Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
Zintuiglijk levenskunstenaar
Samen goesting hebben. Leven met ALS
27-08-2012
nacht
Gisterenavond zijn we nog even gaan fietsen om terug op te laden. Mijn gsm deed dat ook, opladen bedoel ik. Ik wil eigenlijk altijd maar fietsen. Is het omdat het een beetje in de familie zit of omdat ik op mijn fiets niet merk dat ik achteruit ga. Het doet in ieder geval deugd zo wat wind en stilte kunnen inademen. Na het fietsen voelde ik dat mijn rechterwijsvinger minder spastische trekjes vertoonde. Ik moet dus veel bewegen en ontspannen en het opnieuw leren ook, ik ben het wat verleerd. Terwijl ik fiets kan ik ook mijn vragenhoofd afzetten. Niet dat ik me niet graag vragen stel, integendeel. Er zijn nu gewoon te veel vragen en veel te weinig antwoorden, de balans is weg. net zoals altijd ben ik nu weer wakker ergens tussen 3 en 4 uur 's morgens. Goeiemorgen allemaal, ook jij manneke op de fiets met de vaas met bloem ploem ploem. Opstaan, plasje doen, pjoeter aan, ... Hoe moeten die dingen dan binnenkort, opstaan, plasje doen, pjoeter aanzetten, leesbril opzetten, ....? Moet ik dan iedere nacht Ilse wakker maken of het gewoon laten lopen omdat ik het zelf niet meer kan. Blijf ik dan liggen in het vocht van pis en tranen of slaap ik tegen die tijd gewoon rustig verder, ook dat zal ik dan opnieuw moeten leren. Slapen is een deugd, Marc, geen verloren tijd, prent ik me nu in. Straks om 9u begint het college van directeurs basis. Voor degenen die het niet kennen, dat is een vergadering met alle directeurs van mijn scholengemeenschap. Ik zit voor. Mevrouw Stip ... Stip, lachen Dirk en ik dikwijls. Mevrouw Loof ..............hutjes. Ik belde gisteren met Marc, mijn algemeen directeur, om uit te kienen hoe ik morgen en komende ALS werkdagen zou doorbrengen. We komen er niet uit, weer te veel vragen zonder antwoorden, zie je. Waar ik wel uit ben, is waarom ik het soms zo moeilijk had met Marc. Ik kan dat gewoon niet plaatsen, dat iemand met zo veel meeleven ook mijn baas is. Hij is altijd zo super empathisch, een warme mens en ook baas en zo anders dan ik en zo herkenbaar tegelijk. Een beetje humor blijft toch in mijn lijf zitten, wees gerust. Ik had net een belachelijke inval. Ik typ 'zo anders als ik' en verander het dan in 'zo anders dan ik'. Weer een keer ALS weg, dacht ik. Stom he. Gek dat je dat woord zoveel gebruikt als je als hebt. Net zoals bij vrienden, probeer ik al mijn directeurs tegelijk in te lichten. Ik heb dan ook gewacht en gewacht op een officieel moment zoals straks. Ik wilde er al bellen of zien en voelen, maar allemaal tegelijk op een officieel moment,dat ik goed heb voorbereid zodat ik sterk ben. Wat is dat dan sterk? Ik denk ook veel aan Griet, dat ontzettend fantastisch lief mens van een directeur heeft het al zo moeilijk en ik laat haar nu in de steek. Verdomme toch! Zij is pas sterk en kan dat wel zo sterk? Respect meisje, respect! Ilse slaapt zacht, ze slaapt mooi, ik ben net even gaan kijken want ik kan het nog. Ik weet niet of het me zal lukken straks, naar Merksem rijden, op de vergadering komen als sterke man en dan vertellen aan de collega's dat ik als heb. Ik schrijf het voortaan in kleine letters, als, zo belangrijk is die ziekte nu ook niet dat ik ze al in hoofdletters moet schrijven. Zoals ik gisteren aan Marc liet weten... we zien wel. Zien, ja, wie zal ik aankijken? Allemaal tegelijk dat gaat toch niet. Dat gaat wel als ik rustig leid en op mijn doel afga, maar hoe doe ik dat op zo'n moment? Vroeger bij de kuskesdans, of als ik voor de klas stond later of op het podium, toen kon ik dat ... met één blik mensen grijpen. Maar straks? Dat is weer dat moeilijke zoals bij Marc, balanceren tussen officieel en warm. Ik dacht altijd dat ik daar zo goed in was, maar ik worstel