Donald Trump heeft zijn kiescampagne op gang getrokken in de grote
stad Tulsa, Oklahoma. In een bijna tot de nok gevulde zaal, voor zo'n 13.000
enthousiaste aanhangers. En hij had een opmerkelijke belofte in petto voor zijn
kiezers.
(Terloops: De fake media
beweren dat de zaal maar voor twee derde gevuld was, en ze hebben beelden
getoond van lege rijen stoelen. Dat is natuurlijk vals! Er waren enkele stoelen
vrij gelaten omwille van Corona, en de leugenachtige media hebben die enkele stoelen
uitvergroot om hun valse berichten te verspreiden!)
Voor wie het zou gemist hebben, volgt hier een kort stukje uit zijn
speech:
Zodra ik opnieuw verkozen word,
voor een tweede termijn, zal ik Amerika nog groter maken dan het nu al is. Nóg
groter!
Ik ben bezig met geheime
onderhandelingen met een prachtig land in Europa: Vlaanderen, dat zal toe treden
als 51ste staat tot de Verenigde Staten van Amerika. Ik heb al heel
wat constructieve gesprekken gehad met mijn goede vriend Tom, de belangrijkste
man in de staat Vlaanderen. Een bijzonder verstandig man, Tom. Een man van het
volk. Een man naar mijn hart!
Dit is uiterst geheim, en daar
mag nu nog niets van uitlekken, want in Brussel zouden ze dat dan proberen te saboteren.
Ik vraag daarom aan alle honderdduizend mensen hier in de zaal om daar nog
niets over te verklappen. Want het is uiterst geheime informatie. Uiterst
geheim! Ook de fake pers in de zaal mag daar niets over schrijven of
publiceren. Als ze dat wél doen, zal ik ze allemaal aanklagen voor het
verspreiden van geheime informatie van nationaal belang. Diegenen die dit
nieuws verspreiden, zullen zwaar boeten en gestraft worden voor hun
anti-Amerikaanse activiteiten.
Om de onderhandelingen te kunnen
afronden, moet ik zéker herverkozen worden. Want Vlaanderen wil niets te maken
hebben met de socialist Biden. Vlaanderen moet niets weten van socialisten. Het
zijn de socialisten die Vlaanderen onderdrukken in Europa, en daarom wil
Vlaanderen bij Amerika komen. De grootste partij van Vlaanderen, met méér dan
10 miljoen kiezers, wordt door de socialisten genegeerd en dat moet veranderen.
Zij zeggen daarom: "Maak Vlaanderen weer groot!"
Samen met de grootste partij van
Vlaanderen zullen wij Vlaanderen los maken van Brussel, en dan kan Vlaanderen toetreden
tot de USA. Vlaanderen wordt de 51ste staat in ons mooie land, en
Amerika zal nóg groter worden. En Vlaanderen ook.
Dat zal voor Vlaanderen, en voor
Amerika, miljarden dollars aan nieuwe inkomsten betekenen. Inkomsten die ze nu
allemaal moeten afgeven aan de communisten in Brussel.
En voor Amerika zal dit een
ongeziene groei betekenen van onze export, en nóg meer nieuwe jobs opleveren
dan ik de voorbije vier jaar al gecreëerd heb. De hele wereld zal ons benijden
om de prachtige producten die wij zullen kunnen verkopen: de beste pralines van
de hele wereld, de lekkerste chocolade van de hele wereld. En over de hele
wereld zal ons bier gedronken worden, want de hoofdzetel van AB InBev komt naar
Amerika. En die van Westvleteren ook. Miljarden mensen zullen hun dorst kunnen
lessen met ons bier. Ook de restaurants van Peter Goossens en van Sergio komen
naar Amerika. We zullen er de grootste fastfoodketens in de wereld van maken. Na
McDonalds en KFC, natuurlijk. En Chef Roger komt ook naar Amerika. En we zullen
de grootste uitvoerder worden van witloof en peren. De Chinezen zitten te
smeken om meer witloof te kunnen kopen, en peren. En Vlaamse varkens. Onze
handelsbalans met China zal eindelijk positief worden, zoals ik altijd beloofd
had. Het zal gedaan zijn met het afpakken van al onze mooie dollars; de
Chinezen zullen ons vele miljarden dollars moeten betalen. En we zullen aan de
hele wereld speelkaarten verkopen. Over de hele wereld zal iedereen UNO spelen
met onze kaarten.
We kunnen niet wachten om Vlaanderen
in onze Verenigde Staten op te nemen. Ik zal er onmiddellijk werk van maken
zodra ik herverkozen ben. En ook de mensen in Vlaanderen kunnen niet wachten.
Ik heb hen al beloofd dat ze de zwarte mensen daar weer "Piet" zullen mogen noemen, wat nu niet mag van de linkse
socialisten. En we zullen een muur bouwen op de grens met Europa, om die
miljoenen illegale vluchtelingen buiten te houden die Vlaanderen overspoelen,
want het zijn allemaal verkrachters en moordenaars en drugsverslaafden. We
zullen er ook voor zorgen dat iedereen er weer West-Vlaams zal spreken. En het
Frans, dat de socialisten in alle scholen opdringen, zal weer afgeschaft
worden.
De nationale en internationale sportcompetities komen stilaan weer op
gang. Er wordt in diverse landen zelfs nú al weer gevoetbald. Zonder publiek
weliswaar. Het idee van een sportwedstrijd "achter
gesloten deuren" snap ik eigenlijk niet goed, want het mooiste aan zo'n
wedstrijd is de ambiance, de sfeer, de mensenmassa die intens mee leeft.
Maar goed: de competities moesten en zouden dringend weer opstarten.
Want één van de meest "dramatische" (zo
lijkt het toch) gevolgen van dit corona-virus was zéker dat alle professionele
sportcompetities in het voorjaar afgebroken werden. Het wielerseizoen is zelfs
niet eens serieus kunnen beginnen.
(Het grappige, of vreemde, hierbij is dat, net als de rest van het
VRT-journaal, zélfs het sporthoofdstukje in deze corona-tijden elke dag langer
duurde dan voorheen, hoewel er niet eens gesport werd.)
De Belgische voetbalcompetitie in de eerste klasse moest stopgezet
worden op één speeldag vóór het reguliere einde. Met uiteraard typisch
Belgische complicaties. Want de ploeg die op dat moment eerste stond, is als
kampioen uitgeroepen, en wie laatste stond, moet degraderen. Ik heb altijd
gedacht dat het principe inderdaad zo duidelijk was, en dat het daar
uiteindelijk allemaal om draait: op het einde van de competitie uitmaken wie de
beste en wie de slechtste was. Maar in België is niets simpel, en dus is er
heibel in de keet, en moet een rechtbank tussenbeide komen.
Dat het stopzetten van die wieler- en voetbalcompetities zó "dramatisch" was, komt omdat het
blijkbaar om "big business" gaat. We
spreken over budgetten van tussen 12 en 42 miljoen euro voor elk van de grote
wielerploegen. De omzet van de Ronde van Frankrijk alléén al bedraagt 160
miljoen euro. En in het profvoetbal zijn de bedragen nog hallucinanter: de
omzet van de 30 rijkste Europese clubs wordt geschat op 8,3 miljard euro. Dat
behoorlijk paniekerig gereageerd wordt op het idee dat het wieler- of voetbalseizoen
2020 een totaal fiasco zou worden, hoeft dus geen verbazing te wekken.
Maar ik begrijp het niet. Ik begrijp het concept van "sportsponsoring" totaal niet.
Wat heeft een bedrijf ermee te winnen dat iemand op een fiets rond
rijdt met de naam van het bedrijf op de rug van zijn shirt en op zijn borst?
Dat Greg Van Avermaet over de kasseien dokkert met "CCC" op zijn rug, "so what"?
Dat kan mij in elk geval geen bal schelen. Voor mijn part rijdt hij rond met "XXX" op zijn shirt, het maakt mij geen
fluit uit. En dat hij dan de Ronde van Vlaanderen zou winnen en met de beide
handen zou wijzen naar "CCC" op zijn
borst, of naar "XXX", het zal mij
worst wezen. Hoe kan zoiets een voordeel opleveren voor "CCC"? Zijn de producten van "CCC"
(schoenen en handtassen, blijkbaar: ik heb het opgezocht) zó veel beter omdat
Greg Van Avermaet rondfietst met "CCC"
op zijn rug en een koers wint? Of gaan we allemaal ontsmettende handgel van Ineos kopen als Chris Froome de Tour
wint? En zouden de klanten massaal voor BNP-Paribas
kiezen omdat RSC Anderlecht voetbalt met truitjes waar de bank als sponsor op
figureert?
Dat is toch allemaal flauwekul? Het feit dat een bedrijf een sportclub
sponsort zegt toch niets over dat bedrijf zelf? Het maakt een bedrijf niet
beter of competenter of méér verantwoordelijk, als zijn of haar naam op een
sportshirt vermeld staat? Het zegt niets over de kwaliteit van haar of zijn
producten als iemand het zegegebaar kan maken met de naam van dat bedrijf op
zijn of haar borst? En toch blijken die bedrijven miljoenen over te hebben voor
de sportsponsoring. Ik begrijp het niet.
(En wat ik al helemaal niet begrijp, is dat er mensen zijn,
wielertoeristen, die zowaar veel geld betalen
voor een truitje waarop "Ineos"
gedrukt staat. In mijn simpele geest wordt iemand betaald om reclame te maken
voor een bedrijf of voor een product. Dat iemand zélf zou willen betalen om
reclame te mogen maken, dat gaat mijn petje helemaal te boven.)
"Sportsponsoring", een
miljoenen- of zelfs miljarden-business? Ik begrijp het niet.
"Het gaat om naambekendheid!"
zal u zeggen. Zonder Greg Van Avermaet hadden we zelfs nooit over "CCC" gehoord, en zonder Chris Froome
niet over "Ineos".
Tja, dat zou kunnen. Maar zijn er voor die bedrijven écht geen betere
manieren te bedenken om zich in de belangstelling te werken? Waarbij ze in de
publiciteit komen op een manier die ook écht iets zégt over het bedrijf en/of
het product? Met een zinvolle actie, bijvoorbeeld. "CCC" zou schoenen kunnen schenken aan straatkinderen overal ter
wereld, die nu op blote voeten rondlopen. "Ineos"
zou iets kunnen doen aan de energievoorziening in sloppenwijken waar de mensen
zich nauwelijks kunnen verwarmen in de winter.
Het zou hen veel minder geld kosten, maar het zou honderd keer zo veel
opbrengen, ook aan imago-vorming.
Zodra ik van mijn corona-kapsel verlost was, en weer kon gaan fietsen
zonder mezelf of mijn tegenliggers in gevaar te brengen, wou ik toch nog eens
op verkenning in Merelbeke.
En het inzicht trof mij al fietsend als een donderslag: ik woon al 36
jaar in Merelbeke, en van de meeste straten die men mij zou noemen, weet ik in
de verste verte niet waar ik ze zou moeten zoeken. Omgekeerd overkomt het mij
regelmatig dat ik op wandel ben en toevallig naar het straatnaambordje kijk, en
verrast moet vaststellen: "Tiens, heet
die straat zó?" Hoewel ik er al honderd keer eerder gepasseerd was.
Nochtans ben ik al vele jaren elke lente, zomer en herfst in en rond
Merelbeke op pad, te voet of met de fiets. Hoe komt het dan dat ik meer dan de
helft van de Merelbeekse straten niet weet liggen? Waarschijnlijk omdat ik bij
het wandelen of fietsen met mijn gedachten helemaal ergens anders zit.
Die gedachten van mij, die beginnen bij het stappen of fietsen binnen
de kortste keren af te dwalen en weg te fladderen naar verre oorden, tot ik verbaasd
moet vaststellen: "Hoe ben ik hier in
godsnaam met mijn gedachten op uit gekomen?"
Het positieve aan die afdwalende gedachten is wel dat ik er af en toe
een blog-stukje aan over houd.
Merelbeke doet nochtans echt wel zijn (of haar?) best om logische
straatnamen te bedenken: er zit een structuur in, en de straatnamen binnen een
zelfde wijk horen effectief bij elkaar.
Zo is er een "vogelwijk",
met straatnamen als Wielewaalstraat,
Reigerstraat, IJsvogelstraat, Lijsterstraat. Leuk, toch?
Er is ook een "bloemenwijk",
met een Anemonenstraat, een Azaleastraat, een Begoniastraat, een Cliviastraat,
een Chrisantenstraat, een Rozenhof en een Tulpenhof. Zalig, niet?
En er zijn "bomenwijken",
met straatnamen zoals Acaciastraat,
Sparrenstraat, Kastanjestraat, Beukenstraat, Wilgenstraat, Olmstraat,
Eikenstraat, Notelaarstraat, en ook Hazelaardreef,
Esdreef, Populierenhof. In een andere wijk zijn het allemaal fruitbomen: Kerselaarstraat, Abrikozenstraat,
Appelstraat, Mispelstraat, Perzikenhof, Boomgaardstraat. Een heerlijke
buurt!
