08 april 2007 Was pas tegen het eind van de morgen wakker en Pancho was in de keuken bezig, om een uitgebreide brunch klaar te maken. Anna zat op de bank in de patio en Verena was in de badkamer. Pancho vroeg mij als eerste hoe ik was thuisgekomen en toen ik hem vertelde dat ik was komen lopen, kreeg hij bijna een rotberoerte. Volgens hem was het ´levensgevaarlijk´ om midden in de nacht dwars door de stad te gaan wandelen. Ik moest toch wel héle goeie engelbewaarders hebben. Eén was blijkbaar niet genoeg! In ieder geval te weinig, om het er zonder kleerscheuren van af te brengen. Ik vertelde hem dat ik geen last had gehad van wie of wat dan ook en dat ik gewoon rustig had kunnen wandelen. Hij vond dat ik de volgende keer maar een taxi of collectivo moest nemen. Dat was ook beter voor zijn eigen gemoedsrust! Toen ik hem vertelde dat hij niet zo bang moest zijn, antwoordde hij dat Santiago wellicht niet zo´n veilige stad was en dat er altijd wel mensen rondliepen, die je wilde beroven. Ook moest ik mijn geluk niet op de proef stellen. Ik vond het schattig dat hij zich zo druk maakte om mij, en zei hem dat hij daarover geen zorgen hoefde te maken. Nadat we hadden gegeten en gezellig hadden zitten nababbelen, nodigde Pancho ons uit om naar een museum te gaan. Op zondag zijn de musea gratis en momenteel was er ook een extra tentoonstelling in het Museo Nacional. Verena wilde andere dingen doen en dus gingen Pancho, Anna en ik op weg richting stad. Bij de permanente tentoonstelling bleek Pancho een hele goeie gids te zijn en hij legde verschillende dingen uit vanuit een historisch perspectief. Bij een hele grote plattegrond van Chili vertelde hij, waar de meest interessante culturen onstaan waren en wat daartussen de verschillen waren. Zijn (voor)ouders waren Rapa Nui en hij was trots daar een nazaat van te zijn. Met zijn nieuwe band wilde hij de typische Rapa Nui-stijl nieuw leven inblazen en ook de overige bandleden hadden een Rapa Nui achtergrond. Toen we naar de extra tentoonstelling wilden gaan, nam Anna afscheid, want ze had nog een redelijk druk programma voor die dag. Deze extra tentoonstelling ging vooral over de immigratie van Europeanen in de jaren 1920 en 1930 en ook hierover wist Pancho het nodige te vertellen. Aan de hand van de vele foto´s legde hij uit, hoe er in die tijd gebouwd en geleefd werd. Ook zijn huis stamde uit deze periode en in het centrum van Santiago waren er nog vele van te vinden, echter diverse panden moesten het veld ruimen voor appartementen. Zijn huis was een typisch voorbeeld van zo´n bouwwijze; het lag aan een hofje afgesloten door een hek met aan iedere zijde 6 huizen. Diverse foto´s toonden de beeltenissen en identiteitspapieren van verschillende immigranten. Ook hingen er grote foto´s met overzichten van de stad in die tijd. Duidelijk was te zien hoe delen van de stad langzaam maar zeker werden volgebouwd. Pancho had die nacht erg weinig geslapen, begon moe te worden en wilde daarom naar huis. Wel ´honderd´ keer vroeg hij aan mij, of ik mezelf wel kon vermaken en ik antwoordde dat hij zich daarover niet druk hoefde te maken. Hij ging dus naar huis en ik ging verder met het verkennen van de stad. Op zondag is het een héél stuk rustiger dan door de week en het is dan ook geen straf om door Santiago te wandelen. Wel zijn de meeste winkels gesloten, maar daar was ik toch niet op uit. Het was hartstikke lekker weer en de zon zorgde voor een aangename temperatuur. Als je dan zo aan het wandelen bent, regelmatig ergens stilstaat om de omgeving in je op te nemen, loop je toch veel meer dan je in de gaten hebt. Santiago zou net zo goed een stad in Europa kunnen zijn; veel moderne (en hoge) gebouwen en, in vergelijking met andere landen in Latijns-Amerika die ik tot nu toe heb bezocht, ook veel moderne auto´s. Ook de mensen dragen daartoe bij met hun moderne kleding en veelal een Europees uiterlijk. Als je zo aan het rondwandelen bent, vliegt de tijd voorbij en pas toen de zon onderging realiseerde ik me hoe ver ik weer terug moest lopen. Ik kon natuurlijk ook de metro nemen, maar dat wilde ik niet. En voor de bus heb je een aparte pas nodig, die ik wel kon kopen maar daar wilde ik geen geld aan uitgeven, omdat ik wist dat ik daar bijna geen gebruik van zou gaan maken. Onderweg terug heb ik ergens zitten eten en tegen negenen was ik weer thuis. Heb even wat zitten lezen en toen Verena thuiskwam, hebben we nog wat zitten babbelen. Mijn voeten waren behoorlijk moe van het vele wandelen en ik heb daarom betijds mijn bed opgezocht.
