12 juni 2007 Hoewel het de ´avond´ ervoor vroeg geworden was, was ik toch weer bijtijds op. Eerst ontbijten en daarna douchen, om vervolgens op weg te gaan naar San Lorenzo, een dorpje op zo´n 8 km van Salta en volgens Daniel, mijn gids van vrijdag, zeker een bezoekje waard. Met de lokale bus ging ik naar San Lorenzo, dat tussen de bergen in ligt. Van hieruit zijn hele mooie treks en wandelingen te maken. Ik ben ´n stukje de bergen in gewandeld, maar bij het (meerdere keren) oversteken van ´n riviertje, kwam ik er achter dat mijn schoenen hiervoor eigenlijk niet geschikt zijn. Alhoewel voorzien van een behoorlijk profiel, gleed ik toch weg op de natte stenen. Ik ben daarom maar niet verder gegaan, want m´n nek breken heb ik niet zoveel zin in. Dus teruggegaan richting San Lorenzo en alvorens het dorpje in te gaan, eerst ´n bakkie gedaan. Als je door het dorp wandelt, valt het op dat er zo´n geweldige rust heerst en dat de meeste ´straten´ niet verhard zijn. Aan deze onverharde straten staan giga grote huizen (villa´s) in dito tuinen en vaak is er ook een zwembad aanwezig. Bij enkele van deze optrekjes zijn gastenverblijven en paardenstallen en soms ook een graasweide. Volgens mij is de grond hier goedkoop, want de terreinen zijn behoorlijk van omvang. Ook kwam ik langs een Barrio Privado, genaamd Buena Vista, gesitueerd tegen een berghelling en dus met giga uitzicht. Dit zie je in Argentinië wel vaker. Het zijn ´n soort countryclubs, zoals je die ook in de VS tegenkomt. Grote afgezette terreinen met luxe huizen erop en vaak met een golfbaan. Voorzien van gemeenschappelijke gebouwen, zoals restaurant, cafe´s, etc. Een andere Barrio Privado waar ik langskwam heette ´Club de Campo´. Hier ook weer giga grote huizen, de meeste met een veranda en soms zelfs met een veranda rondom! Je zou San Lorenzo een beetje kunnen vergelijken met Wassenaar of Soesterberg. Op ´n gegeven moment had ik het wel gezien en toen ik weer op de verharde weg kwam en richting Salta liep, stopte ik bij een busstop. Even later kwam de bus aanrijden en ging het richting Salta, waar ik in de buurt van de busterminal ben uitgestapt. In de busterminal kocht ik een kaartje naar La Quiaca, dat op de grens met Bolivia ligt, en daarna liep ik terug naar de hostel.
10-11 juni 2007 De zondagen zijn over het algemeen erg rustig in Argentinië en dus ook in Salta. Het is op zo´n dag dan heerlijk, om door de stad te struinen en dat heb ik dan ook gedaan. Na twee vermoeiende dagen vond ik het tijd voor een kleine rustpauze en daarom kon ´n beetje slenteren geen kwaad. ´s-Avonds ben ik in ´n soort sociaal restaurant gaan eten en dat smaakte me prima. Dit soort gelegenheden wordt hoofdzakelijk bezocht door (alleenstaande) mannen, die vooraf een bepaald menu opgeven en ´s-avonds komen eten. Op maandag heb ik mezelf ook rustig gehouden, maar toen ik ´s-avonds in de hostel terugkwam, waren Nauel en Tomas (de receptionisten) ´n beetje aan het dollen met twee Zwitserse dames, die hier al ´n tijdje verblijven. We raakten aan de babbel en besloten om een kaartje te leggen. Echter dat duurde maar even, want niet lang daarna kwam er ´n Spaans stel binnen en die gingen meedoen. Vanaf dat moment deden we een of ander dom spelletje, dat eigenlijk meer met drinken te maken had, dan met kaarten. Als je ´n ronde verloor, moest je ´n glas bier leegdrinken. Ik was blij, dat ik maar enkele keren verloor... Ik ben rond zes uur naar bed gegaan en mijn kamergenoten (´t Spaanse stel) kwamen iets na achten!
09 juni 2007 ´s-Morgens eerst uitgeslapen, uitgebreid ontbeten en zitten babbelen met enkele mensen die ook in dit hostel zitten. Alvorens naar Cerro San Bernardo te gaan, ben ik eerst even op de hoek koffie gaan drinken. Cerro San Bernardo is een berg aan de rand van de stad en van hieruit heb je een schitterend uitzicht over Salta en verre omgeving. Er zijn meerdere manieren om boven te komen; per auto (maar die heb ik hier niet tot mijn beschikking), te voet of met een kabelbaan. Ik heb gekozen voor de laatste optie en kocht ´n enkele reisticket, want ik wilde na het bezoek aan de top naar beneden wandelen. Deze berg is zo´n 1.475 mtr. hoog en zoals gezegd heb je een schitterend uitzicht over de stad. Boven heb je diverse stalletjes, waar men vooral handgemaakte producten verkoopt en ook is er een veredelde snackbar. Heel apart vond ik ook de kunstmatig aangelegde watervallen, waar je ook onder door kunt lopen. Deze dag kenmerkte zich ook door het mooie weer en ik heb op ´n bankje in de zon zitten genieten van het uitzicht over de stad. Salta kent weinig hoogbouw en hierdoor zijn de diverse hogere gebouwen, zoals kerken en flatgebouwen, goed te zien. Tevens dienden deze voor mij als oriëntatiepunten en het bleek, dat ik toch wel grote delen van de stad te voet had afgelegd. Na enkele uren boven rondgehangen en genoten te hebben, ben ik aan de afdaling begonnen. Ik dacht er slim aan te doen om over de weg te gaan wandelen, om zodoende regelmatig een uitzicht over de stad te hebben. Maar helaas. Door de bebossing bleek van uitzicht niet echt sprake. Slechts af en toe kon je door de bladeren een kleine glimp van de stad opvangen. Dus ipv de weg, nam ik de ´trap´ naar beneden. Dit zijn zo´n 1.070 treden en af en toe bleef ik even stilstaan, wanneer er zich een mogelijkheid voordeed om door het gebladerte uit te kijken over de stad. De afdaling ging behoorlijk snel, sneller dan ik had verwacht en na minder dan ´n half uurtje stond ik weer beneden in het kleine parkje onderaan de berg. Omdat het al weer begon te schemeren, ben ik eerst naar de hostel terug gegaan, alvorens een hapje te gaan eten. De dagen gaan hier erg snel voorbij en dit was ook weer zo´n dag, die sneller voorbij was, dan ik eigenlijk zou willen.
08 juni 2007 ´s-Morgens om 06.15 uur opgestaan. Wassen en ontbijten en om 07.00 uur stond Daniel, de gids, mij op te wachten bij de receptiebalie. We zouden deze dag samen op pad zijn, want de twee Italiaanse dames die mee zouden gaan, gingen niet mee omdat één van hen ziek was geworden. Daniel sprak alleen Spaans en dus was dit tevens een dag, waarop ik mijn Spaans kon bijspijkeren. We hebben onderweg behoorlijk wat zitten babbelen en ik was blij dat ik mijn woordenboekje bij me had. Heb dat redelijk vaak ingekeken, vooral om de juiste werkwoorden op te zoeken. Het was nog donker toen we vertrokken, maar al snel begon het licht te worden. Eenmaal de stad uit, zag ik de bergen in welke richting we gingen. De eerste stop was Santa Rosa de Tastil, een plaatsje met slechts 20 inwoners en twee (kleine) musea. Zo midden in de bergen is het er opvallend rustig en stil. In het eerste museum was een tentoonstelling uit de pré-Incatijd. Er lag een mummie (!) en enkele gedeformeerde schedels. Deze deformatie was opzettelijk, want hiermee werd een bepaalde status aangegeven. Ook stonden er enkele grote potten, waarin men de doden bewaarde. Eerst werden deze begraven en na een bepaalde tijd weer opgegraven, om ze in huis neer te zetten en te bewaren. Diverse houten en metalen (koper en brons) gebruiksvoorwerpen waren er te zien en grote stukken rotsblok, die, wanneer je er met een steen opsloeg, ieder een ander geluid voortbrachten; een soort piano zou je kunnen zeggen. De museumbeheerster kon er een aardig deuntje op ´spelen´ en, afhankelijk van de plaats waar je de steen raakte, gaf deze een variatie in toon. Heel apart en fascinerend! In het andere ´museum´ waren spullen opgesteld van meer recentere datum, waaronder diverse schilderen. Heel interessant vond ik de verschillende kleuren mais en toen ik daarnaar vroeg, kreeg ik een niet minder interessant antwoord. In mijn beschrijving van de excursie rond Uyuni in Bolivia, vertelde ik over de schitterende kleurenpracht van de bergen aldaar. Hier heb je dit soort kleurvariaties ook en dat vindt zijn oorzaak in de aanwezigheid van metalen en mineralen. Afhankelijk van de plaats waar de mais werd gezaaid, verkreeg men dit soort kleurvarianten. Niet dat men gekleurde mais zo interessant vond, maar deze mais bevatte een behoorlijke hoeveelheid van dit soort metalen en mineralen. Zodoende kreeg men met het eten toch de nodige elementen binnen, zoals koper, zink, etc. Heel uitgekeind dus! Een ander opvallend aanwezig materiaal was cardon; hout van een cactussoort, die hier veelvuldig voorkomt. Nog steeds wordt dit soort hout veelvuldig toegepast en ondanks de vele aanwezige gaten, blijkt het toch heel sterk en vooral duurzaam te zijn. Slechts enkele kilometers buiten Santa Rosa de Tastil gingen we naar de ruines uit de pré-Incatijd. Hiervan is nog maar een gedeelte blootgelegd en omdat het een archeologische site is, zijn er dmv bordjes de gangbare paden aangegeven. De auto werd aan de kant gezet en we beklommen een heuvel, om zodoende uitzicht over het geheel en het gebied te krijgen. Schitterend! Vooral het uitzicht was wijds; zeker enkele tientallen kilometers en uiteraard de bergen in de verte. Ondanks dat de zon uitbundig scheen, was het toch nog niet echt warm, want er stond een behoorlijk briesje en zo ´s-morgens vroeg was het nog niet echt opgewarmd. We gingen weer op weg en reden nu door een soort canyon. Toen we hier doorheen waren, begon de weg te klimmen en