Dinsdag, 31 juli 2007 Ja, daar ben ik dan weer. Omdat ik van mensen hoorde dat het in Europa niet zo´n geweldig (vakantie)weer is, heb ik enkele krantensite´s bekeken. Overstromingen in Engeland, veel regen in West-Europa, droogte in Oost-Europa en mensen in Zijtaart, die het doen van hun behoeften maar even uit dienen te stellen.... Toch hoop ik dat de meesten, ondanks alles, een prima vakantie hebben gehad of nog tegemoet gaan. Maar niet alleen in Europa is het weer van slag. Het is een mondiaal probleem en ook in Bolivia is het niet anders. Op veel plaatsen is het veel kouder dan ooit tevoren. Gelukkig valt het in Sucre wel mee, ondanks dat deze stad toch behoorlijk hoog ligt (2.800 mtr). In Potosí, op zo´n 150 km afstand en bijna 4.000 mtr hoogte, had men vorige week sneeuw, vorst en temperaturen die véél lager waren dan gebruikelijk. Dit zorgde voor de nodige problemen en vooral voor het arme deel van de bevolking. Deze mensen wonen in hutjes van plaatstaal en karton en de wind waait daar dwars door heen. Begrijpelijk dat deze mensen allerlei kwalen hebben (bv reuma) en dat er ook mensen zijn overleden. Vooral in begin juli, toen er heftige sneeuwval was in La Paz (40 cm!), diverse hoog gelegen steden en dorpen en natuurlijk de Alti-Plano. De kranten stonden er vol van en ook op de TV werd er uitgebreid aandacht aan besteed. Maar afgelopen donderdag en vrijdag was het ook behoorlijk fris in Sucre. Normaal loop ik in T-shirtje en ´n dun jasje, maar nu had ik overdag ook ´n truitje nodig. Vooral de wind maakte het onaangenaam. Gisteren en vandaag is het weer weer heel aangenaam. Vorige week dinsdagavond, na de Tai Chi-les in de Bolivian Spanish School, had ik op de Plaza afgesproken met Pablo en zijn vriendin Alejandra. We zijn ´n hapje en ´n drankje gaan doen en hebben behoorlijk wat af zitten babbelen. Zij hebben enkele jaren terug in Europa rondgereisd en dat is voor Boliviaanse begrippen uitzonderlijk, want het is het armste land van Zuid-Amerika en daardoor is reizen behoorlijk duur en zeker naar Europa. Pablo en Alejandra zijn enkele van de héle leuke mensen, die ik hier heb ontmoet en ik denk dat het me moeilijk zal vallen, om tzt Sucre te gaan verlaten. Ook om na zo´n periode weer op reis te gaan zal even wennen zijn. Maar we zullen wel zien; voorlopig ben ik nog even hier. Woensdag, 25 juli, was er ´s-morgens een hele grote happening op de centrale plaza van Sucre en ´s-middags was het in de stad onwezenlijk stil, vanwege het feit dat (bijna) iedereen naar en rond het stadion was, om de happening voort te zetten. Sucre is de statutaire hoofdstad van Bolivia, maar de regering zit in La Paz. Er is een grote beweging, die graag zou zien dat de regering naar Sucre verhuist, maar of dat dat óóit zal gaan gebeuren is allerminst zeker. Bijna iedereen, die ik hierover spreek, denkt niet dat het ooit zal gebeuren. Bovendien lijkt het mij voor een plaats als Sucre onmogelijk, om de regering hier op te vangen of te huisvesten. Om nog maar te zwijgen over de giga kosten. Voor de economie van Sucre en Chuquisaca (de staat waarin Sucre ligt) zou dat een geweldige impuls zijn, maar in La Paz is een tegenbeweging actief. Begrijpelijk natuurlijk. Hoe dan ook ´s-morgens was er dus een grote mars door Sucre en werden er folders uitgereikt en auto´s en andere voertuigen volgeplakt. Sucre La Capital Plena! ´s-Middags waren (bijna) alle winkels, kantoren, scholen, etc. etc. gesloten en toen ik naar het opvanghuis liep, was het onwezenlijk stil in de straten. Bij het opvanghuis aangekomen, bleek de oudere jeugd met de mars mee te zijn naar het stadion. Slechts enkelen waren achter gebleven en we hebben in plaats van normaal les, bijna twee uur Tai Chi-oefeningen gedaan. Na nog even TV te hebben gekeken, ben ik betijds weer weg gegaan. Protesteren en marsen houden zit de Bolivianen kennelijk in het bloed, want vrijdagsmorgens was er weer een protestmars. Dit keer van de