25 maart 2007 Na een voortreffelijke nacht (ik was slechts één keer wakker geworden, om het potje op te zoeken), was ik al weer redelijk betijds wakker. Even snel onder de straal water door en dan ontbijten in het restaurant van het hotel. Het had volgens mij bijna de hele nacht geregend, want de stoep was nog behoorlijk nat, maar gelukkig begon de zon weer door de wolken heen te breken. Het was helaas niet mogelijk, om mijn rugzak in het hotel achter te laten en dus nam ik die maar weer mee. Om hem achter te laten bij de busterminal leek me, gezien de hoeveelheid bagage, niet erg verstandig. Stel ´ns voor dat ik hem ergens onderuit moet zien te vissen, wanneer ik ´s-middags terug zou komen. Het internetcafé van de avond ervoor was gesloten, dus helaas geen internetten. Later realiseerde ik me dat ik langs nog een internetcafé was gekomen, toen ik het dorp binnenkwam. Toen ik daar dus naar toe ging, kreeg ik te horen dat men om 13.00 uur ging sluiten. Ondertussen was het al bijna kwart voor één; nou ja, dan maar snel even m´n meelboks bekijken. Bij de bakker had ik broodjes gekocht en in een winkeltje beleg gehaald en dat heb ik in een parkje tegenover dit laatste intrnetcafé op zitten peuzelen. Het was heerlijk weer, kon mijn rugzak afdoen en even genieten van de rust. Want dat moet gezegd; was het in Bolivia al een heel stuk beter betreffende het geluid van auto´s, bussen en vrachtwagens, hier in Argentinië was het nóg rustiger, op ´n enkele uitzondering na. Wellicht dat het scheelde, omdat het nu zondag was. Op ´n bepaald moment ben ik naar ´n restaurantje gegaan en heb daar wat zitten eten. Ik wist niet of de bus ´s-avonds nog ergens zou stoppen, zodat ik nog iets te eten kon kopen. In ieder geval had ik dan wat warms gegeten. Heb nog even wat aantekeningen zitten maken en ben toen richting busterminal gegaan. Had onderweg daar naartoe graag nog enkele dingen ingekocht, maar helaas waren alle winkeltjes gesloten. Tegen half zes kwam ´mijn´ bus aanrijden en ik checkte in; m´n rugzak ging in het bagageruim. Het was een luxe bus en ik zat bovenin, zodat ik een goed uitzicht had. Ik vertelde al, dat La Quiaca een kleine plaats is, maar toen we gingen rijden, bleek dat er behoorlijk werd gebouwd; de zg nieuwbouwwijken. Wat ik hier nooit had verwacht en het verbaasde me daarom nogal is, dat er allemaal dezelfde huizen werden gebouwd; allemaal twee onder één kap. Ook waren deze huizen niet zo heel erg groot, eerder aan de kleine kant. Het zou bijna een nieuwbouwwijk in Nederland kunnen zijn. Ware het niet, dat op elk huis een watertank gebouwd werd. Redelijk snel reden we door landelijk gebied en dat was behoorlijk vlak met in de verte, zowel links als rechts, de bergen. Op sommige momenten reden we tussen de bergen door en dat gaf een giga uitzicht in de dalen, waar ook ´n rivier(tje) stroomde. Bij een controlepost van de politie stopte de bus en even later kwam de conducteur, om te vragen van wie de bagage was met nr. 117. Nou, dat was dus mijn rugzak en ik werd verzocht naar buiten te komen. Ik moest mijn paspoort aan de politiedame laten zien en toen ze blijkbaar mijn leeftijd zag en hoe ik gekleed was, pakte ze m´n rugzak op en zette die weer in het bagageruim. Ik hoefde niks te openen of verder te laten zien. Waarschijnlijk heb ik een vertrouwenwekkend uiterlijk, of het moet mijn onnozele houding zijn geweest, die ik altijd in dit soort situaties hanteer. Frappant vond ik wel, dat van alle bagage juist mijn rugzak er tussen uit genomen werd. Even later kachelden we weer verder. Wat mij ook opvalt in Argentinië, is dat de wegen hier erg goed zijn en de bus daarom met een behoorlijk gangetje door kan kachelen. We stopten in enkele plaatsen, om mensen uit en in te laten stappen. Op ´n bepaald moment was er weer een politiecontrole, de bus moest aan de kant en iedereen moest uitstappen. Ik kon blijven zitten als ik wilde, want ik was al gecontroleerd, maar ik wilde toch even m´n benen strekken en was ook wel ´n beetje nieuwsgierig hoe het er aan toeging bij