passerden we onze eerste bergrug van deze dag. Op weg naar San Antonio de Cobres zagen we behoorlijk veel llama´s en af en toe enkele ezels. We reden over een onverharde weg en Daniel vertelde, dat deze wel degelijk deel uitmaakte van de Pan-Americana, de route vanaf het zuiden van Chili tot aan Alaska toe. Nu konden we met een behoorlijke snelheid doorrijden, maar Daniel vertelde dat hij hier een week ervoor niet sneller kon rijden dan 20-30 km./uur. De weg zat toen vol met kuilen en gaten, veroorzaakt door het verkeer dat er overheen rijdt. Inmiddels had men de weg met machines weer geëgaliseerd en dit gebeurde volgens Daniel wel zo´n 2 a 3 keer per maand! Ik vroeg hem, waarom men deze weg dan niet van een verharding voorzag, want op deze manier leek me dat toch wel een kostbare zaak. Een beetje cynisch antwoordde hij, dat de overheid blijkbaar andere prioriteiten stelde, want over dit soort projecten wordt door de centrale overheid in Buenos Aires beslist. Het is ten slotte een nationale weg en daarom heeft ook de lokale overheid er weinig over te vertellen. In San Antonio de Cobres hebben we zitten genieten van een uitgebreide lunch en hier ontmoetten we ook een andere gids, die op stap was met vier Engelsen. We hebben even kort met elkaar gebabbeld en we zouden hun nog vaker tegenkomen deze dag. Zij maakten ongeveer dezelfde tour, als wij. Na de lunch ging het op weg naar de Grande Salar, één van de grootste zoutmeren van Argentinië met een oppervlakte van zo´n 6.000 km2! Daar aangekomen reden we er eerst ´n stuk omheen, alvorens het meer op te rijden richting auto van de andere groep, die ergens in die onmetelijke witte vlakte stond. We hebben hier zeker ´n uur rond gewandeld en staan babbelen m.a.w. uitleg gekregen over deze omgeving en hoe dit soort zoutmeren zichzelf in stand houdt. Het meeste gewonnen zout wordt geraffineerd, maar er worden ook blokken gehakt, die gebruikt worden als likblok voor o.a. koeien. Blijkbaar is het arbeidsloon hier laag, want men doet hier alles met pikhouweel of met hamer en beitel voor de blokvormen. Een niet alleen zwaar, maar tevens langdurig karwei. Er lagen heel veel hopen zout en in de vrijgekomen gaten stond water. Al deze gaten hadden dezelfde afmetingen en het gewonnen zout wordt dan later met vrachtwagens opgehaald. Allemaal handwerk, want ook de vrachtwagens worden met de schop geladen. Er komt geen machine aan te pas. Wellicht om vervuiling te voorkomen, maar dan nog; wat een werk! Daniel beantwoordde mijn vraag ontkennend of dit een overheidsaangelegenheid is; het is/zijn particuliere ondernemingen die hier actief zijn. We gingen weer op weg en passeerden Puesta de Lipam. Eigenlijk niet meer dan een naam in een heel groot niemandsland. Hetzelfde geldt voor Tres Morres, alhoewel hier wel enkele huizen stonden. We waren op weg naar een schitterend dorpje, Purmamarca geheten, en het mooiste deel van onze reis van deze dag hadden we nog voor de boeg. Ik zag enorme bergen voor ons en Daniel legde uit, dat we eerst omhoog zouden gaan en daarna een adembenemende afdaling tot in Purmamarca. Hij had niks te veel gezegd. Was de klim al een ervaring op zich met schitterende uitzichten, de afdaling was een rit, die mij niet lang genoeg kon duren. Fantastisch! Giga uitzichten en evenzovele kleuren! Ook de (soms grillige) vormen van de bergen! Je hebt er geen woorden voor, om het allemaal te beschrijven en Daniel was het daar mee eens. Hij stopte af en toe, om foto´s te maken en beloofde me deze op CD-Rom te zetten voor mij. Helaas is daar na vier dagen nog niks van gekomen en leef ik in de wetenschap, dat er schitterende foto´s zijn waar ik ook regelmatig op sta. Maar daar heb ik verder niks aan. Hopelijk stuurt hij ze me nog toe, of zet ze op de meel. Ik heb Alejandra er ook nog naar gevraagd, maar ze vertelde me dat Daniel intussen griep had gekregen. Ja, dat komt hier dus ook voor. In Purmamarca aangekomen, zette Daniel de auto aan de kant en gingen we het dorpje te voet verkennen. Er heerst hier een geweldige en relaxerende energie, als je hier rondwandeld. Heel apart! Ook in het kerkje, waar we naar binnen gingen. Op de achtergrond zag ik de zg Cerro de los Siete Colores, de zevenkleurige berg. Ik kon er geen genoeg van krijgen en heb deze berg vanuit alle mogelijke hoeken bekeken. SCHITTEREND! Woorden schieten me tekort, om dit soort adembenemende pracht te beschrijven. Wederom verwijs ik hierbij naar Google Earth om een indruk te krijgen, maar in het echt is de kleurenpracht vele malen mooier! We hebben in dit (kleine) dorpje zeker ´n uur rondgewandeld, inclusief een korte koffiepauze, alvorens weer verder te reizen. We hadden nog ´n paar honderd kilometer voor de boeg, voordat we terug zouden zijn in Salta en het was inmiddels al tegen half zeven en het begon al ´n beetje te schemeren. Toen we rondwandelden in Purmamarca, spraken we oa over Tai Chi en Qi Gong, vanwege de aparte en voelbare energie die hier heerst en Daniel bleek hier ook het eea over te weten. Onderweg richting Salta spraken we daar verder over en kwam ik erachter, dat hij een 2de graad heeft in Reiki, net als ik. Ik had hierover nog ´n hele hoop meer met hem willen bespreken, want het is een giga interessant onderwerp, maar met mijn beperkte kennis van het Spaans, kwam ik niet ver. Helaas. Bovendien was het inmiddels donker en kon ik dus ook geen gebruik meer maken van mijn kleine woordenboekje. Ons gesprek beperkte zich daarna tot het evalueren van de afgelopen dag en we waren het er beiden mee eens, dat het een perfecte dag was geweest. Alles had meegewerkt vandaag; het weer was schitterend met een stralende zon aan een strakblauwe hemel, de (opnieuw) geëgaliseerde weg en ook de andere groep, die we hadden ontmoet. Vooral hun gids, Fernando. Het bleek, dat Daniel´s broer met hem bevriend was en dat ze elkaar van vroeger kenden. Vandaag hadden ze voor het eerst uitgebreid met elkaar kunnen babbelen. Voorheen was het gebleven bij vriendelijkheden, wanneer ze elkaar ontmoetten. Terug in Salta, het was inmiddels al bijna negen uur, parkeerde Daniel zijn auto bij de hostel en gingen we op de hoek nog even koffie drinken. We wisselden onze iemeel-adressen uit en toen hij op ´n gegeven moment telefoon kreeg, kon hij niet lang meer blijven. Bovendien was het de volgende ochtend weer héél vroeg dag voor hem, want een nieuwe excursie wachtte, en moest hij ook nog de zéér stoffig geworden auto schoonmaken. We liepen terug naar de hostel, waar we afscheid van elkaar namen. Moe, maar zéér voldaan na zo´n fantastische (en lange) dag ging ik daarna nog even ´n klein hapje eten.
06 juni 2007 Toen ik ´s-morgens wakker werd, voelde ik we weer behoorlijk goed. Wel had ik trek in een uitgebreid ontbijt en omdat de hostel een (standaard) ontbijt serveert bestaande uit croissants, ben ik naar de bakker om de hoek van het blok van de hostel gegaan. Heb uitgebreid zitten ontbijten en daarna voelde ik me weer helemaal de oude. Ik zat nog aan een kopje thee, toen Alejandra binnenkwam en me aansprak over de eventuele mogelijkheden van excursies in de (verre) omgeving. In mijn Alzheimergeheugen had ik al enkele plaatsen genoteerd, die het bezichtigen meer dan de moeite waard zouden zijn. Alejandra liet me ook foto´s zien van die en andere plaatsen. Ik besloot maar direct een tour te boeken voor de vrijdag. Na het ontbijt ben ik de stad ingegaan voor een eerste kennismakingsronde. Al eerder meldde ik, dat er veel laagbouw was in Salta en de meeste gebouwen dateren uit eind 19de en begin 20ste eeuw en zijn ook rijkelijk gedecoreerd. Sommige gebouwen zijn ook heel kleurrijk beschilderd en dat geeft toch een bepaald cachet aan zo´n stad. Het prettige van weinig hoogbouw is, dat je bijna voortdurend in de zon loopt te wandelen. Het centrale plein van Salta, Plaza 9 Julio, is een fraai parkje met daar omheen schitterende gebouwen, zoals de kathedraal van Salta en het paleis van de Aartbisschop. ´s-Avonds zijn alle gebouwen schitterend verlicht, zodat het geheel zeer sfeervol is. Één van de mooiste kerken is de Iglesia de San Francisco, maar ook andere kerken zijn beslist de moeite van een omweg waard. Heb dus nogal wat omwegen gemaakt en aldus kris-kras door de stad lopen struinen. Een ander opvallend iets vond ik de relaxte sfeer, die er blijkbaar in Salta heerst en ´s-avonds na negenen wordt het behoorlijk rustig op straat. Via Google Earth heb ik ontdekt, dat er diverse foto´s van gebouwen in Salta te zien zijn. Wellicht een tip voor jullie?
07 juni 2007 Donderdag ben ik weer andere delen van de stad gaan verkennen en zodoende kwam ik erachter, dat de stad diverse parken en groene plaza´s herbergd. Ook is Salta omgeven door hoge bergen, die je bijna overal kunt blijven zien waar je ook bent in de stad. Weer een voordeel van hoofdzakelijk laagbouw en het stratenplan, dat merendeels bestaat uit vierkante blokken en lange, rechte straten. Dit soort opzet is standaard doorheen heel Amerika, zowel Noord als Zuid. Het grote voordeel hiervan is ook, dat je snel je weg weet in een stad. Zeker wanneer je doorhebt waar de nummeringen beginnen en die ook op de straatnaambordjes worden aangegeven. Je weet dan ongeveer hoeveel blokken je nog moet naar ´n bepaald punt.