camposinos, die naar Sucre waren gekomen, om (wederom) te protesteren tegen de omstandigheden op het ´platte` land. Omdat men hier vaak onder erbarmelijke omstandigheden leeft, kan ik me dit soort acties wel voorstellen. Of het iets helpt, betwijfel ik ten zeerste. Mijn hotel ligt in het centrum en toen ik met ´n zak was richting wasserette wilde lopen, zou ik tussen de mensen door moeten zien te manouvreren. Ik vond dat niet zo´n geweldig goed idee en dus besloot ik dit maar ´n dag later te doen. Voor mij maakte dat niet zo veel uit en bovendien was het ´n héél stuk rustiger. De vrijdagavond was er in de Bolivian Spanish School een speciale avond. Er zouden drie verjaardagen worden gevierd en als verrassing voor één van hen was er een Mariachi-band, die zeker ´n uur heeft gespeeld. Daarna werd er een typische Boliviaanse maaltijd opgediend en dat smaakte me voortreffelijk. Ik heb zelfs drie keer opgeschept en Mercedes (uit Salta, Argentinië en één van de koks) vond het prachtig. Na nog ´n stuk taart en ´n glaasje wijn, ben ik met enkele anderen nog naar ´n (nieuwe) bar gegaan net buiten het centrum van Sucre. Toen we hier goed en wel waren, begonnen enkele mensen live-muziek te maken. Folkloristische muziek en typisch voor Sucre en omgeving. Héél gezellig, maar toch ben ik tegen tweeën weer richting hotel gegaan. Ik wilde de volgende ochtend niet al te laat opstaan, om eerst naar de wasserette en daarna naar de Mercado Camposino te gaan. Met de lokale (Dodge)bus ging ik daar naar toe. Bus is misschien een groot woord voor dit soort vehikel, maar ik hoefde niet te ´klimmen´, want de Mercado Camposino ligt hoog aan de rand van Sucre. Het is een groot gebied vol met winkeltjes, stalletjes en een grote overdekte hal, waar hoofdzakelijk etenswaren te koop worden aangeboden en waarin ook diverse ´restaurantjes´zijn gevestigd. Ook zag ik hier (halve) koeiekoppen, nog kompleet met huid en haren. Hetzelfde gold voor de staarten. Ik ging eigenlijk, om nieuwe schoenen te kopen, maar dat is me niet gelukt. Niks te vinden in mijn maat. Enkele verkopers wilden me wel een kleinere maat schoenen verkopen, maar ja, daar heb je niks aan. Wel kwam ik terug met nieuwe (leren) sandalen en dat voor een prijs van Eur. 4,00! Rondlopend op en over deze markt kijk je je ogen uit en het was al ´n eind in de middag, toen ik uiteindelijk te voet terugliep richting centrum. Toen ik zaterdagavond over de Plaza richting wasserette liep om mijn was op te halen, hoorde ik mijn naam roepen. Ik stopte om te kijken, wie er mij riep en daar kwam Pablo aanlopen, die mij aan het zoeken was. Hij was al bij het hotel geweest, maar daar was ik niet. Hij nodigde mij uit, om deze avond bij zijn zus te gaan eten en er zouden nog meerdere mensen zijn, waaronder zijn ouders. Je begrijpt, dat dit een hele leuke verrassing was voor mij en ik nam de uitnodiging dan ook graag aan. Pablo zou mij rond half negen op komen halen bij het hotel, want het was nogal moeilijk om de weg uit te leggen; het was nl aan de rand van de stad in een nieuw aan te leggen wijk. Tegen half negen klopte Pablo op mijn hoteldeur en we liepen naar de uitgang. Wie schetst mijn verbazing, dat hij met de motor was. Een off-road nog wel! Met een héél klein zadel. Een helm heb je hier ´niet nodig´, dus dat was geen probleem, maar liever had ik er wel eentje gehad. Niet dat ik Pablo niet vertrouwde, maar het leek me gewoon ´n stukje veiliger. Ik dus achterop en daar gingen we. De straten lopen hier behoorlijk op en het ging toch met ´n behoorlijke vaart. Rijdend over de rondweg had ik een giga schitterend uitzicht over Sucre en ik besfte dat we toch behoorlijk snel waren gestegen. Je hebt dat ín de stad niet zo erg in de gaten. Zeker niet, wanneer je achter op een motor zit en je alle zeilen bij moet zetten om je vast te houden... want dat had ik nauwelijks, maar gelukkig ging alles goed en kwamen we heelhuids aan bij het nieuwe huis van zijn zus en