01 april 2007 Tegen de middag kwamen er meerdere ´nieuwe´ mensen in het hostal. Twee daarvan, Babu (een Bask) en José (´n Argentijn) kwamen bij mij op de kamer. Ik moest nog wel even mijn schone was van het ene bed halen en opruimen, maar dat was geen probleem. Zowel Babu als José leken me wel aardige lui te zijn en dat bleek later ook. Toen ik halverwege de middag weer terug kwam op de kamer, was José net wakker van zijn middagdutje. Babu was al eerder de stad ingegaan. We zaten even wat te babbelen en besloten toen om samen de stad in te gaan. Deze zondag waren er diverse (kunst- en muziek-) activiteiten in de verschillende parken en straten daar in de buurt. Ik vertelde José over mijn mondharp en dat ik nog steeds niet wist, hoe dat instrument in het Spaans benoemd werd. Hij wist het ook niet en dus bleven we staan bij enkele muzikanten en vroegen we het. Mondharp in het Spaans is: el trompe, een makkelijk te onthouden naam. Alhoewel het instrument redelijk bekend is in Argentinië, weten niet veel mensen hoe het bespeeld moet worden, maar de mensen die ik erover sprak vonden het wel allemaal heel interessant. Vooral het geluid vindt men mooi en apart. José op zijn beurt vertelde mij alles over de ´mate´ en de eventuele rituelen daaromheen. ´Mate´ is een soort van kop waaruit (kruiden)thee gedronken wordt via een speciale lepel. Niet alleen in Argentinië maar ook in Bolivia is deze manier van theedrinken populair. Ik heb in Bolivia hele mooie gezien en ook ´n stuk voordeliger, dus wanneer ik daar weer ben, koop ik er eentje daar. De diverse kruiden voor de mate zal een kwestie zijn van uitzoeken en proberen. Ook is het een sociaal gebeuren, want je wordt regelmatig aangeboden mee te drinken. Nadat we een mooi stukje hadden gewandeld, zijn we eerst wat gaan eten in één van de vele restaurantjes. De avond ervoor had José enkele leuke kroegen ontdekt in een aardige buurt en dus gingen we daarheen. Het was heerlijk weer en op het terrasje was het goed toeven. Bovendien is het leuk, om mensen te bekijken die langskomen wandelen. José dronk een of andere sterke (kruiden)drank met cola; ik heb er even van geproefd maar vond het een ´gevaarlijk´ goedje. Het smaakt heerlijk en daardoor drink je het véél te snel weg. Ik heb het maar bij bier gehouden; leek me wel zo veilig. Tot nu toe heb ik nl niet veel gedronken. We zaten gezellig te babbelen over van alles en nog wat en dan is het ook zo laat. Het was al na tweeën, toen we terugwandelden naar ons hostal.
27 - 31 maart 2007 Dit wordt een samenvatting van de eerste week in Mendoza, Argentina. Ben nu bijna twee weken achter op m´n weblog en deze week is er niet heel veel spannends te vertellen. Was dinsdag, de eerste morgen in de hostal, te laat op om nog te kunnen genieten van een ontbijt. En omdat ik ook nogal wat vuile was had na mijn reisje door de woestijn rond Uyuni, ben ik eerst maar ´ns de stad ingegaan; was naar de wasserette en toen ergens wat gaan eten met ´n bak koffie erbij. Sinds ik in Argentinië ben, drink ik weer geregeld (lekkere) koffie. In Peru en Bolivia schenkt men vaak koffie-extract met heet water, hier heeft men koffiemachines. Het eerste dat opvalt in Mendoza, is dat alles er zo schoon uitziet en ook het gemotoriseerde verkeer is veel stiller en stoot ook minder roetpluimen uit. Was Bolivia al een verademing in vergelijking met Peru, in Argentinië lijkt het meer op bv Nederland dan ik gedacht zou hebben. Hoe dan ook, het is zo-wie-zo meer Europees georiënteerd, dan Zuid-Amerikaans. Rondwandelend door de (brede) straten valt het op, dat er zulke brede trottoirs zijn met vooral veel bomen, die een soort afdak vormen boven de straat. Dat geeft niet alleen een intiem gezicht en beleving, maar geeft de straten een