zo´n controle. Ik vroeg aan iemand, die ook in de bus zat, waarom al die controle´s. Ze vertelde dat dat vooral te maken had met smokkel, illegalen en drugs. Ondertussen stonden alle passagiers in ´n dubbele rij en werden hun papieren en handbagage gecontroleerd. Van sommigen werd ook hun bagage uit het bagageruim gehaald en gecontroleerd. Alles bij elkaar ging het redelijk snel en na ongeveer ´n kwartiertje draaiden we weer de weg op. Ondertussen was het donker geworden en was er buiten dus weinig meer te zien. Totdat we tegen half elf Jujuy binnenreden; een behoorlijk grote plaats, waar we naar de busterminal gingen. Jujuy is niet alleen een grote plaats, maar ook een (verbindings)centrum vanwaar je diverse bussen kunt nemen naar allerlei steden in Argentinië en ook daarbuiten. De busterminal bevat ook diverse kantoren van busmaatschappijen met daartussen allerlei winkeltjes en shopjes en ook enkele eettentjes, die zich aan de buitenzijde bevinden. Volgens mijn informatie, zou ik hier ongeveer 2 uur moeten wachten op de bus naar Mendoza. Daarom ben ik eerst maar eens rond gaan wandelen en heb toen besloten, om een hamburgertje te gaan eten. Nou, dat hamburgertje was een flinke hap; ´n groot broodje, dito hamburger met ham en gebakken ei met veel salade en tomaat. En dat alles voor ´n bedrag van 0,80!
24 maart 2007 ´s-Morgens om kwart voor zeven kregen Maja en ik een bonnetje van de conducteur met de mededeling, dat we in de restauratiewagon konden gaan ontbijten. Dat was een verrassing, maar ja, eigenlijk had ik er ook ´dik´ voor betaald. Het ontbijt bestond uit brood, crackers, ´n muffin en ´n gebakken ei met koffie en jus en ik liet het me goed smaken. Ik moest wel snel zijn, want iets na zevenen rolden we het station van Villazon binnen. Mijn eerste plan was, om in Villazon te overnachten, (want ik was behoorlijk moe na drie dagen hobbelen in een jeep, weinig slaap en ´n vermoeiende treinreis) en ´n dag later de Argentijnse grens over te steken. Echter Villazon is maar een klein plaatsje en er zijn maar twee hotels, waarvan eentje vol was en bij de andere kreeg ik te horen ´s-middags terug te komen. En dan nog was het niet zeker, of ik een kamer kon krijgen. Dus besloot ik de grens nu maar over te steken en aan de Argentijnse kant een hotel op te zoeken. Om Bolivia uit te gaan kostte me ongeveer ´n kwartier, dus dat viel mee. Maar dan.... Er stond een giga lange rij wachtenden, om de Argentijnse grens over te steken. Alles bij elkaar duurde het ruim vier (!) uur, voordat ik mijn paspoort af kon geven aan de douanebeambte, die niets anders deed, dan in mijn paspoort kijken en in de computer opzocht, of ik een mogelijk gezochte persoon was. Daarna gaf hij mijn paspoort af aan twee collega´s (man en vrouw), die hevig verliefd zaten te doen en die uiteindelijk enkele stempeltjes in mijn paspoort zetten. Volgens mij kon het allemaal vijftig keer sneller, maar ach, je bent in Zuid-Amerika hè en niet in Europa. Ondertussen was het behoorlijk opgewarmd en kon ik m´n jasje uitdoen, m´n rugzak aantrekken en ben ik gaan lopen richting het centrum van La Quiaca. Het viel me op, dat het zo rustig was, maar grote verschillen met Bolivia waren er (nog) niet. La Quiaca is ook maar een klein plaatsje en ik was dus al snel in het centrum, voor zover je van centrum kunt spreken. In het centrum was ook de busterminal en hier heb ik eerst informatie ingewonnen, alvorens terug te moeten lopen voor een bank voor Argentijns geld. Dan op zoek naar een hotel, wat ik snel had gevonden. Het was niet echt goedkoop, maar ik wilde gewoon een goed bed, ´n goeie douche en effe rusten! Intussen was het al halverwege de middag en ik viel als ´n blok in slaap. Had gelukkig wel m´n wekkertje gezet en was tegen zevenen wakker. Aankleden en dan naar de busterminal, want eerder was het kantoor dat ik moest hebben, gesloten. Gelijk een busticket gekocht naar San Salvador de Jujuy en vandaar naar Mendoza. Zondagavond om 17.30 uur zou ik vertrekken naar Jujuy, een rit van iets meer dan 5 uur.