er gewoon voortdurend mee. Ik had dat vroeger ook in De kRing, mijn schoolke waar ik hart en ziel heb ingelegd. Balanceren tussen officieel en warmte op een toppunt van passie en gedrevenheid geeft je wel een diepe gelukzalige vermoeidheid. Dat is ook wat me als kleine bengel zo aansprak in de clown, de rode. Met emotie en passie en topprestaties mensen begeesteren, dat is het schoonste wat er is. Zo zal ik dat als kleine bengel wel niet genoemd hebben, maar het is wel de rode draad in mijn leven. Het zit tot in mijn onderbewuste. Ik wil al de hele tijd ook iets schrijven over Annick. Ik weet niet goed hoe. Ze heeft me meer dan eens gered. Ze is bijzonder. Ik hou van haar. Ik koester. Ik heb dat altijd gehad, momenten met mensen waardoor ik van ze ben beginnen houden. Niets seksueel of zo, maar gewoon diep intens houden van, mensen die me een warme gloed bezorgen als ik ze hoor, zie of voel. Wel zo is Annick er ook eentje. Punt. Het is nu 12 over vijf. Ik ga me terug bij mijn vrouwke leggen, zij is er ook zo eentje met dat nog net iets tikkeltje meer ;-) . Slaap wel wakkere lezer.
Het gaat alsmaar sneller en sneller. Ik houd het niet meer bij. We zijn op bezoek geweest bij de ouders van Ilse. Ik heb nog meer vrienden gebeld, on line gehad, sms'kes, snel, veel, warm, kapot. Hoe kan het toch? Sinds de diagnose gaat alles sneller. Ik wil dat het trager gaat. De telefoon gaat weer. Ik neem niet op deze keer, het lukt niet meer. Ilse kraakt mee. We zijn samen. Op de website van de ALS liga staat dat je ook de opportuniteiten moet zien en aanpakken. Ik pik hier en daar iets mee. Het doet ook deugd lieve mensen terug te horen na lange tijd, maar het is zwaar. De 'numero uno, die dan duo is geworden of ik hoe is het ook weer', moest ik ook nog bellen. Mooie woorden soms die ontroeren en steunen. De koning van het leven, dank je Veerle, zo mooi. Ilse maakt eten, maar we hebben geen honger. Ze koos voor een omega 3 maaltijd. Dat is goed voor me, hopen we. Ik heb de drang om mensen te vernoemen, maar het maakt me zot. Ik zou gaan slapen, maar slapen gaat nu niet. Het eten is klaar. We gaan aan tafel, terug even proberen te genieten. Terug even rust nu, ik zet mijn telefoon uit. Ssst!
Mijn rechterwijsvinger begint nu ook spastische trekken te vertonen. Ik typ letters 2 keer of niet. Ik zal op een andere manier moeten leren typen, ook heel vervelend op de touchpad. Geen tijd te verliezen, Marc, schrijven maar. Een mens wordt efficiënter met een korte deadline. Ik ga er toch eens een ander woord voor zoeken. Zo dadelijk gaan we naar mijn schoonouders. Het eerste gesprek dat ik nog niet goed heb voorbereid. Maar ja, ondertussen ben ik ervaringsdeskundige en heb ik ondervonden dat de voorbereiding niet alles is: het loopt zoals het loopt. Gisterenavond heb ik ook al vrienden kunnen bellen. Erik vertelde me dat het blog adres online staat en dat er al enkele vrienden me aan het volgen zijn. Hey, allemaal, dus. Welkom! Ik dacht even na of ik mijn schrijfstijl en inhoud nu zou moeten aanpassen, maar ik blijf gewoon schrijven zoals het mij uitkomt. Je schrijft toch voor jezelf zei Ilse net. En dat is ook zo, maar ik besta niet zonder anderen, dus schrijf ik ook voor jullie allemaal. Dirk is na mijn telefoontje ook gaan zoeken naar mijn blog. Hij is zelfs lid geworden van facebook. Stel je voor, Dirk lid van facebook?! Een zieke vriend doet rare dingen met mensen. Mijn vrienden zijn allemaal zo verschillend. Op zo'n momenten merk je dat nog meer. Iedereen reageert zo op zijn eigen mooie zelfmanier... Sven, Dirk, Piet, Jan, Raf, Veerle, Annickske,... jij! Allemaal gelijk lukt niet, een volgorde is er niet. Er is alleen dat unieke ding dat we hebben samen. En jij weet wel wat dat voor ons is. Dikke kus, dikke knuffel. Ik ga nu met dat stomme lijf douchen.