07 april 2007 Halverwege de ochtend werd ik gewekt door vrolijke muziek, die in mijn kamer doordrong. Pancho was in de keuken bezig en ging direct bezig om het ontbijt voor mij klaar te maken. Tijdens het ontbijt hebben we gezellig zitten babbelen en hij vroeg mij of ik speciale plannen had voor deze dag. Ik zei dat ik wilde gaan wandelen om zodoende ´n beetje van de stad te leren kennen. Hierop gaf hij mij een plattegrond van Santiago met detailkaartjes. Pancho zou mij die avond tegen negenen oppikken en dan zouden we eerst naar een feestje gaan bij vrienden van hem in de buurt en daarna naar het optreden, dat hij met zijn band zou geven. Hij moest nog zorgen dat zijn drumstel op de plaats van bestemming kwam en ook nog een soudcheck doen. Hij vroeg me wel 20 keer of ik mezelf wel zou kunnen vermaken. Nou, dat dacht ik wel; Santiago is een behoorlijk grote stad en volgens mij was er voldoende interessants te zien. Op de kaart legde Pancho mij uit, waar we die avond naar toe zouden gaan, dus ik kon het beste een andere route kiezen. Pancho wilde net vertrekken, toen Verena thuiskwam. Verena is een Duitse studente, die hier in één van de lokale ziekenhuizen vier maanden stage heeft gelopen. Ze had vrijdags haar laatste ´werkdag´ gehad en was deze ochtend nog even wat spullen op gaan halen en bij vrienden langs geweest. Verena vertelde dat ze nu nog een week vakantie had en dat ze zondag (15 april) weer terug zou vliegen naar Duitsland. Dinsdags zouden haar college´s weer beginnen. Ze had zoveel goede herinneringen aan Latijns-Amerika en met name Santiago en Chili, dat ze haar tijd hier tot het maximale wilden rekken. Ze dacht wel, dat het moeilijk voor haar zou worden om weer in het normale ritme mee te draaien, maar dat zag ze dan wel weer. Voorlopig stond een weekje genieten in Santiago op haar programma. Ik ging op ´n bepaald moment de deur uit en liep naar een van de vele hoofdwegen (de Alameda) in Santiago. Hier ging ik rechtsaf in oostelijke richting en als eerste belandde ik op een Mercado Artesania, waar men allerlei handgemaakte spullen verkocht. Niet alleen Chileens, maar uit diverse landen in Latijns-Amerika. De Alameda heet eigenlijk Av.Libertador O´Higgens en is een heel brede avenue met 8 (!) rijstroken; 2 keer twee voor de bussen en taxi´s en 2 keer drie voor het overige verkeer. De avenue heeft hele brede trottoirs met aan de rand bomen en ook staan er vele kioskjes, waar men kranten en tijdschriften tot aan etenswaren toe kan kopen. Langs deze avenue staan ook hele oude en hele nieuwe gebouwen; de oude vaak in koloniale stijl en de nieuwe, zoals je die over de hele wereld tegenkomt en meestal heel hoog met veel glas. Ook kwam ik door diverse (grote) parken en liep ik een tijdje langs de rivier (de Mapuchi-rivier) die dwars door de stad slingert. Als je sommige dingen wegdenkt, dan zou je je bijna in een grote Europese stad kunnen wanen. Hier hebben de mensen overwegend zwart of donker haar, maar voor de rest zijn er niet echt veel grote verschillen als je naar het gemotoriseert verkeer kijkt, de moderne gebouwen en ook de vele bouwplaatsen, waar men druk bezig is appartementen te bouwen. Deze appartementsgebouwen hebben zo´n 20 tot 25 verdiepingen, een zwembad op de bovenste verdieping en ´n soort van penthouses daaronder. Ik besloot nadat ik een behoorlijk stuk gelopen had, om maar ´ns om te keren en terug te gaan richting San Francisco. Onderweg zou ik dan nog een hapje kunnen eten. Pas tegen half negen was ik weer bij Pancho´s huis, die er zelf nog niet was, maar Verena en een Deense vriendin (Anna) waren er wel. We hebben ´n tijdje met z´n drieën zitten babbelen, totdat Verena en Anna naar het feestje gingen en ik op Pancho zou wachten. Ik ging mezelf even opfrissen en even later kwam Pancho thuis, die eerst ging douchen en daarna zouden we gaan. Als eerste gingen we naar Pancho´s vrienden, die twee blokken verderop in een groot huis wonen. Hier kreeg ik van Pancho snel een rondleiding en hij liet me o.a. twee opnamestudio´s en ´n repetitieruimte zien. Verder waren er diverse grote kamers en meerdere badkamers en keukens. Op het binnenplaatsje aangekomen bleken daar, tot mijn en hun verrassing, Verena en Anna ook te zijn. Ik werd aan enkele vrienden voorgesteld en ik kreeg iets te drinken aangeboden; rum met cola. Er stond ´n versterker en speakerbox en op ´n gegeven ogenblik begon iemand op ´n bas te tokkelen, Pancho op conga´s te spelen en iemand anders te zingen. Ik haalde mijn mondharpje te voorschijn en begon mee te tokkelen. Dit sloeg blijkbaar aan, want we