Toen de busreis geregeld was, ben ik eerst op zoek gegaan naar ´n restaurantje, want ik had behoorlijke trek gekregen. Na een copieuze maaltijd en (eindelijk weer ´ns) ´n goeie bak koffie, ben ik naar ´n internetcafé gegaan. Héél even maar, want men ging al vroeg sluiten. Toen ik buitenkwam, begon het te regenen en ben dus direct naar mijn hotel gegaan, om niet al te lang daarna in een diepe coma te raken...
23 maart 2007 Volgens plan zouden we om 05.00 uur vertrekken naar de geisers, maar dat werd uiteindelijk pas kwart voor zes. Het begon al licht te worden en er hingen wat wolkenflarden, die roodachtig begonnen te kleuren. Een practig schouwspel zo boven die bergen. De eerste stop was bij een geiser op bijna 4.900 mtr. hoogte en spoot zo´n 130 mtr. hoog volgens het bordje, dat er bij stond. Ik satk mijn hand in de ´stoom´ en deze had een aangename temperatuur van zo´n 40 graden C. Wel maakte deze geiser een behoorlijk lawaai, vooral gesis. Een paar honderd meter verder, waar ontelbare geisers waren en ook diverse borrelende modderpoelen en overal kwam ´stoom´ vandaan of uit. Indrukwekkend en héél apart. >eker wanneer je je bedenkt dat dit water z´n oorsprong heeft in de Grote Oceaan! We stonden als het ware midden in de rook en deze had een onaangename reuk, waarin zwavel overheerste. Vanaf hier gingen we naar een natuurlijke bron, Aguas Caliente. Boven deze bron had men een bassin gemaakt en vele mensen namen een duik in het warme water. Ondertussen begon het in de zon al aardig op te warmen en maakten onze gids en zijn assistent het ontbijt voor ons klaar. Heerlijk gegeten en na alles opgeruimt te hebben, ging het weer verder. Het zou weer een woestijndagje worden en het eerste (en voor mij meest) indrukwekkende stuk heette Desierto Salvador Dali. Deze naam was een eertbetoon aan de grote meester, mede gezien de gigantische kleurenpracht en de vormen van de rotsen en bergen. Fantastisch! Ook kwamen we langs de Vulcano Lincacabur, waarvan de éne helft in Bolivia en de andere helft in Chili ligt. Een bezoek aan de Laguna Verder leerder ons, dat het water groen is vanwege het aanwezige koper. Vandaar de naam. Dit meer heeft een oppervlakte van +/- 20 km2 en ligt zo´n 20 km van de Chileense grens en ongeveer 450 km van Uyuni verwijderd. Het zou ongeveer 8 à 9 uur rijden zijn vanaf hier terug naar Uyuni. Na enkele uren hobbelen stopten we in een dorpje en hier hebben we een vegetarisch lunch genoten. Zou volgens plan de Laguna Verde onze laatste stop en bezienswaardigheid zijn, onze uiteindelijk laatste stop was bij giga grote lava-rotsformatie. Prachtig en indrukwekkend om deze lava-rotsen te zien; je kunt er diverse dieren uithalen en enkele daarvan zijn bijna niet te overzien van dichtbij! Om een indruk te krijgen van de enorme afmetingen, vroeg Gry mij om vóór één van die lava-rotsen te gaan staan, zodat ze een foto kon maken. (Ze zou ook een CD-rom maken met alle foto´s van de afgelopen dagen en die naar mij opsturen, zodra ze weer terug is in Noorwegen.) Toen we weer vertrokken, reden we zeker zo´n 25 minuten lang langs lava-rotsen, die er van deze afstand uitzagen als gebouwen van een groot dorp! Ongelofeloos en onvoorstelbaar, wanneer je je bedenkt wat een natuurgeweld er hier heeft plaatsgevonden in een ver verleden. Een laatste en sanitaire stop werd gemaakt in San Cristobal, een klein dorpje op ´n kleine 100 km vóór Uyuni, waar we rond vijf uur aankwamen. We waren allemaal ´n beetje gaar van alle indrukken, gehobbel en weinig slaap en het liefst zouden we ´n douche nemen en even gaan slapen. Danny, Leisha, Maja en ik hadden al een treinticket voor deze avond geregeld. We zouden om 22.15 uur met de nachttrein uit Uyuni vertrekken naar