Ik was eigenlijk nooit zo'n echt familiemens. Versta mij niet verkeerd, ik hou heel veel van mijn familie, maar ik ben bezig. Zoals Ilse me zo schoon typeert: ik ben iemand van 'het moment'. Met familie gaat het meer over een uitgestrekt levenslang verband dat je koestert maar waar je nog veel tijd voor hebt. Op een uitgestrekt levenslang moment moest ik gisteren ondervinden dat die korte momenten met familie toch zo waardevol zijn. Ik twijfel nu even of het waardenvol moet zijn met een n, maar dat doet er op dit moment echt niet toe eigenlijk. Gisteren heb ik dan iedereen bij ons thuis, zo zeggen wij dat, op de hoogte gebracht. Rony, mijn grote broer, vroeg bij het binnenkomen hoe het met me was. Ik blokte het even af. Er verscheen een teken van schrik op zijn gezicht. Marleen, mijn kleine zusje, omringde zich liefdevol met haar 2 schatten van kinderen. Ik wist toen nog niet dat zij al op de hoogte was van mijn ziekte. Ik dacht dat ik het adres van deze blog onzichtbaar op mijn facebook-pagina had gezet, maar niet zo. Je kunt dat niet allemaal onder controle hebben, Marc. Ja, stom hé, ik spreek geregeld tegen mezelf, ik begin nu zelfs naar mezelf te luisteren. Maar goed, mijn bezorgdheid ging recht naar ons moeke, zou zij het bericht over ziekte wel aankunnen en overleven. Ik had gepland om samen met Rony en Marleen te overleggen hoe we het n moeke zouden vertellen. Zo'n momenten lopen dan anders, gewoon zoals ze lopen. En dat is waarschijnlijk maar goed ook. Moeke besefte het precies niet zo goed of was het een manier om het negeren, je weet het niet zo goed met moeders. Moeders hebben iets met kinderen wat vaders nooit kunnen bereiken denk ik en dat hoeft ook niet vaders hebben dan weer iets anders met hun kinderen. En ik weet het, ik heb het eergisteren mogen ondervinden. We haalden nog samen wat herinneringen op en aten nog een lekker stuk rabarbertaart. Zo is mijn zusje dan, ze maakte nog rabarbertaart. Hoe doe je het zus? Je weet wat er aan de hand is, je duwt het ergens weg in je zijn en dan maak je rabarbertaart. Ik ga de symboliek ervan hier niet uitleggen. De emoties wegen zwaar, maar we moeten door. Ik liet 'ons thuis' achter, zodat het wat in plooien kan vallen, zonder mij en we vertrokken richting petekind. Soms leggen mensen hun liefde vast in gebaren die eeuwig blijven bestaan, een peter en meter kiezen, een getuige kiezen voor je huwelijk. Ik mocht het allemaal meemaken. Ik heb ook één keer het peterschap doorgegeven uit liefde, ze verdiende het dubbel en dik en het was goed voor de band. Maar bon. Ineke is mijn petekinneke! Ze werd dit jaar achttien, maar ja, Ineke, je blijft een petekinneke voor eeuwig en altijd. Een prachtmeid is het, ze was voor mij de dochter die ik niet had. Nu heb ik er meer en ik ben er keifier op. Toen ik Bart, haar papa, belde om te vragen of het goed was dat we langskwamen, hoorde ik zijn stem dat ze al op de hoogte waren. Het maakte het iets eenvoudiger. Ik kon gewoon in de armen vliegen van mijn 'schoonzusje', Yvetje, en nadien Ineke een dikke knuffel geven. Bart haalde een flesje lekkere rode wijn boven. Hij kent dat. Blikken van liefde en waardering gingen over en weer. Het was een kort maar intens moment. Op weg naar huis klungelde ik wat diesel in mijn heerlijke Alfa Romeo blitse bak, die ik samen met Erik ben gaan kopen in Wallonië. Ik heb hem Tornado genoemd, mijn Alfa. Dat is zo'n gekke gewoonte van me dingen een naam geven, ze verpersoonlijken. Zo is het me ook gelukt om te stoppen met roken, sigaretten werden personen. Er zaten er nog 2 in het pakje dat ik ter conversatie had klaargelegd voor moeilijke momenten, Barclay en Kent. Maar goed. Ik wilde er eigenlijk toe komen dat ik na het tanken merkte dat mijn zonnebril nog bij moeke lag. Maak het kort, Marc, dat interesseert de mensen niet. Rony bracht mijn zonnebril langs en ... mijn broer en ik hebben mekaar langs intens vastgepakt, een uitgestrekt, levenslang familiemoment.
