Vandaag herdenken we de sterfdag van Giovanni Battista Pergolesi ( 16 maart 1736). Bij zijn dood tengevolge van TBC was hij 26 jaar. Pergolesi was, ondanks zijn korte leven, één van de belangrijkste vroege componisten van de opera buffa (komische opera). Meest populair in dit genre is La Serva Padrona (1733). Toen deze tweeakter in 1752 in Parijs werd opgevoerd, was dit de aanleiding voor "la querelle des bouffons" (ruzie van de komieken), ruzie die twee jaar lang duurde in Parijs waarin de aanhangers van de ernstige Franse opera (denk aan Lully en Rameau) in de clinch gingen met de supporters van de nieuwe komieke Italiaanse opera. Pergolesi schreef ook veel kerkmuziek. Zijn Stabat Mater voor sopraan, alt en orkest, een opdracht die het Stabat Mater van Scarlatti moest vervangen, is het meest gedrukte werk van de 18e eeuw. Zelfs J.S. Bach gebruikte en bewerkte het.
Er zijn zo van die dagen. Ik werd vanmorgen uit mijn schoenen geblazen door een vertolking van het vioolconcerto van Mendelssohn. Zonder te weten wie het speelde, bleef ik een half uur ademloos luisteren. In het begin kon je nog denken dat het de lente was, die mij in vervoering bracht. Wanneer ik achteraf ging zoeken wie de vertolker was, bleek het de Nederlandse Janine Jansen te zijn, telg uit een muzikaal geslacht uit Utrecht. En deze keer was het niet het oog dat ook wat wilde hebben. Alhoewel ... bij nader toezien is het ook waw. Geen wonder dat zij Engeland, Japan en de USA plat speelt met haar passie en virtuositeit. Nog maar 33 jaar en bij de top van de wereld. Behalve Mendelssohn zet ik hier ook een stukje Tsjaichowsky wat bij mijn weten nog nooit zo snel en spectaculair gespeeld werd.
Gisterenavond hebben wij tijdens de repetitie het jaarprogramma van KORILE kort voorgesteld. Behalve de gewone optredens ligt het accent op de drie kerstconcerten op het einde van 2012 en op de deelname aan het provinciaal koortornooi begin 2013. Dat wij nu al beginnen met dit tornooi is niet zo verwonderlijk. Eerst en vooral willen wij dat de stukken die wij voorstellen aan de jury, helemaal in onze vingers (in onze oren) zitten. Maar we gaan in de loop van het jaar ook een paar keer beroep doen op de gewaardeerde ondersteuning van een koorcoach van Koor & Stem. En die moeten we natuurlijk niet laten komen om muzieknootjes in te studeren. Op het programma staan o.m. Mendelssohn, Goodall, Raymond Schroyens, Bikkembergs, Jef Tinel ... Op deze blog zijn de onderstaande links al vroeger verschenen, maar nu krijgen ze voor KORILE nog meer actualiteitswaarde. Ik zou zeggen, luister maar eens om te horen hoe mooi sommige stukken wel zijn.
En dan nog dit: Kris heeft gezorgd voor opnames van de Missa Harmonia Mundi, onderdeel van het kerstconcert. Ze zijn vanaf nu ter beschikking tijdens de repetities. KORILE mocht ook een bezoeker ontvangen, mogelijks weer een nieuw koorlid. Hartelijk welkom, Nadine. Effe doorbijten, want als nieuweling in een koor is het altijd zwaar werk.
Op 1 april, palmzondagavond, om 17.00 brengt het Collegium de Dunis een sfeervol passieconcert in de Sint Jacobskerk in Brugge. Lamentaties uit het Oude Testament en fragmenten uit het passieverhaal hebben eeuwenlang componisten geïnspireerd tot aangrijpende muzikale zettingen. In het passieconcert Lamentatio worden composities uit de 16de eeuw, bloeitijd van de polyfonie geconfronteerd met zettingen uit de 20de eeuw: Clemens non papa, Palestrina, Lassus, Nees, Sisask, Miskinis, De combinatie zorgt voor een rijk en gevarieerd concert dat tevens een mooie en meditatieve inleiding is op de Goede Week.