04 juni 2007 Na het ontbijt douchen en daarna mijn rugzak inpakken. Halverwege de middag zou ik de hostel verlaten, om richting busterminal te gaan. Heb nog heel even achter de PC gezeten, om op zoek te gaan naar eventuele overnachtingsmogelijkheden in Salta en de plaatsen die ik daarna wilde gaan bezoeken. Uitgebreid afscheid nemen van iedereen en toen op stap richting busterminal. Op maandag is het toch wel een héél stuk drukker in de stad, dan op de zondagen en dus probeerde ik zoveel mogelijk de minder drukke straten te nemen. Ik ben gaan wandelen, omdat ik nog zoveel mogelijk van de schitterende architectuur en enkele parken wilde genieten. Bovendien was het aangenaam weer. Onderweg nog ergens ´n hapje gaan doen en bijna bij de busterminal in ´n supermarkt ´n fles water gekocht. De busterminal is naast enkele treinstations en daarom was het laatste stukje zigzaggend tussen de mensen en de straatverkopers door. Je wilt tenslotte niet iedereen omver lopen, he? De busterminal heeft 63 (!) perrons en het is dus een komen en gaan van mensen en bussen. En dat vanaf of naar diverse bestemmingen in of buiten Argentinië! Mijn bus zou vertekken vanaf een perron tussen nummer 12 en 24, maar was nog niet gearriveerd. Ik was royaal op tijd en stond te wachten, toen er een dame naast mij kwam staan, die nogal wat bagage bij zich had. Ze begon bijna meteen tegen mij omhoog te babbelen, maar dat ging mij in een véél te snel tempo en daarom vroeg ik haar, om iets langzamer te praten. Binnen no-time wist ik dat ze van oorsprong uit Italië kwam, twee kinderen en vier kleinkinderen had en dat ze in Bs.As. inkopen had gedaan voor de winkel van haar en haar man. Ook haalde ze enkele glossy magazines voor de dag, om mij te laten zien welke spullen zij verkochten; in hoofdzaak alles mbt bruisjurken en wat daar bijhoort. Zo kan ik nog wel even doorgaan met hetgeen ze mij allemaal vertelde, maar écht interessant vond ik het allemaal niet. Het voordeel van dit soort ´gesprekken´ is, dat je weer enkele Spaanse woorden leert en daarom bleef ik even met haar aan de babbel. Mijn bus kwam aanrijden en ik kon dus vriendelijk goeiendag zeggen en inchecken. De bus, een dubbeldekker, zou om 19.00 uur vertrekken, maar dat werd iets later omdat er veel mensen meegingen. Bijna alle plaatsen waren bezet. Ik zat beneden, waar ook het toilet was en achteraf kwam dat héél goed uit. Maar hierover later meer. We vertrokken en eenmaal de stad uit en op de snelweg ging het met een gestaag gangetje richting Rosario, de eerste stop en ruim 4 uur rijden vanaf Bs.As. Onderweg kregen we drinke en een warme maaltijd uitgereikt en dat smaakte me redelijk. Niet dat ik veel honger had, maar een hapje ging er toch wel in. Tenslotte zou de hele reis naar Salta zo´n 21 uur gaan duren. In Rosario stapten veel mensen uit en kwamen er weer anderen voor in de plaats. Al bij al duurde de stop ongeveer 20 minuten en gingen we weer op weg, maar eenmaal buiten de stad kwamen we al snel in een file terecht. De weg bleek geblokkeerd vanwege een ongeval. Onze en andere bussen keerden bij de eerste de beste mogelijkheid en we namen een andere route; ipv langs de zuidkant van Rosario via de noordkant. De volgende stop was Santiago del Estero, zo´n 9.1/2 uur rijden. En dat non-stop! Ik vroeg mij af, of er niet van chauffeur gewisseld hoefde te worden. Ook eerdere en lange busreizen die ik gemaakt heb, werd er niet gestopt en dat soms 10 of 11 uur lang! Maar blijkbaar kan dat hier in Zuid-Amerika. Toen we Rosario al even achter ons gelaten hadden, begon het een beetje te rommelen in mijn maag. In eerste instantie dacht ik dat het mee zou vallen, maar op ´n gegeven moment voelde ik toch een aandrang, om mijn eerdere maaltijd na te gaan meten. Gelukkig had ik een plastic tasje bij me, waarin ik de eerste twee keer naar hartelust kon overgeven. De dame naast mij ging op een ander vrije plaats zitten en dat kwam mij goed uit; ik zat nl aan de raamkant en zou haar telkens hebben moeten lastigvallen, om naar het toilet te gaan. Al bij al denk ik zeker zo´n twaalf keer naar het toilet te zijn geweest, alvorens ik mezelf iets beter begon te voelen. Van het uitgereikte ontbijt heb ik slechts de droge crackers gegeten, maar ook die bekwamen me allerminst en moesten er blijkbaar ook uit. Tegen de middag kwamen we aan bij de busterminal van San Miguel de Tucumán en hier hadden we een stop van ongeveer ´n half uur. Ik voelde me nog steeds niet helemaal geweldig, maar nam op het perron een warme thee. In de bus was alleen (zoete) koffie te krijgen en dat durfde ik nog niet aan. De thee beviel me prima en langzaam, maar zeker begon ik op te knappen. Gelukkig! Ik had de halve nacht en hele ochtend tussen stoel en toilet doorgebracht en wilde eindelijk rust. Één van de medereizigers had me pillen aangeboden tegen wagenziekte, maar die heb ik maar niet genomen. Ik vertelde hem, dat de maaltijd van de avond ervoor de oorzaak was van mijn ongesteldheid en dat het zeker niet lag aan het reizen in een bus. Tenslotte had ik er al enige duizenden kilometers in Zuid-Amerika opzitten en soms was het meer hobbelen geweest dan rustig rijden. Na nog een laatste stop, kwamen we om 16.30 uur aan bij de busterminal in Salta, mijn (voorlopige) eindbestemming. Alhoewel het verder een prima reis was geweest, was ik blij dat we er waren. Kon ik eindelijk op m´n gemak in de busterminal van een kopje thee gaan genieten. Ik had bij de toeristinformatiebalie een plattegrond van de stad gekregen en heb die zitten bekijken, om uit te zoeken waar ik naar toe moest. Enkele namen van hostels, die ik van mensen had gekregen of van het net had geplukt, had ik opgeschreven en markeerde er ´n paar op de plattegrond. Ik begon te lopen en kwam als eerste door een park. Hier waren nogal wat straatverkopers en hun stalletjes aanwezig en het viel me meteen op, dat de mensen hier over het algemeen donkerder getint zijn, dan in Bs.As. of andere plaatsen, die ik eerder in Argentinië had bezocht. Later werd dat bevestigd door de gids van een tour, die ik gemaakt heb ten noorden van Salta. Een ander opvallend iets was, dat er hier veel meer laagbouw was, dan in eerdere door mij bezochte plaatsen. De aanwezige hoogbouw dateerde van recentere datum. Lopend door de straten van Salta en mezelf realiserend dat deze stad toch meer dan 1 miljoen mensen herbergt, vond ik het toch rustig. Enkele (brede) straten zijn blijkbaar doorgaande routes en deze zijn wel druk, maar in vergelijking met Bs.As., toch veel minder hectisch. De eerste hostel (Hostel Quara), waar ik naar toe ging, heb ik ingechecked. Het zag er allemaal redelijk goed uit en de ontvangst was vriendelijk. Bovendien was het aan de rand van het centrum. Na de nodige formaliteiten, ben ik naar m´n kamer gegaan, heb mezelf wat opgefrist en ben in bed gedoken; ik had de hele nacht geen oog dichtgedaan en even slapen was meer dan welkom. Dat ´even slapen´ bleek toch iets langer, want ik werd pas rond elven wakker. Mijn blaas moest nodig worden geleegd en daarna ben ik naar de keuken gegaan, waar ik onder het genot van (weer) ´n kopje thee met enkele mensen heb zitten babbelen.
02 juni 2007 Het is zaterdagmorgen en ik heb tijdens het ontbijt in de keuken gezellig zitten babbelen met drie Engelse dames, die een wereldreis aan het maken zijn. Via Rusland, Zuid-Oost Azië, Australië en Nieuw-Zeeland zijn ze nu in Bs.As. Het nadeel (althans dat vind ik) van dit soort reizen is, dat je een min of meer vast reisschema hebt. De dames waren daar inmiddels ook achter gekomen. De vluchtdata staan van te voren vast en soms wil je sneller weg dan gepland en soms wil je ergens langer blijven. Helaas is geen van beiden dan mogelijk, tenzij je een (vaak) aanzienlijk bedrag bijbetaalt. Bovendien heb je niet echt de gelegenheid, om één of meerdere plaatsen uitgebreid te verkennen, terwijl je dat (eenmaal ter plaatse) wel graag zou willen. Na het ontbijt ben ik de stad ingegaan, om enkele inkopen te doen. Gelukkig was het weer aangenamer dan in Montevideo; de zon stond aan een blauwe hemel, maar vanwege de hoogbouw liep ik toch merendeels in de schaduw. Ik had eerder al een iemeeltje gestuurd naar Pablo, die mij in Montevideo van de straat geplukt had, dat ik naar Bs.As. zou komen, maar helaas had ik van hem nog geen berichtje terug ontvangen. In een van de vele telefooncellen heb ik geprobeerd hem te bellen, echter zonder resultaat. Terug in de hostel heb ik alsnog een iemeeltje gestuurd. Ik wilde Pablo graag weer ontmoeten en mijn berichten had ik in het Spaans geschreven. Althans... voor zover mijn Spaans leesbaar zou zijn... Hoe dan ook, voor mij was dit weekend meer een rustperiode, dan een actieve verkenning van de stad. Tenslotte had ik daarvoor al genoeg tijd gehad. Niet dat je in ´n paar weken tijd een stad als Bs.As. kunt leren kennen, want er blijven nog genoeg plaatsen over om te ontdekken, maar toch..! ´s-Avonds ben ik uitgebreid gaan schransen in een Tenedor/Parrilla Libre, ofwel een buffetrestaurant waar je voor een vast bedrag zoveel kunt eten als je wilt. Meestal gerund door eigenaren van Chinese afkomst en ook met Chinese gerechten en dus een kolfje naar mijn hand. Helaas serveert men geen koffie na, maar daarvoor ben ik naar een café/restaurant gegaan tegenover de hostel. Terug in de hostel bleek het vrij rustig te zijn, daar de meesten uitgechecked hadden en dus weg waren en de anderen het ´dorp´ in om te gaan stappen. Marcos, de hostel-eigenaar, zijn broer Mario, enkele vrienden en een Mexicaanse studente waren de enige aanwezigen. Zitten babbelen onder het genot van gezellige muziek, vooral cumbia. Dit is een mix van Columbiaanse, Cubaanse en traditionele muziek met Mexicaanse invloeden en vooral vrolijk, ook al is het nogal smartlapachtig.
Zondag, 03 juni 2007 Rond het middaguur de stad in en met de metro naar de busterminal, om te informeren naar mogelijkheden en prijzen voor een busreis naar Salta in het noorden van Argentinië. Tot mijn verbazing zat er niemand achter de loketten en stonden de poortjes naar de perrons open, zodat ik een gratis metroreis had. Dit was trouwens niet de eerste keer, dat ik dit meemaakte. Het gebeurde de laatste tijd wel vaker dat het personeel uit onvrede de passagiers gratis liet reizen en tijdens mijn verblijf in Montevideo was er zelfs een staking uitgebroken onder het metropersoneel. Hierdoor was er een giga chaos ontstaan in de stad; met over-overvolle bussen en verstopte wegen als gevolg. Gelukkig was ik toen elders... Aangekomen in Retiro, Terminal de Omnibus, ben ik diverse loketten van busmaatschappijen langsgegaan en heb bij een van hen een ticket gekocht naar Salta. Onvoorstelbaar, hoeveel busmaatschappijen er van hieruit opereren! Trouwens, lang niet elke maatschappij heeft een lijndienst naar Salta. Dat zijn er maar enkelen. Sommigen onderhouden diensten in centraal Argentinië, anderen alleen in/naar het zuiden en weer anderen in/naar het noorden. Weer anderen bedienen alleen de kustgebieden langs de Atlantische Oceaan, etc. etc. De busreis naar Salta zou 21 uur (!) gaan duren en, afhankelijk van het geboden comfort, liepen de prijzen nogal uiteen. Van $ 150,00 tot $ 280,00 (Lees Argentijnse Pesos) Met een reservering en een ticket op zak verliet ik de terminal en besloot terug te gaan wandelen richting centrum; het was tenslotte mooi weer en op zondag is het aanzienlijk rustiger in de stad en daardoor ´n stuk aangenamer. Bovendien heb je dan de gelegenheid, om te genieten van de geweldige architectuur die Bs.As. te beiden heeft.
31 mei 2007 De afgelopen week was het behoorlijk frisjes en woensdag tegen de avond regende het. Niet echt hard, maar toch... Ik had enkele mensen gesproken, die terugkwamen vanuit het noorden van Uruguay en die vertelden, dat het weer daar niet echt veel beter was dan in Montevideo. De luchtvochtigheid was er ook hoger en daarom voelde het nog kouder en killer aan. Mijn plan was eigenlijk, om ook die richting op te gaan en vandaar Brazilië in te trekken. Maar, in combinatie met andere verhalen, heb ik besloten mijn plannen drastisch te wijzigen en terug te gaan naar Buenos Aires en van daaruit snel in noordelijke richting te reizen. Ik verlangde naar wat meer natuurlijke warmte; tenslotte ben ik in Zuid-Amerika nietwaar... Terug naar Uruguay of andere plaatsen in het midden of zuiden van Argentinia kan altijd nog. Ben donderdagmiddag naar de busterminal gegaan, om tickets te kopen voor de bus naar Colonia en de ferry naar Bs.As.