Merelbeke is alleszins een "groene"
gemeente, zó veel is duidelijk: er zijn minstens 35 straten die naar een boom of
een bloem genoemd zijn.
Helaas lossen de straatnamen hun belofte zelden in. In de Kerselaarstraat staan geen kerselaars
waar ik in de zomer vruchten zou kunnen plukken in het voorbijgaan, en in de Mirabellenstraat zijn er geen mirabellen
te vinden. Jammer toch!
Zou dat niet super zijn als je bij een dorpswandeling langs zo'n straat,
af en toe de vruchten zou kunnen plukken die door de straatnaam beloofd worden?
Of als je uit de Tulpenhof zou kunnen
vertrekken met een boeketje tulpen?
Merelbeke heeft ook een aantal straten met "berg" in de benaming. Zoals Bergwegel,
Potaardeberg, Keibergweg.
Ook hier, helaas, bedrieglijke straatnamen: er zijn geen "bergen" in Merelbeke. Ik geef toe dat ik
als 65-plusser af en toe behoorlijk ga zweten als ik zo'n "berg"-straat op rijd, maar in alle
eerlijkheid: de omschrijving "berg"
is zwaar overdreven. Het zijn eerder "heuvels",
of zelfs dat niet: "bulten". We
spreken over hooguit 25 hoogtemeters.
Als Sofie Lemaire dan toch bezig is met het hernoemen van straatnamen,
kan ze misschien ook eens in Merelbeke aan de slag gaan: "Bultwegel", "Potaardebult"
of "Keibultweg" zouden eerlijker
namen zijn, denk ik zo.
(Terloops, als Sofie dit zou lezen: er zijn in Merelbeke amper vier straten
naar een vrouw genoemd.)
Mijn punt was eigenlijk dat veel van die straatnamen erg veelbelovend
klinken, maar aan de attente wandelaar of
fietser nooit geven wat hem of haar beloofd wordt.
Zo heeft een mens altijd wel iets om aanmerkingen over te maken. En is
dat nu niet nét wat we allemaal het liefste doen?
Dit gezegd zijnde: Merelbeke is écht wel een groene gemeente, afgezien
dan van het centrum. En ik kan het iedereen aanraden om er eens te komen
fietsen of wandelen. Als je in Munte op het hoogste punt van de Asselkouter staat, en de moeite neemt om
even rond te kijken, dan kan je alleen maar genieten van al het groen, en van
de vele "bossen" die Merelbeke rijk
is: de Makegemse bossen, het Gentbos, het Sint-Annabos. We hebben zélfs een Kyotobos!
En dus, aan alle liefhebbers van een groene en rustige tocht: Welkom in Merelbeke!
"Twee keer zoveel
rusthuisbewoners overleden tijdens de coronacrisis als normaal!"
Misschien heeft u op 10 juni deze spectaculaire kop van VRTNWS gemist?
Het zou kunnen, want onze corona-aandacht was begin juni al danig aan het verslappen.
Wat vermoedelijk precies dé reden was om nog eens met een sensationele headline
uit te pakken.
Ik heb het wél gezien, en ik ben onmiddellijk aan het rekenen gegaan.
Mijn conclusie was: "Dit is onmogelijk.
Dit kan nooit kloppen."
Fake-news, dus. Alweer. Ik moet toegeven dat de bewering in het
artikel zélf meer genuanceerd was, en geloofwaardiger. Maar het is de headline
die blijft hangen bij de mensen.
Eigenlijk is er in de voorbije periode niets anders geweest dan een
opeenvolging van spectaculaire titels. Herinnert u zich al die sensationele berichten
over de dramatische toestanden in de
woonzorgcentra?
Op 7 april: Alle bewoners en
medewerkers van zwaar getroffen
woonzorgcentrum Westervier in Brugge worden getest op coronavirus.
Op 9 april: Helft van bewoners woonzorgcentra Villa Rosa en 't Meiland in
Sint-Truiden blijkt besmet.
Op 10 april: "Verschrikkelijk
als we mensen hadden kunnen redden": prof ethiek Devisch over 4 op 10
coronadoden in zorgcentra.
Op 14 april: Meer dan de helft van de coronadoden komt op het conto van de
woonzorgcentra. Voeg daarbij het tekort aan degelijk beschermingsmateriaal voor
bewoners en personeel en een gebrek aan opgeleid personeel, en je hebt een
grote cocktail van miserie en ellende.
Op 15 april: In de Leuvense
rusthuizen Booghuys en Edouard Remy zijn 40 mensen besmet met het
coronavirus. In die twee woonzorgcentra samen zijn al 20 bewoners
overleden aan het virus.
En ook nog: Drie vierde van personeel en bewoners woonzorgcentrum Wachtebeke is besmet met
coronavirus
En: 17 procent van de 11.000
tests die de afgelopen vijf dagen bij personeel en bewoners van woonzorgcentra
zijn afgenomen, is positief.
Op 20 april: Het leger zet in
Aalst 6 medische specialisten in die zorgpersoneel extra opleiden om het
coronavirus beter te bestrijden.
Op 22 april: In woonzorgcentrum
De Maretak in Halle zijn sinds het begin van de coronacrisis 38 mensen
overleden. Dat is bijna een derde
van het totaal aantal bewoners.
Op 30 april: Nodeloos doden
gevallen in woonzorgcentra. Men heeft de bewoners zonder bezoek gezet, en het
personeel zonder beschermingsmateriaal of richtlijnen.
En dan op 3 mei: 7 procent van geteste bewoners van woonzorgcentra besmet met coronavirus
Ondertussen is men er, na veel geklungel, toch in geslaagd om in de
woonzorgcentra iedereen getest te krijgen. En wat blijkt nu? Van de bewoners is
4 procent besmet, wat eigenlijk in lijn
ligt met de resultaten voor de totale bevolking.
Terwijl dat dus volgens Wouter Beke ongeveer drie weken daarvoor (op 3
mei) 7% zou geweest zijn. En op 15
april was er zelfs nog sprake van 17%.
Waar zijn al die besmette patiënten opeens naar toe? Of waren de eerste
paniekerige cijfers gewoon zwaar overdreven? (Of simpelweg gelogen?)
"En die massale sterfte in de
woonzorgcentra dan?" hoor ik u vragen.
Ja, ik heb daar ook met verbazing en verbijstering naar zitten kijken.
Ik was ervan overtuigd dat ondertussen minstens de helft van de kamers in de
woonzorgcentra zouden leeg staan. Maar ik heb mijn oor eens te luisteren gelegd
bij Marc Van Ranst: "In België wordt elke
dode geteld waarvan vermoed wordt dat er corona in het spel is geweest. Op die
manier komt bijna iedereen die in een woonzorgcentrum sterft in die
statistieken terecht."
Wat vermoedelijk ook verklaart waarom op 10 juni de "oversterfte" in de woonzorgcentra opeens
weer alarmerend hoog zou zijn: "Twee keer
zoveel rusthuisbewoners overleden tijdens de coronacrisis als normaal."
Als je weet dat maar 4% van de bewoners in de woonzorgcentra besmet
was, en dat het sterftecijfer van besmette patiënten bij corona tussen 5 en 6%
ligt, dan kom je aan een sterftegraad van 0,24 %. Zélfs als we zouden aannemen
dat het sterftecijfer bij oudere mensen tot 4 keer hoger zou liggen dan het
gemiddelde, dan kom je aan 1 échte "corona-dode"
op 100 rusthuisbewoners. Over de hele periode. Het lijkt me sterk dat hierdoor
het aantal overlijdens zou verdubbeld zijn.
Bij het verzorgend personeel is zelfs maar 2% besmet, of besmet geweest, volgens de laatste metingen. Dat is
nog een stuk lager dan het landelijk gemiddelde. En niet iedere besmette
verzorger is ook écht ziek geworden. Vanwaar dan die aangrijpende berichten
over "al die besmette
verzorgers" die tóch moesten gaan werken, ziek of niet?
Tja, ik begrijp het dus niet goed. Waarom die paniek-scènes? Vanwaar
die dramatische beelden? Vanwaar die hartverscheurende reportages?
Eigenlijk grotendeels "fake",
dus. Er waren in de meeste woonzorgcentra geen noodsituaties. Er waren vooral beelden
van noodsituaties. En die werden zwaar uitvergroot. Omdat de media een
nieuwe impuls nodig hadden om de kijker te blijven boeien. Omdat de overheid
moest kunnen bewijzen dat de situatie héél ernstig was, en dat de onmenselijke
vereenzaming van die oudjes écht wel nodig en verantwoord was.
Mijn respect en waardering voor het verzorgend personeel in
ziekenhuizen en in de woonzorgcentra, en evengoed bij de thuisverpleging,
blijft onveranderd hoog. Die "sensatie"-berichtgeving
doet daar niets van af. Maar als ik vóór deze crisis nog iets van vertrouwen
had in de media en in de politiek, dan is dat ondertussen wel compleet
verzwonden.
Mijn beste vriend Donald heeft weer iets, of iemand, anders gevonden
om zijn pijlen op te richten: het Internationaal Strafhof in Den Haag, en meer
specifiek de aanklager in het proces over "misdaden
tegen de menselijkheid" in Afghanistan.
Het Internationaal Strafhof (kortweg: ICC, International Criminal Court) werd in 2002 opgericht, en zetelt in
Den Haag. De taak van het ICC is: "het
vervolgen van personen die verdacht worden van genocide, misdaden tegen de
menselijkheid of oorlogsmisdaden, zoals deze zijn omschreven in het Statuut van
Rome." Het "Statuut van Rome" was
eerder, in 1998, in het kader van de Verenigde Naties uitgewerkt. 124 landen
hebben het statuut ondertussen al ondertekend en goedgekeurd. Die worden "verdragsstaten" genoemd. Afghanistan is
ook lid, vandaar dat het ICC de bevoegdheid heeft om misdaden in dat land te
onderzoeken. Het ICC heeft immers alléén rechtsmacht over misdaden die gepleegd
zijn door één van de "verdragsstaten",
of over misdaden die gepleegd zijn op het territorium van een "verdragsstaat". (Het ICC heeft ook
alléén rechtsmacht over oorlogsmisdaden of misdaden tegen de menselijkheid van
ná de oprichting in 2002. Om maar te zeggen dat het uitmoorden van twee
volledige steden in Japan nooit zal kunnen aangeklaagd worden.)
Tot nu toe heeft het ICC vooral een aantal oorlogsmisdadigers uit het Afrikaanse
continent veroordeeld of aangeklaagd: plegers van de genocide in Rwanda, een
Congolese rebellenleider, de voormalige president van Ivoorkust, notoire
militieleiders. Er zijn verder ook al onderzoeken gestart naar misdrijven in
onder andere Palestina, Venezuela, Bangladesh.
Sommige landen hebben bijzonder lange tenen, en willen niet toetreden
of zijn eruit gestapt, precies om te vermijden dat het ICC hen zou kunnen
lastig vallen. Verschillende Afrikaanse landen, waaronder Burundi, hebben zich
teruggetrokken om te verhinderen dat wandaden op hun grondgebied onder de
jurisdictie van het ICC zouden vallen. En zo heeft Poetin ook Rusland eruit
gehaald omdat het ICC een onderzoek wou instellen naar oorlogsmisdaden, door
Russische militairen, in oostelijk Oekraïne en in Georgië. Ook Israël is geen
lid, omwille van die onderzoeken naar de Israëlische agressie in de Palestijnse
gebieden: dat soort onderzoeken is uiteraard ontoelaatbaar, want overduidelijk "antisemitisch". De Filipijnse
president Duterte, zowat de grootste
schoft die het ooit tot president geschopt heeft, wil sinds vorig jaar ook niet
meer meedoen omdat het ICC onderzoeken wilde opstarten naar de georganiseerde
lynchpartijen in zijn land.
De Verenigde Staten zijn bijna lid geworden. Bill Clinton heeft het
toetredingsverdrag wél ondertekend, maar het congres (met een Republikeinse
meerderheid) wilde niet ratificeren. Bush Jr. wilde er dan weer uit, en Obama
wilde er wél weer in. En toen kwam Donald Trump, die zich volledig van het ICC
gedistantieerd heeft wegens "vooringenomen"
en "anti-Amerikaans".
Een verrassing is dat niet, want Trump heeft ondertussen al bijna alle
internationale overeenkomsten of verdragen opgezegd.
En nu wil hij nog een stap verder gaan: als het ICC het zou aandurven
om de aanklachten tegen de oorlogsmisdaden in Afghanistan te onderzoeken, dan
zullen er sancties volgen. Let wel: de onderzochte misdaden slaan op alle partijen, dus ook de Taliban of
het Afghaanse leger. De aanklachten zijn niet
specifiek tegen Amerika gericht.