Dat wij, moderne mensen, het - zelfs in de derde leeftijd - druk hebben lijdt geen twijfel. In de tijd van onze ouders was iemand van 67-68 jaar een oude mens, hooguit nog bezig met het wieden in de tuin, of het verzorgen van de duiven. Maar vandaag ... je moet maar eens proberen een concertkalender op te stellen waarbij drie koren betrokken zijn. Opmerkelijk eerst en vooral dat verschillende koorleden moeten schipperen tussen twee koren waar zij lid van zijn. En dan zijn er de andere sociale activiteiten waar zij zogezegd niet kunnen gemist worden, of die zij om een of andere reden prioritair vinden. Ik geloof nooit dat het mij zal lukken om 3 data te vinden waarop alle 80 mijn koorleden vrij zijn. Het wordt puzzelen, in de wetenschap dat ik toch niet iedereen kan tevreden stellen.
Enkele maanden geleden kregen wij een enquête in de bus van Koor & Stem rond de aanwezigheid van mensen met beperkingen in onze koren. In het laatste nummer van De Koorkrant staat op de eerste pagina de volgende oproep: "Zingen in een koor is niet enkel een artistieke, maar ook een sociale vrijetijdsbesteding. Zingen in groep werkt aanstekelijk en geeft mensen een gevoel van samenhorigheid. Een koor is een perfecte inclusieomgeving en mensen met beperkingen lrijgen daarmee nieuwe ontplooiingskansen. Koor & Stem roept daarom koren, verzorgingsinstellingen onderwijsinstellingen en sociaal-culturele organisaties op om nieuwe activiteiten te ontwikkelen, die vanuit het samen zingen bruggen slaan tussen mensen met beperkingen (een fysieke of geestelijke handicap) en de koorwereld. Het gaat daarbij om creatieve, vernieuwende, toonaangevende initiatieven die de inclusieve werking in de lokale koorwereld versterken."
In verschillende koren die ik mocht dirigeren heb ik de aanwezigheid van mensen met een handicap nooit ervaren als een rem. Natuurlijk was het niet altijd evident om niet te vergeten dat de parituur er in braille of grootschrift moest zijn, of dat de repetitieruimte en/of een podium toegankelijk moest zijn voor de rolstoel, of dat we in het opstellen van een reisprogramma moesten rekening houden met speciale diëten. De liefde moet wel van twee kanten komen: zelfs al ziet een koor geen graten in het lidmaatschap van mensen met beperkingen, je moet ze nog wel zo ver krijgen dat ze zich aanmelden.
Huiselijk geweld, vrouwenbesnijdenis, slavinnen bij rijke sjeiks, loondiscriminatie, glazen plafonds ... allemaal schokkende dingen die om actie schreeuwen, en die nog eens speciaal onder de aandacht gebracht worden op deze internationale vrouwendag. Ik van mijn kant heb -behalve het moreel ondersteunen - weinig impact op deze schrijnende toestanden. Maar ik wil wel van de gelegenheid gebruik maken om te zeggen hoe belangrijk de vrouwen in mijn 3 koren zijn/ Niet alleen leveren zij de 3 voorzitters, maar zij zijn ook numeriek de meerderen in de respectieve besturen. Ik ben zelfs niet van plan om hun een speciaal complimentje te maken voor het fantastische werk dat zij daar leveren, want dat zou er op wijzen dat ik mij daarover verwonder. En dat we geen mannen aantrekken (of alleszins veel te weinig) zegt meer over de mannen dan over de vrouwen. Misschien toch even een eresaluut aan mijn vrouwelijke dirigent-collega's: figuren als Sabine Haenebalcke, Marijke Cogghe, en dichterbij een Eles De Lentacker, of ons oud monument Monique Lesenne zijn een verrijking voor het Vlaamse koorleven.
Oh ja, als er dan toch een klankfragment moet, dan maar eentje van een vrouwelijke componist.