zwager, die er net 2 maanden in wonen. Ik had wel giga koude handen gekregen en ik voelde mijn vingers nauwelijks meer... maar ach, dat mocht de pret niet drukken. Kixe (spreek uit als Kieke, een verbastering van Henrique) had het huis zelf gebouwd met behulp van anderen en het zag er heel goed uit. Hij was er dan ook terecht heel trots op. Langzaam druppelde iedereen binnen (in totaal zo´n 12 personen) en er werden enkele flessen heerlijke Boliviaanse wijnen opengetrokken. De ouders van Pablo waren ook aanwezig en ik heb ´n tijdje met de vader (José) zitten babbelen. Hij vertelde, dat hij met ´n vriend in 1971 door Europa was gereisd en daarbij in een Mini ruim 26.000 km (!) had afgelegd. De Dam-slapers in Amsterdam hadden blijkbaar nogal indruk gemaakt, want de hele familie moest dat verhaal nogmaals aanhoren... Ze waren ook door héél Scandinavië gereisd en daarover raakte hij weer enthousiast. Vooral Finland had nogal indruk gemaakt. Momenteel is hij (mede) directeur/eigenaar van een groothandel in bouwmaterialen in Potosí en hij vertelde dat zijn bedrijf, naast de vele andere producten, zo´n 80 ton (!) kalk per dag omzet. Ik was al tot de conclusie gekomen dat de familie van Pablo niet tot de armste behoorde, maar bij het horen van dit verhaal, kon ik me niet aan de indruk onttrekken, dat men er redelijk warmpjes bijzit. Niet dat daar iets van te merken viel, integendeel. Heel gewoon gekleed, geen dikke auto´s en zeker geen hooghartig gedoe. In die korte tijd heb ik dat wel anders meegemaakt in Bolivia. Op ´n bepaald moment werden we aan de reeds gedekte tafel genodigd en kwam de paella op tafel. Ik liet me deze goed smaken en heb zelfs drie keer opgeschept. Of beter op laten scheppen. De moeder van Pablo vond dat prachtig en genoot ervan; ze vond mij een gezonde eter... Koffiedrinken na de maaltijd is blijkbaar geen gewoonte hier, want ipv koffie kwamen de spiritualiën op tafel: whiskey en singhani, een Boliviaanse soort jenever, dat je drinkt met ijs en Sprite. Ook werd er muziek gedraaid, vooral Argentijnse en Boliviaanse rockmuziek. `N behoorlijke tijd later hebben we afscheid genomen en zijn Pablo en ik naar Carlos en zijn vrouw Pamela gegaan, waar we nog `n afzakkertje hebben genuttigd en hebben zitten babbelen. Carlos had het op `n gegeven moment wel gehad en viel in slaap op de bank. Pablo bracht hem daarna naar bed, maar kwam zelf niet meer terug. Pamela kwam de kamer in en vertelde, dat Pablo naast Carlos in slaap was gevallen. Ze belde voor mij een taxi, die mij terugbracht naar het hotel. Dat kon ook wel, want het was inmiddels al bijna half acht in de morgen! De taxi was trouwens wel hèèl apart; het stuur zat namelijk aan de linkerkant (en dus gewoon voor Bolivia), maar de rest van het dashboard, zoals meters e.d. zat aan de rechterkant. Onder de meters zat een gat waar normaal de stuurkolom zit. Later hoorde ik, hoe dat zo komt. De Japanse auto-industrie exporteert overjarige modellen naar Chili en hier zijn speciale bedrijven, die de complete stuurinrichting ombouwen, maar de rest van het dashboard laten zoals dat is. Deze auto`s worden daarna op de markt gezet in o.a. Chili, Argentina en Bolivia. Uiteraard tegen sterk gereduceerde prijzen. Heel apart, zeker wanneer je dat voor de eerste keer ziet. In het hotel aangekomen, was ik keurig op tijd voor het ontbijt en ik had wel (weer) zin in een hapje en `n bakkie koffie. Heb nog even zitten babbelen met een Zwitser, die hier was tbv een project dat te maken had met chocolade en de productie daarvan. Interessant om te horen, hoe men hier zakelijke dingen aanpakt. Maar daar wil ik jullie niet verder mee belasten... Na het ontbijt heb ik nog even op het dakterras zitten genieten van de zon en daarna ben ik even het bed ingedoken, om rond de middag weer wakker te worden. Mezelf opfrissen en toen weer de stad in; het was tenslotte lekker weer en dan is het zonde, om de dag in bed door te brengen, nietwaar?