hebben met z´n vieren zeker zo´n 20 à 25 minuten staan spelen. Helaas heeft mijn mondharpje maar weinig volume en was het moeilijk voor de anderen er veel van te horen. Daarom stonden we héél dicht bij elkaar met de hoofden naar elkaar gericht. Voor mij was het een hele leuke en aparte ervaring, om zo eens te jammen. Zeker als ik me bedenk, dat de bassist één van de beste is van Chili en de andere aanwezige muzikanten zo´n beetje dezelfde status hebben als bij ons bv Golden Earring, Blof of Keane. In ieder geval zijn ze behoorlijk bekend in Latijns-Amerika. Als het niet met hun eigen naam is, dan toch de naam van de bands waarin ze spelen of gespeeld hebben. Na mijn ´optreden´ was het leuk om met diverse jongens te staan babbelen; vooral over (diverse soorten) muziek, Nederland/Europa en natuurlijk de onvermijdelijke coffee-shops, waarvan men hier veel gehoord heeft, maar niet echt een voorstelling van kan maken. De meesten denken, dat coffee-shops een typisch Amsterdams fenomeen is en buiten Amsterdam niet voorkomen. Het is wel moeilijk uitleggen, dat een coffeeshop van iets illegaals (inkoop / achterdeur) iets legaals (verkoop / voordeur) maakt. Men vindt een mondharp een interessant instrument, maar het past niet echt bij de Latijns-Amerikaanse muziek. Daarom bespeelt men dat hier niet, maar men vindt het geluid wel mooi en apart. Pancho kwam mij op ´n bepaald moment waarschuwen dat hij naar z´n optreden moest. Hij wilde weten of ik met hem mee wilde gaan of dat ik wilde blijven, maar aangezien ik nieuwsgierig ben naar alles en nog meer ben ik met Pancho meegegaan. Ik wilde wel eens zien en vooral horen hoe zijn band zou klinken. Dus wij afscheid nemen en vertrokken richting Bella Vista, hét uitgaanscentrum van Santiago. Pancho liep érg snel en ik had moeite hem bij te houden. Toen ik hem vroeg waarom hij zo snel liep, verontschuldigde hij zich en begon langzamer te lopen. Voor hem was dit een normale ´snelheid´ en bovendien kent hij de weg in Santiago en wist waar wij naar toe gingen. In Bella Vista aangekomen ontmoetten we Jano, de bassist van de band. Met z´n drieën hebben we op ´n terrasje ´n biertje gedronken en zitten babbelen. Blijkbaar was het optreden later dan Pancho had gedacht en dat zou pas om 02.00 uur beginnen. Toen de overige bandleden arriveerden, gingen we naar binnen. Het was nog niet erg druk en Jano kwam bij mij staan en aan de bar hebben we nog ´n tijd staan babbelen. Hij wilde mij wel Spaanse les geven, als ik hem Engelse les zou geven. Afgesproken dat hij naar Pancho´s huis zou komen en dat we daarna wel zouden zien. Jano is een afgestudeerd psycholoog en héél serieus (volgens Pancho) en hij verbeterde me regelmatig met mijn Spaans gebrabbel. Zijn Engels was redelijk goed, alleen zijn uitspraak was abominabel en moest nodig worden bijgeschaafd. Nou ja, we zouden wel zien wat er van terecht zou komen. Het was tijd voor het optreden van de band en ik ging naar een ´strategisch´ plekje, om zowel de band te zien als het geluid redelijk goed te kunnen horen. Het optreden duurde (helaas) maar ´n uurtje en de meeste bandleden gingen hierna hun eigen weg. Ook Jano nam z´n basgitaar en vertrok. Pancho was aan het babbelen met enkele dames en ik stond nog even met één van de bezoekers te kletsen. Op ´n gegeven moment kwam Pancho mij vragen, of ik me wel vermaakte, waarop ik antwoordde dat hij zich daar geen zorgen over moest maken. Hij weer weg en ik nam nog een consumptie. Ik vond dat het mooi was geweest en wilde onderhand wel richting ´huis´. Nog even rondgekeken of ik Pancho ergens zag, maar die was aan de andere kant van het lokaal nog steeds druk in gesprek met enkele dames en ik wilde hem niet storen. Wetende dat hij waarschijnlijk met mij mee zou gaan en ik wilde zijn avond, of beter nacht, niet bederven. Ik ging dus naar buiten en begon aan de wandeling, die uiteindelijk langer zou duren dan nodig was geweest.Onderweg hoorde ik nog ergens live-muziek en ik liep dus die richting op. Het bleek een band te zijn in Arabische kledij en zij speelden harde rockmuziek. Was wel leuk, om zoiets in Latijns-Amerika te zien, trouwens. Na één dag in een vreemde stad kun je nog niet de snelste weg terug weten. Wel dan? En omdat er in het centrum van Santiago nogal wat hoogbouw is, zijn enkele markante gebouwen niet direct zichtbaar. Hierdoor ben ik wel een héél stuk omgelopen, maar uiteindelijk kwam ik toch bij Pancho´s huis terecht. Het was inmiddels wel 05.00 uur geweest, toen ik in bed stapte.... Hoe dan ook, het was een héle leuke dag en vooral avond cq nacht geweest.