Trump heeft nu een decreet ondertekend waardoor de hoofdaanklager, Fatou Bensouda, en alle medewerkers
voortaan de toegang tot de USA ontzegd wordt, en waarbij zelfs hun financiële
activa kunnen geblokkeerd worden. En om zijn dreigement wat meer gewicht te
geven: de sancties gelden ook voor hun familieleden, al hebben die met de hele
zaak niets te maken.
Voor wie niet meer kan volgen, de conclusie is ongeveer als volgt.
Donald Trump veroordeelt ten strengste alle schendingen van de mensenrechten in
alle landen waar hij mee overhoop ligt, maar Amerikanen die oorlogsmisdaden
begaan hebben, moeten met rust gelaten worden.
Ik heb het eerder al eens aangehaald: "internationaal recht" heeft onder Donald Trump een heel alternatieve betekenis gekregen.
Het klasje van juf Mathilde kwam
voor het eerst weer naar school na een welverdiende zomervakantie.
Het eerste leerjaar hadden ze
uiteindelijk voor het grootste deel thuis doorgebracht. Juf Mathilde was er na
vele pogingen toch niet in geslaagd om haar klasje tot de orde te roepen, en toen
had ze alle leerlingen maar naar huis gestuurd om daar verder te studeren, met
hun iPad. Veel leerlingen hadden er niets van terecht gebracht, en hadden hun
tijd verkwanseld met spelen op de computer, of buiten in de tuin. Maar de juf
had hen toch allemaal een 'positieve evaluatie' gegeven, en ze waren allemaal
toegelaten tot het tweede leerjaar.
En zo zaten ze daar opnieuw samen,
begin september, in hun klasje. Voor het tweede leerjaar. Deze keer bij meester
Filip. En net als in het eerste leerjaar bij juf Mathilde, bedacht de meester
dat het goed zou zijn voor het welbevinden van de kinderen als ze zélf zouden
uitmaken bij wie ze tijdens de lessen zouden gaan zitten.
Er was ook een nieuwe leerlinge
in de klas: Sophie, die van een andere school kwam.
Meester Filip wilde haar op een
ontspannen manier in de klas welkom heten, en vroeg haar om zich even aan
iedereen voor te stellen. Sophie had dit al zien aankomen, en had een mooie PowerPointpresentatie
voorbereid om over zichzelf te vertellen.
Ze was al een kwartier bezig, en
wou net beginnen aan hoofdstuk 3, deel 2, paragraaf b, toen het geschuifel begon.
Vijf minuten later was niemand meer aan het luisteren en zaten ze allemaal
onder elkaar te joelen en te ruziën. Sophie spurtte met tranen in de ogen naar
de achterste muur van de klas, en ging daar mokkend staan pruilen. Ervan
overtuigd dat dit een rot jaar zou worden, en dat zij voorbestemd was om het
nieuwe pest-slachtoffer van de klas te worden.
Tot haar grote verbazing hoorde
zij Conner en Paul tóch suggereren dat zij graag naast haar zouden komen zitten
bij de klasindeling in het klasje van meester Filip.
Dat was nu wel zonder
Georges-Louis gerekend, want die had zich al voorgenomen dat Sophie zijn
vriendinnetje zou zijn. En hij liet zijn gezag over zijn aanwinst al direct
merken: "Sophie is mijn vriendin. En wie naast
haar wil zitten, die moet mij 5 knikkers betalen!"
Waarop Paul boos reageerde: "Maar jij hebt al de meeste knikkers van ons
allemaal! Je zou die beter met ons delen!"
Maar Georges-Louis liet zich
niet doen, en beet van zich af: "Dat zijn
allemaal knikkers die Bart hier vorig jaar op de speelplaats gewoon
achtergelaten had, omdat hij rap naar huis wou lopen!"
En toen begon het geruzie en
gekrakeel opnieuw, net zoals in het eerste leerjaar.
Daarop stelde Bart zich recht,
en stelde voor dat hij en Paul samen de klas-indeling zouden uitwerken. Want
zij waren immers de grootsten van de klas. Maar Paul toonde zich niet
enthousiast: hij wou nog altijd even weinig met Bart samen werken als het jaar
daarvoor.
Egbert, de jongen met de eeuwige
glimlach, probeerde nog te bemiddelen. Hij hield vol dat dát toch wel de beste
manier leek, en dat hij graag met de beide jongens wilde samen zitten om een
plan uit te werken. Maar Georges-Louis, die nog altijd boos was bij het idee
dat hij knikkers zou moeten afgeven, schoot dat voorstel direct af, en tierde
dat hij met Bart niets te maken wilde hebben.
Joachim, die nog niet veel
gezegd had, probeerde dan maar iets anders: "Als
Egbert en ik nu eens samen een plan zouden maken? Meyrem en Jean-Marc kunnen
ons daarbij helpen."
Maar Bart sprong op, en beet hem
toe: "Gij vuile bedrieger: je had beloofd dat
ik zéker zou mogen mee doen!"
Kortom: meester Filip hield er
nóg meer grijze haren aan over dan juf Mathilde het vorige jaar, en ook hij
kreeg zijn klasje niet georganiseerd.
Achteraan in de klas zaten Tom
en Dries het schouwspel in stilte aan te zien. Tom en Dries spraken een raar soort
taaltje dat niemand van de anderen kon verstaan, en daarom waren zij de
buitenbeentjes van de klas: niemand wilde iets met hen te maken hebben, en
niemand luisterde naar wat zij te zeggen hadden.
Meester Filip, die het hele
gedoe ondertussen kotsbeu was, keek met een duistere blik zijn rumoerige klas
in, en zijn blik viel op het paar rare snuiters daar achteraan. Met een van
woede verstikte stem brulde hij: "Als jullie
niet stoppen met dat kinderachtig gekibbel, vraag ik het gewoon aan Tom en
Dries. Die moeten het dan maar organiseren!"
Een doodse stilte daalde neer
over de klas, en iedereen leek bevroren in de bewegingen die hij of zij aan het
maken was.
Maar toen Tom met een stralend
gezicht opstond en sprak: "Heel goed. Wij zijn
daar helemaal klaar voor. We zullen de leeuw laten klauwen.", toen
barstte het tumult helemaal los.
"Ga
maar allemaal terug naar huis" zuchtte meester Filip. "Volgend jaar kunnen we het
misschien nog eens opnieuw proberen."
(Het verhaal
van het eerste leerjaar is eerder al op 5 februari 2020 in deze blog verteld.)
Gejuich alom bij de natuurliefhebbers in ons land: de wolven hebben hun
weg gevonden naar België. Ze zouden nu al met vijf volwassen dieren zijn in
Vlaanderen, in de provincie Antwerpen. En daar komen nog de welpjes van Noëlla
en August bij. Al is dat laatste niet helemaal zeker; ik heb in elk geval nog
geen geboortekaartje ontvangen. In Wallonië zouden er ook al zes rondlopen.
Blijkbaar komen ze zo'n beetje van overal: vanuit het zuiden (Frankrijk)
én vanuit het oosten (Polen, Duitsland en Nederland), en ze spreken bij ons af: "Ons land is goed op weg om het
wolvenkruispunt van Europa te worden."
Het is een beetje zoals vroeger. Toen kwam ook iedereen naar ons land
omdat het hier zó goed toeven is: de Romeinen, de Kelten, de Vikingen, en in
later tijden de Oostenrijkers, de Spanjaarden, de Fransen, zélfs de Hollanders. Om de Duitsers niet te noemen. En nu de wolven, dus. De passages van die hooligan-bendes hebben meestal
pijnlijke sporen nagelaten en hebben onze contreien zelden goed gedaan.
Hopelijk zijn de wolven iets vredelievender en minder agressief dan hun
voorgangers.
Maar goed: we moeten er blij om zijn, volgens de mensen van de vzw "Welkom Wolf". Want het betekent dat er weer
genoeg open ruimte voorhanden is in Vlaanderen. En we hoeven er ook helemaal
niet bang voor te zijn volgens de specialisten van het "Agentschap Natuur en Bos": wolven vallen geen mensen aan. Ik durf
daar toch een beetje aan te twijfelen: de pijnlijke avonturen van Roodkapje lijken
op het tegendeel te wijzen.
Ik wil desondanks best geloven dat het ongevaarlijke beesten zijn.
Voor de mens dan toch. Maar de schapen die door wolven de strot zijn afgebeten,
zullen daar anders over oordelen, vermoed ik. Net als de drie biggetjes
indertijd, en de zeven geitjes. Het veulen, en het kalf, die door een wolf
zwaar toegetakeld werden, zullen ook niet onverdeeld gelukkig zijn met zijn/haar
terugkeer in onze streken. En wie dieren in de weide rondlopen heeft, zal hoe dan
ook tegenwoordig niet echt rustig meer slapen.
En tóch moeten we juichen en blij zijn, want: "Dit is goed nieuws!"
Wie mijn fobie voor loslopende honden kent, zal begrijpen dat ik het
enthousiasme van "Welkom Wolf" niet
echt deel.
Dimitri Van Toren had het ook graag anders gezien, en ik ben geneigd om in zijn gedachtegang mee te gaan.
Ook al omdat het een ontzettend mooi en ontroerend liedje is:
Waarom
huil je nou, waarom ben je bang mijn kind.
Kom geef mij je hand, droom nu maar terwijl ik zing.
Kijk maar niet naar het behang,
slaap gerust wees niet bang.
Want er zijn geen wolven in het bos mijn zoon.
Alleen een kleine nachtegaal zingt in zijn boom.
Jouw dagen zijn 'n prentenboek,
vol met kleur warm en zoet.
Maar
als ik mijn zoon, als ik later oud zal zijn,
kom dan als ik dood ga en verzacht mijn pijn.
Wees mijn steun in dat uur,
blijf bij mij zolang het duurt.
Ook als ik bang zou zijn, en zou huilen als een kind,
houd mijn hand dan vast als je zachtjes voor mij zingt.
Dan zal ik zonder een traan, zonder vrees slapen gaan.
Want er zijn geen wolven in het bos mijn zoon.
In de voorbije zonnige weken, zullen veel vrouwen met een verlangende zucht
hun zomertenuetjes uit de kast gehaald hebben, en na een kritische blik in de
spiegel met een gefrustreerde zucht weer weg gelegd.
Het is merkwaardig, en zelfs een beetje bizar, dat ondanks alle
bewustwordingscampagnes, de "ideale vrouw"
in de modewereld en in de vrouwenmagazines én in de reclamefilmpjes toch nog
altijd een anorexia-type blijkt te zijn. Met als gevolg dat zowat de helft van
de vrouwen ongelukkig zijn over hun eigen lichaam, en zichzelf "te dik" vinden. Bij jongeren is dat
zelfs 80%.
Door die aanhoudende druk om er als zo'n fotomodel uit te zien,
lijden meer en meer jonge meisjes (en in mindere mate jongens) ook écht aan
anorexia. Hoewel de gevolgen op langere termijn desastreus kunnen zijn:
onvruchtbaarheid, botontkalking, risico op hartklachten, maag- en darmproblemen.
Alléén beseffen die jongeren vermoedelijk zélf niet eens dat ze "ziek" zijn. Het "grappige" is zelfs dat óók zij door de beelden van uitgemergelde
kinderen in Ethiopië of Jemen geschokt worden, terwijl ze zelf bijna even erg
uitgemergeld zijn maar dat niet zien. Het lijkt alsof zij, en eigenlijk de
meeste vrouwen, altijd in een soort "bolle"
spiegel kijken die hen dik(ker) doet lijken. Vroeger in de kermis was er ook zo'n "spiegelpaleis", met allerlei
gebogen spiegels waarin je ofwel extreem dik of extreem mager of extreem lang
leek, en we vonden dat best wel grappig. Maar als een vrouw in om het even welke
spiegel altijd iemand ziet die "te dik is",
dan is dat minder grappig: al te veel vrouwen lopen ongelukkig rond, en schamen
zich voor hun uiterlijk. Ze voelen zich slecht als ze voor een spiegel staan,
ze voelen zich slecht als ze in een bikini van de zon willen genieten, ze
voelen zich slecht als hun kleedje hun rondingen en "love handles" accentueert.
Waarom? Niemand die het weet. Enkel en alléén omdat de mode-industrie
blijft hameren op slanke figuurtjes. Vermoedelijk om op die manier de
kledingverkoop te stimuleren: als een vrouw zich lelijk of niet goed voelt in
de kleren die ze in haar kleerkast heeft hangen, zal ze misschien rapper
geneigd zijn om iets anders te kopen?
De mens is hierbij een zeldzame uitzondering in het dierenrijk, want
voor zowat alle andere diersoorten zijn vrouwtjes die er mager en uitgeteerd
uitzien, allesbehalve aantrekkelijk, en worden ze niet beschouwd als een
geschikte partner om voor een nageslacht te zorgen. Wel integendeel: het zijn
ongezonde dieren die alleen maar scharminkelige jongen kunnen voortbrengen.
