Nee, het "corona"-tijdperk
is nog lang niet voorbij, ook al mag vanaf volgende week bijna alles opnieuw
(behalve wat niet mag).
Maar ik heb toch de sterke indruk dat de meeste mensen ondertussen al
helemaal teruggevallen zijn op de oude gewoontes: het verkeer is weer even druk
als "voor corona", de mensen zoeken
elkaar weer even frequent op als "voor
corona", de winkels zijn weer even vol als "voor corona". En als ik gehoopt had dat die nieuw verworven "hoffelijkheid" en vriendelijkheid die ik
met een blij hart tijdens mijn corona-wandelingen had gevoeld, een "blijver" zou zijn, dan was ik blijkbaar
fout. Ook dát is weer helemaal als vroeger: de mensen lopen elkaar weer met een
onverschillige blik voorbij, bezig met hun eigen beslommeringen. Die "verbondenheid" als "slachtoffer" van eenzelfde plaag is weg, ook de veelgeroemde "solidariteit" is weg.
Corona heeft geen sporen nagelaten, behalve dan de ingeburgerde "afstand"; letterlijk en figuurlijk.
En behalve de ruïnes die de lockdown veroorzaakt heeft. Velen blijven berooid
achter door de (tijdelijke) werkloosheid, en/of omdat ze hun laatste
spaarcenten hebben moeten aanspreken om zich staande te kunnen houden. Mensen
die vroeger al moeite hadden om het einde van de maand te halen, zijn nu
aangewezen op voedselbonnen of voedselbedeling. Mensen die vroeger al moesten
hopen dat er genoeg zou zijn om de maandelijkse huur te betalen, lopen nu
maanden achter. En de daklozen en thuislozen, die worden zo goed als totaal aan
hun lot overgelaten.
Het toverwoord "solidariteit"
betekent niet zo veel meer in deze post-corona tijd. Het is weer "elk voor zich".
Maar er zijn er nog altijd die zich inzetten, die zich blijven
inzetten. Die zich ook de voorbije weken zijn blijven inzetten, ook al waren ze
daarmee misschien schuldig aan het negeren van de lockdown-verplichtingen.
Er is de voorbije maanden dikwijls opgeroepen tot applaus voor de
zorgverstrekkers in ziekenhuizen en in woonzorgcentra, en voor de
thuisverplegers. Misschien wordt het nu wel tijd voor een applausje voor
de vele vrijwilligers die zich met hart en ziel zijn blijven dubbel plooien
voor diegenen die in de marge leven, diegenen die niet meetellen, diegenen die
onzichtbaar zijn. Omdat ze voor die "onzichtbaren"
in de weer waren, zijn ook die vrijwilligers "onzichtbaar" gebleven. Géén applaus, géén waardering, géén
bloemetje.
Een mooi voorbeeld van dat soort onzichtbaar vrijwilligerswerk, is de
vzw "Mondiale Werken" in Lier en de
ruime omgeving. De vzw bestaat sinds 2016, en draait volledig op vrijwilligers
die erkende vluchtelingen bijstaan in het zoeken naar een woning en in het
zoeken naar werk, en in hun integratieproces in Vlaanderen. Het is niet omdat
er een corona-lockdown was dat die vluchtelingen, of andere naamlozen, opeens
geen woonst meer nodig hadden, wel integendeel: om de "social distancing" te kunnen handhaven, werden veel vluchtelingen
weg gehaald uit de asielcentra, en toen stonden ze opeens op straat. Voor de
vrijwilligers was "in hun kot blijven"
niet echt een optie als ze die mensen wilden helpen. Een applaus hebben ze daar
niet voor gekregen, eerder een corona-boete.
Misschien is deze post-corona periode dé gelegenheid om eens na te
denken over de verstotenen, diegenen die overal uit de boot vallen.
En over die vrijwilligers die voor hen in de weer blijven, zonder dat
de media daarover berichten, en zonder een opbeurend bezoek van Koningin
Mathilde.
|