Villazon aan de grens met Argentinië. Helaas lukt dat voor Gry en Dor niet meer en die namen hun intrek in een hotel, om het de volgende dag nogéens te proberen. Wel gingen we, ter afsluiting van deze 3 geweldige dagen, met z´n allen uitgebreid en lekker eten in een gezellig restaurant. Gry en Dor hadden het op ´n gegeven moment wel gehad en gingen naar hun hotel. Maja, Danny en Leisha wilden nog wat internetten en ik was, met het bestellen van koffie, aan de babbel geraakt met twee duikinstructeurs; Jim (uit UK) en Mary (uit Zweden). We hebben héél gezellig zitten babbelen en informatie uitgewisseld. Zij waren vanaf januari aan het reizen en wilden via La Paz en Cocacabana naar Cusco en Muchu Picchu, om vandaar richting Equador te gaan. Hier wilden ze dan proberen om duiklessen te gaan geven. Tegen half tien heb ik afscheid van hun genomen en ben naar het station gewandeld, waar even later Maja, Danny en Leisha ook kwamen aanlopen. Maja en ik zaten naast elkaar, maar hebben van plaats gewisseld met een Nederlands stel, zodat die naast elkaar konden zitten. Danny en Leisha zaten in een ander rijtuig. Voor ons was het een luxe wagon (1ste klas en we hadden daarvoor ook een hogere prijs betaald) en we kregen kussens en dekens uitgereikt. Ook al kon de stoel redelijk plat, ik heb toch bijna niet geslapen, want m´n benen zijn te lang en het was redelijk warm bovendien.
22 maart 2007 Om zeven uur zaten we aan het ontbijt en nadat we onze spullen hadden ingepakt en op de imperiaal geladen, vertrokken we richting Laguna Roja, ofwel het Rode Meer. Dit meer op zo´n 330 km van Uyuni heeft een oppervlakte van +/- 60 km2 en er huist een grote kolonie flamingo´s. Het grootste deel van de dag rijden we door woestijngebied, de zg Desierto Siloli. Dat klinkt wellicht eentonig of saai, maar dat is het beslist niet. Integendeel! Adembenemende uitzichten, spectaculaire kleuren en dito rotsformaties, vaak gevormd door vulkaanuitbarstingen. Namen als Montaña de Siete Colores, ofwel de 7-kleurige berg doen de kleurenpracht van zo´n berg eigenlijk te kort. Schitterend! Zeker op een zonnige dag als vandaag zijn die kleuren spectaculair! Verder bezoeken we vandaag diverse meren en allen hebben hun eigen kleur(enpracht) en altijd met een grote kolonie flamingo´s, zoals Laguna Cañapa en Chilar Kkota Honda. Bij dit laatste meer hebben onze gids en zijn assistent weer een lunch voor ons bereid; nu met pasta, kip en salade met fruit na. Nadat alles weer was opgeruimd en ingepakt, gingen we naar een nationaal park, Reserva Nacional de Fauna Andina Eduardo Avaroa. Hiervoor moesten we extra betalen en zouden we ook de nacht doorbrengen in een groot gebouw, waar wel 12 groepen zouden overnachten die nacht. Elke slaapkamer had 6 ´bedden´ dus voor elke groep één slaapkamer en elke 2 groepen hadden daarvóór een ´eigen´ ruimte. Echter van bed kon je nauwelijks spreken; ´n matrasje van zo´n 3 cm dik op een gelaste constructie met grote gaten van zo´n 20x20cm. Omdat ik moe was, heb ik misschien één uurtje geslapen die nacht en het was op 1 na het slechtste bed tot nu toe. Ook het avondeten was niet om over naar huis te schrijven en was meer vulling, dan dat het smaakte. Het begon behoorlijk kous te worden, maar gelukkig werd er een kachel aangestoken. Het zal rond negenen zijn geweest, toen de stroom uitviel en we met kaarslicht nog even verder hebben zitten kaarten. Rond tienen ben ik in het donker m´n tanden gaan poetsen en toen naar bed. Het was koud en dus heb ik m´n T-shirtje maar aangehouden. Dat was wel nodig, want op deze hoogte, zo´n 4.800 mtr, koelt het s-nachts behoorlijk af. Ik had ook geen zin, om mijn slaapzak uit te pakken, dat zou wellicht te veel zijn van het goede.