Bij de mens was magerzucht
trouwens vroeger ook niet echt een na te streven schoonheidsideaal. Zie maar
naar de schilderijen van Rubens, bijvoorbeeld: zijn modellen waren zonder
uitzondering "voluptueuze" dames. Tot
in het begin van de 20ste eeuw ging de voorkeur nog altijd uit naar "mollige" vrouwen, met een zichtbare
buik en een flinke "poep". Dat was
een teken van welvaart. Het werd ook beschouwd als een teken van "vruchtbaarheid".
Vanwaar dan die ommekeer in de moderne samenleving? Vermoedelijk
precies omdat de moderne vouw zich wilde afzetten tegen het beeld dat haar "rol" vooral die van "moeder" was: om kinderen te baren. Dus
is het "ideaal" beeld van de slanke
(en zelfs) magere vrouw waarschijnlijk vooral gelanceerd, ergens in de jaren zestig van de vorige eeuw, door
geëmancipeerde vrouwen die niet langer wilden fungeren als "broedmachine" of als "wellustige" volslanke deernen.
En dan is het toch wel bijzonder ironisch, en zelfs een beetje wrang,
dat de mode-industrie, waar de mannen meestal de baas spelen, dit model "gerecupereerd" heeft om de vrouw dan
toch weer te "onderwerpen" en een
ideaal beeld op te dringen dat aan een mannenbrein ontsproten is. Terwijl
diezelfde mannen hypocriet verkondigen dat het beeld van anorexia-achtige
vrouwen als ideaal zou moeten verdwijnen.
Zolang de vrouwen in die bolle spiegel moeten blijven kijken, zal er
jammer genoeg niet vlug iets veranderen. Misschien wordt het wel tijd voor een
opvolger van Rubens om het beeld van "een
mooie vrouw" weer wat bij te stellen?
Of misschien moeten we gewoon allemaal stoppen met die fixatie op het
uiterlijk?
We zijn tenslotte allemaal "Beautiful
People"! Zoals Melanie (die haar
hele leven geworsteld heeft tegen haar "mollig" imago) het zo mooi gezongen heeft:
J.K. Rowling, de geestelijke moeder van Harry Potter, ligt zwaar onder
vuur bij de transgender-gemeenschap. Of toch in elk geval bij de "gender"- of "transactivisten".
We leven blijkbaar in een tijd waarin het verboden wordt om je eigen mening
te verkondigen of om opmerkingen te maken over minderheids- of andere groepen
die zich geviseerd en aangevallen voelen. Zou "onverdraagzaamheid" misschien ook een symptoom zijn van Covid-19?
De onverdraagzaamheid die nu sterk opgang lijkt te maken, en de vele
aanzetten tot censuur, roepen in elk geval herinneringen op aan bange en
griezelige tijden. Als deze trend zich door zet, dan is het corona-virus echt
wel het minste van onze zorgen!
Voor wie het incident niet gevolgd heeft, een korte inleiding.
J.K. Rowling heeft kortgeleden gereageerd op een opiniestuk waarin de
schrijver het had over "mensen die menstrueren".
J.K. Rowling begreep de noodzaak van die omslachtige omschrijving niet, en
suggereerde om gewoon te spreken over "vrouwen",
vermits alléén vrouwen menstrueren.
Terloops: de kern van de zaak was eigenlijk totaal iets anders. Het
ging over de negatieve (sociale en economische) impact van de menstruatiecyclus
bij veel jonge meisjes in ontwikkelingslanden, en hoe de corona-crisis dat nog
verergerd heeft omdat er in veel gevallen, door de lockdown, geen geld meer kan verdiend worden. Er moet dan in de
uitgaven gesnoeid worden, en de kosten voor menstruatie-hygiëne zijn dikwijls
de eerste die eraan moeten geloven. Plan
International heeft daar trouwens ook een oproep rond geplaatst op
Facebook: "Menstrueren
zou voor niemand te duur mogen zijn! Om meisjes in deze situatie te helpen
heeft Plan International daarom 'douchen voor meisjes' opgericht. Hier kunnen
meisjes en vrouwen op een waardige manier hygiënisch omgaan met hun
maandstonden."
Die onschuldig bedoelde opmerking heeft J.K. Rowling zich ondertussen
zwaar beklaagd, want ze had meteen een beschuldiging van "genderfobe" opvattingen aan haar been. "Genderfoob" betekent: "discriminerend
tegenover transgenders". Want, zeggen de "transactivisten": ook sommige "transmannen"
kunnen menstrueren.
(Ik vermoed dat hiermee vrouwen bedoeld worden die in transitie zijn
naar het "man worden". Althans: bij
mijn weten zal een man die zich laat ombouwen, nooit menstrueren, ook niet ná
de transitie.)
De hele discussie is nadien compleet ontaard, en alle pogingen van J.K.
Rowling om zich te verdedigen of om haar standpunt te verduidelijken, waren,
zoals dat meestal gaat bij "activisten",
alléén maar olie op het vuur. Dat J.K. Rowling het onderscheid duidelijk
probeerde te maken tussen "biologisch
geslacht" (waarmee je geboren bent) en "genderidentiteit"
(zoals je je voelt), viel in dovemansoren. Zoals dat altijd gaat bij fanatieke
verdedigers van een standpunt.
Op den duur ging het zelfs over die mannen die zich wél vrouw voelen,
maar (nog) niet de fysieke transitie hebben doorgemaakt. Ook die moeten,
volgens de "transactivisten" als
volwaardige "transgenders" beschouwd
worden. "Een man zal al een vrouw kunnen
worden, door gewoon te zeggen dat hij er een is", schreef J.K. Rowling in
haar verweer. (In België is dat trouwens al het geval.) Wat dus ook inhoudt dat
die mannen zonder schaamte of gêne in vrouwenkleedkamers of damestoiletten of douches
moeten toegelaten worden. Want "in wezen"
zijn ze "vrouw", toch? J.K. Rowling,
die in haar jongere jaren zélf het slachtoffer geweest is van seksuele
agressie, vond dat toch maar een griezelig idee.
Ik moet toegeven dat het wel "goed" gevonden is. Voortaan kan elke man
dus ongestoord in een vrouwenkleedkamer binnen dringen: hij hoeft alleen maar
te verklaren dat hij eigenlijk een transvrouw
is die niet omgebouwd is. Want tenslotte: dat "ombouwen" kost een hoop geld, en wie dat niet kan betalen, hoeft
zich dus niet te laten behandelen om toch een volwaardige transgender te zijn.
Weet je: als er mensen zijn, mannen of vrouwen, die zich niet goed
voelen in het lichaam waarin ze geboren werden, dan mogen die zich voor mijn
part gerust laten ombouwen, en/of zich kleden in de klederdracht van het andere "geslacht". Maar stop alstublieft met
die lichtgeraaktheid als iemand daar dan een opmerking over maakt of er bedenkingen
en vragen bij heeft! De transactivisten
klagen over "discriminatie", net
zoals tegenwoordig bijna iedereen, en ze willen aanvaard worden zoals ze zijn.
Stop dan met de heisa rond het fenomeen! Als ik op tv kom, dan zal ik niet
beginnen met de mededeling: "Ik ben géén
transgender!", maar om één of andere reden hebben transgenders altijd de
behoefte om met véél nadruk te verkondigen dat ze wél "transgender" zijn. Als je niet speciaal behandeld wil worden,
benadruk dan niet dat je "speciaal"
bent.
Dit gezegd zijnde: in mijn bescheiden opinie is heel dat "transgender"-gedoe een typisch "welvaartsfenomeen".Bijna iedereen voelt zich wel ontevreden met
wie hij/zij is; bijna iedereen zou graag "anders"
zijn dan zoals hij/zij geboren is. Tja, daar moeten we allemaal leren mee
leven, niet? Maar mensen die al alles
hebben, die géén onvervulde verzuchtingen meer hebben, die willen dan nóg meer.
Die hebben tijd en ruimte, en de middelen, om nóg meer te willen. Wie in
armoede leeft, en van alles tekort komt in zijn/haar dagelijks bestaan, die
ligt er écht niet wakker van of hij/zij een man of vrouw is "in het verkeerde lichaam". Die is al
blij als hij/zij een dak boven het hoofd heeft, een bed om in te slapen, een
maaltijd per dag. Het is de ziekte van onze welvaartsmaatschappij dat mensen nooit tevreden zijn, ook niet met wie
ze waren bij hun geboorte.
En daarmee heb ik mezelf vermoedelijk ook toegevoegd aan de klasse van
de "transfoben".
Maar mijn punt is vooral, ik herhaal het graag nóg een keer, dat ik
mijn hart vast houd voor het soort maatschappij waar we naartoe evolueren: een
maatschappij waarin egocentrisme en onverdraagzaamheid en lichtgeraaktheid
centraal staan. Als dát "het nieuwe
normaal" wordt, dan ziet het er slecht uit voor onze toekomst.
Ik ben een grote fan van "The
Big Bang Theory": de serie waarin superintelligente nerds zich gewillig
laten manipuleren door een blonde bimbo met een prominente boezem. Vooral omdat
zowat alles in die komische serie zwaar gerelativeerd en tegelijk
gekarikaturiseerd wordt.
Een beetje zoals ik mijn blog bedoeld heb.
Maar ik ben ook fan van de "echte"
Big Bang theorie. Het is een ongelooflijk fascinerend concept, en het mooie
eraan is dat het eigenlijk nog altijd één groot mysterie is: "Hoe is het allemaal precies begonnen? Wat
was er vóór de Big Bang? Of kwam die er zomaar, uit het niets?"
Ik vermoed dat de godsdienstig geïnspireerde "kosmologen" (want zo heten de wetenschappers die zich bezig houden
met het bestuderen van de "kosmos")
ervan uit gaan dat God de Big Bang "geschapen"
heeft:
"In
den beginne schiep God de hemel en de aarde.
De
aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag over de oervloed; en de Geest
Gods zweefde op de wateren.
En
God zei: Daar zij licht! en daar werd licht.
En
God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht
en tussen de duisternis.
En
God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond
geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.
En
God zei: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make
scheiding tussen wateren en wateren!
En
God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het
uitspansel zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En het
was alzo.
En God noemde het uitspansel hemel."
Misschien
is het wel zo gegaan? God die helemaal eenzaam in de "kosmos" zat te piekeren, met niets om handen, niets om naar te
kijken of om mee bezig te zijn: er wás immers "Niets". En toen heeft Hij ergens een minuscuul klein hoopje "energie" gecreëerd, en dat heeft Hij
uiteen laten barsten in een gigantische ontploffing. Het zou kunnen.
De
grondlegger van de "oerknal"-theorie
was trouwens een (Belgische) priester: Georges
Lemaître, professor aan de K.U. Leuven.
Feit is, en
daar lijkt zowat iedereen het over eens, dat het inderdaad begonnen zou zijn
met één energie-puntje, een "singulariteit",
dat op een bepaald moment, ongeveer 13,8 miljard jaar geleden (hoe of waarom?)
uitgebarsten is, zo'n beetje als een zweer. (Een "singulariteit" is in feite een ontzettend zwaar, oneindig klein,
enorm heet "zwart gat", waarin alle
bestaande energie vervat zit, gevangen in de zwaartekracht ervan.)
De energie
die in die "singulariteit" opgesloten
zat, is bij die "uitbarsting", die "knal", alle kanten gaan uitzwermen, in
de vorm van materiedeeltjes. En dat uitzwermen is volgens de meeste "kosmologen" nog altijd bezig: het heelal
blijft verder uitdijen. Misschien is het beeld van een openbarstende zweer dan
niet zo goed gekozen; het is eerder als een ballon die iemand aan het opblazen
is, maar dan eentje die kan blijven uitzetten.
Die "big bang" theorie lijkt volledig in
overeenstemming te zijn met de "algemene
relativiteitstheorie" van Albert Einstein,
maar lijkt in een aantal aspecten te botsen met de kwantummechanica omdat die het
bestaan van een "singulariteit" niet
kan verklaren. (Stephen Hawking is
zowat zijn hele leven bezig geweest om te proberen de kwantummechanica met de
relativiteitstheorie te verzoenen in iets wat de "string-theory", of "snaartheorie"
heet. Net als Sheldon Cooper in de serie,
trouwens.)
Naast de
vraag hoe en wanneer het allemaal begonnen is, is voor ons misschien de vraag
hoe en wanneer het allemaal zal eindigen, nog belangrijker.
Over het wanneer kunnen we min of meer gerust
zijn: volgens de meeste theorieën ten vroegste binnen 2,8 miljard jaar. U en
ik, wij zullen het niet meer meemaken.
Over het "hoe" bestaan talloze theorieën, of moet
ik zeggen "speculaties". Naar
analogie met het begin, worden die allemaal "big" genoemd: de "Big Crunch",
de "Big Rip", de "Big Freeze".
Volgens de "Big Rip" theorie gaat de kosmos
alsmaar rapper uitdijen, tot het bestaande universum helemaal uiteen scheurt, waardoor
de materie zoals wij die kennen, zou verdwijnen: volledig uit elkaar gerukt. Einde
verhaal.