01 juni 2007 ´s-Morgens een uitgebreid ontbijt in de hostel, douchen en mijn rugzak weer inpakken. Had gisteravond mijn was opgehaald bij de wasserette en dus was alles weer schoon. Nog snel even wat inkopen doen voor ´n eenvoudige lunch en daarna afscheid nemen van iedereen in de hostel. Buitengekomen kwam ik Silvana, de schoonmaakster van de hostel, tegen en na de gebruikelijke omhelzing en hartelijk afscheid heb ik een taxi aangehouden, die mij naar de busterminal bracht. Door al het gebabbel en uitgebreid afscheid nemen, was het later geworden dan ik had gepland, want eigenlijk had ik willen gaan lopen maar daarvoor was helaas geen tijd meer. De bus vertrok om 14.30 uur en na een vlotte en aangename rit van zo´n 2.1/2 uur kwam ik in Colonia aan. In de Terminal del Omnibus heb ik even wat zitten eten en daarna ben ik naar de terminal van de ferry gegaan. Eerst natuurlijk de douaneformaliteiten. Uitchecken in Uruguay bleek iets moeilijker, omdat ik een (douane)papiertje had moeten hebben, dat ik echter nooit gekregen had, toen ik vanuit Buenos Aires naar Uruguay ging. Maar uiteindelijk ging alles toch nog heel snel. Een uitstempel van Uruguay heb ik niet gekregen en bij een eventuele inreis hoop ik geen moeilijkheden te ondervinden. Maar dat is van latere zorg. De omroeper gaf aan, dat iedereen zo snel mogelijk moest instappen, want de boot zou elk moment vertrekken. Ik liep snel de loopplank op en stapte een giga grote ferry binnen; de crucero ´Eladia Isabel´, waar ook auto´s op/in meekonden. Dit keer geen snelle catamaran, maar een boot met meerdere dekken en groot en ook weer behoorlijk luxe. Er was plaats genoeg, dus je kon kiezen waar je wilde gaan zitten. Ook was het wel prettig, om rond te wandelen en naar het buitendek te gaan. Het was volle maan en deze scheen in het water, zodat de waterverplaatsing duidelijk waarneembaar was. De hele reis duurde iets meer dan drie (!) uur en dat om een rivier over te steken! Onderweg heb ik mijn laatste Uruguaya Pesos opgemaakt aan koffie en ´n chocoreep, want meer had ik niet meer over. Heb nog even rondgeneusd in de grote taxfreeshop aan boord, maar de prijzen vielen me tegen; ik vond het aan de dure kant. Tegen 22.00 uur kwamen we aan in de haven van Bs.As. en toen ik van boord ging, kon ik zo doorlopen naar de uitgang van terminal. Daar stond ik dus: wederom in Buenos Aires. Ik wilde weer naar hetzelfde hostel, als waar ik eerder had vertoefd en begon richting centrum te lopen, mezelf realiserend dat de metro gesloten zou zijn tegen de tijd dat ik het eerste station zou tegenkomen. Onderweg en enkele blokken bij de hostel vandaan heb ik nog wat zitten eten. Tegen half één kwam ik bij de hostel aan en Hernando, de nachtportier, was blij verrast mij weer te zien en begroette mij hartelijk. De huiskamer zat redelijk vol en er waren slechts twee mensen die ik van eerder kende. Ik zette mijn rugzak aan de kant, vulde het formulier weer in, kreeg mijn beddegoed en bracht alles eerst naar ´mijn´ kamer, alvorens naar de huiskamer terug te gaan, waar ik met diverse mensen heb zitten babbelen. Op ´n gegeven moment kwamen Jorge (uit Colombia) en Alejandro (uit Argentinië) binnen. Met hen had ik eerder dezelfde kamer gedeeld en het was een hartelijk weerzien. Vooral Jorge was verbaasd mij weer te zien en vroeg meteen, hoe mijn tijd in Uruguay was geweest. Ik vertelde hem van mijn ervaringen en hij wilde weten wat voor soort drug het was geweest, die de dame in mijn koffie had gedaan. Maar dat kon ik hem uiteraard niet vertellen. Wat later gingen enkele mensen de stad in om te gaan stappen. Ja, het nachtleven in Bs.As. begint vroeg... en ik ben, als verstandige jongeman, m´n bed maar op gaan zoeken. Leek me wel zo verstandig.
26 mei 2007 Nu mijn hechtingen waren verwijderd en alhoewel nog steeds ´n beetje pijnlijk, voelde mijn hand veel beter. Bovendien hoefde ik niet meer bang te zijn, om met de draadjes ergens achter te blijven haken. Rond de middag wandelde ik via wéér een andere route naar de Ciudad Vieja, het oude stadsdeel van Montevideo. Onderweg kwam ik voorbij diverse standjes met handgemaakte en andere spullen van straatverkopers. Bij de Mercado aangekomen, bleek dit niet een echte markt te zijn, maar een giga verzameling van allemaal eetgelegenheden. De ene minder groot dan de andere, maar allemaal voorzien van een geweldige parrillada, ofwel een BBQ. Hierop lagen niet alleen worstjes, maar ook complete kippen en ´halve´ koeien... Op alle plaatsen kon je aan de bar zitten en eten en had je dus ook een mooi zicht op het bereiden van het vlees. Enkele eetgelegenheden hadden ook een apart en afgeschermd restaurant. Overal waar je keek zaten mensen te eten en alle plaatsen waren bezet met als gevolg, dat de gangpaden ook volstonden met mensen die hier ´n hapje wilden komen doen. Zo rondslenterend kreeg ik toch ook wel trek in een hapje en toen er een kruk vrijkwam, nam ik die snel in en ging zitten. Het duurde even, voordat mijn bestelling werd opgenomen en daarna was het wachten op de enorme lomosteak (rundvlees) waar ik het eerste half uur genoeg aan te werken had. Het smaakte voortreffelijk en met nog ´n koffie na, vertrok ik voldaan om buiten te genieten van diverse percussiemuzikanten. Toen ik de mercado van een iets grotere afstand bekeek, staken er uit het dak vele buizen waar giga veel rook uitkwam afkomstig van de vele parrillada´s. ´s-Avonds heb ik in de hostel slechts ´n klein hapje gegeten, want ik had die middag behoorlijk zitten bunkeren.
27 mei 2007 Vandaag stond er een behoorlijke wind en het was daardoor nogal fris. Ik voelde er niet veel voor, om ver de straat op te gaan en bleef dus in de hostel ´hangen´ en babbelen. ´s-Avonds ben ik met 2 Ieren, 2 Denen, ´n Ierse en een Zweeds stel gaan poolbiljarten in het poolcentrum naast ons hostel. Voor mij de eerste keer, dat ik dit deed en dus schoot ik de zwarte bal maar gelijk in de pocket. Men maakte mij duidelijk dat dit toch niet de bedoeling was, maar men was vergevingsgezind en ik mocht een ander bal uitkiezen, die de zwarte zou vervangen. Het was heel gezellig en we hebben tussen het poolen door veel gelachen om de diverse verhalen, die verteld werden over oa reizen in den vreemde en wat je dan allemaal niet mee kunt maken. Omdat ik de volgende ochtend naar de kliniek zou gaan, om een tetanusinjectie te halen, ben ik tegen vieren teruggegaan naar de hostel om m´n bed op te zoeken. Toen ik ´s-morgens (inmiddels maandag 28 mei) wakker werd, bleken de heren nog steeds aan het feesten te zijn en zaten op het dakterras van een volgend biertje te genieten. Ik ging er naartoe en was blij, dat ik er niet meer bij hoorde! Wonderbaarlijk genoeg luisterden ze naar mij, toen ik ze maande wat rustiger te zijn, omdat ze door het hele gebouw te horen waren. Paula (van de receptie) vroeg aan mij toen ik de deur uitging, om snel terug te komen, want blijkbaar had men respect voor mij en luisterden ze naar mij. Bij de kliniek aangekomen, werd mij verteld om die middag terug te komen en dus ging ik onverrichter zake weer terug naar de hostel. Daar aangekomen zaten de heren nog steeds aan het bier! Ongelofeloos! Op ´n bepaald moment besloot men om wat te eten te gaan halen bij de McDonalds (!) en toen ze daar van terugkwamen, ben ik wederom richting kliniek gewandeld. Bij terugkomst waren de Denen naar bed, terwijl de Ieren op de bank in slaap waren gevallen. Zo-wie-zo was het toen rustig. Toen ik bij de kliniek aankwam, zaten er slechts enkele mensen te wachten. Het duurde maar even en een vriendelijke meneer kwam mij halen, om hem daarna te volgen naar een klein kamertje. Hij vroeg naar mijn inentingscarnet, maar dat had ik dus niet. Verbaasd keek hij mij aan en begon mij te vragen, welke inentingen ik de laatste jaren had gehad. Nou dat was dus nada; geen enkele. Hierop schreef hij een nieuw carnet voor mij en daarna kreeg ik de injectie, een hartelijke handdruk en kon ik weer vertrekken. Het was dus een fluitje van ´n cent. Via een warenmarkt, ´n boeken- en CD-markt en wederom een warenmarkt ben ik op m´n gemak richting hostel gewandeld, waar ik tegen de avond aankwam.
25 mei 2007 Heb even ´n paar dagen overgeslagen. De meeste tijd heb ik besteed om door de stad te wandelen en te slenteren. Montevideo is een schitterend mooie stad met dito gebouwen uit vooral de tweede helft van de 19e eeuw en eerste helft 20e eeuw. In vergelijking met andere hoofdsteden in Zuid-Amerika is Montevideo vooral een relaxte stad; het verkeer is er véél rustiger dan in bv Santiago de Chile of Buenos Aires. Ook prettig is, dat men stopt wanneer je de straat wilt oversteken. Behalve de schitterende architectuur van oude gebouwen, is er ook veel nieuwbouw en dat lijkt vaak hetzelfde als in welke andere willekeurige stad; hoog, recht en lang niet altijd smaakvol. Soms zelfs een aanfluiting voor de omgeving. In de betere wijken staan veel luxe appartementgebouwen, waarvan sommige best wel mooi zijn. Net zoals Santiago de Chile of Buenos Aires, heeft Montevideo veel brede wegen die de stad doorkruisen. Vrijdagochtend ben ik naar een (Yoga)centrum gegaan voor Un Curso de Milagros (Een Cursus in Wonderen). De meeste aanwezigen waren dames en, behalve mijzelf waren er nog twee mannen. Ik werd hartelijk ontvangen en na afloop drukte men mij op het hart zeker terug te komen. Dat heb ik maar niet beloofd, want mijn Spaans schiet behoorlijk te kort, om alles goed te kunnen volgen. Hoe dan ook, ik heb een uitstekende ochtend gehad en het gaf me een voldaan gevoel. ´s-Middags heb ik eerst in de hostel uitgebreid geluncht, alvorens richting oude stad te wandelen. Hier bevindt zich ook het ziekenhuis, waar ik die avond mijn hechtingen zou laten verwijderen. Mijn hand was dan wel ´n stuk beter, maar de wond was toch nog redelijk opgezwollen. Ook had ik die ochtend mijn laatste antibioticatablet ingenomen en ik wilde een nieuw recept voor nog ´ns ´n doosje met 8 pillen. Ben ´n beetje zigzaggend door de stad gewandeld en kwam tegen de avond in het oude stadsdeel aan, waar ik nog wat heb gegeten alvorens naar het ziekenhuis te gaan. In de wachtkamer was het minder druk dan de vorige keer, maar toch nog behoorlijk wat mensen. Ik meldde me bij het loket en na ´n kwartiertje wachten werd ik al geroepen. De (vrouwelijke) arts verwijderde mijn hechtingen en heeft me daarna onderzocht; ogen, longen, hart, etc. Alles was prima in orde. Ook vroeg ze, of ik een tetanusinjectie had gehad in de laatste jaren. Toen ik daar negatief op antwoordde, zei ze dat dat verplicht was in Uruguay en ze verbaasde zich erover dat ik dat niet wist. Ze gaf me twee recepten mee: één voor de antibioticatabletten en één voor de tetanusinjectie, die ik in een privékliniek moest gaan halen. Hierna kon ik weer vertrekken. We namen vrolijk afscheid van elkaar en ik vond het jammer, dat ik deze arts waarschijnlijk niet meer zou zien. Behalve heel aardig en behulpzaam, was ze het aanzien meer dan waard... Hoewel mijn hand nog wel iets pijnlijk was, was ik toch heel blij dat de hechtingen verwijderd waren; ze begonnen me te irriteren en nu gaf me dat een bevrijdend gevoel. De wond is, op het buitenste vel na, weer helemaal genezen. Och, en een nieuw velletje zal zich wel weer snel vormen...