21 maart 2007 Om 07.30 uur Uyuni in om een ontbijtje te scoren en daarna ontbijt op de kamer. Next door koffie gaan drinken en treinticket gekocht bij de travelagent. Even internetten en dan terug naar het hotel. De zon scheen heerlijk en het was een aangename temperatuur. Eindelijk had ik weer eens zon; dat was sinds Cusco niet meer zo vanzelfsprekend. In Cusco had ik de eerste regen en vanaf die tijd heb ik elke dag regen gezien/gehad. Het voordeel van de elektrakabels die zo kris-kras door de starten hangen is, dat wanneer die vóór je raam hangen, je de mogelijkheid hebt om ze te gebruiken als waslijn. En dat heb ik uiteraard ook gedaan. De zon scheen aan de goeie kant en gelukkig waaide er ´n heel klein briesje. Mijn handdoek was droog, toen ik tegen tienen weer terug kwam op mijn kamer. Mijn spullen inpakken en daarna naar de touragent next door. De twee Japanners, die eigenlijk in onze groep zouden worden geplaatst, werden in een groep geplaatst en in plaats van hun kwam Dor (uit Israel) in onze groep. We pikten hem onderweg op bij zijn touragent. Ik zat dus in een groep met vijf anderen. Vanwege onze ervaringen en gesprekken tijdens onze gedenkwaardige busreis, hadden we elkaar wat beter leren kennen en het klikte best wel. Dor paste er ook heel goed tussen. De dames waren 28 jaar en de kerels 30 jaar. Ik paste daar natuurlijk perfect tussen... Als eerste gingen we naar het z.g. treinenkerkhof net buiten Uyuni. Hier stond me toch een gigantische hoop oud-ijzer bij elkaar! Bijna niet te overzien. In lang vervlogen tijden ooit stoomlocomotieven geweest, waren ze nu half ontmanteld. We bleven hier niet al te lang, maar toch was het leuk, om nu eens ´n kijkje te nemen en te krijgen in het binnenste van zo´n gigantisch stuk techniek. Vanaf hier gingen we naar een klein dorpje, waar we een marktje bezochten met allemaal handgemaakte artikelen. Dit dorpje bestond uit +/- 60 families, die tevens in het zoutmeer werkten. Door onze gids werd verteld, dat we hier stopten om de mensen een extra inkomen te bezorgen; maw graag iets kopen! We stapten weer in en reden richting zoutmeer. Aan de rand ervan stopten we en zo ver het oog reikte zag je een witte vlakte, omgeven door bergen in verte. Je zag mensen hopen zout in de vorm van een pyamide maken en deze waren de maatstaf voor hun arbeid en inkomen. Terug in de jeep vertelde onze gids, dat het meer, Salar de Uyuni, een oppervlakte heeft van zo´n 12.000 km2 en zo´n 4 à 5 mtr diep op +/- 3.650 mtr hoogte.