Gisterenavond hebben we dan de kinderen ingelicht. Ze waren er allemaal. De tranen springen me opnieuw in de ogen als er aan terugdenk. Je probeert je sterk te houden op zo'n moment, maar je kraakt onder al die liefde. na het overlijden van vake, zaten zowel Jeroen als Robin met iets dat niet af was. Ze waren ook zo jong toen. Ik hoop dat ze vannacht wat geslapen hebben. Goed dat we inde tuin konden starten, het weer was nog ok. De champagne stond koud, de pizza's waren besteld. Voorbereiden daar gaat het nu precies om. Ik doe niets dan voorbereiden en wenen ook en troosten. Ik probeer er hier en daar een vrolijke noot in te steken, we moeten blijven lachen. Ze zullen we flauw zijn, mijn grappen, maar ja ik kan niet beter nu. Jeroen zat er verslagen bij, wist niet goed hoe met zijn emoties om te gaan. 'Laat je maar gaan, jongen',zei ik nog. Robin kwam snel naar me toe, helpend, troostend. Wat een kerels, mijn jongens! Ze zijn zo verschillend, zo uniek, zo mooi. Ik ben gelukkig met mijn jongens. Robin zei het nog: 'Als je maar gelukkig bent, papa!'. Louise hadden we 's middags al op de hoogte gebracht. Je kunt niets verzwijgen voor haar. Ze ziet zo veel dat ze er zelf bang van wordt. Je zou voor minder. Ze had zich gisteravond duidelijk voorgenomen om de klappen op te vangen, moest het nodig zijn. Raphaël was al wat vroeger gekomen. Je ziet hem zoeken om deze emoties een plaats te geven. Terwijl hij voelt, probeer hij af te wegen hoe wij met die gevoelens moet omgaan. Veronique was goed voorbereid. Ik zag dat ze van me houdt. Af en toe een glimlach rond haar mond bij mijn misplaatste grappen verklapten haar gedachten, die Marc toch. Yalenka wist precies niet goed wat haar overkwam. De manier waarop we familie maakten, was blijkbaar even indrukwekkend als het nieuws op zich. Toen de wolken begonnen meewegen, trokken we et ons glaasje champagne naar binnen. We zochten allemaal een beetje stuntelig naar gespreksonderwerpen. Ja, waar praat je over op zo'n moment. Jeroen verbeet zijn verdriet. Robin ging in overdrive. Jeroen, de rust. Robin, de energie. Mijn jongens, ik zie jullie graag. De knuffels deden zo'n deugd, allemaal!
Het was al een bewogen dag. Op kousenvoeten trokken Ilse en ik om 8u vanmorgen naar Sint Augustinus. Dr. Strauven had een MRI besteld om kwart voor negen en dan mochten we ineens verder naar hem komen voor het resultaat, de diagnose. Heel sec maar toch vriendelijk begeleidde de verpleegster mijn naar de buis des oordeel. Ze zette me een hoofdtelefoon op om het lawaai van de machine minder als storend te ervaren. De machine gromde heen en weer. Ik had een gedachtenset voorbereid voor in die dingebuis, maar eens men je binnenschuift, beginnen de gedachten te flitsen. 'Tot zo', zei de verpleegster nog geruststellend. Telkens wanneer ik angstig werd, stelde ik me Ilse voor, die van bovenuit me met een genietende blik aankeek. Andere momenten trachtte ik de machine te manipuleren door mij zo hard te concentreren, dat het ding niet anders kon dan naar me te luisteren. Er gaat wat door je hoofd op zo'n moment. Het geluid stopte en door de hoofdtelefoon zong Billy Joël over zijn baby die haar bluejeans doet spreken. Ik wilde eigenlijk nog wel even verder luisteren, maar de verpleegster stuurde me vastberaden richting kleedkamer. Met losse manen stapte ik naar Ilse in de wachtkamer. Moedig en angstig tegelijkertijd trokken we naar het kabinet van Dr. Strauven, voor de diagnose. Hij keek naar beelden, ik keek naar hem. Hij probeerde niet naar mij te kijken, maar zijn zijdelingse blik deed het toch. Met wat technische micro-makrowoorden maakte hij duidelijk dat het wel degelijk ALS