22 mei 2007 Was ´s-morgens wel op tijd wakker, maar ipv naar het (Yoga)centrum te gaan, besloot ik om eerst naar het ziekenhuis te gaan. Mijn hand was nog redelijk opgezwollen en pijnlijk en ook kreeg ik het (gaas)verband er niet helemaal af. In het ziekenhuis aangekomen, kreeg ik te horen om diezelfde middag terug te komen. In de tussentijd heb ik door het oude en schitterende deel van Montevideo gewandeld. Prachtige architectuur, ook van de gebouwen die slecht onderhouden zijn of zelfs soms in vervallen staat verkeren. In één van de vele restaurantjes even wat gegeten en toen weer terug naar het ziekenhuis. De wachtkamer zal behoorlijk vol, maar volgens de dame aan het loket, zou ik snel geholpen worden. En dat was ook zo. Blijkbaar krijg je als buitenlander voorrang op de lokale bevolking. In de behandelkamer kwamen nogal wat artsen en assistent-artsen en ik kreeg uitgebreid de gelegenheid, om mijn verhaal van de vrijdag ervoor te vertellen. Één van de mannen maakte nog een grapje in de trant van makkelijk vrouwen versieren, maar ik maakte hem duidelijk dat dat zeker niet mijn bedoeling was geweest. Ook maakte ik kennis met de arts-assistent die mij had geholpen. Ik had steeds het idee, dat het een blonde dame was geweest, maar ze bleek zwart haar te hebben. Ik herinnerde me er niets meer van. Het laatste stukje verband werd verwijderd en de wond schoongemakt. Ook kreeg ik een recept mee voor anti-bioticatabletten, om zodoende een ontsteking te voorkomen. Vrijdagavond moest ik terugkomen, om de hechtingen te laten verwijderen. Hierna verliet ik de behandelkamer en het ziekenhuis en wandelde richting mijn hostel. Onderweg kocht ik in een farmacia de anti-bioticatabletten en later in ´n supermarkt nog wat eetbaars voor die avond.
20 mei 2007 ´s-Morgens maakte Pablo mij wakker en vroeg of ik nog zin had, om mee te gaan. Snel even douchen en toen op pad. We namen een taxi en waren snel in Punta Carretas (= wijk van Montevideo) en bij het restaurant waar we zouden gaan lunchen. Even buiten het restaurant ontmoetten we Alicia, Roberto en Alejandra, die ook naar de bijeenkomst zouden gaan. Zij hadden elders een tafeltje gereserveerd, om te gaan eten. Toen Pablo en ik binnenkwamen, was het behoorlijk druk en moesten we even wachten op een tafeltje, dat echter na enkele minuten al vrij kwam. Pablo vroeg, of ze onze bestelling snel konden serveren, zodat we op tijd naar de bijeenkomst konden gaan. We zaten gezellig te babbelen en onze lunch lieten we ons goed smaken. Vanaf het restaurant was het iets meer dan vijf minuten lopen naar het centrum (Centro Noun), waar Lois en John (USA) drie middagen een bijeenkomst hielden. Lois en John zijn teachers in Un Curso de Milagros. Of in goed Nederlands: Een Cursus in Wonderen. Binnengekomen bleek de meeting al net begonnen te zijn en er waren behoorlijk wat mensen aanwezig, meer dan ik eigenlijk had verwacht. Uiteraard ging het meeste in het Spaans, maar toch kon ik in grote lijnen alles volgen. Na de lezing werd er muziek gedraaid en ook gedanst. Ook maakte ik kennis met ´n andere Alicia, Victoria, Constancia en haar dochter Juliana. De laatste twee kwamen uit Bogota, Colombia en logeerden in dezelfde hostel, als Pablo en ik. Toen we buitenkwamen was het al bijna donker en voor mij was de middag sneller voorbij gegaan, dan ik had gedacht. We besloten de bus terug te nemen naar het centrum en daarna in de hostel eten te koken en te eten. Pablo en Alicia (1) deden inkopen in de supermarkt nabij de hostel en Alicia (1) ging daarna koken, terwijl Victoria en Alicia (2) een heerlijke salade maakten. Het was gezellig, om met ´n heel gezelschap aan ´n grote tafel te zitten eten. Na het eten gingen de peukers naar het dakterras, waar ik op verzoek van Pablo nog ´n mini-concertje gaf op mijn mondharp. Pablo vond het weer te gek en Alcia (1) begon zelfs te dansen. Enkele mensen hadden wel zin in ´n bakkie koffie, dus gingen we koffie drinken in de buurt van de hostel. Alicia (1 + 2), Victoria en Pablo zouden deze avond nog vertrekken naar Buenos Aires, omdat ze de volgende dag weer moesten werken. Het afscheid van vooral Pablo was nogal emotioneel; hij noemde mij zelfs ´mi padre´. Gezien zijn leeftijd (35) zou dat ook heel goed mogelijk kunnen zijn. We hadden dan ook, zij het slechts kort, een héél intensief en gewéldig contact gehad tijdens dit weekend. Bovendien was hij ook diegene, die mij van de straat had geplukt en in de taxi had gezet op weg naar het ziekenhuis. Uiteraard hebben we iemeel-adressen uitgewisseld en ik moest zeker nog eens naar Bs.As. komen. Ik was méér dan welkom. 21 mei 2007 De volgende ochtend, maandag, vertrokken Roberto, Alejandra, Constancia en Juliana en ook met hen was het afscheid heel warm met omhelzingen en verzoeken om contact te houden via iemeel of telefoon. Roberto gaf me ook nog zijn mobiele nummer, dat ik zeker moest bellen wanneer ik in Bs.As. zou zijn. Ik had Alicia (1) bij het afscheid moeten beloven zeker naar de bijeenkomst te gaan van John en Lois in hetzelfde centrum, als waar we zondag waren geweest. Dus na de lunch ben ik naar centrum Noun gewandeld; een wandeling van iets meer dan ´n uur. Het was minder druk dan zondag, maar toch waren er behoorlijk wat mensen aanwezig. John zou deze bijeenkomst in het Engels geven en Lois de vertalingen naar het Spaans. Het laatste uur nam Lois het weer over en was weer geheel in het Spaans. Na de sessie werd er weer gedanst en heb ik nog met enkele mensen staan babbelen. Ook kreeg ik een uitnodiging, om de volgende dag (of de vrijdag) naar een bijeenkomst te komen in een ander centrum, elders in de stad.
21 mei 2007 Het is nu maandagavond en ben net terug in de hostel, waar ik achter één van de PC´s heb plaatsgenomen. Het is rustig; ´n paar mensen zitten naar een film te kijken en dus heb ik alle tijd even wat te schrijven. Gisteravond en vanmorgen zijn er diverse mensen vertrokken, waarmee ik gisteren de hele dag heb opgetrokken. De meesten wonen in Buenos Aires en één echtpaar met dochter kwam uit Colombia. Over zaterdag en zondag vertel ik dadelijk meer, want eerst wil ik nog wat over Colonia, mijn busreis en de eerste ervaringen in Montevideo vertellen. 18 mei 2007 In de hostel zag ik de vorige avond Amanda uit Ierland. We hadden elkaar in Buenos Aires voor het eerst ontmoet en tot ons beider verrassing zaten we dus in hetzelfde hostel. Zij kwam net terug uit Montevideo, waar ze een prima tijd had gehad en ging vandaag met de bus naar Rosario, Argentinië. En ik dus de andere kant op; naar Montevideo. We hebben samen zitten ontbijten en Amanda moest rond 10 uur weg, om de bus te halen. Ik had nog tijd genoeg, want mijn bus ging pas om 14.00 uur. Die tijd gebruikte ik om nog eens op m´n gemak door het historisch stadsdeel te wandelen van Colonia en her en der te genieten van het uitzicht over de Rio de la Plata. Het is net of je aan zee staat, want je ziet geen overkant vanwege de breedte, maar je ziet wel grote vrachtschepen in de verte en dichterbij vissersboten. Colonia is erg rustig en in de brede straten is weinig verkeer en ook dat rijdt met een rustig gangetje. Men stopt zelfs, als je wilt oversteken; ´n héél groot verschil met Argentinië, waar je zelfs op de zebrapaden geen voorrang krijgt en dus heel goed alle kanten op moet kijken, of er geen bussen of auto´s aankomen razen. Ook zie je hier heel veel mensen lopen met thermoskan en ´n mate. Mate is een soort beker waarin een kruidenmengsel gedaan wordt en heet water wordt toegevoegd. Via een ´bombilla´ (is ´n speciaal zuigpijpje) wordt dan de ´mate´ gedronken. Je hebt heel veel verschillende soorten kruidenmixen en ik heb er reeds diverse van geproefd; de ene smakelijker dan de andere. Wandelend door Colonia kom je ook veel sinaasappelboompjes tegen en omdat ik niet weet, of de sinaasappels geplukt mogen worden, heb ik ze maar laten hangen. De verleiding was overigens wel erg groot, want ik wilde wel eens proeven hoe een netgeplukte sinaasappel smaakt. Ook zie je hier veel oude auto´s (net als in Argentinië trouwens) van zo´n 40 tot 60 jaar oud. Sommigen zien er uit, alsof ze net uit de showroom komen en anderen zien er volgens hun leeftijd uit en dan vraag je je af, hoe zo´n vihikel überhaupt nog rijdt. Op ´n gegeven moment ben ik naar de hostel gegaan, om mijn rugzak op te halen en vandaar naar de busterminal. Toen ik daar aankwam, had ik nog ´n klein half uur voordat de bus zou vertrekken. Ik ging naar het restaurant om koffie te gaan drinken en ging op ´n strategische plaats zitten, zodat ik zicht had op de gate vanwaar we zouden vertrekken. Langzaamaan werd het iets drukker en even later kwamen er enkele bussen aanrijden. Het inchecken ging erg snel en daarna ging het op weg naar Montevideo. Het landschap in het zuiden van Uruguay is nogal golvend en in hoofdzaak rijdt je door agrarisch gebied met her en der boerderijen en vooral zwartbond vee. De boerderijen zijn eigenlijk meer ´gewone´ huizen. Blijkbaar is het gebruik van stallen hier niet nodig. We passeerden enkele kleine dorpjes en ook zag ik ´n melkfabriek en enkele graansilo´s. De hele rit duurde ongeveer 2.1/2 uur en voordat we Montevideo binnenreden over een grote brug, zag ik eerst een deel van het havengebied en in de verte enkele hoge gebouwen. Één van die gebouwen leek wel een kopie van een gebouw, dat ik in Buenos Aires had gezien. In de stad aangekomen stopte de bus op enkele plaatsen, om mensen uit te laten stappen en snel daarna arriveerden we bij de grote busterminal. Ik nam mijn rugzak en ging naar de tourist-infobalie, waar ik een kaart van Montevideo kreeg. Even bestuderen waar ik naar toe moest en toen gaan lopen. Tijdens de busrit door de stad had ik het idee, dat Montevideo een stuk rustiger is dan Buenos Aires en dat bleek te kloppen, ondanks dat het bijna spitsuur was. Lopend over de grote avenida was het wel druk, maar lang niet zo hectisch als in Bs.As. Hoe dan ook, Montevideo voelde goed; prima zelfs. Op ´n bepaald moment ging ik even op ´n bankje zitten; even die bult van m´n rug en de kaart nog eens bekijken. Een dame ging even later op dezelfde bank zitten en toen we aan de babbel raakten, schoof ze iets op in mijn richting. Ze zag er wel aardig uit en zei dat ze Milja heette. Na even gebabbeld te hebben, stelde ze voor ergens 'n bakkie koffie te gaan drinken. In eerste instantie hield ik de boot even af, want ik wilde eerst naar de