stukjes in mekaar vallen. Andere keren lijkt alles een beetje tegen te gaan. Maar dit kan de pret niet bederven.Iemand vroeg mij deze week of ik er soms niet de brui wil aan geven als een koor bokkig doet. Maar ... zou dat niet eerder aan de dirigent dan aan het koor liggen?
Op Pasen 1862 (19 en 20 april) klinkt voor de eerste keer in al zijn glorie voor de eerste keer het helemaal herstelde en omgebouwde orgel van de Saint Sulpice in Parijs. Aristide Cavaillé-Coll had er 5 jaar aan gewerkt. Voor de orgelliefhebbers onder ons: deze 150e verjaardag wordt uiteraard dit jaar herdacht. Op zondag 29 april a.s. is er om 16.00 u het verjaardagsconcert met werk van Vierne, Barrié, Bach, Gigout en Boëllmann. Ik veronderstel dat de Saint Sulpice afgeladen vol zal zitten om 5 verschillende organisten te horen. Ik van mijn kant ga dit concert aan mij laten voorbij gaan. Maar met een beetje geluk ga ik wel een drietal dagen naar Parijs om op zondag 17 juni (zelfde plaats, zelfde uur) het recital te horen dat de titularis van dit machtige instrument, Daniel Roth, geeft. onder de titel "Autour de Théodore Dubois, C. Saint-Saens, C. Franck et Ch. Widor".
In het toneelstuk "Kinderen van een mindere God", vertelt het dove meisje Sarah hoe zij doodsbang was van de kerk omdat het orgel klonk als de stem van een boze God. In de commentaar op onderstaand slotdeel van de 3e symfonie van Saint-Saens wordt gezegd dat het orgel lijkt op het grommen van een gevaarlijke beest aan de overzijde van de ravijn. En ook: "ik ben bang om dichtbij het orgel te komen, want het zal je opeten".
Vandaag herdenken we de sterfdag van Giovanni Battista Pergolesi ( 16 maart 1736). Bij zijn dood tengevolge van TBC was hij 26 jaar. Pergolesi was, ondanks zijn korte leven, één van de belangrijkste vroege componisten van de opera buffa (komische opera). Meest populair in dit genre is La Serva Padrona (1733). Toen deze tweeakter in 1752 in Parijs werd opgevoerd, was dit de aanleiding voor "la querelle des bouffons" (ruzie van de komieken), ruzie die twee jaar lang duurde in Parijs waarin de aanhangers van de ernstige Franse opera (denk aan Lully en Rameau) in de clinch gingen met de supporters van de nieuwe komieke Italiaanse opera. Pergolesi schreef ook veel kerkmuziek. Zijn Stabat Mater voor sopraan, alt en orkest, een opdracht die het Stabat Mater van Scarlatti moest vervangen, is het meest gedrukte werk van de 18e eeuw. Zelfs J.S. Bach gebruikte en bewerkte het.
Er zijn zo van die dagen. Ik werd vanmorgen uit mijn schoenen geblazen door een vertolking van het vioolconcerto van Mendelssohn. Zonder te weten wie het speelde, bleef ik een half uur ademloos luisteren. In het begin kon je nog denken dat het de lente was, die mij in vervoering bracht. Wanneer ik achteraf ging zoeken wie de vertolker was, bleek het de Nederlandse Janine Jansen te zijn, telg uit een muzikaal geslacht uit Utrecht. En deze keer was het niet het oog dat ook wat wilde hebben. Alhoewel ... bij nader toezien is het ook waw. Geen wonder dat zij Engeland, Japan en de USA plat speelt met haar passie en virtuositeit. Nog maar 33 jaar en bij de top van de wereld. Behalve Mendelssohn zet ik hier ook een stukje Tsjaichowsky wat bij mijn weten nog nooit zo snel en spectaculair gespeeld werd.
Gisterenavond hebben wij tijdens de repetitie het jaarprogramma van KORILE kort voorgesteld. Behalve de gewone optredens ligt het accent op de drie kerstconcerten op het einde van 2012 en op de deelname aan het provinciaal koortornooi begin 2013. Dat wij nu al beginnen met dit tornooi is niet zo verwonderlijk. Eerst en vooral willen wij dat de stukken die wij voorstellen aan de jury, helemaal in onze vingers (in onze oren) zitten. Maar we gaan in de loop van het jaar ook een paar keer beroep doen op de gewaardeerde ondersteuning van een koorcoach van Koor & Stem. En die moeten we natuurlijk niet laten komen om muzieknootjes in te studeren. Op het programma staan o.m. Mendelssohn, Goodall, Raymond Schroyens, Bikkembergs, Jef Tinel ... Op deze blog zijn de onderstaande links al vroeger verschenen, maar nu krijgen ze voor KORILE nog meer actualiteitswaarde. Ik zou zeggen, luister maar eens om te horen hoe mooi sommige stukken wel zijn.
En dan nog dit: Kris heeft gezorgd voor opnames van de Missa Harmonia Mundi, onderdeel van het kerstconcert. Ze zijn vanaf nu ter beschikking tijdens de repetities. KORILE mocht ook een bezoeker ontvangen, mogelijks weer een nieuw koorlid. Hartelijk welkom, Nadine. Effe doorbijten, want als nieuweling in een koor is het altijd zwaar werk.
Op 1 april, palmzondagavond, om 17.00 brengt het Collegium de Dunis een sfeervol passieconcert in de Sint Jacobskerk in Brugge. Lamentaties uit het Oude Testament en fragmenten uit het passieverhaal hebben eeuwenlang componisten geïnspireerd tot aangrijpende muzikale zettingen. In het passieconcert Lamentatio worden composities uit de 16de eeuw, bloeitijd van de polyfonie geconfronteerd met zettingen uit de 20de eeuw: Clemens non papa, Palestrina, Lassus, Nees, Sisask, Miskinis, De combinatie zorgt voor een rijk en gevarieerd concert dat tevens een mooie en meditatieve inleiding is op de Goede Week.
Dat wij, moderne mensen, het - zelfs in de derde leeftijd - druk hebben lijdt geen twijfel. In de tijd van onze ouders was iemand van 67-68 jaar een oude mens, hooguit nog bezig met het wieden in de tuin, of het verzorgen van de duiven. Maar vandaag ... je moet maar eens proberen een concertkalender op te stellen waarbij drie koren betrokken zijn. Opmerkelijk eerst en vooral dat verschillende koorleden moeten schipperen tussen twee koren waar zij lid van zijn. En dan zijn er de andere sociale activiteiten waar zij zogezegd niet kunnen gemist worden, of die zij om een of andere reden prioritair vinden. Ik geloof nooit dat het mij zal lukken om 3 data te vinden waarop alle 80 mijn koorleden vrij zijn. Het wordt puzzelen, in de wetenschap dat ik toch niet iedereen kan tevreden stellen.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.