06 april 2007 ´s-Morgens eerst maar ´ns goed ontbijten en daarna m´n spullen inpakken. Ik moest tegen 12 uur bij de busterminal zijn en om 12.30 uur zou de bus vertrekken. Toen ik afscheid had genomen van de mensen in de hostal en buitenkwam, was het heerlijk weer en de temperatuur liep snel op in de zon. Ik had m´n trui al ingepakt, maar m´n jasje kon ook wel uit. Bovendien is het al snel warm, wanneer je ook ´n rugzak draagt. Hij is wel niet echt zwaar, maar het is wel een extra gewicht dat je met je mee sjouwt. Het viel me op dat het zo rustig was op straat, totdat ik mezelf realiseerde dat het Goede Vrijdag was én bovendien ook nog ´ns vakantie in Argentinië. Op m´n gemak kuierend door parkjes en straten/lanen richting busterminal; het gaf me een heerlijk en tevens apart gevoel. Mendoza is een mooie stad met een geheel eigen sfeer, die me zeer aanspreekt. Maar vandaag had ik ook het gevoel aan een bijzondere reis te beginnen. Natuurlijk was ik benieuwd naar de reis op zich (door de Andes), maar ook wat en hoe ik het zou vinden in Santiago de Chile. Ik had verschillende verhalen gehoord, maar kon er mezelf niet goed een voorstelling van/bij maken. Ik had wel een overnachtingsadres, maar wist niet of ik daar wel de nacht zou kunnen doorbrengen. Zou ik het snel kunnen vinden? Was er wel plaats? Zou het me bevallen? Och, wat liep ik toch te tobben.... Ik zou wel zien als ik er was. Aangekomen bij de busterminal had ik nog tijd genoeg en heb op ´n terrasje koffie zitten drinken, totdat het tijd werd om naar de vertrekplaats van de bus te gaan. De terminal is in een U-vorm en je hebt zo´n 62 plaatsen, waar de bussen hun halteplaats hebben. Ik moest bij nr. 23 zijn, maar de bus was er nog niet, toen ik daar aankwam. Ook stonden er maar weinig mensen te wachten en ik ging twijfelen, of dit wel de juiste opstapplaats was. Ik ging het binnen vragen en ik kreeg een positieve bevestiging; de bus kon elk moment arriveren en we zouden om 12.30 uur stipt vertrekken. En inderdaad, de hele luxe (en bijna nieuwe) bus kwam binnen enkele minuten en we konden inchecken. Dit nam slechts korte tijd in beslag; er bleken maar zeven reizigers mee te gaan. Ik vroeg me af: zo weinig passagiers en dan zo´n grote bus... Maar het is een lijndienst tussen Mendoza en Santiago de Chile en dan moet je wel, hè? We reden de stad uit aan de zuidelijke kant richting San Rafael en reden weer evenwijdig aan het Andesgebergte met de witte besneeuwde toppen. Op ´n bepaald moment verlieten we deze autoweg en gingen rechtsaf richting bergen. Vanaf nu reden we ook langs een riviertje, dat soms breed en dan weer smaller was. We kwamen ook voorbij enkele campings en dagrecreatieplaatsen. Op het riviertje, Rio Mendoza genaamd, was veel activiteit; vooral rafting en canoën. Op sommige plaatsen leek het er behoorlijk ruig aan toe te gaan, gezien de capriolen die de mensen in de boten maakten. Ook zag ik verschillende mensen staan/zitten vissen, vooral in de buurt van het grote, kunstmatige meer waar we voorbij kwamen. Hier was het water ook ´n heel stuk rustiger. De bergen, die in eerste instantie en van ´n grote afstand, niet zo hoog leken te zijn, bleken toch behoorlijk hoog. Hoe hoog is moeilijk in te schatten. Het gekke is dat wanneer je in een dal staat de hoogte niet zo giga lijkt, maar wanneer je boven op zo´n berg staat en naar beneden kijkt zo´n berg toch behoorlijk hoog blijkt te zijn. Ook frappant is, dat de éne top wel besneeuwd is en de andere weer niet, terwijl ze toch net zo hoog lijken. Misschien is er in werkelijkheid wel ´n behoorlijk hoogteverschil. We reden nu tussen en door de bergen; soms klimmend en dan weer iets dalend. Af en toe kregen we een adembenemend uitzicht; het riviertje diep beneden ons en de bergen die torenhoog boven ons uitstaken. Schitterend! Op ´n gegeven moment kwamen we aan in Valle de Uspallata; een toeristische plek met enkele grote (en wellicht ook dure) hotels. Ook zag ik een bordje naar een camping en er waren ook huisjes te huur. Iets verder rijdend kwam ik er ook achter, dat hier niet alleen in de zomer, maar ook ´s-winters diverse sportmogelijkheden zijn. Skiën, crosscountry, etc. Blijkbaar was het nu ook een drukke tijd, want ik zag nogal wat parkeerplaatsen met auto´s, bussen, etc. We lieten Uspallata voor wat het was en begonnen vanaf nu langzaam te klimmen. Toen ik ´n grote parkeerplaats met bussen en auto´s zag, dacht ik eerst aan de grensovergang, maar het bleek tbv een toeristische attractie, nl Puente Inca. Dit is een grote rots in de vorm van een brug, waar het riviertje onder doorstroomt en de omringende bergen een geweldig imposante kleurenpracht bezitten. Helaas stopten we niet; ik had dit punt eigenlijk best even nader willen bekijken. We reden verder door een overweldigend en vooral imposant stuk natuur en op ´n bepaald moment kwamen we bij het hoogste punt van deze reis: Aconcagua. Met z´n 6.960 mtr. één van de hoogste bergen in Argentinië. Hier had men een uitkijkpunt gecreëerd, maar de bus kachelde vrolijk verder. Zoals ik al eerder schreef, dit is een lijndienst en daarom geen toeristische tourbus. Misschien is het mogelijk met een kleiner busje tzt terug te gaan naar Mendoza en dan de chauffeur vragen, om even te stoppen op dergelijke plaatsen. Het is volgens mij zeker de moeite waard. Op het moment, dat ik me begon af te vragen, wanneer we bij de