is. De angst barstte los bij Ilse, de dokter en de assistent en ik, ik voelde me lichter worden. Stilte. Krakende pijn en scheurend verdriet trok me naar Ilse. Vragen, welke vragen? Welke vragen moeten we stellen? Wat moet je nog meer weten op zo'n moment? Niets toch! Toch wel, toch! En wat nu? Kan je zien hoe lang de ziekte al woedt? Hoe zit het met erfelijkheid, wat vertel ik mijn kinderen? Krop! Traan! Ik hou van jou, Ilse! De dokter stelde me gerust over de erfelijkheid. Zijn grootvader was ook gestorven aan ALS en hij had zich nooit voorgesteld het om die reden ok te krijgen. Hij las een stukje voor van professor Robberecht, de wereldvermaarde ALS specialist, die kort geleden nog een patiënt van hem was beginnen begeleiden. Tegen het einde van dit jaar wordt een hoopgevend medicijn geproduceerd en getest op mensen met ALS. Ik ben kandidaat, zei ik. In de gang buiten het kabinet breken de emoties dan uit. Gebroken keerden we naar huis. Dank je, Ilse!
Ik kruip maar terug in het toetsenbord. Ik wil me leeg maken, het van me af spreken, maar spreken lukt niet, zeker niet als het liefste mensen zijn. Ik probeer wat te lezen, maar ik staar gewoon TV. Ik heb geen idee waar het over gaat. Ik ben blij dat Ilse terug thuis is. Fantastisch dat het goed gaat op haar nieuwe werk. Morgen is het dan zo ver. De MRI zal zeggen hoe het het staat. Vroeger kon dat allemaal niet, dan bleef je onwetend. Ik voel dat ook schrijven me niet lukt nu. Langer dan 5 minuten mijn aandacht houden is sowieso al een moeilijke opdracht voor iemand als ik. Vandaag heb ik ook Sven 2 keer aan de lijn gehad. De eerste keer lukte het niet. Daarnet lukte het al wat beter. Hij wilde graag langskomen, maar dat is eigenlijk geen goed plan. Louise loopt hier ook rond en die weet nog niet veel. We willen eerst zelf meer weten vooraleer de kinderen op de hoogte brengen. Het schrijven lukt me niet. Ik probeer later opnieuw.
Het is 3 uur 's morgens. Iets maakte me wakker rond half 2. Ik keek nog wat NCIS vanuit mijn bed. Ilse slaapt. De wereld slaapt hier aan deze kant. Ook Ilse heeft de slaap gevonden, het zal haar deugd doen. We gaan nog genieten samen, Ilse, ik beloof het je. Hier en daar is er toch nog iemand die wakkert. Een directeur die mijn nachtelijke email beantwoordt. Louise komt net binnen, ze traint haar piano-oefeningen. Slaap zacht, meisje! Ze ziet, voelt dat ik niet ok ben. Ze tovert nog een nachtzoen op mijn wang en gaat slapen. Een traan rolt over dezelfde plek. Hoe zal ik het vertellen aan de kinderen? Voor Jeroen en Robin en hun meisjes, zal ik morgen even met Hilde bellen, hun mama. Het zal ook voor haar een shock zijn. Er is nog zoveel niet verwerkt. Gisterenavond belde moeke nog, op mijn antwoordapparaat. De telefoon beantwoorden zou haar kraken. Een mens kan zich niet sterk houden als hij zijn moeder hoort. En dan zit zij er mee. Moeke had zich zo goed voorbereid op de dood van vake. Ze zou het anders aanpakken dan haar moeder, die zich volledig liet gaan in ellende, toen mijn gootvader stierf. Ze doet het goed, ons moeke. Ze geniet van het leven. Ik zei haar vorige week nog dat ze gezonder is dan haar kinderen. Maar zat zal er gebeuren als ze hoort dat ..., ik mag er niet aan denken, ik moet eraan denken. Hier moet ik heel goed over nadenken, erover praten ook met mijn broer en zus. Zal ik het zachtjes laten druppelen? Zal ik de mijn liefste mensen zachtjes bedruppelen met slecht nieuws, zo zacht, dat het geen pijn doet? Kan dat? Ik moet sterk zijn, ze laten voelen dat ik dankzij hen mooi geleefd heb en nog mooi zal leven, samen met mijn liefste mensen.
diagnose was de eerste titel, vake is de beste titel !