De koortornooien van de Provincie Antwerpen komen er aan:
Ekeren : 11 maart om 10.30 u en 14.30 u : Stedelijke Academie, Ferd. Pauwelsstraat 102 Lier : 18 maart ook om 10.30 u en 14.30 u : Jezuietenkerk, Gasthuisvest 50 (ingang B) Turnhout : 25 maart om 14.30 u : De Warande, Warandestraat 42.
Het is de moeite waard om het programma in te kijken dat de koren brengen; daarmee zie je wat zoal de huidige tendensen zijn waar koorleiders op surfen, om de jury te bewijzen dat ze niet oubollig zijn. Dit en nog veel meer vind je op
Zaterdagavond zaten we met wat mensen samen en na het eten gingen we - kan het anders met koorzangers? - wat zingen. Bij de oudere mensen is natuurlijk nog altijd sterk het repertorium van de eerste helft van de 20e eeuw aanwezig, alhoewel ... Ook dat begint stilaan te vervagen. Dat evenementen als het Vlaams Nationaal Zangfeest (11 maart in de Lotto Arena in Antwerpen) hoe langer hoe minder volk trekt, heeft niet alleen te maken met weerstand tegen Vlaams extremisme. Het is niet voldoende om 1 x per jaar de Vlaamse liederen af te stoffen, om ze ook nog levend te houden. Daar kan je om treuren en zeggen dat een stuk van de traditie verloren gaat. De tijdsgeest is er echter niet naar om strijdliederen boven te halen : de moderne barden zijn Willem Vermandere, Raymond van het Groenewoud, zelfs Koen Wauters (Clouseau). "Twee meisjes" of "Vlaanderen boven" en "Bange blanke man" winnen het met mijlen voorsprong op "Juto vooruit en dapper, Juto, mijn paard" . En het enig mooie "Naar wat de dennen fluisteren" is een vage herinnering of nog minder. Jammer? Ja en nee. Tussen het martiale kaf van het nationalisme, zat er ook poëzie. Maar tussen het huidige lawaai, zitten er ook pareltjes die mensen raken.
Zoals gezegd was het gisteren wandeldag bij Ter Looveren. Bert gidste met verve de deelnemers langs de Linieroute in Eksaarde en omgeving. Daarna was er een geweldige (lekkere en gezellige) ontvangst, ondanks het feit dat Jenny het allemaal van op afstand moest volgen - zij was eventjes vakantie gaan nemen in het ziekenhuis. Haar kinderen (en kleinkinderen) namen echter met succes het roer in handen en verwenden ons op alle mogelijke manieren. De dames van het bestuur hadden bovendien de huissleutel bemachtigd en droegen een zware steen bij om de avond tot een succes te maken. De afwezigen hadden meer dan ongelijk.
Vandaag was er dan een workshop Scandinavische koormuziek, ingericht door Koor & Stem. De gedroomde motor van deze dag was Christiana Duyck, o.m. dirigente van kamerkoor Pizzicanto (Turnhout). Christiana Duyck studeerde musicologie aan de K.U. Leuven en aan het muziekinstituut van de universiteit van Arhus (Denemarken), waar zij naast een specialisatie Skandinavische koormuziek ook een zangopleiding genoot. Bovendien haalde zij een eerste prijs notenleer, harmonie en koordorectie aan het Conservatorium te Brussel. De uitspraak van de noordelijke talen blijft een stevige barrière voor dit deel van het Europese muziekerfgoed. Toch was het een leuke ervaring om kennis te maken met heel wat (melodieus, romantisch) werk uit Denemarken, Zweden, Noorwegen en Finland (dit laatste land wordt niet bij de Skandinavische landen gerekend en heeft ook een heel andere taaloorsprong).
Ondanks alles ben ik van plan toch een paar van de werkjes die we vandaag ontdekten op het programma te nemen. Uiteindelijk moeten we onze tongen niet allen verstuiken bij Pepita.