avenue-achtig uiterlijk. Ook opvallend zijn de goten aan weerszijden van de straat. Dit heeft men van de Inca´s overgenomen, want die hadden dat ook in hun dorpen en steden. In die tijd was het vooral bedoeld, om (regen)water op te vangen en te leiden; nu worden deze goten gebruikt voor de afvoer van regenwater. En dat het hier behoorlijk kan regenen heb ik ook ervaren. Gelukkig was ik toen óf binnen óf zat ik in een bus. Een kleiner buitje laat ik me niet door afschrikken en loop ik wel doorheen, maar plensbuien ga ik liever uit de weg. Vooral woensdagavond en -nacht en donderdag heeft het behoorlijk geregend. Als je zo rondwandeld in deze stad (het is tevens de hoofdstad van de gelijknamige provincie) dan vallen ook de vooral oudere gebouwen op; deze zijn vaak in koloniale stijl gebouwd en bevatten veel ornamenten e.d. De nieuwe(re) gebouwen zijn vaak strak en kunnen mij niet echt bekoren. Wel zijn er vele bouwputten van appartementsgebouwen. Ongelofeloos hoeveel men er hier momenteel van bouwt. En de één nog weer luxer dan de ander. Het lijkt wel een competitie. Had de stad geen echte hoogbouw, met de komst van deze appartementen gaat dat in hoog tempo veranderen. Verder zijn er giga veel parken en parkjes; zoveel zie je zelden. Typerend voor heel Latijns-Amerika zijn de stratenplannen; deze zijn in vierkanten en meestal is het verkeer in elke straat één richting op, bv van oost naar west of van zuid naar noord. Dit gaat dan om en om. Echter in Mendoza heb je ook meerdere hele brede straten, waar je tweerichting verkeer hebt. Na enkele dagen heb je wel door, welke straten dat zijn en aan dit soort avenue´s heb je ook de meeste winkels en winkeltjes. Om kort te gaan: Mendoza is een hele groene stad en ondanks het feit dat er diverse héle drukke straten zijn, heerst er op ´n bepaalde manier toch een redelijke rust. Ook de oude auto´s (soms wel meer dan 40 jaar oud!), die je hier ziet rondrijden, moeten blijkbaar aan bepaalde eisen voldoen. Soms stinken ze wel, maar de uitstoot is schijnbaar minimaal. Je ziet hier veel Fiatjes 600, Renault 12 en giga veel Peugeots 504, die vooral als taxi worden gebruikt. Omdat ik nog steeds wat last had van kortademigheid, ben ik woensdagochtend naar het ziekenhuis gegaan voor een concult cq onderzoek. Dit had nogal wat voeten in de aarde, want ik moest van de ene naar de andere afdeling en tegen de tijd dat ik die allemaal gehad had, was het middagpauze tot 15.30 uur. Ik moest tegen die tijd maar terugkomen voor de uitslag en het (eventuele) onderzoek door de arts. Er werden longfoto´s (röntgen) gemaakt, bloed afgenomen, bloeddruk gemeten, etc. etc. Toen ik ´s-middags terugkwam, hoefde ik gelukkig niet weer in de wachtkamer plaats te nemen, maar voordat ik werd geholpen door de arts, duurde nog wel bijna ´n uur. Hij bekeek mijn gegevens en beluisterde mij geruime tijd met z´n stethoscoop. Hij kwam tot de conclusie dat ik helemaal gezond was, maar dat mijn bronchiën licht waren aangetast. Hiervoor kreeg ik medicijnen (´n inhaler) voorgeschreven, die ik zo´n vijf dagen zou moeten gebruiken; ´s-morgens en ´s-avonds. Nou, dat heeft wel geholpen, want nu heb ik nergens meer last van en voel me prima. Op ´mijn´ kamer in de hostal stonden drie bedden. Eentje daarvan was de eerste dagen bezet door een Chileen, maar die reisde weer verder en verliet Mendoza. Vrijdagsmorgens kreeg ik een (nieuwe) kamergenoot; deze keer een Zweed. Een typische kerel. Toen ik de kamer binnenkwam, vroeg hij mij hoe laat het was. Hij had even op bed gelegen en geslapen. Ik vertelde hem de tijd van dat moment en hij vroeg me of dat de exacte tijd was. Een beetje verbaasd vroeg ik hem: ´Hoezo exacte tijd? Is dat zo belangrijk voor je? Het kan misschien 5 minuten vroeger of later zijn, maar dit is ongeveer de tijd.´ Hij vond dat hij het exact moest weten, om te controleren of de bussen wel op tijd reden! Hij had nl nog geen enkele keer een bus gehad, die op tijd was vertrokken. Hoe belangrijk kunnen dingen voor je zijn, als je aan het reizen bent en je eigenlijk alle tijd van de wereld hebt, nietwaar? De volgende dag ging ´ie op zoek naar een ander hostel, want blijkbaar wilde hij toch een kamer voor zichzelf.