Ik kom net terug van de neuroloog. Dank je Ilse, dat je erbij was. Ik zou zo'n specialisten nog een les kunnen leren in communicatie. Heeft men al een richting van diagnose aangegeven? Neen, de dokters niet, maar ik wel ... ALS. Die kans is reëel, krijg je dan als antwoord. Al maak ik niet graag snel de diagnose van ALS, vervolgt hij dan. Om zeker te zijn wil hij vrijdag een MRI nemen. Dat is overbodig dokter! Ik voel het toch! Ik voel me achteruit gaan, dag na dag. Tranen, krop in de keel, bliksemflitsen van gedachten door mijn hoofd. BOEM! Paukeslag! zou Van Ostaijen zeggen. BOEM! Tegenslag! zegt Brants. Hersenen zijn rare dingen. Ik ervaarde al dikwijls dat mensen voelen wanneer ze gaan sterven. Ik voel het al een jaar aankomen. Zou vake dat ook gevoeld hebben? Hij was zo bang, zo bang! Waarom vake, waarom was je zo bang? Sterven is de enige zekerheid van het leven. Juist daarom wil het goed doen en wil ik voorbereid zijn. Die kans heeft hij niet gehad, vake. Het ging te snel voor hem. En wij onszelf maar troosten: hij heeft niet veel afgezien. Hij heeft verdomd intens afgezien, ik weet het, ik was er bij. Ik ben dankbaar dat ik erbij mocht zijn. We zijn er vrienden voor altijd door geworden. Ik zie hem graag. Ik weet niet wanneer, vake, maar ik kom. Maar nog even geduld... Ik wil nog veel doen. Het zal gemakkelijker zijn te leven. Hoofd en bijzaken scheid je vanzelf. Vroeger maakte ik de oefening om belangrijke keuzes te maken. Stel dat ik nog ... te leven had, wat zou ik dan doen? Dat was mijn manier. Zo ben ik gestopt in het onderwijs, heel lang geleden. Keuzes maken door jezelf een korte deadline, what's in a word, te geven. Het zal gemakkelijk zijn nu, kiezen. Ik hoop enkel dat het sterven niet te moeilijk wordt, daar kies ik niet voor. Ik word er precies sterker van, van die zo goed als als diagnose. Ik ga me voorbereiden. Nu eerst op het onderzoek van vrijdag. Dan bereid ik me voor op het vervolg met mijn kinderen, met Ilse, met mijn moeder, met de mensen die ik graag rond me heb en ... met jou! Morgen probeer ik nog wat te schrijven, misschien wel met nieuwe inzichten of vanuit een ander gevoel. Vrijdag ben ik er even niet. Tot een volgende keer.
Stop toch met al die vragen! Ja, ik mank en NEEN, ik weet nog niet waarom. Ja, mijn vakantie was OK maar veel te kort. En dan die onnozelaar van een vertegenwoordiger. 'Alles OK?', vraagt hij nadat ik hem vorige week door de telefoon sleurde omdat hij de meubels net tijdig kan leveren. Als nu iedereen eens gewoon zijn werk goed zou doen, dan zou het misschien een beetje OK zijn. Het stedelijk onderwijs zou zorgen dat de tijdelijke, tijdelijke, ja, je leest het goed, vestigingsplaats van de nieuwe school op het Zuid in orde zou zijn. Er is helemaal niks in orde. Moet ik nu het werk van de algemeen directeur van het stedelijk onderwijs ook al doen. Rechtstreekse lijn naar Schepen Voorhamme zet hopelijk wat extra druk op hun ketel. Op mijn ketel staat al genoeg druk, hoor je mij !!! De zenuwen in buik en benen trekken aan mijn spieren alsof het bandwerk is. Stop, ik heb het begrepen, ik moet kalmeren. Ik moet ook nog naar de dokter bellen voor de uitslag van de bloedafname... Mijn bloed is OK. Tenminste iemand die zegt dat het is is, in de plats van het te vragen. Dank u dokter. Hoge cholesterol en leverwaarden, geen suikerziekte of andere indicaties die de zenuwwormen het recht geven in mijn lijf te wroeten. Morgen ga ik naar de neuroloog. Zeg mij gewoon wat er aan de hand is, dokter, please. Ik houd het niet meer uit. Mijn keel zwelt de emoties eruit. Ik ga nu maar even liggen en hoop dat ik dan straks nog kan slapen. Ik zal een slaappil nemen, een beetje chemische hulp zal me goed doen. Slaap wel!