Volgens de "Big Freeze" of "Big Chill" zal ons universum, door dat uitzetten, langzaam gaan
afkoelen: alle energie (en dus ook alle materie) zal stilaan verdwijnen en er
zal alleen nog "leegte" overblijven.
Ook hier: einde verhaal.
Maar vooral
de "Big Crunch" theorie is een
intrigerend idee. Die theorie stelt dat het heelal, of de "kosmos", op een bepaald moment zal stoppen met uitzetten, en weer
zal beginnen krimpen. (Een beetje zoals een elastiek die tot zijn uiterste
grens is uitgerokken, en dan weer begint samen te trekken.) Tot, uiteindelijk,
alles weer samen geklonterd zal zijn in één enkel punt, een "singulariteit". Terug bij "af", als het ware. Dat ene "puntje" met een gigantische hoeveelheid
energie zou dan, uiteraard, weer gaan "ontploffen":
een nieuwe big bang, en we zijn weer
vertrokken. Dat zou betekenen dat de "big
bang" die het universum gemaakt heeft waar wij nu in leven, niet het begin
van alles zou geweest zijn, maar één van de vele in een oneindige (?) reeks, en
dat er na deze nog veel andere zullen volgen. Er zou dus niet echt "een begin" geweest zijn, en er zou dan
ook nooit "een einde" zijn. En onze
vraag: "Hoe en wanneer is het begonnen?",
blijft onbeantwoord.
Zo komen we
dan toch weer uit bij God, die er "altijd"
geweest is, en er "altijd" zal zijn.
Nu de Corona-aandacht aan het verslappen is, hebben de media een nieuw
thema ontdekt om spectaculair over te berichten: "discriminatie". En wie "mee"
wil zijn, moet er een mening over
hebben.
Dan lijkt het mij logisch om maar meteen tot op het bot te gaan: de
discriminatie die al van bij de conceptie blijkt te spelen.
Recente onderzoeken aan de universiteiten van Stockholm en van
Manchester hebben namelijk uitgewezen dat de eicellen van de vrouw "discrimineren" bij de keuze van de
spermacel die ze willen aantrekken. Zoals te voorspellen was: de eicel heeft
een sterke voorkeur voor spermatozoïden waarmee ze een betere kans maakt op een
gezond en florerend nageslacht. De eicel laat dat weten door "chemo-attractants" uit te sturen,
specifiek gericht naar de gewenste zaadcellen. "Chemo-attractants" zijn chemische stoffen die een
aantrekkingskracht uitoefenen op (in dit geval) de spermacellen; een soort
parfum, als het ware, dat die zaadcellen moet lokken. De kunst van het "verleiden" zit bij een vrouw dus al
ingebakken van als ze nog maar een eicel is !
Dat proces heet "chemotaxis": "De lokkende werking van een chemische
stof op cellen." Het speelt trouwens niet alleen bij de voortplanting, maar
bijvoorbeeld ook bij de reactie van ons lichaam op een ontsteking. Bij zo'n
ontsteking komen chemische stoffen vrij, "attractants"
die de witte bloedcellen in onze aderen aantrekken, die dan massaal de
ontsteking in de kiem komen smoren.
Wat bij deze studie, ondanks de ernst ervan, bijzonder grappig was, is
dat ze uitgewezen heeft dat de eicel soms een andere voorkeur heeft dan de
vrouw die drager is van de eicel. Men heeft ontdekt dat sommige eicellen eerder
attractieve signalen uitzenden naar spermacellen van een andere man, en niet naar
de zaadcellen van de eigen partner van de vrouw. (Dat zou trouwens in sommige
gevallen een verklaring kunnen zijn voor de ongewenste kinderloosheid van een
koppel. Als de eicel van de vrouw niet moet weten van de zaadcellen van haar
partner, dan komen er geen kindjes.)
Ik vraag me wel af hoe een experiment zou lopen om zoiets vast te
stellen? Vraagt de onderzoeker aan de (vrouwelijke) proefpersoon om zich eens
te laten bevruchten door haar eigen partner, en kijkt men dan in de baarmoeder
met hoe veel of hoe weinig affectie de eicel reageert op het ontvangen sperma?
En daarna moet de proefpersoon aan de gang met een aantal andere, vreemde,
mannen, en herhaalt men de controle van hoe het eicelletje reageert? Het zou
kunnen, niet? Alles voor de wetenschap!
"Daar is toch niets mis mee!"
zal u zeggen, met die voorkeur van een eicel voor een aantrekkelijke en
veelbelovende zaadcel. Nee, daar is niets mis mee, maar het is daarom niet
minder discriminerend. Toch?
Het is "discriminerend" omdat
het die ene zaadcel bevoordeelt en méér kansen geeft dan de andere, zonder
objectieve gronden. Omdat het privileges toekent op basis van niet-meetbare
criteria, maar enkel op uiterlijke kenmerken. "Discriminatie", dus. Per definitie.
Ik stel voor om met z'n allen in Brussel te gaan betogen voor een
gelijke behandeling van alle spermacellen, en tegen deze extreme vorm van
discriminatie tegenover de minder aantrekkelijke zaadcellen: "iedereen gelijk voor de wet!" Als we dit
zouden tolereren, dan laten we toe dat discriminatie al in de kiem van ons
wezen genesteld zit, en dan zijn er geen grenzen meer aan.
Ik weet wel dat het met de corona-crisis nog altijd verboden is om te
gaan betogen, maar we doen het tóch. Want het gaat om de fundamenten van onze
menselijke aard.
Ik moet de voorbije 48 uur in een ander universum doorgebracht hebben,
want hoe de protesten tegen politiegeweld en discriminatie opeens verworden
zijn tot een beeldenstorm en een verwerping van al onze geschiedenisboeken, dat
heb ik gemist.
Dat er veel onnodig politiegeweld is, méér tegen zwarten (of andere
gekleurde mensen) dan tegen blanken, dat kan niet ontkend worden: de cijfers
zijn er, "zwart op wit" (om het zo te
zeggen). Al is het een klein beetje hypocriet om hierbij te verzwijgen dat er
ook veel geweld is tégen politiemensen, en dat er veel geweld uitgelokt wordt
door provocatie of door regelrechte agressie. Maar blijkbaar is het dezer dagen "not done" om dat te vermelden?
En dat er veel discriminatie bestaat tegenover zwarten, in de USA en
ook bij ons, daar zijn ook genoeg "bewijzen"
van. Al vermoed ik dat het probleem niet exclusief voor zwarten geldt, maar
voor iedereen met een andere huidskleur of een exotische naam. Of gewoon voor
iedereen die op één of andere manier een beetje "anders" is.
Dat die discriminatie moet aangepakt worden, daar zal niemand tegenin
gaan. (Behalve dan misschien de rabiate Vlaams-Belangers.) Dat iedereen
dezelfde rechten en mogelijkheden moet krijgen, en dan ook dezelfde plichten
moet opnemen (wat soms gemakshalve vergeten wordt), daar is ieder beschaafd
mens het over eens. En dat we daar met z'n allen onze energie moeten aan
wijden, dat is een nobel en waardig streven.
Maar wat ik niet begrijp, is de fanatieke energie die nu opeens
besteed wordt aan het vernietigen en ontkennen van alles wat beschouwd wordt
als een "symbool" van vroegere
mistoestanden, onderdrukking, racisme. Dat zijn oude koeien. Wat voor zin heeft
het om die uit de sloot te halen? Wie wordt er beter van als een standbeeld van
Leopold 2 besmeurd of omver gestoten wordt? Verandert dat iets aan het probleem
van racisme en discriminatie vandaag? En toch lijkt het grootste deel van de
energie die opgewekt werd door de dood van George
Floyd daaraan besteed te worden, en niet aan constructieve manieren om de
toekomst te verbeteren.
Ik ben wellicht weer tegendraads en "averechts", maar dit alles maakt de hele "revolutie" die nu in gang gezet is, voor mij tot een zielige
bedoening. Een kinderachtig dispuut dat doet terugdenken aan de heisa rond de "roetpieten".
Opeens heeft men in de geschiedenisboeken allemaal mannen ontdekt die
men de "zwarte piet" kan toespelen
(om het zo te zeggen). Churchill? Blijkt nu een onvervalste racist geweest te
zijn. Leopold 2 was een uitbuiter van de zwartjes. Ook Columbus was niet zozeer
een ontdekkingsreiziger, maar eerder een onderdrukker. En nu we toch bezig
zijn: alle Amerikaanse presidenten van de 18de en 19de eeuw
waren blanke rijkelui met plantages waar slaven aan het werk waren. Dus: de Lincoln Memorial, weg ermee; het Washington Monument: weg ermee.
Laat ons dan maar meteen helemaal schoon schip maken, en alle standbeelden met de grond gelijk
maken. Want bij elk van die mannen zal wel iets aan te merken zijn, zeker?
Zelfs Mahatma Gandhi was niet vrij van
racistische opvattingen. In Frankrijk mogen ze trouwens alle standbeelden en
portretten van Charles de Gaulle bij het grofvuil zetten, want wat de Fransen
in Algerije uitgespookt hebben onder zijn bewind, is ook niet fraai.
En dan kunnen we beter ook alle geschiedenisboeken in de Westerse
cultuur verscheuren en herschrijven, want die doen onrecht aan het leed van de
kolonisatie en slavernij.
De kunst staat ook al vol met dingen die als symbool van die
discriminatie kunnen beschouwd worden. "De
(neger)hut van Oom Tom" moet alvast verbrand worden, zo veel is zeker. En
er zijn er nog véél meer: de boeken van Mark Twain, de strips van Marc Sleen,
de boeken van Karl May, enzovoort.
Terloops: heeft u schilderijen hangen van Rubens of Brueghel of Van
Gogh? Naar het containerpark ermee, want heeft u ooit een schilderij van een
zwarte man of vrouw gezien bij die mannen? Nee hee: racisten!
En de foute films of tv-series dan! "Gone with the Wind" wordt alvast al uit circulatie gehaald; dat is
zeker een goed begin. En de komische serie "Little
Britain" wordt ook van het scherm gecensureerd, wegens ontoelaatbaar "blackfacen": het moet gedaan zijn met te
lachen met de zwarten! Om goed te zijn zou trouwens ook "Jesus Christ Superstar" moeten verboden worden, want de enige zwarte die erin voorkomt, is een verrader. Hoe stigmatiserend is dat niet!
Ik zou willen voorstellen dat we gewoon alle standbeelden en
schilderijen van onze vroegere heersers en beroemdheden, die heel zeker
allemaal wel eens iets fout zullen gezegd of gedaan hebben, zouden vervangen
door een standbeeld en portret van George
Floyd. Afgaande op de hysterische aandacht voor zijn begrafenis moet de man
een ware held geweest zijn tijdens zijn leven.
Beeldenstorm en boekverbranding: het zijn uitwassen van censuur en
onverdraagzaamheid die we eerder al meegemaakt hebben en die niet bepaald voor
herhaling vatbaar zijn. Wie zijn geschiedenis een beetje kent, zou dat toch
moeten weten! Maar blijkbaar gaan we daar toch weer naartoe, en het positief
effect daarvan is mij een raadsel.
Het zal wel aan mij liggen, maar in mijn hoofd zijn er écht wel
belangrijker dingen om zich druk over te maken dan een oud standbeeld.
Voor wie het nog niet wist: het Europees Parlement zetelt, in normale
omstandigheden, elke maand één week in Straatsburg, en de rest van de tijd in
Brussel.
In Brussel zal binnenkort een gigantisch en spectaculair duur gebouw
neergepoot moeten worden voor de zittingen van het Europees Parlement.
Kostprijs van het prachtige gebouw: om en bij 500 miljoen euro. Het bestaande gebouw
zou immers "rijp zijn voor de sloop",
hoewel het indertijd zowat 1 miljard euro gekost heeft, en amper 27 jaar oud is: het dateert van 1993. Maar geef toe: de
Europese Raad heeft dit jaar wél een splinternieuw gebouw gekregen, in
Brussel. Kostprijs: 320 miljoen euro. Dan kan het parlement niet achter
blijven, of wel?
En tóch blijft het hele circus elke maand voor een week naar Straatsburg
verhuizen.
Niet bepaald een toonbeeld van efficiëntie, zegt u? Een enorme
geldverspilling, zegt u?
Tja, daar heeft u een punt natuurlijk. Inderdaad: de kosten van dit
grapje belopen naar schatting tussen 110 en 130 miljoen euro. Jaarlijks! Op een
totaal jaarlijks budget van ongeveer 1,9 miljard euro. Het mag wel iets kosten,
hee, ons Europees Parlement. Laat ons zeggen dat democratie onbetaalbaar is.
Met 110 miljoen euro, elk jaar, zou héél veel kunnen gerealiseerd
worden. Zouden héél veel positieve resultaten kunnen geboekt worden.
Waarom dan niet stoppen met die waanzin? Zowat iedereen in de Europese
Unie is het daar over eens. Maar dat is dan buiten het Franse chauvinisme
gerekend. Al jaren lang woedt de discussie over een voorstel om alléén nog in
Brussel te vergaderen, maar al jaren lang liggen de Fransen dwars. Het Franse
ego kan niet goed verkroppen dat Straatsburg zou gedegradeerd worden door het
Europees Parlement er definitief weg te halen.