26 maart 2007 Volgens mijn informatie zou de bus naar Mendoza eigenlijk om 00.35 uur moeten vertrekken, maar helaas... Dat bleek dus niet zo en uiteindelijk vertrok deze pas om 03.45 uur, dus ruim drie uur later. Toen ik op ´n gegeven moment bij het loket van de busmaatschappij (El Rapido!) ging vragen, wanneer de bus zou komen, bleek de man aardig geïrriteerd. Blijkbaar waren er al diverse mensen mijn voor geweest met dezelfde vraag. Hij ratelde een verhaaltje af en wat ik er uit opmaakte was, dat de bus rond 03.30 uur zou arriveren. Nog maar ´n bakkie koffie gaan drinken, wat rondwandelen en ondertussen werd het steeds rustiger op de terminal. Wel kwamen en gingen er met enige regelmaat diverse bussen van en naar allerlei bestemmingen, behalve naar Mendoza. Ik kreeg weer trek in een hapje en ging naar het eettentje, waar ik eerder de hamburger had gegeten, want die was voortreffelijk. Nu bestelde ik een lomo común, ofwel een baquette met (warm) rundvlees. Nou, dat was helemaal een grote hap, maar smaakte eveneens prima! (En kostte slechts 0.75) Nog wat gedronken en toen ben ik op een bankje gaan zitten, op een plaats waarvan ik dacht dat daar de bus zou stoppen. Ik ben op ´n gegeven moment in slaap gesukkeld, maar werd gelukkig nét op tijd wakker, om te ontdekken dat bijna alle mensen die met die bus meemoesten al ingestapt waren. Ik snel naar de bus en m´n rugzak in het bagageruim geladen en instappen. Nog geen drie minuten later vertrokken we! Wat was ik blij, dat ik op tijd wakker was geworden! De bus was tot de laatste plaats toe bezet en ik was dus blij dat ik tijdig had gereserveerd. Ik zat deze keer langs het gangpad en kon mijn benen dus iets meer ruimte geven, maar van slapen kwam niet zo veel. Af en toe viel ik wel weg, maar het was meer doezelen en bovendien was het behoorlijk warm in de bus. Later zou blijken, dat de airco kapot was. Omdat het in Argentinië één uur later is dan in Bolivia is het ´s-morgens ook ´n uur later licht; pas tegen zevenen. Echter toen reden we al weer in een grote plaats, Tucumán geheten, en stopten bij de plaatselijke busterminal. Deze was zo mogelijk nog groter dan in Jujuy en ik was blij even uit de bus te kunnen en m´n benen te strekken. Heb water gekocht, koffie gedronken en toen was het weer tijd om de bus in te gaan. Was ook nog naar de aanwezige supermarkt gelopen, maar die was helaas nog gesloten. In de diverse kiosken vond ik niks naar mijn gading wat eten betreft. In Peru en Bolivia had men bijna overal bruin brood, maar hier in Argentinië moet je dat écht gaan zoeken! Bijna niet te vinden. Ik dacht dat we na ongeveer 2 uurtjes wel weer een stop zouden hebben, maar dat bleek pas na 3.1/2 uur te zijn in Catamarca. Vanaf Tucumán waren er meerdere vrije plaatsen in bus en ik besloot om aan het raam te gaan zitten, zodat zowel mijn medepassagier als ik meer ruimte hadden voor onszelf. Ondertussen reden we door een schitterend landschap en ik heb er van genoten. Weliswaar vlak en af en toe ietsje golvend, maar op de achtergrond de bergen en het mooie zonnige weer. Maar als dit landschap dan verder de hele dag door nagenoeg hetzelfde blijft, ach dan is er niks mis mee, om af en toe een oogje proberen dicht te doen, nietwaar? En soms sukkelde ik ook even weg, maar nooit voor lang. Tegen het middaguur arriveerden