Ja, het is al weer ´n hele tijd geleden dat ik iets heb toegevoegd aan dit weblog. Dus laat ik maar eens beginnen met mijn laatste avontuur: het reisje naar Cotahuasi, ongeveer 12 uur bussen van Arequipa in het zuiden van Peru. Afstanden worden hier meestal niet uitgedrukt in KM, want reizen door de bergen brengt soms z´n eigen avontuur en dan kunnen reistijden wel eens fluctueren.
In de bus van Desaguadero (op de grens tussen Bolivia en Peru) naar Arequipa zat ik naast ene Leonel, die me vertelde zeker naar Cotahuasi te gaan. Cotahuasi is een dorpje in de Cordillera Occidental, zoals dit deel van de Andes hier genoemd wordt. Vooral de omgeving zou daar schitterend zijn en de Cañón de Cotahuasi is de diepste cañón ter wereld, met op z´n diepste punt zo´n 3.400 mtr. hoogteverschil! Ook Nino, de hoteleigenaar in Arequipa, vond dat het zeker de moeite waard zou zijn daar een kijkje te gaan nemen en gaf me later ook nog enkele tips.
Kerst en oud-en-nieuw heb ik in Arequipa doorgebracht en mijn bedoeling was, om de vrijdag na nieuwjaar met de bus naar Cotahuasi te gaan. Doordat ik mijn kleren niet eerder dan zaterdagnamiddag kon ophalen, moest ik mijn reisje uitstellen tot zondag. Omdat er slechts twee bussen per dag rechtstreeks van Arequipa naar Cotahuasi rijden en allebei ook nog op dezelfde tijd, ging ik zaterdag direct na de lunch naar de busterminal om een kaartje te kopen. Ik wist niet zeker, of er ATM´s zouden zijn in Cotahuasi en dus pinde ik meteen wat extra contant geld. Op het moment echter dat ik mijn PIN-pas uit de gleuf wilde pakken, zag ik die zo floeps weer de automaat ingetrokken worden! Op het beeldscherm zag ik nog net in ´n flits de bedanktekst, voordat deze overging in de gebruikelijke reclame-uitingen. Ik stond perplex en probeerde nog enkele knopjes in te drukken, maar het beeldscherm veranderde slechts omdat het zo geprogrammeerd was en vroeg op ´n bepaald moment om je PIN-pas in de gleuf te steken. Toen ik die tekst las en ondanks dat ik toch wel baalde, moest ik eigenlijk ook wel weer glimlachen bij de gedachte: ´en dan meteen je pasje kwijt zeker?´ Gelukkig was het een ATM, dus een officiële machine van een bank, die mijn pas had ingeslikt en dus maakte ik me niet zo heel erg druk, dat ik mijn pas niet meer terug zou zien. Ook heb ik het internationale nummer in NL niet gebeld, om het verlies van mijn pas te melden. Het zou alleen maar een hoop rompslomp geven en wellicht ook nog de (on)nodige Euro´s gaan kosten. Ik zou alleen mijn reisje moeten uitstellen tot maandagnamiddag. Nu, zaterdagmiddag, waren alle bankkantoren gesloten. Misschien raar en misschien ook niet, maar ik voelde totaal geen paniek en had het volste vertrouwen in een geode afloop. Maandagochtend meteen naar de desbetreffende bank gegaan om te kijken, of ik mijn pasje op enigerlei wijze kon terugkrijgen. Ik werd verwezen naar het hoofd geldautomaten en we hebben even gezellig zitten babbelen. Hoe lang ik in Peru was en nog zou blijven, wat ik van Peru vond, het eten en over welke plek(ken) ik de mooiste vond, etc. etc. Het valt me overigens wel keer op keer op, hoe trots de mensen in Zuid-Amerika zijn op hun stad, dorp, streek of land. Meestal geef ik een diplomatiek antwoord, wanneer men vraagt welk land ik het mooiste vind tot nu toe. Soms antwoord ik met: ¨Nepal in verband met de Himalaya, de hoogste Bergen ter wereld.¨ Juan-Carlos, de naam van mijn gesprekspartner, maakte op ´n gegeven moment een kort telefoongesprek en zei me om vijf uur ´s-middags terug te komen. Dan zou mijn pasje in zijn bezit zijn en zou ik er weer over kunnen beschikken. Toen ik ´s-middags weer naar de bank terugging, heb ik inderdaad mijn pasje weer teruggekregen op vertoon van mijn paspoort, dat ik gelukkig had meegenomen. Juan-Carlos had trouwens ´n heel stapeltje PIN-passen in z´n hand. Allemaal ingeslikt door ATM´s en allemaal van Peruanen. Die van mij viel als enige op vanwege z´n groene kleur; de PIN-pas van een of andere domme toerist. Wel moest ik na het bankbezoek van die ochtend naar de busterminal, om mijn reisje wederom uit te stellen, want de bus zou om 17.30 uur vertrekken. En ik zou nooit op tijd kunnen zijn.