Het weekend ging goed. Zaterdag hadden we een familiebijeenkomst langs haar kant, zoals we dat aan onze kant zeggen. Zo zie je toch maar hoe je een vreemde eend bent in een bijt waarin je niet bent opgegroeid. Het ging er warm en gastvrij aan toe bij de Kuijkens en dat kwam niet door de zwoelte van de zomerdag. Ook al komt de ganse familie zelden samen, toch manifesteert er zich zo een typische familiale groepsdynamiek. Net als bij zwermen trekvogels die samenkomen, ontstaan er spontaan verhoudingen die lijken te kloppen. En de aanhang adapteert zonder weerstand. En dan is er die Spaanse schoonzus. Het is niet de eerste keer dat ik het met haar meemaak. Eén snelle nerveuze observerende blik heeft ze nodig om doorheen maskers te kijken. 'And how are you, Marc? ok?' vroeg ze. Ik voelde tot in mijn merg dat ik niet rond de pot hoefde te draaien. Ze zuigt de informatie uit je hoofd zonder veel vragen te stellen. Zich voordoende als een topjournaliste sluit de andere schoonzus zich bij het gesprek aan, maar je merkt al snel dat het slechts roddelpers is. Het was om zeep en dankzij de aanwezigheid van de menigte rondom veranderde ik naadloos van onderwerp. Uiteraard kwam de topjournaliste er later op terug, ditmaal geflankeerd door haar man, de wetenschapper, de expertise. Zondag trokken Ilse en ik dan naar Warnont, een idyllisch dorpje bij Namen, waar Dirk, mijn vorig algemeen directeur, zijn stekje heeft. Dirk is een blauwe! Volgens de 'Insight-profielen van Jung' is hij mijn tegengestelde type. Wat konden wij toch schitterend samenwerken, een schoolvoorbeeld van hoe tegengestelden complementair zijn. Samen met zijn vrouw en schoonouders trok hij een half jaar geleden de stad uit en vestigde zich in hun eigen 'rust'huis. We zouden een wandeling maken langs een oude door gras volgroeide trambedding. Dat moest zelfs voor mij haalbaar zijn, dacht ik zo. Ik haalde dankzij de letterlijke steun van Ilse, nipt de eindmeet. Vandaag zweet ik het uit. De onderhuidse zenuwen zijn bedrijviger dan ooit waarschuwingen aan het rondsturen. Geen seconde rusten ze uit in benen en buik. Luisteren, Marc, luisteren naar je lichaam! Is een wandeling door de Ardeense natuur dan geen gezonde bezigheid? Stom zenuwstelsel, dat je bent!
Het is eenvoudig, je neemt gewoon vitamine B complex. Ook al merk ik aan mijn urine, dat ik er te veel van heb, op één of andere manier werkt die chemie wel, onverwacht. Is levenslust dan gewoon een gevolg van een goed scheikundig gebalanceerd lichaam? Waarschijnlijk wel. Het is volgens mij ook de chemie tussen mensen die zorgt voor goed scheikundig evenwicht in ieder van ons. Emoties geven reacties, reacties geven energie. Wat een gedoe trouwens ineens met die reactoren in de onze kerncentrales. Doel 3 en Tihange 2 vormen ineens een gevaar. Energietekort dreigt, dat is al jaren zo, maar het komt toch wel plots dichtbij. Als we hier nu eens gewoon heel emotioneel op reageren, hebben we misschien genoeg energie om de winter door te komen. Ik vlieg naar het werk nu, neen Marc, rustig aan. Take it easy! Duif, konijn en ekster, tot straks.