we in Catamarca bij een veel kleinere busterminal, dan de vorige twee. Hier ben ik direct naar de supermarkt gewandeld en heb enkele inkopen gedaan. Toen ik later in de bus broodjes zat te maken en op te peuzelen, moest mijn medepassagier daarom smakelijk lachen. Waarschijnlijk is dat niet te doen gebruikelijk hier, maar daar kan ik geen rekening mee houden. Wel dan? Ik doe maar wat mij goed dunkt en zolang ik er niemand mee lastig val, kan het ook geen probleem zijn. Buiten was het hardstikke mooi weer en ik vond het eigenlijk jammer, dat ik nu in de bus zat, waar de temperatuur toch wel steeg. Ondanks dat er steeds minder mensen meereden. De weinige ramen, die open konden werden geopend en daardoor waaide er een ´verkoelend´ briesje, maar echt aangenaam was dat niet. De volgende halteplaats was La Rioja, waar we om kwart over twee aankwamen. Wat is het dan lekker, wanneer je even de bus uitkunt, om je buiten in een heerlijke temperatuur even te ontspannen en wat rond te wandelen. Doordat we door al die plaatsen reden, kreeg ik ook ´n beetje betere indruk van Argentinië. Men had mij al verteld, dat het niet te vergelijken was met andere landen, die ik al bezocht had, zoals Peru of Bolivia. En dat klopt ook. Om te beginnen zijn de wegen ´n stuk beter en zien de steden er meer Europees uit, dan mijn idee van Zuid-Amerika. Niet dat ik al veel van Z-A gezien heb, maar toch. Je ziet hier ook geen mensen in indianenkledij, maar wel blond- en roodharigen. Ook de kleding is ´typisch´ europees, in ieder geval westers. De Argentijn beschouwt zichzelf meer Europeaan, dan Zuid-Amerikaan. Wellicht heeft dat te maken met de giga grote hoos aan immigranten uit bv Italië, Spanje, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, etc. etc. In La Rioja had ik mijn rugzak uit het bagageruim gehaald, want er was plaats genoeg in de bus en ik had gezien dat men hem regelmatig uit en in de bagageruimte had geladen. Ook was hierdoor één van de bandjes losgeraakt, waarmee ik mijn slaapzak aan m´n rugzak had vastgemaakt. Bovendien had ik nu ook een behoorlijk ´kussen´ om mijn hoofd op te laten rusten in een poging om toch nog wat slaap te pakken te krijgen. Je doet wel niet veel anders dan ´hangen´ op zo´n dag, maar mede door de temperatuur, wordt je er evenzogoed hardstikke moe van. Wanneer ik door de voorruit van de bus keek, zag ik een lange rechte weg vóór ons, die dan weer iets omhoog liep en dan weer iets daalde. Af en toe een flauwe bocht naar links of rechts en het vooral groene landschap; meestal struiken en bossages met op de achtergrond bergen. We stapten weer in de bus en gingen op weg naar San Augustin, waar we om iets na vijven arriveerden. Ondanks dat er enkele ramen openstonden en het daardoor behoorlijk doorwaaide, was het toch behoorlijk warm in de bus en ik was blij er weer even uit te kunnen. In San Augustin is een kleine terminal en er zijn helaas geen winkeltjes. Tegenover de terminal was er slechts één. Hier ben ik even naar toe gewandeld, want mijn water was op en ik had ook wel zin in ´n knabbeltje. Weer terug bij de bus, werden we verzocht in te stappen en snel daarna reden we het dorp uit. Ik had voor mezelf vier zitplaatsen en hiervan maakte ik een slaapplaats en het lukte me wonderwel toch in slaap te vallen. Toen ik weer wakker werd reden we door een geheel ander landschap, nl. wijngaarden. Hierdoor dacht ik, dat we al in de buurt van Mendoza zouden zijn. Ik ging daaraan twijfelen, toen ik het bordje Aeropuerto de San Juan zag staan en even daarna het vliegveld zelf zag. De wijngaarden zien er hier heel anders uit, dan bv in Frankrijk. Hier heeft men draden gespannen en daarop rust een bladerdek; heel apart. Het ziet er van ´n afstandje net uit als ´n zuilengallerij