hostel om in te checken, zodat ik geen rugzak mee hoefde te sjouwen. Maar Milja zei, dat er dichtbij en op weg naar de hostel een restaurantje was. Dus wij daar naar toe. Het was inderdaad heel dichtbij. Er was geen bediening en je diende je bestelling bij de counter af te halen. Milja zei dat ik alvast een plaatsje moest gaan bezetten, zodat ik m´n rugzak af kon doen, dan zij zou even wachten op onze koffie. Ze kwam bij me aan ´n tafeltje zitten en we babbelden nog even verder. Ik vond wel dat de koffie een bijsmaakje had, maar omdat het automatenkoffie was, dronk ik hem toch op. Ik weet nog dat ik m´n lege kopje neerzette, maar daarna herinner ik me niets meer. Ook niet hoe ik buiten ben gekomen, of wat er daarna gebeurd is. Wat ik wel weet is, dat ik wakker werd op een bankje in de wachtkamer van een ziekenhuis met een stukje verband op de zijkant van m´n hand en met m´n hoofd op de slaapzak, die ik op mijn rugzak had gebonden. Héél vaag kon ik me herinneren, dat iemand tegen me zei dat ze drie hechtingen ging zetten en dat dat wellicht pijnlijk zou kunnen zijn. Ook daar heb ik weinig van meegekregen. Nu had ik een enigszins pijnlijke en iets opgezwollen hand. Ik ging overeind zitten en probeerde me voor de geest te halen, wat er was gebeurd. Maar het bleef ´leeg´ in m´n hoofd; ik had niet het geringste vermoeden van hoe ik daar in dat ziekenhuis terecht was gekomen. Ik keek m´n spullen na en miste mijn portemonnee en mijn bril. De rest bleek allemaal aanwezig en eigenlijk was dat ook het belangrijkste; m´n tasje met m´n papieren, schriftelijkopschrijfnotitieboek en m´n Alzheimergeheugen en ook mijn houdertje met waterfles. Ik stond op, pakte m´n rugzak en ging naar buiten en begon te lopen, maar voelde me nog verre van ideaal; meer half versuft en wilde zo snel mogelijk naar de hostel, om wellicht nog wat te gaan slapen. Ik liep door het schitterende oude stadsdeel van Montevideo, maar later (toen ik daar terugkwam) kon ik me er weinig meer van herinneren. Bij de hostel (www.redhostel.com) aangekomen, reserveerde ik een bed en kreeg een korte rondleiding, zette m´n rugzak op de slaapkamer en ging naar de keuken, om te ontbijten en ´n bakkie koffie te drinken. Daarna ben ik m´n bed ingedoken om vrijwel direct in slaap te vallen. Het was inmiddels al tegen negenen. Halverwege de middag werd ik wakker, omdat ik naar de WC moest. In de badkamer keek ik in de spiegel en zag, dat ik ook een schaafwondje aan de rechterkant van m´n hoofd had. Verder zag ik er nog compleet en heel uit. Toen ik de huiskamer inliep, waar ook de receptie is, vroeg een bezorgde Valentina vanachter de balie, hoe het met me ging. Ik ging naar haar toe en zei, dat het wel goed met me ging en vroeg waarom ze zo berzorgd die vraag stelde. Ze antwoordde dat ik die ochtend een beetje vreemd had gelopen tijdens de rondleiding. Ik vetelde haar, dat ik me haar niet meer kon herinneren van die ochtend en alleen maar wist dat ik in de keuken had ontbeten en koffie had gedronken. Ook van mijn wandeling vanaf het ziekenhuis en het inchecken in de hostel kon ik me weinig meer herinneren. Het enige dat ik wist was, dat ik nu op de goeie plaats terecht was gekomen. Eindelijk! Ik ging naar buiten en wilde eerst even terug naar het ziekenhuis om te informeren, of daar mijn portemonnee en bril eventueel waren. Maar uiteraard was dat niet zo. Lopend over de grote avenue richting het oude stadsdeel kwam ik langs een plaza waar mensen op straat aan het dansen waren op muziek uit een luidspreker, die buiten een CD-winkel was geplaatst. Prachtig! Evenals de gebouwen waar ik langsliep. Ik kwam op Plaza Idependencia en dat is tevens het begin van het oude stadsdeel. Vanaf hier heb je een voetgangersgebied met allemaal straatverkopers, die handgemaakte producten en allerlei andere zaken verkopen. Ook is hier hét uitgaanscentrum van Montevideo met vele restaurants, bars en disco´s. Terugkomend van het ziekenhuis ben ik eerst maar ´ns ´n hapje gaan eten in een leuk en gezellig uitziend restaurant. Tijdens het voorgerecht werden muziekinstrumenten binnengebracht en opgesteld. Er werd die avond live-muziek gespeeld door een percussionist, gitarist en organist; typisch Uruguayaanse muziek en erg leuk. Ik heb er van zitten genieten en ze speelden best een lange set, maar in de pauze ben ik toch maar richting hostel gewandeld, want ik wilde ook weer niet al te laat naar bed. Ik voelde me wel goed, maar nog steeds niet helemaal 100%. Vóórdat ik de huiskamer van de hostel inliep, kwam er direct een kerel op me af die me op bezorgde toon vroeg, hoe het met me ging. Mijn antwoord was ´goed´ en ik keek hem zeer verbaasd aan, want ik kende hem niet. Hij vertelde me Pablo te heten en dat hij me de avond tevoren zwalkend als een dronkenman op straat had aangetroffen. Hij had gezien dat ik gewond was aan m´n hand en dat het beter zou zijn mij naar het ziekenhuis te sturen. Hij had een taxi aangehouden en deze ook betaald en zodoende was ik dus in het ziekenhuis beland. Pablo was erg benieuwd, hoe ik in die toestand terecht was gekomen, maar ik kon hem alleen maar vertellen over Milja en de koffie, waarin zij waarschijnlijk een drug had gedaan. Daarna was bij mij het licht uitgegaan en kon ik me helemaal niets meer herinneren. Toen Pablo mijn verhaal hoorde, was hij stomverbaasd dat zoiets zou kunnen gebeuren in Montevideo, want blijkbaar is dit één van de meest veilige steden in Latijns-Amerika. Pablo woont in Buenos Aires en was diezelfde vrijdag als ik aangekomen in Montevideo. Ik wist niet, hoe ik hem moest bedanken voor zijn goede zorgen en wilde hem de taxikosten terugbetalen, maar hij wilde nergens van weten. Een gewéldige kerel! Hij nodigde me ook uit om de volgende dag met hem mee te gaan. We zouden dan eerst ergens gaan lunchen en daarna naar een bijeenkomst gaan, maar daarvan kon ik me niet goed een voorstelling maken. Ik mag dan wel regelmatig complimentjes krijgen over mijn Spaans, maar zelf vind ik dat het nog nergens op trekt en soms sla ik de plank volledig mis. Vond het hoe dan ook een goed plan en stemde erin toe. Het klikte geweldig tussen Pablo en mij en ik had het gevoel, dat zondagmiddag een speciale middag zou gaan worden. Francisco, een Chileen die ook in de huiskamer zat toen ik binnenkwam, en Pablo gingen naar het dakterras om te gaan peuken. Ik ben met hen meegegaan en heb nog een concertje op mijn mondharp gegeven. Francisco vond het geweldig, maar Pablo kon er geen genoeg van krijgen en vroeg me om nog meer te spelen. Dat heb ik uiteraard met genoegen gedaan.
17 mei 2007 Hallo iedereen Hier weer even ´n berichtje vanuit (deze keer) Colonia del Sacramento in Uruguay. Na een héél leuk weekend in Rosario (Argentinië) ben ik met de bus teruggegaan naar Buenos Aires. Het bleek niet mogelijk, om vanuit Rosario de bus te nemen, om direct naar Uruguay te reizen. Men had nl de brug over de rivier (Rio de Uruguay) geblokkeerd. In Rosario heb ik enkele mensen ontmoet uit het noorden van Argentinië en wellicht ga ik die nog opzoeken. Wie weet. Ze hebben me zo-wie-zo uitgenodigd om langs te komen en uiteraard hebben we iemeel-adressen uitgewisseld. Ja, wat dat betreft is het reizen nu héél anders, dan zo´n 25 jaar geleden, toen ik in Mexico en Guatamala aan het rondstruinen was. Midden in de nacht kwam ik aan bij de hostel, waar ik eerder al had vertoefd (www.alkimistahostel.com) en ik werd warm verwelkomd. Bovendien kon ik weer in m´m ´eigen´ bed terecht. Dus dat was prettig. Het was net, of je thuiskomt na ´n tijdje te zijn weggeweest. Er waren verschillende mensen, die ik kende, aanwezig en ook waren er diverse nieuwe gasten. Ondanks het feit, dat ik hun vader zou kunnen zijn, werd en wordt ik (tot nu toe) geheel opgenomen in de groep. Met ene José uit Brazilië heb ik veel gelachen en hij met en om mij. Hij noemde mij op een bepaald moment zelfs San Pedro... De laatste avond (voor mij) in de hostel vroeg hij aan mij, of ik ook zussen had. Ik antwoordde, dat ik drie zussen heb en toen hij naar de leeftijden vroeg en ik daarop antwoordde, kwam hij bijna niet meer bij van het lachen. Hij had een leeftijd van tussen de 30 en 35 in gedachten.... Ook was er een Australisch echtpaar in de hostel, waarmee ik ook ´n tijdje heb zitten babbelen. Hij was gepensioneerd en had veel voor de UN gewerkt als hulpverlener in probleemgebieden; oa in Afganistan en Pakistan. Zij waren zes weken op rondreis door Zuid-Amerika en hadden nog 10 dagen voor de boeg. Eigenlijk wilden ze nog helemaal niet terug, maar zij had haar werk en ´moesten´ daarom wel, want ze kon niet langer vrij krijgen. Wat ook heel leuk is, is dat ik nogal wat muzikanten ontmoet op deze reis. Op ´mijn´ kamer met zes mensen waren er al drie en uiteraard wilde men, dat ik op mijn mondharp (el trumpe in ´t Spaans en cata-palavras in het Braziliaans Portugees) zou spelen. Eigenlijk past het instrument niet echt in de Zuid-Amerikaanse muziek, maar men vindt het geluid wel héél erg apart en ook mooi. Dus heb ik maar een mini-concertje weggegeven op de kamer. Later ´moest´ ik nog wat spelen en men vond het geweldig. Het leuke hiervan is dat ik, door er vaker op te spelen, steeds meer tonen uit het instrument kan halen en ook meer melodievastheid krijg. Ik word er min of meer toe ´gedwongen´. Woensdagmiddag om 14.00 uur ben ik met de ferry vanuit Buenos Aires naar Colonia in Uruguay gegaan. Je steekt dan wel een rivier over, maar de hele trip duurde iets meer dan 1 uur. En dat met een snelle catamaran! (Flecha Buenos Aires) Overigens wel heel luxe! Pas als je halverwege bent zie je nog een heel klein beetje van Buenos Aires en begin je in de verte de kust van Uruguay waar te nemen. Over een rivier gesproken! Trouwens ook in Rosario, waar de Rio Paraná z´n stroomgebied heeft, is het bijna niet mogelijk de overzijde te zien. Colonia zelf is een kleine plaats met een heel mooi historisch gedeelte en een behoorlijk lange stranden. Bovendien is het erg rustig en daarom een verademing, om hier rond te wandelen in vergelijking met een drukke stad als Bs.As. Maar na bijna twee dagen heb ik het meeste wel gezien en daarom vertrek ik vrijdagmiddag met de bus naar Montevideo, de hoofdstad van Uruguay. Schijnt volgens de verhalen van diverse mensen een hele mooie stad te zijn en vooral ´n héél stuk rustiger dan Bs.As. Ik ben benieuwd. Jullie ´horen´ weer van mij.... Ik wens iedereen een heel goed lang weekend.
