Door de luiken valt het licht met mondjesmaat binnen. Het is half zeven,een koor andere vogels dan thuis kwelen en kwetteren me wakker. Om half acht heb ik mijn ontbijt gevraagd, ik geniet van het langzaam wakker worden. Ik blijk de enige gast. Mijn tafel staat al gedekt met vers fruitsap, honderd soorten huisgemaakte confituur en vers fruitsap, de patronen blijft maar aanbrengen: een perfect gebakken spiegelei,sneetjes kaas, hesp, een torenflats vol plukverse aardbeien, een grote pot sterke koffie. Mijn humeur stijgt boven het toelaatbare. Ik snuif even wat buitenlucht, en ga op mijn gemak douchen en herpakken. de uitbaters vertrekken op boodschappen, ik moet het doen met een eerder norse stevige deerne van dienst, die niét de dochter is, en ook onbekwaam in andere talen. Toch kan ze me aan het verstand brengen dat mijn kaart hier niet aanvaard wordt,al had de kastelein het gisteren anders voorgesteld. Tant pis, ik word verzocht mijn bagage weer uit te laden en geld te gaan tanken een vijftien kilometer verderop. Gelukkig kan mijn humeur niet stuk vandaag en ik bekijk het als een extra wandeling door het mooie bergachtig landschap vol met kurkeiken wiens vel is ingeruild voor een bruine pap. Rekening betaald, nog een koffie, ik vervolg mijn reis.
cachopo is mijn volgende etappe. Het is net als de dorpjes bijna uitgestorven. In het centrum weet je niet of er nog levende mensen zijn. Ik installeer me op een terrasje aan de enige rotonde, bijna een kwartier voor de eerste auto opdaagt. Enkele vrouwtjes installeren zich in een bushokje, wellicht gaan ze naar een grotere stad. Een trekker komt langs, hij wordt niet besteld: sluitingstijd?! Ik ga hem achterna naar het café-restaurant aan de overkant, het is een Vlaming die hier elk jaar een GR route loopt.door zijn vroeger werk kent hij wel Portugees. een bestelwagentje valt stil net naast ons terras,met het gebruikelijk getoeter kondigt hij zijn komst aan, hij heeft slakken/carracolli en oestertjes, we krijgen elk een om te proeven: lekker! Ik koop er een dozijn voor 2.5,op conditie dat hij ze opent met zijn zakmes. verder nu,op naar Mertola. Het landschap wordt lieflijker,vlakker. In Martim Longo stop ik om ooievaarsnesten te fotograferen, ik tel er zeven zonder een voet te verzetten. Gelijk neem ik ook een prato del dia in een lokale goed beklante afspanning , een massa rundslever op mijn prato met veel ui en aardappelpuree uit dozen.vlakbij zit een ooievaar zijn reeds grote jongen te voeren. Het nest lijkt onderaan onderverhuurd aan een nest mussen.
ik ik stopin een paar dorpjes op weg naar Mertola,maar er beweegt weinig meer dan wat honden die nijdig aanslaan . Wat oude mannen bezetten de barza van het lokale café. Het is natuurlijk siësta time.. Dat is het ook nog als ik aankom in Mertola,daar is al evenveel animo. Ik doe de klim naar het witte kerkje dat boven de stad staat,onderweg passeer ik zelfs een officina de turismo. Na de klim is het heerlijk koel vertoeven in de kerk, die heel sober is en verrassend klein. Ze lijkt alleen uit gewelven te bestaan. Een beetje ontgoocheld verlaat ik de stad weer, niks boeiends te beleven,dat vindt de winkelier van een minimercado ook,hij houdt een zitslaap in het midden van zijn etablissementje. geen hotelletje te bespeuren, ik zet dan maar koers naar Almodovar, in de hoop op beter.