We reden dwars door dit meer en dat is iets héél aparts om mee te maken. Ten eerste kwam de hele jeep onder het zout te zitten en ten tweede heb je een constante associatie met sneeuw en/of ijs, terwijl je toch met een behoorlijk gangetje over die giga grote witte vlakte rijdt. Op ´n bepaald moment stopten we bij het zg zouthotel; een groot gebouw van één bouwlaag en helemaal opgetrokken uit zoutblokken en er vóór tafels en stoelen van zout. Heel speciaal! Na ongeveer ´n goed uur rijden kwamen we aan bij Isla del Pescado. Hier hebben we de lava-rotsen beklommen, terwijl onze gids en zijn assistent de lunch gereed maakten. Vanaf de top had je spectaculair uitzicht over die witte vlakte. Het zicht zou, volgens opgave, zo´n 14 km bedragen en als je dan in de verte een klein stipje ziet, dat met het dichterbij komen, steeds groter wordt, dan blijkt dat een andere jeep te zijn. Ook bussen gebruiken het zoutmeer als kortere route van A naar B. De lunch lieten we ons goed smaken en bestond uit quinoa (´n soort rijst), rundvlees en een salade van komkommer en tomaat, met fruit na. Inmiddels was het al bijna 16.00 uur, toen het weer verder ging over die giga grote en witte vlakte. Bij de andere ´oever´ aangekomen, hadden we zo´n kleine 4 uur over dit zoutmeer gereden!! Wat een giga ervaring!!! Na nog een klein kwartiertje arriveerden we in een klein dorpje en hier reden we doorheen en reden nog ´n stukje de berg op, waar ons guesthouse was. Een andere groep was al aanwezig en een derde zou spoedig volgen. We haalden onze spullen van de imperiaal en gingen naar binnen. De zon had de hele dag geschenen en ik voelde, dat ik dat niet helemaal meer gewend was; ik was zelfs ´n beetje verbrand. Het hele guesthouse was, op de onderste meter muur na, geheel opgetrokken met zoutblokken. Zelfs de tafels en onze bedden waren van zout. Op de bedden lag een dubbele matras en de vloer was eveneens van zout, echter in de vorm van grove korrels. We sliepen met z´n allen in een grote ruimte en vanuit de slaapkamer had je uitzicht over het dorpje en het meer in de verte. Nadat ieder ´n bed had uitgezocht, werd er koffie/thee en koekjes geserveerd in de grote kamer, die diende als recreatie- en als eetkamer. Het was nog licht, toen we dit op hadden en we naar het dorpje liepen om enkele grote flessen bier in te kopen. Bij terugkomst was ons avondeten bijna gereed en konden we genieten van een spectaculaire zonsondergang! Na het diner en de koffie/thee kwam het bier op tafel en hebben we zitten kaarten. We zouden de volgende ochtend al vroeg gewekt worden en daarom gingen sommigen vroeg naar bed. Ik heb met Danny, Dor en een Engelsman (Matthew) tot tegen twaalven poker zitten spelen met diverse soorten koekjes (!) als speelgeld. Op ´n bepaald moment bij kaarslicht, omdat de stroom was uitgevallen. De hele dag was het nagenoeg onbewolkt geweest en had de zon voor een aangename temperatuur gezorgd en liep je in je T-shirt. Maar als de zon onder is, koelt het op deze hoogte toch aardig snel af en dan ben je blij als er meerdere en goeie dekens op je bed liggen. Geweldig! Redelijk snel viel ik in een diepe slaap.
19 maart 2007 Toen ik ´s-morgens wakker werd, scheen de zon en leek het heerlijk weer. Op straat zag ik de standhouders hun standjes weer opbouwen en ben, nadat ik m´n rugzak had ingepakt en bij de receptie in bewaring had gegeven tot de avond, de straat opgegaan.