grens zouden aankomen, kwam de conducteur ons vertellen dat we er bijna waren en dat we onze papieren moesten meenemen en de douaneformaliteiten dienden af te handelen in de juiste volgorde; eerst de Argentijnse en daarna de Chileense. De bus reed een grote hal binnen en daar leek het wel donker; we hadden de hele middag in de zon gereden en dan lijkt schaduw plots donker. We stapten uit en liepen naar een hal, waar douane-ambtenaren achter een balie en computerscherm zaten. Aan de linkerkant de Argentijnse douane en aan de rechter de Chileense. Het verliep allemaal behoorlijk snel en met zo´n kleine groep is het ook in no time gebreurd. De Argentijnse beambte vroeg wel aan mij, of de datum van het Argentijnse visum in mijn paspoort klopte. Blijkbaar was ik een te korte tijd in Argentinië geweest, want er was nog zo veel meer te zien en te beleven. Ik vertelde, dat ik nog terug zou komen in Argentinië en hij lachte daarop vriendelijk terug. Ondertussen was onze bagage uit de bus geladen, door de scanner heen gehaald en weer ingeladen. Nu moesten wij nog door een scanner en onze handbagage ook. Ook dit ging van een leien dakje en we konden weer instappen; de Chileense zon tegemoet. Als eerste kregen we een spectaculaire afdaling met zeker wel 26 haarspelbochten, maar dat is eigenlijk meer geschat dan echt geteld. Misschien zijn het er meer, maar ik wil ook weer niet overdrijven. Het ging in ieder geval zeer snel naar beneden over een niet al te lange afstand. Van een adembenemend uitzicht door/in een dal reden we plotseling ín het dal zelf. Tijdens de afdaling kregen we koffie en ´n klein pakje koekjes uitgereikt. Ik had wel trek in iets en dus was dit meer dan welkom. Toen we op ´n gegeven moment de hoge bergen achter ons hadden gelaten, reden we door vlak en minimaal golvend terrein omgeven door bergen, die meer op heuvels leken. We reden door de wijnstreek van Chili; overal wijngaarden en ook hier die typische hoogstamstruiken met ´plat´dak. We reden over een enkelbaansweg en soms ging dat maar langzaam, want dan zaten we achter een vrachtwagen, maar meestal kon de chauffeur snel inhalen. Op ´n punt gingen we linksaf en leek het net of we een dorp binnen zouden rijden; zeker omdat ik een bord had gezien met de naam van een busterminal daarop. Maar nee, we gingen de snelweg op, die van noord naar zuid Cili loopt. Zijn de wegen in Argentinië heel goed, het lijkt wel of de wegen in Chile nóg beter zijn. Hoe dan ook, als je het landschap even wegdenkt, is het net of je ergens in Europa over een autoweg rijdt. De auto´s zijn vergelijkbaar als bij ons (in Argentinië rijden ook nog heel veel oude auto´s rond van zo´n 40 jaar of meer!) en de verkeersborden zien er overwegend hetzelfde uit. Toen we in de buurt van Santiago de Chile kwamen, zag ik heel veel nieuwe bedrijfpanden op europees aandoende bedrijfsterreinen. Men had mij al verteld dat Argentinië en Chili het meest europees gericht zijn van alle Latijns-Amerikaanse landen en als je dit dan zo ziet is er geen twijfel meer mogelijk. Diverse fabrieken en lokaties lijken als twee druppels water op vergelijkende fabrieken en lokaties in Europa. Ook kom je hier diverse namen tegen van bedrijven met een Europese of ook Nederlandse origine. En dan rijden we Santiago binnen via de Autopista Nord-Sur; een autoweg met 6 rijstroken (2x3) dwars door de stad met tunnels en viaducten. We verlieten de Autopista en binnen no time stonden we bij de busterminal in het centrum van Santiago. Ik stapte uit, nam mijn rugzak weer in ontvangst en daar stond ik dan: in het centrum van Santiago de Chile, géén Chileens geld op zak en nog niet wetend welke kant ik op moest. Maar dat vond ik nog wel het minste. Ik had eigenlijk een giga dorst en wilde dus zo snel mogelijk wat geld wisselen en water zien te kopen. Ik begon ´n stukje te lopen in een richting, waarvan ik dacht dat dat richting het centrum zou zijn. Toen ik later op een kaart keek die bij de ingang van een metrostation hing, werd mijn vermoeden bevestigd. De winkels die ik tegenkwam waren allemaal gesloten, maar even later zag ik een supermarkt en daarvóór een hokje waar je informatie kon krijgen. Ik daar dus vragen naar een ATM en de man vertelde me dat er een in de supermarkt was. Ik naar binnen, geld pinnen en meteen ´n grote fles water gekocht. Nu ik weer over geld beschikte en m´n ergste dorst was gelest, kon ik op zoek naar San Francisco. Aan deze straat zou zich het Nativo Homestay bevinden van Francisco Llantén, zoals ik de gegevens van zijn kaartje had overgenomen van Danny. Hij en Aleisha hadden goede ervaringen gehad, toen ze in Santiago waren en hier ook hadden verbleven. Omdat deze straat in een bepaald district lag van Santiago, dacht ik er beter aan te doen met de metro te gaan, want volgens de kaart bij de ingang lag deze straat in Departemento C en dat was van hier ´n heel eind uit de richting. Uit de metro stappend kreeg ik het gevoel, dat ik toch niet op de goeie plaats was en toen ik aan iemand vroeg waar San Francisco ergens was, kreeg ik te horen dat ik naar bijna het begin van mijn metro-reis terug moest. Dus ik weer terug en in het centrum uit het metrostation komend was het al bijna geheel donker. Ik vroeg aan iemand de weg en ik bleek al bijna in de juiste straat te zijn; daarna was het gewoon de huisnummers volgen totdat ik bij nr. 375 was aangekomen en