met een dak er op. Ook was de druivenpluk in volle gang, want ik zag op sommige plekken veel kisten met druiven staan en ook vrachtwagens volgeladen met druiven. Her en der waren ook klusters van huizen en af en toe zag ik een grote (verwerkings)hal. Een ander opvallend element vond ik de typische cypressebomen, die er hier veel van waren. Blijkbaar hoort dat bij de druiventeelt. Op ´n gegeven moment reden we een plaats binnen, maar ik had geen naambordje gezien en bij de terminal aangekomen, dacht ik in Mendoza te zijn. Dat was dus niet zo; dit was San Juan. Deze terminal was langgerekt en er was plaats voor een behoorlijk aantal bussen. Ook hier geen winkeltjes. Wel een restaurant, maar dat was (nog) gesloten en zou pas om 20.30 uur opengaan. Toch even wat wandelen en vooral enkele been-oefeningen doen. Ik was intussen al zo´n 16 uur aan het reizen en ook al had ik bij elke (zij het korte) stop wat gewandeld, op den duur begon ik m´n benen behoorlijk te voelen. We stapten weer in en tegen acht uur verlieten we San Juan voor het laatste stuk naar Mendoza. Inmiddels was het ook donker geworden en viel er dus buiten weinig meer te zien. Ik besloot om een nieuwe poging tot slapen te doen en dat lukte me deze keer bijzonder goed. Zelfs zo goed, dat één van de medepassagiers mij wakker moest maken, toen we al stil stonden bij de terminal in Mendoza. Mijn benen staken dwars over het gangpad en hij kón er over heen stappen, maar wekte mij gelukkig. Ik wist even niet waar ik was, maar besefte wel dat ik heel snel moest zijn, want er waren niet al te veel passagiers meer in de bus en bijna iedereen was al uitgestapt. Gauw m´n schoenen aangetrokken en m´n spullen gepakt en de bus uit. Net op tijd, want even later werd de binnenverlichting uitgedaan, de deuren gesloten en reed de bus weg. Er werd niet gecontroleerd, of er nog iemand in zat. De terminal in Mendoza is een giga grote terminal in een U-vorm met zo´n 60 doks voor de bussen op het binnenplein. Per dok was er minstens één deur naar een brede gang en hieraan waren winkeltjes, restaurantjes en kantoren/loketten van de busmaatschappijen. Mendoza is ook een centrum van busverbindingen, zowel noord-zuid als van west-oost (en omgekeerd) en het was daardoor ook behoorlijk druk. Nog een beetje duf stapte ik die gang binnen en ging eerst maar ´ns op zoek naar iets te eten en te drinken. Koffie zou welkom zijn. Het was al over tienen en ik wilde me ook even rustig oriënteren. Ik stapte ´n restaurantje binnen, bestelde koffie en een supertosti en nadat ik dat naar binnen had gewerkt, ging ik aan de andere zijde van de terminal m´n licht opsteken over wat de mogelijkheden waren, om ín of dichtbij het centrum van Mendoza te komen. Het eerste dat me direct opviel toen ik buitenkwam, was het vele groen; vooral veel bomen! Het tweede was de giga lange rij wachtenden voor de taxi-standplaats, dus dat was ook geen optie, alhoewel de regelateur me vertelde dat het niet zo lang zou duren en het ook niet duur was. Ik dacht er aan te gaan lopen. Dat zou tevens goed zijn voor de bloedsomloop in m´n benen, maar eenmaal onder het bladerdek van de bomen vandaan, voelde ik wat gedruppel en mede gezien het tijdstip dacht ik er beter aan te doen, een bus te nemen richting centrum. Bij de bushalte vóór de terminal vroeg ik welke bus ik daarvoor moest nemen en ik werd naar de overkant van de straat verwezen, waar iets verderop ook een halte was. Niet lang daarna stopte er een (lege) bus, die mij meenam. Ik wilde de chauffeur betalen met een bankbiljet, maar zo werkt dat hier niet in Mendoza. Ik diende kleingeld in de automaat te doen, die door de chauffeur via een apparaat op het dashboard werd bediend. Helaas had ik geen kleingeld en mocht ik gratis mee! Wat