Om 18.00 uur m´n rugzak ophalen en dan naar de busterminal voor een rit naar Uyuni. Dit zou een nachtrit zijn van zo´n 12 uur. Toen ik tegen 19.00 uur instapte, had ik nog geen idee, dat dit mijn meest gedenkwaardige busreis zou gaan worden, die uiteindelijk zo´n 21 uur zou duren. Dus in plaats van dinsdagmorgen 07.00 uur, kwamen we pas om 16.00 uur aan in Uyuni. In de terminal had ik al kennis gemaakt met Danny en Leisha uit Ierland. Zij zaten ergens anders in de bus en we konden dus alleen bij stops e.d. met elkaar praten. Naast mij kwam Maja zitten (een Nederlandse), die hiervóór al enkele maanden in Argentinie had gereisd. Voor haar was het de eerste keer, dat ze een Nederlander ontmoette en voor mij de tweede keer. Aan gespreksstof hadden we geen gebrek en we hebben aangenaam zitten keuvelen. Iets over zevenen vertrok de bus uit La Paz. De eerste 2 à 2.1/2 uur uur ging alles prima en verliep de reis volgens plan. Op ´n bepaald moment stopte de bus, echter er werd niet verteld waarom, maar even later reden we weer verder en leek er dus niets aan de hand. Na weer ´n tijdje stopte de bus en dat duurde toch wel wat langer en de chauffeur zette de motor af. Uit het raam kijkend zag ik nog meer voertuigen, maar kon niet zien of dat allemaal bussen waren. Dit duurde zeker zo´n 3 kwartier en toen startte de chauffeur motor weer, maar al die tijd werd ons niets meegedeeld. Wat we op konden maken uit de flarden van gesprekken, bleek er een roadblock te zijn. De bus ging zelfs keren op die toch wel smalle weg en na ´n klein stukje gereden te hebben ging die van de weg af en volgde blijkbaar een ´zand´weg. Dit werd een behoorlijk gehobbel. De bus stopte regelmatig en reed ook wel ´ns een stuk terug; het leek wel of de chauffeur de weg kwijt was, of niet goed wist waar hij heen moest. Het was wel ´n behoorlijk gehobbel over die onverharde wegen. Er waren meerder voertuigen, die ons tegemoet kwamen of ons volgden en blijkbaar was de route die we volgden een ´normale´ weg. De bus stopte weer en er werd ons verzocht om uit te stappen. In het donker zagen we niet zo héél erg veel, maar wel dat er ´n moeilijk stuk vóór ons was en de chauffeur wilde niet het risico lopen, dat hij met bus én passagiers om zou vallen. Maar alles ging gelukkig goed. Ik was blij weer in te kunnen stappen, want buiten was het behoorlijk fris; het had veel geregend en er stond ook wat wind. We hobbelden weer verder. Echter niet voor lang en wéér werden we verzocht om uit stappen. Vóór ons was het een puinhoop; een andere bus was weggezakt in de modder en had blijkbaar ook z´n vooras gebroken en iets links daarvan zat een vrachtwagen vast in een greppel, die geprobeerd had die bus in te halen. Eerst moest die vrachtwagen worden weggeduwd en dat lukte uiteindelijk, maar hij kwam iets verder weer in de mdder vast te zitten. Met stenen voor de wielen en duwen lukt dit ook. Er werden meer stenen aangedragen, om een soort doorgang te creëren voor onze bus en de ´weg´ werd daarna geïnspecteerd door onze chauffeur. Hij stapte de bus in en probeerde in één keer deze hindernis te nemen en dat scheen aardig te lukken, maar omhoog lukt niet omdat het modderig was. En daar stond onze bus schuin omhoog en wij stonden, ondertussen blauwbekkend. daar naar te kijken. Gelukkig regende het niet. Nog meer stenen zoeken en sjouwen en met heel veel moeite en menskracht lukte het uiteindelijk onze bus weer vrij te krijgen. Voor de zekerheid reed hij nog ´n heel stuk door en we mesten daarom ´n eind lopen. Onze schoenen zaten natuurlijk onder de modder en we probeerden die zo goed als mogelijk een beetje schoon te krijgen alvorens in te stappen. Tijdens deze stop hebben we ook kennis gemaakt met Gry (uit Noorwegen) Hierna leek het ´n hele tijd goed te gaan en volgens de berichten zouden we spoedig weer op een verharde weg uitkomen. Volgens schema zouden we, gezien de tijd (01.30 uur), al zeker zo´n 5 uur rijden van LA Paz af zijn, maar dit was het door al deze ellende natuurlijk bij lange na niet. Op ´n bepaald moment werd er weer gestopt en de motor afgezet. Buiten was het donker en je zag dus niets. Alleen het schijnsel