Als u dacht dat dit absurde staaltje gebrek aan gezond verstand het enige is wat helemaal scheef loopt
met de besteding van de (ruime) middelen van het Europees Parlement, dan heeft
u het verkeerd voor.
Want niet alleen moeten alle dossiers en al wat erbij hoort elke maand
voor een week naar Straatsburg verhuizen, ook de medewerkers en de parlementairen
moeten elke maand naar Straatsburg.
Van Anuna en Greta mogen ze niet met het vliegtuig, maar er zijn een
aantal onverlaten die dat toch doen, zonder vliegschaamte.
Er is nochtans een heel goeie treinverbinding tussen Brussel en Straatsburg. Na
drie en een half uur verwennerij in eerste klasse ben je er al. Iedereen zou
dus zonder enig probleem met de trein kunnen reizen. En dat doen de meesten gelukkig ook. Maar sommigen laten zich met de
auto naar Straatsburg voeren: het Europees Parlement heeft een hele vloot
luxe-limousines met chauffeur.
En nu komt de aap helemaal uit de mouw! Er is een vloot van 120 auto's
beschikbaar, en daarvan rijden er elke maand 105 tussen Brussel en Straatsburg
heen en weer. Sowieso! Met
passagiers, of zonder. (De andere 15 zijn elektrisch; die raken zo ver niet.)
Elke maand rijden dus 105 auto's naar Straatsburg (en na een week in
de andere richting, weer naar Brussel), om hoogstens
40 parlementairen te vervoeren die van die dienst willen gebruik maken.
(Maar gelukkig: af en toe kan één van de ambtenaren met zo'n auto mee
rijden, als die dan toch de goeie richting uit gaat. De 65 (of méér) niet-bezette
limousines rijden dus niet altijd allemaal leeg over en weer.)
En dan is men verwonderd als er bij veel mensen anti-Europese
gevoelens groeien, of frustraties, omwille van dat soort zinloze verkwistingen.
De inventiviteit en creativiteit van de mens om de natuur leeg te
zuigen, blijft verbazingwekkend. Of moet ik zeggen "verbijsterend".
Naast de winning van olie uit de klassieke boorputten, en de
schalieolie waar ik het eerder al over heb gehad, is er blijkbaar ook nog olie
te winnen uit "teerzand". Zowel
schalieolie als teerzandolie zijn bijzonder duur om te ontginnen, maar de
beperkte voorraden aan aardolie zorgen ervoor dat de procedé's toch interessant
en op termijn rendabel kunnen worden voor de olieproducenten.
De totale wereldreserve aan teerzandolie zou overeenstemmen met om en
bij 6000 miljard vaten aardolie, dat is méér dan de gekende aardoliereserves.
Canada is één de grootste producenten van teerzandolie ter wereld. Tegen 2025
zou het land ongeveer 3,3 miljoen vaten per dag kunnen produceren. (Ter
vergelijking: Saoedi-Arabië, als grootste aardolieproducent, kan ongeveer 10,4
miljoen vaten aardolie per dag oppompen.)
Aan die teerzandolie zijn helaas toch een paar kleine probleempjes
verbonden, vooral vanuit milieuoverwegingen.
"Teerzand" is een soort
meng-grond van zand en klei, waarin ook "bitumen"
(of "teer") opgenomen is. Het is dat "teer" waaruit de olie kan gewonnen
worden, maar hiervoor moeten grote stukken grond ontgonnen worden en massaal
bossen gekapt. Bovendien heeft de exploitatie van teerzandolie ongeveer
dezelfde negatieve milieu-impact als de ontginning van schaalolie: door het
gebruik van allerlei chemicaliën om het "teer"
los te weken, is er een enorm gevaar op grondwatervervuiling, en er worden
tonnen methaangas de lucht in geblazen. Er is ook ontzettend veel water nodig,
want dat "teer" is een plakkerig
spul, en moet vloeibaar genoeg gemaakt worden om te kunnen oppompen, en dat
gebeurt met stoom.
Daarnaast zijn er ook nog een paar kleine probleempjes met het
transport van het vieze goedje.
Teerzandolie blijkt namelijk een bijzonder bijtend product te zijn,
dat de pijpleidingen véél sterker en sneller aantast dan gewone aardolie. Er is
dus een immens risico op lekken bij het transport. En dat transport moet over
grote afstanden gebeuren, want de ontgonnen olie moet van Alberta in Canada
vervoerd worden naar de raffinaderijen in Oklahoma of Texas, in het zuiden van
de USA. Hiervoor werd een gigantische pijpleiding aangelegd, de Keystone XL Pipeline, die onder andere
door Montana, Noord- en Zuid-Dakota en Nebraska zou lopen. Dwars door
belangrijke natuurgebieden. En ook door indianenreservaten. En dus kwam er
hevig protest van de milieubewegingen en vooral van het restant aan inheemse
Amerikanen.
Voor wie geïnteresseerd is in een beetje geschiedenis: die "indianenreservaten" zijn kleine stukjes
onherbergzaam land die door de blanke overheersers aan de inheemse bevolking
zijn toegewezen, als "compensatie"
voor de diefstal van grote stukken van hun oorspronkelijke jachtgebieden. In
principe zijn zij daar dus de baas. Maar over de nieuwe pijpleidingen hebben
zij geen enkele inspraak gekregen, en waar die pijpleiding moet komen, zijn ze
dus nóg een stuk land kwijt.
President Obama had indertijd wel oren naar dat protest, en hij heeft
de aanleg van die "XL"-pijplijn laten
blokkeren. Ondanks allerlei pogingen van de oliemaatschappijen om via de
rechter hun plannen toch door te drukken, en ondanks de goedkeuring ervan door de
Republikeinse meerderheid in het parlement.
En toen kwam Donald Trump. Eén van zijn allereerste "decreten" had als doel om het verbod van
Obama ongedaan te maken en de aanleg toch toe te laten. "Omwille van de werkgelegenheid!" (In de praktijk bleek die "werkgelegenheid" beperkt te zijn tot een
paar duizend arbeiders bij de aanleg zelf, en naderhand nog zo'n 35 man bij het
verdere onderhoud.) En "omwille van de
economie" ook: om minder afhankelijk te zijn van de olie-bevoorrading uit
het buitenland. Alléén dient die teerzandolie voornamelijk voor de export, en
niet voor binnenlands gebruik.
Maar goed: die pijplijn moest er dus komen volgens Donald, en ze is nu
al een tijdje in gebruik.
En wat vooral gevreesd werd, is ook gebeurd: het bijtende goedje brandt
gaten in de leidingen, en het spul lekt langs alle kanten in de grond. Eind
vorig jaar, in november, is in één week tijd ongeveer 1,4 miljoen liter in de
grond terecht gekomen in de buurt van Edinburgh, Noord-Dakota. Een gebied van
2100 hectare is bevuild met het vieze goedje. (Om een idee te geven: dat is
ongeveer de volledige oppervlakte van Wielsbeke, of van Vilvoorde.) En het was
trouwens niet eens het eerste of enige lek. Sinds de ingebruikneming van de pijpleiding
zijn er eigenlijk om de haverklap (grote of kleinere) lekken geweest: al méér
dan 22 keer. In 2015 is er zowat 200.000 liter van het spul in de Yellowstone
rivier terechtgekomen, en in 2017 was er ook al eens 780.000 liter weggelekt in
Zuid-Dakota.
Naast het milieu zijn de grootste slachtoffers hierbij nog maar eens de
Amerikaanse Indianen, die al niet veel land meer over hebben om te kunnen
overleven. Als ook dát land nog eens verpest wordt door lekkende pijpleidingen,
dan rest hen werkelijk niets meer.
Het enige waarvan ze gelukkig nog gespaard zijn, voorlopig toch, is
dat de boel in brand vliegt waar er lekken zijn. Zoals eerder al gebeurd is in Nigeria,
toen arme sloebers olie wilden komen aftappen van een lekkende pijpleiding. Of
vorig jaar nog in Egypte. Of in Mexico, waarbij minstens 85 doden zijn gevallen
en tientallen mensen zwaar verbrand achterbleven.
Ondanks het mooie weer van de voorbije maanden, heb ik toch lang
geaarzeld eer ik weer een fietstochtje gemaakt heb: ik wist immers nog altijd
niet hoe dat nu zit met die mondmaskers. Zou ik nu een mondmasker moeten dragen
op de fiets? Of mag het zonder?
Maar de mei-zon was zó uitnodigend, ik kon niet binnen blijven zitten.
En dus ben ik weer gaan fietsen. Zonder mondmasker.
Na enkele kortere ritjes om opnieuw te leren wennen aan de zadelpijn,
besloot ik het grote avontuur nog eens te wagen: een tochtje naar het
windmolenpark van Melle. Ik weet het wel: dat is dé bron van de
corona-epidemie. Ondertussen is dat wereldwijd bevestigd. Zélfs Donald Trump
heeft het erkend. En als Trump het zegt, dan moet het wel waar zijn! Maar vermits ik het virus zelf verspreid
heb, zal ik ondertussen wel immuun zijn, toch? Dus ja: naar de windmolens van
Melle.
Helaas: het is een afknapper geworden. Want onderweg naar Melle,
ergens in Gontrode, heb ik een serieuze botsing gehad.
Met een wesp of een bij, ik weet het niet precies. Het insect vloog
pal tegen mijn lip aan, bleef er even aan plakken, en stak mij met een
venijnige angel toen ik het probeerde weg te vegen.
Ik had dus tóch een mondmasker moeten dragen bij het fietsen!
Binnen een paar seconden na de steek voelde ik mijn onderlip
opzwellen, en even later ook mijn rechterwang. Mijn oorspronkelijk plan om even
in de schaduw van de windmolens uit te blazen, heb ik onmiddellijk laten varen,
en ik heb me in zeven haasten naar huis gespoed uit angst voor een uitvergrote
allergische reactie en misschien zelfs een anafylactische shock. Thuis gekomen
raakte mijn vrouw in paniek omdat ik er ondertussen zo ongeveer als Mick Jagger
uitzag. Of erger nog: als Jacky Lafon. Ze heeft direct naar de dokter gebeld,
waar men mij als een noodgeval ontvangen heeft: de injectie met Epinefrine lag
al klaar. Maar het was vals alarm: het bleef bij een gezwollen lip en kaak.
Ik heb ondertussen al een behoorlijke reputatie als het gaat over
allergische reacties. Ik moet, vermoed ik, in alle studieboeken over allergieën
fungeren als hét voorbeeld van een "allergicus".
Enkele jaren geleden was ik langs de Schelde op wandel toen ik door een daas in
mijn duim gebeten werd. Gevolg: mijn hand en onderarm volledig opgezwollen. En
een paar jaar geleden had ik op een duistere zaterdagmorgen zomaar uit het niets
een gezwollen kaak: de linkerkant van mijn gezicht zat volledig dik, en ik kon
niet eens meer deftig drinken tenzij dan met een rietje. Volgens de tandarts
van wacht was er iets ontstoken in één van mijn tanden, en was de zwelling een
allergische reactie. Tijdens de jaarlijkse controle bij mijn gewone tandarts, achteraf,
vond die iets wat mogelijk een gaatje was, in mijn bovengebit. Wat heel vreemd
was, want het was mijn onderste lip die opgezwollen was geweest. Hij zou dat
vlug eens fixen, mijn tandarts. De volgende dag zat ik alweer met een
opgezwollen lip en wang: een allergische reactie op de verdoving.
Maar ik had het over mijn tochtje naar de windmolens. Na dit pijnlijke
avontuur besloot ik om toch een tijdje te wachten eer ik me weer op een fiets
zou wagen.
En vorige week was het dan zo ver, na lange corona-weken. Door de
corona-lockdown van de kappers had ik ondertussen wel al een Guido Belcanto
coiffure gekregen. En dat heb ik me al gauw beklaagd!
Mijn haar was zó lang geworden dat het mijn tegenliggers, of racers
die mij voorbij wilden steken, in het gezicht sloeg. Waar ze erg ontevreden
over waren! Maar ze moesten maar niet zo dicht langs mij komen rijden: als ze
op anderhalve meter waren gebleven, was dat niet gebeurd. Ik trok me daar dus
niks van aan en fietste vrolijk verder. Tot ik bij een scherpe bocht op een
paaltje botste dat ik niet had gezien door al dat haar voor mijn ogen. Ik kwam
met een smak op de grond terecht, en mijn trots was zwaargewond. Toen heb ik
mijn haar maar in een paardenstaart gebonden, en ben verder gefietst. Helaas
raakte het uiteinde van mijn paardenstaart al gauw verstrikt in de spaken van
mijn achterwiel, en dat werd pijnlijk duidelijk toen mijn wiel opeens
blokkeerde en ik een snok aan mijn staart kreeg alsof de Sioux-indianen van
plan waren mij te scalperen. De smak was nog erger dan de vorige, en mijn trots
bleef dodelijk gewond op de grond liggen. Ik heb met mijn Zwitsers mes de top
van mijn paardenstaart, die in mijn achterwiel verward zat, moeten afsnijden, en
ben te voet naar huis gestrompeld.