Ieder koor schijnt zo zijn eigen gewoontes te hebben om nog eens iets anders te doen dan zingen. In het geval van MaN is dat de jaarlijkse koorreis waar iedere keer ook een streekbiertje bij te pas moet komen en - sinds ik daar ben toch - telkens ook een of andere abdij het programma opfleurt. KORILE op zijn beurt is dan weer het koor van de fietsers. Begin juli wordt het stalen ros van stal gehaald en wordt de jaarlijkse valpartij met veel genoegen voorbereid. En vandaag houdt Ter Looveren een late Valentijswandeling. Eerst zou het romantiek worden in het schemerduister, maar nu is het een voorzichtig stapje in de wereld rond Eksaarde in klaarlichte dag. En Bourgondiërs als we zijn zal het zeker eindigen met een stevige hap en drank. Voor de samenzang is al gezorgd, want ... als de wijn is in de man.
De Renaissancecomponist Clemens non Papa was actief in de eerste helft van de 16e eeuw: een jaar als zangmeester aan de Sint Donaaskerk in Brugge, naderhand vooral in Antwerpen en waarschijnlijk ook in Leiden. Waar zijn naam vandaan komt is niet helemaal zeker. Misschien wilde hij geen verwarring met de toenmalige dichter Jacobus Papa. Maar er wordt ook verteld dat het van zijn kant een grapje was en dat zijn naam betekent: "Clemens, maar niet de paus". Hij was een bijzonder vruchtbaar componist: we kennen van hem 15 missen, meer dan 200 motetten en 159 driestemmige psalmen (in het Nederlands!). Op zaterdag 21 april gaat in het Concertgebouw van Brugge een polyfoniedag door met workshops rond zijn Requiemmis. De studiedag staat open voor amateurzangers die wel zelfstandig de partituur moeten kunnen voorbereiden. Ignace Tevelein is de dirigent, musicoloog Simon Van Damme geeft toelichting bij het leven en werk van Clemens non Papa. Deelnemers geven om 18.00 uur die dag een toonmoment (term die wij gebruiken om subsidies los te peuteren, want voor een "concert " krijg je die niet) en kunnen ook gratis naar het avondconcert met de Capilla Flamenca. Het hele geval is wel redelijk duur (maar zijn prijs waard): 50 EUR. Inschrijven op www.sint-jacobshuys.be.
Dat dit blogje over Gregorian gaat, heeft meer te maken met een gedachtenassociatie dan met het verhaal van gisteren over gregoriaanse muziek. Gregorian is een Duitse band die moderne rock en popmuziek op een soort van Gregoriaanse wijze vertolkt. De instrumentale begeleiding maakt dat hun opnames - los van het feit dat dit niet religieus is - geen gregoriaans zijn. Sinds 1998 verschijnen met de regelmaat van een klok CD's onder de titel "Masters of Chant". Natuurlijk is het project niet gespeend van kitsch, maar dat neemt niet weg dat - binnen de wereld van het lawaai van de rockmuziek- Gregorian ongetwijfeld een verademing kan zijn. Ik ben benieuwd of deze muziek aanslaat bij mijn lezers.
Bij de voorbereiding van het programma van de komende hoogdagen, kwam al een paar keer de mogelijkheid naar voor om Gregoriaanse gezangen te gebruiken.
Indien men als koorleider een aantal weken aan een Gregoriaanse mis heeft gewerkt, en het koor deze dan tijdens de Eucharistie ten gehore brengt, is het de vraag hoe en in welke mate deze zang 'overkomt' bij het volk in de kerk. Deze vraag is van groot belang. Als kerkmusicus is men verplicht zichzelf deze vraag voortdurend te stellen en er zijn handelen naar te richten. Het Gregoriaans is immers, als onderdeel van de liturgie, enerzijds voor God bedoeld, tot Hem gericht, anderzijds voor het Godsvolk bestemd, met het doel de gelovigen te stichten.
