Het klasje van juf Mathilde kwam
voor het eerst weer naar school na een welverdiende zomervakantie.
Het eerste leerjaar hadden ze
uiteindelijk voor het grootste deel thuis doorgebracht. Juf Mathilde was er na
vele pogingen toch niet in geslaagd om haar klasje tot de orde te roepen, en toen
had ze alle leerlingen maar naar huis gestuurd om daar verder te studeren, met
hun iPad. Veel leerlingen hadden er niets van terecht gebracht, en hadden hun
tijd verkwanseld met spelen op de computer, of buiten in de tuin. Maar de juf
had hen toch allemaal een 'positieve evaluatie' gegeven, en ze waren allemaal
toegelaten tot het tweede leerjaar.
En zo zaten ze daar opnieuw samen,
begin september, in hun klasje. Voor het tweede leerjaar. Deze keer bij meester
Filip. En net als in het eerste leerjaar bij juf Mathilde, bedacht de meester
dat het goed zou zijn voor het welbevinden van de kinderen als ze zélf zouden
uitmaken bij wie ze tijdens de lessen zouden gaan zitten.
Er was ook een nieuwe leerlinge
in de klas: Sophie, die van een andere school kwam.
Meester Filip wilde haar op een
ontspannen manier in de klas welkom heten, en vroeg haar om zich even aan
iedereen voor te stellen. Sophie had dit al zien aankomen, en had een mooie PowerPointpresentatie
voorbereid om over zichzelf te vertellen.
Ze was al een kwartier bezig, en
wou net beginnen aan hoofdstuk 3, deel 2, paragraaf b, toen het geschuifel begon.
Vijf minuten later was niemand meer aan het luisteren en zaten ze allemaal
onder elkaar te joelen en te ruziën. Sophie spurtte met tranen in de ogen naar
de achterste muur van de klas, en ging daar mokkend staan pruilen. Ervan
overtuigd dat dit een rot jaar zou worden, en dat zij voorbestemd was om het
nieuwe pest-slachtoffer van de klas te worden.
Tot haar grote verbazing hoorde
zij Conner en Paul tóch suggereren dat zij graag naast haar zouden komen zitten
bij de klasindeling in het klasje van meester Filip.
Dat was nu wel zonder
Georges-Louis gerekend, want die had zich al voorgenomen dat Sophie zijn
vriendinnetje zou zijn. En hij liet zijn gezag over zijn aanwinst al direct
merken: "Sophie is mijn vriendin. En wie naast
haar wil zitten, die moet mij 5 knikkers betalen!"
Waarop Paul boos reageerde: "Maar jij hebt al de meeste knikkers van ons
allemaal! Je zou die beter met ons delen!"
Maar Georges-Louis liet zich
niet doen, en beet van zich af: "Dat zijn
allemaal knikkers die Bart hier vorig jaar op de speelplaats gewoon
achtergelaten had, omdat hij rap naar huis wou lopen!"
En toen begon het geruzie en
gekrakeel opnieuw, net zoals in het eerste leerjaar.
Daarop stelde Bart zich recht,
en stelde voor dat hij en Paul samen de klas-indeling zouden uitwerken. Want
zij waren immers de grootsten van de klas. Maar Paul toonde zich niet
enthousiast: hij wou nog altijd even weinig met Bart samen werken als het jaar
daarvoor.
Egbert, de jongen met de eeuwige
glimlach, probeerde nog te bemiddelen. Hij hield vol dat dát toch wel de beste
manier leek, en dat hij graag met de beide jongens wilde samen zitten om een
plan uit te werken. Maar Georges-Louis, die nog altijd boos was bij het idee
dat hij knikkers zou moeten afgeven, schoot dat voorstel direct af, en tierde
dat hij met Bart niets te maken wilde hebben.
Joachim, die nog niet veel
gezegd had, probeerde dan maar iets anders: "Als
Egbert en ik nu eens samen een plan zouden maken? Meyrem en Jean-Marc kunnen
ons daarbij helpen."
Maar Bart sprong op, en beet hem
toe: "Gij vuile bedrieger: je had beloofd dat
ik zéker zou mogen mee doen!"
Kortom: meester Filip hield er
nóg meer grijze haren aan over dan juf Mathilde het vorige jaar, en ook hij
kreeg zijn klasje niet georganiseerd.
Achteraan in de klas zaten Tom
en Dries het schouwspel in stilte aan te zien. Tom en Dries spraken een raar soort
taaltje dat niemand van de anderen kon verstaan, en daarom waren zij de
buitenbeentjes van de klas: niemand wilde iets met hen te maken hebben, en
niemand luisterde naar wat zij te zeggen hadden.
Meester Filip, die het hele
gedoe ondertussen kotsbeu was, keek met een duistere blik zijn rumoerige klas
in, en zijn blik viel op het paar rare snuiters daar achteraan. Met een van
woede verstikte stem brulde hij: "Als jullie
niet stoppen met dat kinderachtig gekibbel, vraag ik het gewoon aan Tom en
Dries. Die moeten het dan maar organiseren!"
Een doodse stilte daalde neer
over de klas, en iedereen leek bevroren in de bewegingen die hij of zij aan het
maken was.
Maar toen Tom met een stralend
gezicht opstond en sprak: "Heel goed. Wij zijn
daar helemaal klaar voor. We zullen de leeuw laten klauwen.", toen
barstte het tumult helemaal los.
"Ga
maar allemaal terug naar huis" zuchtte meester Filip. "Volgend jaar kunnen we het
misschien nog eens opnieuw proberen."
(Het verhaal
van het eerste leerjaar is eerder al op 5 februari 2020 in deze blog verteld.)
|