07mei 2007 Eindelijk even tijd gemaakt, om weer eens wat op mijn weblog te schrijven. In het kort zal ik even de afgelopen weken beschrijven. 18 april ben ik vanuit Santiago de Chile naar Valparaiso gegaan, waar ik enkele dagen ben gebleven om deze aparte stad te verkennen. Maar hierover schrijf ik een andere keer wel iets uitgebreider. Ook ben ik nog ´n dag naar Viña del Mar geweest. Viña del Mar ligt tegen Valparaiso en zou je kunnen beschouwen als het Wassenaar van Chili; veel dure (en grote) huizen en dito appartementen. 21 april ben ik met de bus vanuit Valparaiso naar Mendoza (Argentinië) gereisd en vandaaruit met de nachtbus naar Córdoba, waar ik zondagsmorgens om 08.00 uur aankwam. Na een ontbijtje te hebben genuttigd, ben ik doorgereisd naar Villa Belgrano, dat ten zuiden van Córdoba ligt. Toen ik hier aankwam, wilde ik eigenlijk niet snel daarna weer weggaan, maar de omgeving is schitterend en daarom heb ik ´n hotelkamer genomen. Heb vooral in de omgeving gewandeld, want het plaatsje zelf is een Duitse nederzetting met dito namen van restaurants, winkels, etc. Ook is het super toeristisch en daarom ook behoorlijk prijzig. Wandelend in de omgeving langs een riviertje tussen de bomen, hoorde ik vele vogels fluiten. Heel iets anders dan het langsrazende verkeer in een (grote) stad! Maandag (23 april) heb ik de bus weer genomen, om via Córdoba naar Cosquin te reizen. Cosquin ligt ten noorden van Córdoba en volgens de informatie, die ik kreeg van enkele mensen was het zeker de moeite waard om de omgeving te gaan verkennen. Omdat ik pas tegen het eind van de middag aankwam, heb ik m´n spullen achtergelaten in een hotelletje en ben de stad ingegaan. Had redelijk wat gewandeld, toen het begon te regenen en dus ging ik op zoek naar een restaurantje, want ik had intussen wel trek gekregen. Daarna nog wat inkopen gedaan in de supermarkt en terug naar het hotel. De volgende ochtend was het weer nog niet echt geweldig en besloot ik, om in plaats van de omgeving te verkennen, naar Villa Carlos Paz te reizen, dat op slechts korte afstand van Cosquin ligt. Hier ben ik twee dagen gebleven, om daarna weer terug te gaan naar Córdoba, waar ik een hotelletje heb opgezocht, om even wat van deze stad te gaan bekijken. Vrijdagsavonds laat heb ik de nachtbus genomen naar Buenos Aires, om hier de volgende ochtend vroeg te arriveren. In de busterminal werd ik aangesproken door ´n jongen, die klanten aan het winnen was voor een keten van hostels in oa Buenos Aires. Om korting te krijgen moest je lid zijn of worden, maar ik heb toch een lagere (lid)prijs bedongen zonder lid te worden. Hij heeft voor mij telefonisch een bed gereserveerd in een hostel en gaf me ook een plattegrond van BsAs en legde me uit, waar de meest interessante wijken van de stad zich bevonden. Ik dus op weg en met de metro was ik snel op de plaats van bestemming: Hostel Inn Buenos Aires. (www.hostel-inn.com) Hier kwam ik terecht op een kamer met 1 Canadees, 2 Ieren, 3 Engelsen en ´n Duitser. Het werd dan wel dé partykamer van dit hostel genoemd, maar ik was blij niet langer dan twee nachten te hebben geboekt. Niet alleen was de kamer een puinbak, maar met zuipende en blowende engelsen om me heen werd me dat toch te veel. Zondagavond had ik reeds een ander hostel (www.alkimistahostel.com) gevonden in het centrum van BsAs en hier ben ik dus maandagmorgen naar toegegaan. Sinds een week ben ik nu in Buenos Aires en heb in die tijd al heel veel van de stad gezien. Elke dag was zonnig, behalve vrijdagavond en zaterdag toen het nogal regenachtig was. Vrijdagnacht heeft het geonweerd en kwam de regen soms met bakken uit de lucht gevallen. Ik heb er niet al te veel van meegekregen, want ik sliep. Vandaag (maandag) staat de zon aan een onbewolkte hemel, maar waait het behoorlijk en dat maakt dat het nogal fris is. Zeker nu de zon weg is en het donker begint te worden. Afgelopen dinsdag (01 mei) ben ik met ´n heel stel naar een heel gezellige kroeg geweest. We gingen daar om half één ´s-nachts naar toe en het was moeilijk om nog een vrije tafel te vinden voor ons zevenen. Op ´n bepaald moment raakten we aan de babbel met ´n stel Argentijnen en dat was best gezellig. We hebben behoorlijk wat afgelachen. Zo tegen vieren ben ik richting hostel gegaan, want ik begon toch wel moe te worden. Ten slotte had ik een lange dag achter de rug met veel wandelen en slenteren. Vrijdagavond kwam er een masseuze naar de hostel, om iedereen die dat wilde, een gratis massage te geven. Als rechtgeaarde Nederlander heb ik hier uiteraard gebruik van gemaakt en hoewel slechts kort vond ik het heel lekker. Hierna ben ik eerst even ´n hapje gaan eten en toen ik terugkwam in de hostel, bleek er een spontaan feestje te zijn losgebarsten. Heb vrolijk meegefeest en ben uiteindelijk om half zeven (!) ´s-morgens m´n bed ingedoken. Ja, het leven van een reiziger is soms zwaar... Zaterdag was ik pas rond de middag wakker en heb daardoor mijn ontbijt gemist. Dus even naar de supermarkt en toen in de hostel uitgebreid brunchen. Later die middag ben ik de stad weer onveilig gaan maken, om ´s-avonds toch maar op tijd m´n bed op te zoeken. ´s-Zondags ben ik naar oa Cementerio Recoleta geweest, waar het graf is van Evita (Peron). Op dit kerkhof zijn giga grote graftombes gebouwd en het hele kerkhof lijkt meer op een stad of dorp dan op een kerkhof. Ik heb hier niet al te lang rondgewandeld, want het lijkt ook wel een beetje op het Cementerio de la Chacarita, waar ik op de woensdag ervoor enkele uren heb doorgebracht. Maar niet te min was het leuk, om even het graf van Evita te hebben gezien. Toen ik buitenkwam, zag ik de Ieren uit mijn vorige hostel in gezelschap van vier Ierse dames die twee dagen eerder in Buenos Aires waren aangekomen voor een maandje vakantie. Met hen ben ik eerst over de grote markt (handgemaakte spullen en optredende artiesten) in de buurt gewandeld en daarna naar het Hard Rock Café gegaan, waar we hebben gegeten. Ik ben ook meegegaan naar hun hostel, om nog even ´n biertje mee te gaan drinken. Zij gingen de volgende dag naar Iguazu en daarna naar Bolivia. Tegen middernacht ben ik naar mijn hostel teruggegaan en heb daar nog even zitten babbelen met enkele mensen, alvorens naar bed te gaan. Aanstaande donderdag (10 mei) vertrek ik naar Rosario, dat op zo´n 300 km ten noordwesten van Buenos Aires ligt, en aan de Rio Parana. In Mendoza heb ik ene José ontmoet en hij nodigde me uit naar Rosario te komen. Hij woont daar en hij wilde me wel het een en ander van de stad en de omgeving laten zien. Ben benieuwd wat het komend weekend me zal brengen.