De 'ingewijde' is vertrouwd met het Gregoriaans en beleeft het tot in detail. Dan is het wel eens moeilijk zich voor te stellen welke aspecten wel en welke niet tot de ongeoefende luisteraar doordringen. Bovendien zullen de aard en het aantal van deze elementen verschillen tussen jongeren en ouderen, én tussen degenen, die als katholiek en die als niet-katholiek zijn opgegroeid.
Het is misschien radicaal gezegd, maar soms lijkt het erop alsof het volk in de kerk totaal niets hoort van de tekst en de melodische zinswendingen, maar slechts een bepaalde impressie ervaart. Men hoort dan opmerkingen als: "Het was (weer) schoon, hè ?". Maar de persoon, die zulke opmerkingen maakt, zal niet kunnen zeggen of het nu waren de melodische wendingen, de tekst, of de vocale of interpretatieve prestaties van het koor, die hij als 'schoon' bestempelde. Het muziekstuk of de zang in zijn geheel, zó uitgevoerd, geeft een positieve beïnvloeding van de menselijke geest leidend tot de ervaring 'schoon'.
Hoe kan men nu het Gregoriaans meer toegankelijk maken voor de niet-kenner ? Dit is slechts mogelijk door deze geleidelijk, beetje bij beetje dus, vertrouwd te maken met deze zang. Het is daartoe allereerst noodzakelijk in de kerk tijdens de liturgie voldoende Gregoriaans ten gehore te brengen. Verder kan het Gregoriaans meer geactualiseerd worden door het te behandelen als onderdeel van de liturgie. Vermenging met andere, meer bekende, muzieksoorten kan nuttig zijn omwille van een langzame gewenning. Over een degelijke uitvoering valt ook heel wat te zeggen, daar het Gregoriaans het niet verdraagt slecht te worden gezongen.
In Musica ad Nives is de aanwezigheid op de repetities al altijd een groot pluspunt geweest. Dat is één van de voornamste redenen dat wij er in slagen vier keer per jaar een mooi programma op poten te zetten voor de kerkelijke hoogdagen. Het is inderdaad niet niks om iedere keer met een meerstemmige mis en aangepaste liederen of motetten naar buiten te komen. Ook KORILE doet het goed, als ik de aanwezigheidslijsten bekijk. Het is niet voor niks dat wij - ondanks een paar langdurige ziektes - ook daar nog een gemiddelde van 87 % op de repetities halen. Dat verdient toch wel een pluim. Er is inderdaad niets zo frustrerend als een koor dat wel het potentieel heeft om mooie dingen te realiseren, maar dat door onregelmatige aanwezigheden afgeremd wordt. Frustrerend voor de dirigent, maar even goed voor de koorleden die wel trouw aanwezig zijn. Eigenlijk is het een kwestie van attitude. Je repetitieavond moet heilig zijn. Komaan!
Op 27 februari 1887 overleed in Sint Petersburg de Russische componist Alexander Borodin. Heelzijn leven zou hij hinken op twee gedachten. Het begon al met zijn geboorte: onwettige zoon van een russisch edelman, werd hij opgeschreven als kind van één van de knechten van de natuurlijke vader. Als kind kreeg hij uitstekende pianolessen, maar zou toch gaan studeren aan de Medisch-Chirurgische Academie, waar hij later professor chemie werd. In hetzelfde jaar dat hij die aanstelling kreeg, begon hij ook compositielessen te volgen bij Balakirev. Uiteindelijk zou hij bij de "Grote Vijf" van de toenmalige Russische muziek gaan behoren. Hij is best bekend in muzikale middens omwille van zijn symfoniën, zijn twee strijkkwartetten en zijn opera "Prins Igor". Toch bleef hij in Rusland befaamd door zijn prestaties op het vlak van chemie. Alexander Borodin, stierf vrij vroeg; hij had een zwakke gezondheid. Hij blies zijn laatste adem uit tijdens een bal van de Academie. Hij ligt begraven op het kerkhof bij het Alexander Nevskyklooster in Sint Petersburg.
Zondag ... rustdag. Het moment bij uitstek om je concertagenda op te lijsten.
