Nu de Corona-aandacht aan het verslappen is, hebben de media een nieuw
thema ontdekt om spectaculair over te berichten: "discriminatie". En wie "mee"
wil zijn, moet er een mening over
hebben.
Dan lijkt het mij logisch om maar meteen tot op het bot te gaan: de
discriminatie die al van bij de conceptie blijkt te spelen.
Recente onderzoeken aan de universiteiten van Stockholm en van
Manchester hebben namelijk uitgewezen dat de eicellen van de vrouw "discrimineren" bij de keuze van de
spermacel die ze willen aantrekken. Zoals te voorspellen was: de eicel heeft
een sterke voorkeur voor spermatozoïden waarmee ze een betere kans maakt op een
gezond en florerend nageslacht. De eicel laat dat weten door "chemo-attractants" uit te sturen,
specifiek gericht naar de gewenste zaadcellen. "Chemo-attractants" zijn chemische stoffen die een
aantrekkingskracht uitoefenen op (in dit geval) de spermacellen; een soort
parfum, als het ware, dat die zaadcellen moet lokken. De kunst van het "verleiden" zit bij een vrouw dus al
ingebakken van als ze nog maar een eicel is !
Dat proces heet "chemotaxis": "De lokkende werking van een chemische
stof op cellen." Het speelt trouwens niet alleen bij de voortplanting, maar
bijvoorbeeld ook bij de reactie van ons lichaam op een ontsteking. Bij zo'n
ontsteking komen chemische stoffen vrij, "attractants"
die de witte bloedcellen in onze aderen aantrekken, die dan massaal de
ontsteking in de kiem komen smoren.
Wat bij deze studie, ondanks de ernst ervan, bijzonder grappig was, is
dat ze uitgewezen heeft dat de eicel soms een andere voorkeur heeft dan de
vrouw die drager is van de eicel. Men heeft ontdekt dat sommige eicellen eerder
attractieve signalen uitzenden naar spermacellen van een andere man, en niet naar
de zaadcellen van de eigen partner van de vrouw. (Dat zou trouwens in sommige
gevallen een verklaring kunnen zijn voor de ongewenste kinderloosheid van een
koppel. Als de eicel van de vrouw niet moet weten van de zaadcellen van haar
partner, dan komen er geen kindjes.)
Ik vraag me wel af hoe een experiment zou lopen om zoiets vast te
stellen? Vraagt de onderzoeker aan de (vrouwelijke) proefpersoon om zich eens
te laten bevruchten door haar eigen partner, en kijkt men dan in de baarmoeder
met hoe veel of hoe weinig affectie de eicel reageert op het ontvangen sperma?
En daarna moet de proefpersoon aan de gang met een aantal andere, vreemde,
mannen, en herhaalt men de controle van hoe het eicelletje reageert? Het zou
kunnen, niet? Alles voor de wetenschap!
"Daar is toch niets mis mee!"
zal u zeggen, met die voorkeur van een eicel voor een aantrekkelijke en
veelbelovende zaadcel. Nee, daar is niets mis mee, maar het is daarom niet
minder discriminerend. Toch?
Het is "discriminerend" omdat
het die ene zaadcel bevoordeelt en méér kansen geeft dan de andere, zonder
objectieve gronden. Omdat het privileges toekent op basis van niet-meetbare
criteria, maar enkel op uiterlijke kenmerken. "Discriminatie", dus. Per definitie.
Ik stel voor om met z'n allen in Brussel te gaan betogen voor een
gelijke behandeling van alle spermacellen, en tegen deze extreme vorm van
discriminatie tegenover de minder aantrekkelijke zaadcellen: "iedereen gelijk voor de wet!" Als we dit
zouden tolereren, dan laten we toe dat discriminatie al in de kiem van ons
wezen genesteld zit, en dan zijn er geen grenzen meer aan.
Ik weet wel dat het met de corona-crisis nog altijd verboden is om te
gaan betogen, maar we doen het tóch. Want het gaat om de fundamenten van onze
menselijke aard.
We zullen wél een mondmasker dragen.
|