dat was toch nog wel ´n stukje tippelen. Ik stond bij nr. 375 en daar bleek een hekwerk te zijn met daarachter een hofje met woningen; aan zowel de linker- als de rechterkant 6 woningen. Dit was in de 30ger en 40ger jaren een typische bouwstijl in Stantiago en in het centrum zijn nog maar enkele van dit soort hofjes te vinden. Dat is erg jammer, want deze huizen hebben veel sfeer; zo-wie-zo méér sfeer dan de appartementengebouwen, die men nu in grote aantallen aan het bouwen is in het centrum. Met elk zo´n 20 tot 25 verdiepingen en met een zwembad op het dak. Bijna alle nieuwbouw in het centrum van Santiago is zo´n hoogbouwmoloch. Maar goed, ik sta daar dus voor een gesloten poort en wist ook niet welk huisnummer ik moest hebben. Er hing nl wel een paneel met drukknoppen en huisnummers erbij, maar daar heb je niet veel aan als je het juiste nummer niet weet. Plotseling werd ik aangesproken door een jonge man, die links van mij opgedoken was. Hij vroeg naar wie of wat ik op zoek was en dus vertelde ik dat ik op zoek was naar Francisco Llantén. Ik legde de klemtoon verkeerd en sprak zijn naam daarom verkeerd uit, maar hij was Francisco of eigenlijk Pancho, zoals iedereen hem noemde. Hij heette mij welkom in Santiago en ging mij voor naar zijn huis en liet me mijn slaapkamer zien de keuken en de douche. Hij zei dat ik maar even moest gaan zitten, zodat hij mijn kamer in orde kon maken, want na het vertrek van twee spanjaarden had hij daarvoor nog geen kans gehad. Pancho vroeg, hoe ik aan zijn adres was gekomen en toen ik hem dat vertelde, wist hij meteen weer wie Danny en Leisha waren. Ik had me even teruggetrokken in de badkamer en na nog even gebabbeld te hebben, zijn we naar een Chinees restaurant gegaan, ´n paar blokken verder, waar we heerlijk hebben zitten eten. Bij terugkomst spraken we nog enkele dingen af, die we in het weekend zouden (kunnen) gaan doen. Pancho vertelde dat hij en zijn band zaterdagavond een optreden hadden in een ´tent´ in Bella Vista, hét uitgaanscentrum van Santiago met vele restaurants, kroegen, disco´s, etc. Hij nodigde mij hiervoor uit, maar wist niet of hij kon regelen dat ik gratis mee naar binnen mocht. Ook was er ´n feest bij (muziek)vrienden van hem in een groot huis, slechts 2 blokken verder. En hij zou mij meenemen naar een museum, waar op dit moment een speciale tentoonstelling was. Nou ja, we zouden wel zien. Eerst maar ´ns gaan slapen. Voor mij was het duidelijk: ik was hier met m´n neus in de boter gevallen. Niet alleen het plekje van Pancho; een oase van rust en dat midden in het centrum van Santiago de Chile! Santiago leek ook wel een eerste klas partytown! Én.... niet geheel onbelangrijk; het klikte geweldig tussen Pancho en mij. We hebben, naast vele stukken serieuze conversatie, ook veel gelachen tijdens onze eerste avond en kennismaking.
05 april 2007 ´s-Morgens heb ik met 2 jongens en 2 meisjes uit Slowakije uitgebreid zitten ontbijten en babbelen. Elk jaar maakten zij met z´n vieren een trip van drie maanden door Zuid-Amerika, waarbij ze meestal in één land bleven, om de cultuur op te snuiven maar ook om diverse natuurgebieden te verkennen. Zij konden helaas maar twee nachten in het hostal blijven en moesten dus verkassen. Ik had nog een nacht extra kunnen boeken, net als José, maar daarna diende ik/wij ook te vertrekken. Men heeft een beperk aantal kamers in dit hostal en vol is nu eenmaal vol. Vandaag zou een rustig dagje voor me worden; ´n beetje rondwandelen door Mendoza en naar de busterminal om daar een ticket te gaan kopen voor de busreis naar Santiago de Chile. Een reisje van zo´n 5 uurtjes en zoals ik mezelf had bedacht zou dit ook wel een indrukwekkende reis worden, omdat je de Andes oversteekt over een pas, die op bijna het hoogste punt van Argentinië cq Chili ligt. In de stad nog geprobeerd te inernetten, maar ik kwam geen vrije machines tegen en op degenen, die ik wel geprobeerd heb, kon ik niet in het beveiligde deel van mijn weblog komen. Telkens kreeg ik het inlogscherm om mijn naam en wachtwoord in te geven, en als ik dat deed en op ´enter´ drukte dan kreeg ik dat scherm weer. Dus dat schoot niet op. Maar niet getreurd, het weer was prachtig en om in Mendoza rond te wandelen is zeker geen straf. Later nog even uitgebreid zitten lunchen. Ja, dat doet men hier later dan bij ons. In Argentinië begint men met een (vaak licht) onbijt en een hele stevige lunch. Tegen het eind van de middag neemt men koffie of thee met meestal iets zoetigs, zoals taart, muffin, of iets dergelijks. En dan ´s-avonds weer een stevige maaltijd. De restaurants beginnen pas om 20.30 uur met het serveren van ´cena´ of ´comida´, zoals diner genoemd wordt in het Spaans. In de supermarkt dicht bij het hostal heb ik broodjes en beleg gekocht, om dit later in het hostal op te peuzelen. Ik had nl geen zin, om weer ´n restaurantje op te zoeken en daar te gaan zitten eten. Vaak is het in de hostal met enkele mensen erbij gezelliger, want ieder rommelt zo zijn of haar kostje bij elkaar en je kunt bovendien gebruik maken van de keuken en (beperkte) apparatuur. Afwassen moet je natuurljk wel zelf doen... Later die avond ben ik nog even de straat opgegaan en heb dicht bij het grote park in het centrum mezelf verwend met een groot stuk chocoladetaart en koffie. Ben wel weer betijds richting hostal gegaan, want ik wilde niet al te laat gaan slapen.