Alwaar ik onmiddellijk mijn kapper gebeld heb voor een afspraak.
Ik had me voorgenomen om géén stukjes meer te schrijven over Donald
Trump, omdat die man floreert dankzij de aandacht die hij krijgt. Ik vermoed
zelfs dat hij een team medewerkers aangesteld heeft om continu het internet af
te speuren naar een vermelding van zijn naam, en dat hij een scorebord bijhoudt.
Als hij dan méér dan 1000 keer vernoemd werd, ergens, waar ook ter wereld, dan
is hij in een goed humeur; anders gaat hij tekeer op Twitter om ervoor te
zorgen dat hij binnen de kortste keren wél ergens in een online artikel
verschijnt. Dat team houdt uiteraard ook mijn blog in de gaten, en ik heb er
dus zopas weer voor gezorgd dat zijn humeur vandaag zonnig zal zijn. Tegen mijn
eigen vaste voornemens in.
Maar nu Donald Trump zich stilaan, tenzij hij alsnog zijn eigen ruiten
blijft inslaan, mag opmaken voor een nieuwe ambtstermijn (want hij mag het in
november opnemen tegen Joe Biden, een man "met
het charisma van een natte dweil"), en ook zijn collega Vladimir Poetin er nog een termijn zal mogen bij doen, en hun corrupte vriend
Netanyahu ook opnieuw eerste minister mag worden, moet ik toch even mijn hart
kunnen luchten.
Donald en zijn kompanen zorgen er op tijd en stond voor dat sommige begrippen
zoals die tot voor kort gedefinieerd waren, opeens een heel andere betekenis
krijgen, of toch zeker een belangrijke nuance.
Vandaar dus een korte cursus "International
Recht voor gevorderden".
Donald heeft ons bijvoorbeeld een heel nieuwe betekenis geleerd van
het woord "soevereiniteit".
De Dikke Van Dale zal moeten
aangepast worden, want wat er nu staat, klopt niet meer: "De soevereiniteit van een staat houdt in dat deze juridisch
onafhankelijk is van andere staten, waaronder valt dat een staat eigen
beslissingen kan nemen over hoe de staat zich opstelt tegen andere staten en de
eigen burgers."
Daar moet voortaan dus een uitzonderingsregel aan toegevoegd worden: "Behalve wanneer Donald zegt wat moet
gebeuren."
Dat heeft hij begin dit jaar, in januari, nog eens duidelijk gemaakt
aan Irak. Het Iraakse parlement had toen het lef om een wet te stemmen die
stelde dat alle buitenlandse
troepen, dus ook de Amerikaanse, het land moesten verlaten omdat ze beschouwd werden
als een bezettingsmacht. Dan zijn de
internationale regels omtrent soevereiniteit
duidelijk, toch? Als het parlement, dat de bevolking vertegenwoordigt, met een
grote meerderheid beslist dat ze géén buitenlandse troepenmacht willen in hun
eigen land, dan moeten andere landen dat respecteren. Of niet? Niet, dus. Want
Donald heeft toen onmiddellijk gedreigd met economische sancties tegen Irak als
de regering het zou aandurven om de eigen wetten uit te voeren tegen zijn zin.
Maar Donald was hiermee niet aan zijn proefstuk toe, natuurlijk. Ook
de keuze van de Europese landen om zélf beter in hun energievoorziening te
voorzien door een bijkomende pijpleiding voor gas vanuit Rusland, kon niet op
de goedkeuring van Donald rekenen. En dus kwam die pijpleiding er niet.
Europese soevereiniteit volgens Donald.
Ook het woord agressie heeft
door Donald een nieuwe betekenis gekregen.
Nu staat in het woordenboek: "Onder
agressie wordt meestal verstaan
het gewelddadig handelen met het doel schade toe te brengen."
Dat moet dus
voortaan genuanceerd worden.
"Agressie door Donald" kan als volgt
gedefinieerd worden: "Een gerichte
kwaadheid die juist het belang van een effectieve communicatie kan dienen."
En dus mocht Donald raketten afvuren op Bagdad in Irak, want dat
zorgde, volgens Donald, voor een betere communicatie met de leiders in Iran. Maar
op elke daad van agressie vanuit Iran zou Donald met grof geweld reageren want
dát was dan weer ontoelaatbaar.
Let wel: Donald is een uitstekende leraar in Modern Internationaal Recht, want hij heeft ondertussen al veel
leerlingen geïnspireerd die de nieuwe betekenis van agressie perfect onder de knie hebben.
Zo mag Israël zonder enig schuldgevoel de Palestijnse dorpen plat
bombarderen, maar elke reactie vanuit Palestina is een daad van ontoelaatbaar
geweld. En zo mocht Turkije de koerden in Syrië gaan opjagen, maar als de
Koerden zelf een aanslag plegen in Turkije, dan is dat een daad van agressie die niet onbestraft kan
blijven.
En jammer genoeg zou ik zo nog een hele tijd kunnen doorgaan.
Ook de begrippen "democratie"
en "vrije meningsuiting" hebben
trouwens in het woordenboek van Donald een heel eigen mening gekregen, zoals we
de voorbije week geleerd hebben. Zélfs "realiteit"
betekent niet meer hetzelfde als vroeger, want er bestaat nu zoiets als een "alternatieve realiteit".
Ik had me écht voorgenomen om voortaan over Donald te zwijgen.
Maar ik moet gewoon af en toe eens mijn gal kunnen spuwen, want anders
krijg ik weer het maagzuur. Ik word er letterlijk ziek van!
En eigenlijk erger ik me nog niet eens zo zeer aan de frapatsen van
Donald zélf, of de schaamteloze arrogantie en het enorme ego van de man, want
dat is nu eenmaal de aard van het beestje. Ik erger me eerder aan de
schaapachtige reacties van de andere wereld-leiders
die altijd maar braaf "Ja" blijven
knikken en niet één keer echt tegen die tirannieke arrogantie durven op te komen.
Ze hebben allemaal een grote mond, onze wereldleiders, en ze houden
ervan om stoer te doen. Maar tegenover de bullebak op de speelplaats zijn het
allemaal lafhartige ja-knikkers.
Herinnert u zich nog het begin van de corona-pandemie? Wanneer we er
allemaal absoluut van overtuigd moesten worden dat dit "niet zomaar een griepje" was? Toen kwamen er die spectaculaire
beelden in de media, en reportages over de verwoestingen in de longen van
Covid-19 patiënten. "De longscans van
patiënten die binnenkomen in de spoedafdeling zijn ronduit angstaanjagend",
blokletterde VRTNWS op 16 maart.
We vielen allemaal steil achterover van afschuw en angst. Ja, dit was
toch wel iets anders dan "een griepje".
Hierbij waren drastische maatregelen nodig, en wel dringend!
Tot enige tijd later bleek dat die longschade eigenlijk niet door het
virus was toegebracht. Maar wél door ons eigen afweersysteem, dat, bij sommige
onfortuinlijke mensen, volledig tilt blijkt te slaan in reactie op de vreemde
en onbekende indringer. Maar toen waren we al 23 april, en het beeld van de
verwoeste longen was in onze hersenen ingeprent, en de overtuiging dat dit "véél erger was dan een griepje" bleef
ook bestaan. En daarmee ook de motivatie om zich te plooien naar de draconische
maatregelen die ons opgelegd werden: de economische stilstand en de sociale
vereenzaming.
Ondertussen zijn we weer een tijdje verder, en het maatschappelijk
draagvlak voor de lockdown is volledig
verdwenen. Het is nu al zéker dat zoiets bij een eventuele tweede corona-golf
niet meer op diezelfde steun zal kunnen rekenen. Wel integendeel: er valt
ongemeen veel en heftig protest te verwachten.
En zie: geheel toevallig komen de media nu met een nieuwe studie op de
proppen, die aantoont dat het virus wél enorme verwoestingen aanricht in de
longen: "COVID-19 brengt schadelijke
veranderingen aan in longbloedvaten!" En dat het dus wél veel erger is dan
een influenza-aanval: "De longen die
aangetast waren door COVID-19 blijken meer schade te vertonen dan longen die
aangetast waren door griep."
En dat de lockdown dus wel degelijk verantwoord en nodig was.
Misschien ben ik te sceptisch en te negatief, of te argwanend, maar de
timing van deze nieuwe studie lijkt me net iets té toevallig om toeval te zijn.
Er zijn trouwens ook nieuwe cijfers met betrekking tot de "oversterfte" als gevolg van influenza,
wereldwijd. Maar daar wordt door de media met geen woord over gerept.
Bij ons maakt "een griepje"
inderdaad niet zó veel slachtoffers meer, maar in veel landen waar er nog geen
massale inentingen met het griepvaccin uitgevoerd worden, is de toestand véél
dramatischer. Volgens de gegevens van de site worldometers.info, een internationale site die beschouwd wordt als
één van dé referenties voor wereldwijde statistieken, en die de gegevens
verzamelt zoals die door de officiële instanties dagelijks worden gemeld, zou
de oversterfte door influenza schommelen tussen 290.000 en 650.000, jaarlijks. Die
schatting ligt een stuk hoger dan eerdere schattingen: tussen 250 en 500
duizend, dacht men vroeger. Volgens het Amerikaanse CDC (Centers for Disease Control and Prevention) stijgt het aantal
influenza-doden effectief, de laatste jaren, vooral bij oudere mensen in de
armere landen.
Voor Covid-19 staat de teller (volgens Worldometer) nu (6 juni) op ongeveer 399.000 doden, en het cijfer
stijgt nog altijd met 4 à 5 duizend per dag.
Ik moet er eerlijkheidshalve wel aan toevoegen dat de bovengrens van
650.000 griepdoden komt van de WGO. En Donald Trump heeft al duidelijk laten
verstaan dat die niet te vertrouwen is. Het zou dus kunnen dat de Chinezen hier
valse informatie over gegeven hebben.
Er wordt beweerd dat de Belgische overheid niet efficiënt, niet
adequaat en niet snel genoeg zou gereageerd hebben op de uitbraak van de
corona-pandemie. Dat klopt niet!
Ten bewijze hiervan de neerslag van een eerste vergadering van de raad
van 9 ministers (of liever: acht ministers en één staatssecretaris) bevoegd
voor Volksgezondheid,
Veiligheid van de Voedselketen, Leefmilieu, Welzijn, Gezondheidsbeleid,
Kinderen, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire Ziekenhuizen, Mensen met
een Beperking, Ziekenhuisbeleid, Ouderenbeleid, Geestelijke Gezondheidszorg, en
Preventie.
De vergadering vond al plaats begin maart, dus nog vóór er zelfs maar
sprake was van een "pandemie", en
werd voorgezeten door Maggie, de enige federale minister in het gezelschap, en
als dusdanig het "zwaargewicht" van
de groep.
Maggie opent haar iPad, en
overloopt de te behandelen punten. Het zijn er heel wat; het lijkt erop dat ze
de hele dag zullen nodig hebben. Onwillekeurig bekijkt ze eens de voorraad
drank en broodjes die door de catering gebracht zijn. Om zeker te zijn dat ze
voor de hele dag zullen toe komen. Tot haar ontsteltenis bemerkt ze dat er maar
6 glazen staan, en 6 koffiekopjes, en veel te weinig drank en broodjes voor de
9 mensen rond de tafel.
Met een boze stem richt ze zich
tot Barbara, Brussels Staatssecretaris voor
Preventie bij de Franstalige Brusselaars, aan wie ze de opdracht had
gegeven om voor de catering te zorgen.
"Wat
is er hier fout gelopen? Waarom is maar eten en drinken voorzien voor 6 man?"
Barbara, die nog nooit eerder
door een federaal minister was afgesnauwd, loopt een beetje rood aan (hoewel
dat in haar geval niet echt zichtbaar is), en belooft de zaak uit te zoeken. Ze
belt haar kabinetschef, en na enig heen en weer gekibbel aan de telefoon heeft
ze haar antwoord klaar.
"Mijn
kabinetsmedewerker heeft zich blijkbaar vergist: hij heeft bij de catering
broodjes en drank besteld voor de ministers van Energie,
Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling, Omgeving en Klimaat, en die zijn met minder: er zijn er daar maar 6 van."
"Maar
binnen een uur komt de rest van de drank, en binnen twee uur worden er extra
broodjes geleverd."
Ondertussen heeft elk van de
ministers al geprobeerd om een glas of een kopje te bemachtigen. Barbara heeft
uiteraard niets, en zit er wat beteuterd bij.
Maggie, die verbazingwekkend
snel en wendbaar is voor haar omvang, heeft wél een koffietas én een glas beet,
en ze grijnst naar Barbara.