* "Seasons of Love", een aperitiefconcert (in de namiddag!) van het Sint Ceciliakoor uit Sint-Niklaas in de muziekkapel van het KAHO Sint Lieven (Hospitaalstraat) op zondag 25 maart om 16.00 uur. Het koor, i.s.m. groep JABE staat onder leiding van Els De Lentacker. * Het allerlaatste concert in Vlaanderen van Liesbeth List (70 jaar) op vrijdag 16 maart om 20.00 uur in de Zuiderkroon in Antwerpen. * Een groot lenteconcert in Gent op zaterdag 24 maart om 19.30 uur in de Sint Pauluskerk (Smidsestraat) met o.a. werk van Beethoven, Bach, Händel, Offenbach, Rutter, Cherubini, Webber. Koren en orkest o.l.v. Léon-Bernard Giot * Het jaarlijkse Palmzondagconcert van de Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia uit Leest op zondag 1 april om 19.30 u in Zaal Ter Coose (Leest).
Van het concert des levens daarentegen krijgt niemand het programma en de uren.
KORILE werkt momenteel aan een traditionele Japanese folksong "Sakura". Sakura is het Japanse woord voor "kersenbloesem". De sakura is in Japan altijd het symbool geweest voor de vergankelijke schoonheid. Ze is nauw verbonden met de samoerai en de bushido (de erecode van de samoerai, die loyaliteit, trouw en eer tot de dood vereiste). Het leven wordt beschouwd als kort en mooi, een beetje zoals de kersenbloesem zelf. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de sakura een symbool om het Japanse volk te motiveren. De kamikazepiloten schilderden kersenbloesems op de flanken van hun vliegtuig vooraleer op zelfmoordmissie te vertrekken. De overheid moedigde de Japanners aan om te geloven dat de zielen van de gesneuvelde soldaten reïncarneerden in kersenbloesems. Ook vandaag nog gebruikt het Japanse leger en de politie de sakura op hun emblemen in plaats van bijvoorbeeld sterren.
Voor Pasen zijn we momenteel bezig met het studeren van Viadana's motet: Exultate iusti. Lodovico da Viadana (ca. 1560-2 meo 1627) was een monnik, die als één van de eersten concerterende kerkmuziek schreef. Hij zou zijn naam aangenomen hebben bij zijn intrede in de franciscanerorde. Hij was onder meer werkzaam als kapelmeester in Mantua, maar verbleef ook in Cremona, Venetië en Bologna. Toen hij, door ruzie met sommige van zijn medebroeders Viadana moest verlaten, kwam hij uiteindelijk terecht in het klooster van San Andrea in Gualtieri, waar hij tot zijn dood verbleef. Hij wordt verondersteld de eerste te zijn geweest die de basso continuo aanwendde in zijn geestelijke concerten. Zijn muziek is de echte overgang tussen renaissance en barok.
Dank u wel, met mij gaat het goed: alive and kicking! Afhankelijk van het standpunt van de lezer was het vanmorgen in de krant de Standaard heel even schrikken, nieuwsgierig zijn of gewoon geamuseerd naar de details kijken in de rubriek overlijdensberichten waarin in grote kapitaalletters de naam Carlo Claes stond. Bij nader toezien bleek het over een priester te gaan (tot nader order ben ik nog altijd getrouwd) die de gezegende leeftijd van 98 jaar had bereikt. Hoop doet in elk geval leven, al heb ik niet de ambitie om ooit in die rubriek te verschijnen. Wat er ook van zij, ik leef, wat bewezen werd door de bestuursvergadering van Ter Looveren van gisterenavond en -insjalah - de repetitie van vanavond bij Musica ad Nives. Ik ben benieuwd of ik in de komende weken mij bezorgd moet afvragen of afwezigen op de repetitie in de krant zullen verschijnen, dan wel dat ze het gewoon hebben laten afweten. In dat laatste geval kan ik er nog altijd voor zorgen dat ze een flinke tik tegen hun oren krijgen, waardoor nog maar eens bewezen wordt dat zij en ik leven.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.