04 april 2007 ´s-Morgens had ik tijd genoeg om m´n spullen in te pakken en daarna nog even de stad in te gaan. M´n broekband was nog niet helemaal droog, maar dat zou in Mendoza wel verder drogen; de rest was gelukkig wel al droog. De sleutel inleveren en vertrokken. Onderweg even koffie en wat eten en dan richting busterminal. Deze keer had ik zelfs een nóg luxere bus, dan op de heenweg. Onderweg werd het steeds bewolkter en op sommige momenten regende het; de ene keer harder dan de andere keer. Op ´n bepaald ogenblik onweerde het en toen kwam het met bakken uit de hemel gevallen; zo erg dat er verschillende auto´s op de pechstrook stopten. Pas zo´n 30 à 20 km vóór Mendoza werd het droog, maar aangekomen bij de busterminal begon het weer te regenen en heb ik maar de bus genomen richting centrum. Ik had toen ik wegging al een bed gereserveerd in het hostal, waar ik eerder heb verbleven, dus ik hoefde deze keer niet op zoek naar een slaapplaats; ik kon er meteen naar toe. Aangekomen in de hostal kreeg ik direct een toegangskaartje voor de concerten van die avond in één van de plaatselijke theaters. Hier zou een impressie van de laatste 30 jaar rock in Mendoza (zowel stad als provincie) plaatsvinden. José had dat kaartje voor me opgehaald; vanwege het beperkt aantal plaatsen moest je een toegangskaartje hebben, maar de toegang was gratis. Ik heb een zanger/songwriter gezien, die wel wat weg had van Neil Young, zowel qua stem als qua (gitaar)muziek en twee groepen, die rockmuziek speelde. Een ´n beetje jazzie en de ander nogal hard. Tegen middernacht was het afgelopen en ben ik langzaamaan richting hostal gewandeld. o.a door het grote park waar nog diverse standjes open waren met allerlei handgemaakte artikelen.
03 april 2007 ´s-Morgens werd ik bij mijn hostal opgehaald met een busje van Yandi Tours. Er zaten al meerdere mensen in en we gingen bij andere hostals en hotels langs, om nog meer mensen op te halen. We reden de stad uit en de eerste halteplaats was een tankstation met wegrestaurant anex winkeltje. Ik had nog niet ontbeten en kocht enkele broodjes en koffie. Toen ging het op weg naar een uitkijkpunt, een z.g. mirador genaamd San Francisco de Asis. Een plaats waar je een schitterend uitzicht hebt over een giga groot gebied. Aan één kant keek je in de verte naar San Rafael en naar de andere kant over een grote vlakte en dan hoge bergen, wazig te zien van zo´n grote afstand. Op de heuvel stond (uiteraard) een beeld van San Francisco met een offerplaats ervoor.
Ik ben deze hele dag op stap geweest (als énige Nederlander cq buitenlander) met ´n groep van 5 Argetijnse echtparen, die op vakantie waren in San Rafael en de hele dag hebben we door de mooiste natuur gereden. Vorige week hebben ze hier ´n week vakantie gehad en de meesten trekken er dan op uit. Er zijn ten slotte zeer vele interessante plekken in Argentinië, nationale parken en diverse mogelijkheden voor al dan niet avontuurlijke sportmogelijkheden. Na San Francisco reden we door een vulkanisch landschap en onze gids kon er uitgebreid over vertellen. Het ging weliswaar allemaal in het Spaans, maar in grote lijnen kreeg ik toch wel het meeste mee. Ik ben al bijna twee maanden in Spaanssprekende landen, dus dat mag onderhand ook wel. Op ´n bepaald moment naderden we een groot meer; Lago Nihuil, een kunstmatig meer van zo´n 1.800 ha. Hier stopten we bij het restaurant en verbleven er zo´n 1/2 uur. Het restaurant was tevens een soort dorpshuis voor de mensen, die in het naastgelegen park een (tweede) huis hadden. Allemaal vrijstaande laagbouwhuizen met allemaal een grote BBQ op het terras.