"Geen
nood: binnen een uurtje is de rest van de drank er al. Ondertussen kan je
gewoon uit het flesje drinken. Of delen met Alain."
Na dit eerste tumult kan de
vergadering beginnen.
Maggie kondigt al onmiddellijk
drastische maatregelen aan voor de ziekenhuizen, want die vallen onder haar
bevoegdheid.
"Vanaf
morgen komt niemand nog een ziekenhuis binnen, behalve personeel en
corona-patiënten. Bezoekers worden niet meer toegelaten. En wie geen corona
heeft, is ook als patiënt niet meer welkom."
Er ontstaat een luidruchtige
discussie, want om te weten of iemand corona heeft, moet er getest worden.
Belangrijk is dus dat er zo vlug mogelijk voldoende testcapaciteit gecreëerd
wordt: er moeten testkits aangekocht worden, en laboratoria ingeschakeld. Om
het kabaal te bedwingen, stelt Maggie voor om een taskforce op te richten die
dat zo snel mogelijk in goede banen moet leiden, want er mag geen tijd verloren
gaan. Maar op haar vraag wie kandidaat is om die taskforce te leiden, krijgt ze
alleen maar negatieve antwoorden: ze hebben het alle 9 tenslotte véél te druk
met al hun eigen bevoegdheden. Daarop beslist de vergadering unaniem om de
leiding van die werkgroep toe te vertrouwen aan Philippe: federaal Minister voor Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve
Vereenvoudiging, Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee.
Zonder twijfel de meest geschikte excellentie voor die opdracht.
Maggie gaat daarna verder: "Voor de ziekenhuizen doe ik alles wat nodig is, maar
voor de woonzorgcentra zijn de Gemeenschappen bevoegd. Of de Gewesten, ik weet
het niet. In elk geval: die trek ik mij niet aan."
Daarmee is het beurt aan Wouter,
Vlaams Minister voor Welzijn en Gezondheid, bevoegd
voor onder meer Preventiebeleid, Woonzorgcentra, Verzorgingstehuizen, Centra
voor dagverzorging, Geestelijke gezondheidszorg, Zorg voor mensen met een
beperking, Eerstelijnszorg, Hulp aan bejaarden en Ziekenhuisnormen.
Wouter kan uiteraard niet
achterblijven, en kondigt de onmiddellijk sluiting van alle woonzorgcentra aan:
niemand komt er nog binnen, behalve het personeel; en niemand komt er nog
buiten, behalve het personeel.
Christie, als Waals minister
voor ongeveer dezelfde dingen bevoegd als Wouter, vraagt zich toch af of er
geen begeleidende maatregelen zouden nodig zijn.
Wouter is een beetje in zijn gat
gebeten, maar hij gaat toch akkoord. Hij zal een taskforce laten opstarten,
geleid door Karine, Secretaris-Generaal van het
Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Daarna kijkt Wouter zijn todo-lijstje
nog even na, en stelt vast dat hij alles gedaan heeft wat van hem verwacht werd.
Hij neemt een flesje Jupiler van de dranktafel, en besluit verder
ontspannen van de dag te genieten.
En zo wordt er de hele dag druk
vergaderd en gewerkt en gediscussieerd.
Als tegen de middag de rest van
het proviand nog altijd niet geleverd is, maakt Maggie zich behoorlijk boos.
Barbara contacteert haar kabinetschef opnieuw, en die weet te melden dat er
onverwacht problemen zijn opgedoken met de levering, maar ze mogen er zeker van
zijn dat alles die namiddag nog zal geleverd worden. Maggie is het beu, en belt
dan maar zelf naar pizza.be om een tiental pizza's en een paar bakken cola te
bestellen. Gelukkig maar, trouwens, want de bestelde broodjes blijken achteraf
door het FAVV in beslag genomen te zijn wegens sporen van een Peruviaanse
bacterie.
Tenslotte zijn ze toch aan het
laatste agendapunt gekomen: de mondmaskers.
"Mondmaskers
zijn nergens voor nodig," zegt Maggie "maar
we gaan er toch bestellen voor iedere Belg. We zouden ze onmiddellijk moeten
laten leveren, zodat we ze bij iedere Belg tegen 1 mei in de bus kunnen laten
steken. Wie wil daar voor zorgen?"
Opnieuw is niemand bereid, of
liever: opnieuw is er niemand die zo'n zware opdracht nog eens bovenop zijn of
haar gevuld takenpakket erbij kan nemen.
En ook nu weer wordt de meest
voor de hand liggende excellentie in de federale regering ingeschakeld om
ervoor te zorgen dat dit vlekkeloos zal verlopen. Het wordt Koen, Vice-eersteministerenfederaalMinister van Justitie, belast met de Regie der Gebouwen en Minister van
Europese Zaken. Duidelijk de geknipte man om alle Belgen tijdig aan een (overigens
overbodig) mondmasker te helpen.
Als dat geen
efficiënte aanpak was, dan weet ik het ook niet meer.
Nee, het "corona"-tijdperk
is nog lang niet voorbij, ook al mag vanaf volgende week bijna alles opnieuw
(behalve wat niet mag).
Maar ik heb toch de sterke indruk dat de meeste mensen ondertussen al
helemaal teruggevallen zijn op de oude gewoontes: het verkeer is weer even druk
als "voor corona", de mensen zoeken
elkaar weer even frequent op als "voor
corona", de winkels zijn weer even vol als "voor corona". En als ik gehoopt had dat die nieuw verworven "hoffelijkheid" en vriendelijkheid die ik
met een blij hart tijdens mijn corona-wandelingen had gevoeld, een "blijver" zou zijn, dan was ik blijkbaar
fout. Ook dát is weer helemaal als vroeger: de mensen lopen elkaar weer met een
onverschillige blik voorbij, bezig met hun eigen beslommeringen. Die "verbondenheid" als "slachtoffer" van eenzelfde plaag is weg, ook de veelgeroemde "solidariteit" is weg.
Corona heeft geen sporen nagelaten, behalve dan de ingeburgerde "afstand"; letterlijk en figuurlijk.
En behalve de ruïnes die de lockdown veroorzaakt heeft. Velen blijven berooid
achter door de (tijdelijke) werkloosheid, en/of omdat ze hun laatste
spaarcenten hebben moeten aanspreken om zich staande te kunnen houden. Mensen
die vroeger al moeite hadden om het einde van de maand te halen, zijn nu
aangewezen op voedselbonnen of voedselbedeling. Mensen die vroeger al moesten
hopen dat er genoeg zou zijn om de maandelijkse huur te betalen, lopen nu
maanden achter. En de daklozen en thuislozen, die worden zo goed als totaal aan
hun lot overgelaten.
Het toverwoord "solidariteit"
betekent niet zo veel meer in deze post-corona tijd. Het is weer "elk voor zich".
Maar er zijn er nog altijd die zich inzetten, die zich blijven
inzetten. Die zich ook de voorbije weken zijn blijven inzetten, ook al waren ze
daarmee misschien schuldig aan het negeren van de lockdown-verplichtingen.
Er is de voorbije maanden dikwijls opgeroepen tot applaus voor de
zorgverstrekkers in ziekenhuizen en in woonzorgcentra, en voor de
thuisverplegers. Misschien wordt het nu wel tijd voor een applausje voor
de vele vrijwilligers die zich met hart en ziel zijn blijven dubbel plooien
voor diegenen die in de marge leven, diegenen die niet meetellen, diegenen die
onzichtbaar zijn. Omdat ze voor die "onzichtbaren"
in de weer waren, zijn ook die vrijwilligers "onzichtbaar" gebleven. Géén applaus, géén waardering, géén
bloemetje.
Een mooi voorbeeld van dat soort onzichtbaar vrijwilligerswerk, is de
vzw "Mondiale Werken" in Lier en de
ruime omgeving. De vzw bestaat sinds 2016, en draait volledig op vrijwilligers
die erkende vluchtelingen bijstaan in het zoeken naar een woning en in het
zoeken naar werk, en in hun integratieproces in Vlaanderen. Het is niet omdat
er een corona-lockdown was dat die vluchtelingen, of andere naamlozen, opeens
geen woonst meer nodig hadden, wel integendeel: om de "social distancing" te kunnen handhaven, werden veel vluchtelingen
weg gehaald uit de asielcentra, en toen stonden ze opeens op straat. Voor de
vrijwilligers was "in hun kot blijven"
niet echt een optie als ze die mensen wilden helpen. Een applaus hebben ze daar
niet voor gekregen, eerder een corona-boete.
Misschien is deze post-corona periode dé gelegenheid om eens na te
denken over de verstotenen, diegenen die overal uit de boot vallen.
En over die vrijwilligers die voor hen in de weer blijven, zonder dat
de media daarover berichten, en zonder een opbeurend bezoek van Koningin
Mathilde.
We zijn in het Witte Huis.
Melania verveelt zich stierlijk, want Donald heeft zich alweer mokkend in zijn
Oval Office opgesloten, boos op alles en iedereen. En Melania heeft niemand om
mee te praten of om haar gezelschap te houden. Donald heeft al haar vriendinnen
al enkele keren toegesnauwd of bepoteld, en niemand wil nog op bezoek komen als
hij thuis is.
Melania, weliswaar een beetje
beducht voor een mogelijke woede-uitbarsting, waagt zich toch naar het Oval
Office. Ze klopt zachtjes op de deur, en na een bars "Ja?",
durft ze het aan om binnen te stappen.
"Donald,
ik verveel me! Kunnen we niet samen iets doen vanavond?"
Donald reageert eerst niet, want
hij is ontzettend druk bezig om een nieuw presidentieel decreet uit te werken
waarmee het voortaan verboden zal zijn om grappen te maken over de President
van de Verenigde Staten van Amerika. Op God na het belangrijkste en meest
eerbiedwaardige wezen ter wereld.
Melania is al blij dat ze niet
afgeblaft wordt, en ze raapt al haar moed samen.
"Misschien
kunnen we vanavond nog eens een spelletje Monopoly spelen?"
Donald is immers dol op Monopoly.
Dat is voor hem zowat het enige échte spel dat de moeite van het spelen waard is.
Hij kijkt nu toch even op, want
zijn interesse is gewekt. In gedachten maakt hij een notitie: "Ik moet volgende week toch werk maken van een decreet
dat alle andere bordspellen dan Monopoly verbiedt, wegens stom en afstotend
tijdverlies."
Maar toch laat hij zich niet
vermurwen. Hij heeft het werkelijk véél te druk met zijn job als vastberaden en
doortastend president. Hij moet nog een decreet uitwerken met een nieuw handelsembargo
tegen China dat Hongkong geannexeerd heeft. En hij moet nog een decreet
uitwerken met nieuwe sancties tegen Noord-Korea, want zijn goede vriend Kim
heeft zich niet aan de afspraken gehouden. En hij moet nog een decreet opstellen
dat voorschrijft dat communisten geen burgemeester mogen worden, om fiasco's
zoals in Minneapolis voortaan te kunnen vermijden. Wat hem er doet aan denken
dat hij ook nog een decreet moet uitvaardigen dat politieagenten voortaan beter
beschermt tegen ongefundeerde aanklachten van zwarte criminelen. En dan is er
nog die kwestie met Twitter: hij moet dringend een presidentieel besluit
aankondigen dat de vrije meningsuiting van de President van de Verenigde Staten
garandeert. Want zeg nu zelf: God wordt toch ook niet gecensureerd! Of wel? En
dan is er nog die discussie met Elon Musk: die zou voortaan zijn
speelgoedraketten alleen nog maar vanop Cape Canaveral mogen lanceren als hij
bevestigt dat hij wél volledig achter het klimaatbeleid van de president staat.
Donald zucht luidop. Zijn job is
toch wel erg zwaar! Maar dat komt omdat hij, anders dan de andere
wereldleiders, bijzonder doortastend wil regeren, en altijd kort op de bal
speelt.
En dan heeft hij ook nog een
hele serie tweets in gedachten, die dringend moeten verstuurd worden.
Nee, voor Monopoly heeft hij nu
écht geen tijd, hoe verleidelijk het idee ook is.
Maar Melania laat niet direct
af, want ze heeft geen zin in nog maar eens een eenzame avond in die kille
kamers. Ze waagt dus nog een nieuwe poging.
"Een
spelletje UNO dan misschien?"
UNO is ook een spel dat Donald
graag speelt, omdat het zowat het enige kaartspel is waarbij de regels simpel
en duidelijk genoeg voor hem zijn.
Even lijkt Melania succes te
hebben, want Donald heft zowaar peinzend het hoofd en lijkt het voorstel écht
in overweging te nemen. Maar dan richt hij zijn aandacht weer op zijn bureau,
en neemt een nieuwe pen om nog een zin neer te schrijven in zijn decreet om
handelssancties op te leggen tegen België.
Melania is nu echt wel de
wanhoop nabij, en ze gooit, met heel veel tegenzin, haar laatste troef op
tafel.
"I
would let you grab me by the pussy."
Donald laat pen en papier achter
op zijn bureau, en stormt enthousiast op Melania af.