De afgelopen 2 weken heb ik helaas geen tijd gehad om iets op m´n weblog te melden; óf de internetcafé´s waren gesloten óf er was geen vrije machine te vinden. Maar maken jullie je vooral geen zorgen, want met mij gaat het uitstekend en ik vermaak me opperbest. Binnenkort hoop ik weer bij te zijn wat mijn weblog betreft, maar het kan ook nog wel ´n tijdje duren. ¡Quien sabe! Het is helemaal afhankelijk van mijn belevenissen, de tijd die daarna overblijft en ook het weer speelt een belangrijke rol. Is het regenachtig, dan wil ik nog wel ´ns ´n kompjoeter opzoeken, maar bij mooi weer ben ik vooral buiten en denk ik niet aan internet of weblog of iemeel. Ik heb begrepen, dat het in Nederland momenteel hardstikke mooi weer is. Dus eigenlijk is mijn vraag aan jullie: wat doen jullie in vredesnaam achter een beeldscherm??? Jullie horen op een terrasje te zitten en/of te genieten van het mooie weer. Dat doe ik ook!! Het ga jullie goed... Que le vaya muy bien. Heel veel groetjes, Peer
12 april 2007 Toen ik donderdagmorgen opkwam, was Pancho net terug van boodschappen doen en Verena was in de keuken bezig met haar brunch. Het eerste dat Pancho vroeg, toen hij mij zag was of ik met een taxi naar huis was gegaan. Ik vertelde hem dat ik weer was komen lopen en dat dat voor mij een hele prettige manier is en niet omdat ik geen taxi wilde betalen. Hij vond dat ik mijn geluk niet verder moest tarten en beloofde mij, dat hij mij niet meer alleen naar huis zou laten gaan; in het vervolg zouden we samen op pad gaan en ook samen weer terugkomen. Ik heb hem wederom op het hart gedrukt, dat hij zich om mij geen zorgen moest maken. Mocht er onverhoopt toch iets gebeuren, dan had ik dat gewoon aan mezelf te wijten. Voor mij voelde Santiago heel goed en wanneer ik aan het lopen was, zowel overdag als ´s-nachts, stond ik regelmatig even stil om rond te kijken. Niet alleen om gebouwen of andere dingen te bekijken, maar zeker ook om te zien of er bepaalde ´ongure´ types in de buurt waren. In Nederland en op andere plaatsen doe ik niet anders, want je weet tenslotte maar nooit. Hoe dan ook, Pancho vond het maar niks. Ondertussen had ik nogal wat vuile was en ik kon de wasmachine van Pancho gebruiken. Wel moest ik dan zelf zorgen voor wasmiddel. Nou, dat was geen enkel punt. Donderdag werd dus wasdag, want hij wilde niet dat er veel was tegelijk in de machine ging. Kort daarvoor had hij nog een grote reparatie gehad aan de wasmachine en hij wilde een herhaling daarvan voorkomen. Geen probleem; wasmiddel genoeg net zoals tijd trouwens. Nadat ik de laatste was uit de machine had gehaald, ben ik de stad ingewandeld, waar ik met een of andere kerel in gesprek raakte. Alberto (althans dat was de naam, die hij me opgaf) vertelde dat hij Nederlandse ouders had en dat hij in juli naar Nederland zou gaan, om familie te bezoeken en met name zijn grootouders. Ook vertelde hij met een project bezig te zijn met kinderen met het down-syndroom. We liepen samen naar een café en hebben daar enkele typisch Chileense drankjes (Pisco sour) gedronken. We hebben héél gezellig zitten babbelen over Nederland, de politiek en wat al niet meer. Over zijn project sprak hij echter heel weinig en als ik er naar vroeg, dan kwam er een wazig verhaal. Hij liet me echter wél voor de drankjes betalen en vanaf dat moment was ik op m´n hoede, want hij zou me ook nog meenemen naar een typisch én historisch Santiago´s eetcafé. Onderweg daar naar toe zei hij (uiteraard in het Spaans) dat hij het heel vriendelijk van mij vond, dat ik hem had uitgenodigd. Ik heb hem maar direct verteld, dat ik het eventuele eten zéér zeker niet ging betalen en dat ik ook geen honger had en dus geen behoefte aan eten. Bij ´Las Canallas´, zoals de eetgelegenheid heet, leidde hij me rond en het bleek een behoorlijke grote ´tent´ te zijn met meerdere ´kamers´, waar allemaal gedekte tafels stonden. Één van de kamers was ingericht met een bar en dit was blijkbaar het café. Aan enkele tafels zaten mensen te eten en aan de muren hingen kranten, stencils en knipsels uit de (begin)periode van Pinochet. ´Las Canallas´ bleek een roemruchte historie te hebben, want in die tijd was het een verboden en dus geheime gelegenheid en er kwamen in hoofdzaak intellectuelen, kunstenaars en andere mensen die hun leven niet altijd zeker waren. Ook waren er vele visitekaartjes tegen de muren geplakt of geniet; echter deze waren van recentere datum. Een hele aparte gelegenheid en ook heel aardig, om dit eens te zien. Toen ik er later met Pancho over sprak, bevestigde hij me dit hele verhaal en hij was blij voor mij dat ik dit had gezien. Toen we weer buiten kwamen, begon Alberto mij om geld te vragen voor zijn project en hij bleef maar aanhouden. Ik zei, dat ik op dat moment bijna geen contanten bij me had en dat ik eerst naar de bank moest om geld te wisselen. Ik wist dat de meeste banken al gesloten waren en al was dat niet zo, dan nog zou ik hem geen geld geven. Het was ook moeilijk om van hem af te komen en dus liep ik naar terug huis, wat gelukkig niet al te ver was. Daar aangekomen kon ik Alberto eindelijk van me afschudden en ik zei hem vriendelijk goeiendag. Hij wilde wel een nieuwe afspraak maken voor de dag erna en ik heb toen een tijd genoemd, waarvan ik wist dat ik dan óf niet op straat óf ergens anders zou zijn. Toen ik deze ervaring tegen Verena vertelde, zei ze dat er wel meer van dit soort kerels rondlopen in Santiago en dat je het beste deze zo snel mogelijk van je af moet zien te schudden. Ze zijn alleen uit op gratis drank en eten. De week erop zat ik met Pancho op een terrasje in Buena Vista en daar zag ik Alberto weer voorbij komen, schijnbaar op zoek naar nieuwe slachtoffers, maar hij keurde mij geen blik waardig. Ik hem ook niet trouwens.
11 april 2007 Na een uitgebreid ontbijt en een gezellige babbel met Pancho en Verena, ging ieder van ons zijn of haar weg. Pancho had ´s-middags een repetitie met zijn band en wilde daarvoor nog enkele andere dingen doen en Verena wilde de stad in, om nog wat inkopen te doen. Alvorens de stad in te gaan, liep ik eerst even naar het internetcafé. Daarna kocht ik broodjes en beleg in het buurtwinkeltje, dat er tegenover was. Ik zat net wat te eten, toen Pancho thuiskwam en hij keek mij vol verbazing aan, omdat ik wéér brood zat te eten. Hij vroeg mij, of ik daar geen genoeg van kreeg en waarom ik niet ergens in de stad ging lunchen. Ik legde hem uit, dat ik brood (met beleg) prima vond en genoeg had aan één warme maaltijd per dag. Het zou overigens niet de laatste keer zijn, dat hij zich hierover zou verbazen. In Chili is men gewend om ´s-morgens een simpel ontbijt te nemen en ´s-middags zéér uitgebreid te lunchen, om dan ´s-avonds met een (kleine) warme hap te volstaan. Ik ging op ´n gegeven moment de stad in, maar deze keer nam ik de metro, omdat ik het eerste stuk al diverse keren had gelopen. Nu kwam ik in ´n heel ander gedeelte van de stad terecht en besloot om kris-kras richting centrum terug te wandelen. Onderweg heb ik mezelf getracteerd op een ijsje. Je hebt hier van die zg Heladerías (ijswinkel) met ik weet niet hoeveel soorten ijs en het ziet er allemaal even lekker uit en daarom is het moeilijk kiezen welke smaak je wilt. Op het terrasje heb ik dat smakelijk op zitten peuzelen en tot mijn verrassing kwam een vriendelijke dame me ook nog eens ´n glaasje water brengen. Héél attent! Waar ik mezelf vooral over heb lopen verbazen is niet zozeer het giga aantal bestaande appartementsgebouwen, maar veeleer de vele bouwputten ervan. Ongelofeloos hoeveel van die hoogbouw er de komende jaren bijkomt in Santiago! En de één nog weer luxer dan de ander! En meestal zo´n 18 tot 25 verdiepingen hoog! Toen ik één van de bouwborden met (uiteraard) een gewéldige foto van het zwembad op de bovenste verdieping en het giga uitzicht over de stad stond te bekijken, kwam er een jongen naar me toe die vroeg of dat zwembad écht op de bovenste verdieping van zo´n gebouw aanwezig was. Ik antwoordde dat dat inderdaad het geval was en hij viel bijna om van verbazing. Blijkbaar kon hij zich daarvan geen voorstelling maken en vol ongeloof liep hij daarna weer verder. Net als ik, want ik vroeg mij onderhand toch wel af, wie al die appartementen zouden gaan kopen. Ik liep nog even een supermarkt binnen op weg naar huis en daar aangekomen, was Verena ook net thuis. Even later volgde Pancho, maar hij kwam alleen enkele spullen ophalen en ging snel weer weg. Hij zou rond negen uur Verena en mij op komen halen, om naar het concert te gaan in Salsoteca Maestra Vida in de wijk Bella Vista, dé uitgaanswijk van Santiago met ik weet niet hoeveel café´s, kroegen, restaurants, salsa- en andere gelegenheden. De band die we zouden gaan zien is momenteel héél populair in Chili en speelt salsa met funk- en rockinvloeden. De naam: Chico Trujillo. Verena had een CD van hun gekocht en zette die op, om alvast in de stemming te komen... Op ´n gegeven moment kwam Pancho thuis en even daarna gingen we op weg. Op de Alameda aangekomen namen we een taxi, die ons bij de Salsoteca afzette. Toen we binnenkwamen draaide de disco swingende salsa-muziek en er werd ook stevig gedanst. Geweldig om te zien hoe de meesten de salsa dansen en dan is het jammer, dat ik dat niet zo goed kan. Maar ja, je kunt ook niet alles hebben, nietwaar? Langzaam maar zeker stroomde de ´tent´ vol en tegen ´n uur of elf kwam de band het podium op. Iedereen juichen en joelen en dat verhoogde de sfeer. Bij de eerste klanken begon de hele zaal mee te zingen en vooral mee te swingen. Ik hoefde amper iets te doen, want ik werd meebewogen... Een gewéldige sfeer en één groot feest. Tijdens de pauze werd er weer salsamuziek gedraaid en diverse mensen waren daarop aan het dansen. Tijdens de tweede set van de band ging het er nóg swingender aan toe en de hele zaal was één dansende massa. De zanger was trouwens heel goed in het bespelen van de menigte en werkte naar een climax toe. Na afloop van het concert wilde iedereen nog een toegift, maar die werd (helaas) niet gegeven. Hoe dan ook, het was een geweldig optreden en heel leuk om mee te maken. Er werd weer salsamuziek gedraaid en iedereen begon daarop weer vrolijk te dansen en te swingen. Het was inmiddels al ruim twee uur geweest en blijkbaar ging men door tot zo´n uur of zes! Ik heb het eind niet meer meegemaakt, want ik vond het op ´n bepaald moment welletjes en was ook behoorlijk moe. Vooral m´n voeten en benen! Ja, dat krijg je als je niet meer zo jong bent, hè? Ik zei tegen Verena, dat ik naar huis wilde. Zij wilde nog lang niet naar huis en danste weer vrolijk verder. Pancho was weer druk in gesprek met diverse dames. Hij is ten slotte een populair figuur in het uitgaanscircuit en ook veel mensen kennen hem van de bands, waarin hij speelt of gespeeld heeft. Tegen vieren ben ik naar huis gewandeld, waar ik om kwart voor vijf aankwam. Nu wist ik de kortste weg naar huis en ben dus niet ´n eind omgelopen.... Moe maar voldaan stapte ik m´n bed in, om snel daarna in een diepe coma te vallen.
Dinsdag 10 april 2007 Omdat ik de laatste dagen nogal veel door de stad gelopen en dus aardig wat kilometers achter m´n kiezen had, besloot ik vandaag er een rustig dagje van te maken. De komende dagen zouden we naar enkele concerten gaan en er stond ook nog een feestje op het programma. Wel ging ik even naar het internetcafé op de hoek en in het winkeltje aan de overkant kocht ik enkele broodjes en beleg. Het grootste deel van de dag was het bewolkt en ik vond het op de patio van Pancho´s huis heerlijk toeven. Pas tegen het eind van de middag ging ik de deur weer uit en heb weer een héél stuk gewandeld. Ja, je loopt ongemerkt toch verder dan in eerste instantie de bedoeling is, maar er is ook zo veel te zien en te bekijken dat ik interessant vind. Niet dat ik dat hier allemaal ga vermelden, want dan zou het een herhaling zijn van wat ik al eerder heb geschreven: gebouwen, straten, mensen, etc. Alleen is het telkens anders, wanneer je een ander deel van de stad doorkruist. Onderweg in ´n oud gedeelte van de stad op een terrasje van één van de hier aanwezige en zéér karakteristieke panden koffie zitten drinken en wéér later van een uitgebreid diner zitten genieten. Toen ik thuiskwam, bleek iedereen al naar bed te zijn en heb ik nog even wat zitten lezen alvorens ook mijn bed op te zoeken.