van de koplampen van de bus en buiten het gepraat van mensen. De motor werd weer gestart en we kwamen door ´n dorpje, maar voordat we dat weer uit waren, stopte de bus weer en werd de motor wederom afgezet. Er werd ons niets verteld, maar blijkbaar zouden we daar overnachten. Echt slapen doe ik niet in zo´n stoel, maar je probeert het wel. Het begon ´n beetje licht te worden en de bus werd weer gestart en we gingen weer rijden. De zon kwam op en het zou een hele mooie dag worden wat dat betreft. Langzaam werd het ons duidelijk dat er meerdere roadblocks waren geweest. Gelukkig stopte de chauffeur bij een wegrestaurant waar we ons ´n beetje konden opfrissen en waar we hebben ontbeten. De rest van de reis leek heel goed te gaan, want we reden al weer uren door een mooi landschap. Inmiddels was het al even in de middag en werd er in een dorpje gestopt voor een lunch. Ik was wel weer toe aan ´n hapje en nam een grote bak soep, die me goed smaakte. Het hoofdgerecht durfde ik echter niet aan, om mogelijke maag' en darmproblemen te voorkomen. We gingen weer verder, maar ongeveer ´n uur rijden vóór Uyuni was er wéér ´n roadblock. Iedereen was er helemaal flauw van want we waren al meer dan 20 uur onderweg en sommigen hadden hun aansluitende verbinding of geboekte tour al gemist. Bovendien was er ook ´n baby, die zich heel goed had gedragen tijdens de hele reis, maar nu toch af en toe van zich liet horen. Het duurde zeker 1.1/2 uur praten met de mensen van die roadblock, voordat we weer verder konden. Als je hun verhaal hoorde dan kun je alleen maar begrip hebben voor hun situatie, maar het was wel vervelend dat het voor ons de zoveelste blokkade was. Uiteindelijk kwamen we pas om 16.00 uur aan in Uyuni. Gelukkig was het nog steeds mooi weer. Maja, Danny, Leisha, Gry en ik gingen op zoek naar een hotelletje en op weg daar naartoe kwamen we voorbij de reisagent, waar Maja haar tour had geboekt. We besloten om met z´n allen een nieuwe tour te boeken voor de volgende dag en hierna gingen we naar een hotelletje ´n deur verder, waar we gelukkig allemaal nog ´n kamer konden boeken. ´s-Avonds ben ik met Maja en Gry gaan eten en we zijn daarna vroeg naar bed gegaan. Moe van de (avontuurlijke) reis en we wisten ook niet wat ons nog allemaal te wachten stond, maar dat het wellicht vermoeiend zou gaan worden was wel zeker.
Vanuit Uyuni ga ik woensdagmorgen een 3-daagse rit maken per jeep met nog 5 anderen: 1 nederlandse, 1 noorse, 1 iers stel. Uyuni ligt in het zuiden van Bolivia en daar zijn oa de zg zoutmeren. Het schijnt iets geweldigs te zijn. Ik weet dus nog niet, wanneer ik mijn verhaaltjes zal kunnen afmaken. Maar jullie zien het wel.
18 maart 2007 Was al vroeg op en na het douchen, heb ik op m´n kamer zitten ontbijten. Buitengekomen was het niet helemaal droog, maar ik ben toch gaan wandelen. Klimmend en dan weer dalend en soms erg stijl en via trappen. Omdat het zondag was, is er minder verkeer, maar de diverse stalletjes en markten zijn gewoon in bedrijf. Ik ben nog nergens eerder geweest, waar ik zoveel kraampjes en markten heb gezien. Ik keek m´n ogen uit en ben regelmatig ´n marktje ingelopen en dan weer bleef ik bij ´n stalletje staan. Schitterend! En dan al die mensen... Eigenlijk ben ik helemaal geen stadsmens, maar na nogal ´n groot gedeelte te hebben belopen en bekeken, moet ik zeggen dat La Paz iets hééft dat geen enkele stad heeft. Toen ik het daar met anderen over had, zeiden die dezelfde ervaring te hebben. Jammer vind ik wel, dat men vele oude panden laat verpauperen. Die panden geven een stad ´n bepaald cachet. In ieder geval meer dan alle nieuw- en hoogbouw. In een restaurantje had ik enkele uit de kluiten gewassen broodjes kip en groenten gegeten en toen ik buiten kwam was er tegenover een feest aan de gang, kompleet met band op ´n podium. De mensen die daarbij aanwezig waren, waren allemaal groepsgewijs vrolijk uitgedost in bepaalde kostuums en dansten dat het een lust was. Langs de kant stonden de kratten bier opgestapeld en er werd behoorlijk ingenomen. Het miezerde en begon wat harder te regenen en toen ben ik maar weer verder gelopen. (wordt vervolgd)