een service! Binnen no-time waren we in het centrum en onderweg had de chauffeur me enkele belangrijke straten, die we kruisten, aangeduidt. Op ´n bepaald moment stopte hij en wees me op een hotel aan de andere kant van de straat. Hij zei erbij, dat mocht dit hotel vol zijn er in deze buurt (centrum) vele hotels of hospedajes te vinden waren en dat het daarom niet al te moeilijk zou zijn, om onderdak te vinden. Ik bedankte hem hartelijk voor de geboden service en stapte uit. Wat me vooral was opgevallen tijdens deze busreis, waren de laanachtige straten; bomen aan weerskanten van de weg en hun bladerdek dat elkaar raakt. Schitterend! Ik stak de straat over en klopte aan bij het door de chauffeur aangewezen hotel. Helaas was dit volgeboekt en op mijn vraag, waar ik dichtbij andere mogelijkheden kon vinden, werd ik ´n bepaalde richting op gewezen. Ik liep nog geen 50mtr., toen er een jongen aan kwam lopen en ik vroeg hem, of hij iets wist. Nou, niet direct maar hij liep wel even met me mee. Hij bleek ook Nederlander te zijn en was blij even in het Nederlands te kunnen babbelen en wilde nog wel even ´n biertje gaan drinken, zodra we onderdak hadden gevonden voor mij. Bij de eerste de beste straathoek gingen we een volgende straat in en nog geen 100mtr. verder zagen we een hostel. Hier was nog plaats, alhoewel ik de kamer moest delen met een Chileen en er alleen maar centrale badkamers waren. Alles zag er schoon uit en het oogde bovendien erg huiselijk. Ik besloot de kamer te nemen en kon eventueel de volgende dag op zoek naar iets anders, mocht dit me alsnog niet bevallen. Ook de prijs viel me héél erg mee, tenminste voor Argentijnse begrippen. Tim (de Nederlander) stond even in de hal op me te wachten, terwijl ik mijn gegevens in het hotelboek schreef en daarna m´n spullen naar de kamer bracht. Hierna gingen we op zoek naar een cafeetje, wat we snel hadden gevonden en we bestelden ´n liter fles bier. Tim was nogal gestressed en toen ik hem vroeg, hoe dat kwam, vertelde hij overvallen te zijn en al z´n spullen kwijt te zijn. Hij zou met een of andere spray in z´n gezicht zijn gespoten en toen ´ie daarop niets meer zag, werden z´n rugzak en andere spullen van z´n lijf gerukt. Dat alles zou in de buurt van de busterminal in Mendoza zijn gebeurd aan het eind van die middag. Ik kon het eigenlijk maar moeilijk geloven, want er loopt daar niet alleen redelijk wat bewakingspersoneel rond, zowel binnen als buiten, maar ook heb ik de nodige politie-agenten daar gezien. Hoe dan ook, ik voelde me daar behoorlijk veilig. Zeker niet ónveilig. Na nog ´n fles bier besteld te hebben, kwamen de reisverhalen boven en hebben we informatie uitgewisseld. Tim was al ´n jaar aan het reizen en had heel Zuid-Amerika bereisd, inclusief Brazilië en zelfs Frans Guyana. Hij was in Mendoza aangekomen, om even tot rust te komen, alvorens richting Buenos Aires te vertrekken en dan terug te keren naar Nederland. Nu zou die, met geleend geld, de volgende ochtend vroeg naar Buenos Aires gaan, om daar een nieuw paspoort te regelen en dan zo spoedig mogelijk terug naar Nederland. Zijn reis werd door die overval dus met ´n paar weken bekort, maar dat vond ´ie niet zo erg; zijn jaar reizen zat er hoe dan ook toch bijna op en hij vond het bovendien ook weer ´ns tijd worden om terug te gaan. De ´kroeg´ ging sluiten en Tim liep nog even ´n stukje mee terug richting mijn hostal. Daar bijna aangekomen, namen we afscheid van elkaar en ik heb hem het allerbeste en veel succes gewenst. Ik kon verder ook niks aan zijn situatie veranderen. Alleen een luisterend oor bieden en dat vond ´ie voldoende; hij was blij weer even in het Nederlands te kunnen babbelen. Ik ging naar mijn kamer, waar ik niet lang daarna in een diepe coma viel.