Het meest indrukwekkend was wel de rit door de Cañon de Atuel. Dit is een canyon met aan beide zijden bergen (lava)gesteenten in de meest uiteenlopende vormen en kleuren. We volgden ook de rivier, die op meerdere plaatsen onderbroken werd door een waterkracht-centrale. Sommige rotsformaties lijken op grote mensen, dieren, en wat je er al niet meer van kan maken. Soms zelfs een hele groep monniken, die met gebogen hoofd liepen te bidden. Indrukwekkend om te zien al deze adembenemende vormen; vooral als je je bedenkt dat het allemaal natuurlijk is gevormd! Nadat we aan het eind van deze canyon de Valle Grande inreden, stopten we bij een restaurant en hier hebben we gelunched. Het was inmiddels al half vier en dus had ik wel trek in een hapje. Onze gids vroeg, of ik ook zin had om te gaan raften. Nou heb ik dat nog nooit gedaan en ik had er ook geen geschikte kleding voor bij me, maar ik ben toch meegegaan. Ik wilde dat toch wel ´ns meemaken. We kregen ´n helm en zwemvesten uitgereikt en daarna kregen we nog ´n korte instructie, alvorens we te water gingen. Ik ging er droog in en na de ´rit´ kwam ik er drijfnat weer uit. Het was af en toe best wel spannend, want de stroomversnellingen en watervervallen bevatten ook veel kolken(jes) en dan is het maar de vraag, hoeveel water schep je op dergelijke momenten. Volgens mij zat ik toch aan de verkeerde kant, of op de verkeerde plaats want ik had geen enkel droog stukje meer aan m´n lijf. Gelukkig is mijn regenjack, die ik in het busje had laten liggen, nét lang genoeg om mij in m´n onderbroek verder te laten lopen/zitten. Op de terugweg naar San Rafael zijn we nog gestopt bij een grote fruitteler. Hier kon je vers fruit en/of verwerkt fruit, zoals jams, juses, etc. kopen. Ik liep er ´n beetje raar bij, dus ben maar niet naar binnen gegaan. Maar hoe dan ook; ik heb ´n schitterende dag en vooral middag gehad in een indrukwekkend en soms ook adembenemend stukje Argentijnse natuur. Terug in het hostal, heb ik meteen m´n drijfnatte kleren opgehangen en de volgende ochtend heeft de zon er nog ´n paar uurtjes z´n best op gedaan. Heb mezelf nog even wat opgefrist en ben daarna nog een hapje gaan doen in een gezellig restaurantje, waar ik toch wel érg veel heb zitten eten; ik kreeg het helaas niet helemaal op, maar het was heel lekker. Moe na zo´n dagje, maar wel heel voldaan kuierde ik op m´n gemak terug naar de hostal; ´n wandelingetje van zo´n klein 1/2 uurtje. Het is dan toch wel weer verbazingwekkend, hoeveel mensen je hier dan nog op dit uur van de dag, net voorbij middernacht, in restaurantjes ziet zitten eten.
02 april 2007 Vandaag ben ik van Mendoza naar San Rafael gegaan. San Rafael ligt zo´n 240km ten zuiden van Mendoza (en dus weer ´n stukje met de bus; zo´n 3 uur deze keer, dus dat valt mee... ) en is een toeristische trekpleister. Om soms wat aparts te zien, moet ik ook de toerist uitgehangen. En voor enkele dagen heb ik daar geen probleem mee. Het reizen met de bus is héél comfortabel in Argentinië en deze keer hadden we zelfs een hostess aan boord, die op ´n bepaald moment koekjes uitdeelde en later ook frisdrank. Een groot deel van de reis reden we evenwijdig aan de Cordilliero Occidental, ofwel het Andesgebergte tussen Argentinië en Chile. Bergen met wit besneeuwde toppen en soms prachtige kleuren. Schitterend! Het landschap zelf was hoofdzakelijk vlak en slechts hier en daar een beetje golvend. Halverwege de middag kwamen we aan in San Rafael bij de busterminal. Het was lekker weer en ik besloot eerst maar ´ns ´n stukje te gaan lopen; beetje de stad verkennen en tevens op zoek naar ´n hostal. De stad ziet er een beetje hetzelfde uit als Mendoza: brede straten en dito trottoirs met vele bomen. Wat wel direct opviel was de rust, die er over het algemeen heerstte op het moment dat ik er rondkuierde. Ook was er weinig verkeer en dus verbaasde het me om toch nog zo veel verkeerslichten te zien. Ik zag diverse hotels en ben bij enkele naar de prijs gaan informeren, maar schrok hier nogal van; véél duurder dan in Mendoza. Uiteindelijk kwam ik bij een hotel naar buiten, waar men mij voor twee bedden wilden laten betalen, terwijl ik maar in één bed tegelijk kan liggen en daar zat een man op een muurtje. Hij sprak mij aan en vertelde, dat de eigenaresse van dit hotel een beetje ´loco´ was, maar dat er verderop in de straat een veel goedkoper hostal te vinden was. Hij wees mij de weg en ik dus daar naar toe. Het begon ook al een beetje te schemeren, dus ik wilde toch wel snel onderdak zien te vinden. En dat vond ik dus op het aangegeven adres. In de kamer stonden twwe stapelbedden, waarvan er één was opgemaakt en de bovenste bedden geen matras hadden. Er was geen badkamer op de kamer, maar dat vond ik niet zo erg. In Mendoza moest ik die ook delen. Belangrijker is, dat alles er schoon uitziet. Ik nam de kamer en betaalde voor twee nachten, want men had mij ook verteld, dat er in San Rafael verder ook niet zo veel te beleven viel. Het was meer in de omgeving. Na mezelf wat opgefrist te hebben, ben ik het centrum ingewandeld en ben op zoek gegaan naar een reisagent, die ik eerder die middag al had gezien. Kon deze echter niet zo gauw meer vinden en heb toen een tour geboekt bij een andere. Daarna wat eten en nog even op zoek naar een internetcafé, echter nergens ´n vrije kompjoeter te vinden. Het viel me overigens tegen, hoe weinig internetcafé´s er hier zijn. Onderweg terug naar het hostal kwam ik langs een internetcafé, maar dat zou binnen 10minuten gaan sluiten, dus dat was ook geen optie. Omdat het de volgende ochtend vroeg dag zou zijn, ben ik maar op tijd gaan slapen.