Het is officieel de eerste werkdag na de grote vakantie. Toen ik half vijf vanmorgen de eerste keer wakker werd, draaide de film der verplichtingen zich voor mijn ogen af in een snelheid voor het oog niet waarneembaar. In een reflex van overlevingsdrang corrigeerde ik vrij snel de druk die deze film op mijn gezondheid legde. Goed zo, Marc! In de volgende 5 minuten delegeerde ik in mijn hoofd een hele hoop verplichtingen naar anderen, catalogeerde er vele als zijnde geen verplichtingen, plande er 2 voor in de loop van de dag, zette mijn Ipad aan om het nieuws te bekijken en zo mijn zinnen op andere zaken te zetten. Na één herhalingslus van het nieuws hield ik het voor bekeken, zette de Ipad uit en sloot mijn ogen. Ik stond op om 7u15. Goed zo, Marc! Bij iedere beweging die ik sindsdien maakte, gaven mijn hersenen en centraal zenuwstelsel het commando om trager te zijn. Mijn lijf en leden luisteren wonderwel. Het is de eerste werkdag, so what! Ik geniet van de ochtend. Voor me zie ik door een nog nauwelijks doorzichtbaar raam een bosduif evenwichtsoefeningen doen op een tak om de laatste vlierbes van het rosje te smaken. Een konijn maakt aan de ander kant plaats voor een besliste ekster. Ik weet het zeker nu, mijn eerste werkdag is niet essentieel voor het voortbestaan van de wereld. Ik zet het vuile raam open en laat de wereld en de zon me verder overtuigen. Zoals de dokter heeft voorgeschreven en Ilse, die ik net lekker de badkamer zag binnengaan, me de belangrijkheid van duidelijk maakt, nam ik plichtsbewust mijn Befact vitamine. Mijn zelfvoorgeschreven ampullen Revitalose heb ik dan toch ook maar genomen. Ik kocht ze bij de apotheek om genoeg energie te hebben om te kunnen volgen. De twijfel bij het toedienen vandaag was een gevolg van de geprogrammeerde overlevingsreflex die ik heb geïnstalleerd in mijn hersenen en centraal zenuwstelsel. De wereld zal het moeten doen met de energie die ik heb. En neen, ik ga niet meer in overdrive gaan om de wereld te redden. De duif, het konijn en de ekster hebben het me net nog verteld. Het is niet nodig, Marc! Ik ga nu even genieten van de waterstralen uit de douchekop, een heerlijk tasje koffie en een fietsrit naar mijn eerste vergadering van het nieuwe schooljaar, wat een start !
In 2008 liet ik een persoonlijkheidstest op basis van theorieën van Jung doen, in functie van mijn werk. Ik werkte toen bijna een jaar als codi basisonderwijs. Het verduidelijkt toch wel hoe je als mens in elkaar zit, ook al wordt de test gedaan in functie van je werk. Telkens ik met iets zit, zoals vannacht, haal ik me die test voor ogen, gewoon om mezelf beter te kunnen begrijpen, en dan vooral in functie van de communicatie met anderen. Vannacht hoorde ik dat ik een moeilijk communicator ben. Zoals alle trotse mannen, de meeste dus, spreek ik moeilijk over gevoelens, ik schrijf er wel graag over. Met gevoelens omgaan is een kunst die je moet oefenen om er een beetje vaardig in te worden. Doordat ze continu veranderen, is het moeilijk inoefenbaar. We zijn terug thuis nu, na Cuba. Veel vervalt terug in de macht der gewoonten. Overmorgen start ik opnieuw met werken en zal dat verval alleen maar sterker worden. Want dat is het toch: vervallen in de macht der gewoonte, een verval. De gewoonten die je opbouwt door je persoonlijkheidskenmerken. Een mens verander je niet zo maar! 'Alleen natte baby's houden van verandering.' is de mooie titel van een boekje over veranderingsmanagement dat ik graag raadpleeg. Dat zegt toch genoeg! Ook in relaties is dat zo, ervaar ik. Je bouwt samen iets op, stuurt onderweg wat bij, maar de grote lijnen zitten in het verval der gewoonten opgebouwd door de combinatie van twee persoonlijkheden. We kunnen dit alleen maar veranderen als we samen verveelt zitten, meer nog, geïrriteerd zijn om dezelfde natte luier. Hebben jagers hier een instinct voor of worden we daardoor angstig en zien we meer jagers? Of denk deze laatste zin gewoon even weg, het zou te ver leiden. Misschien kom ik er later op terug. We zien wel. Ben ik nu eigenlijk te volgen of schieten de neuronen weer wild in het rond in mijn verwarde hoofd? Moet ik duidelijkheid geven of niet? ... Ik stond op het punt de samenvatting van de persoonlijkheidstest hieronder te kopiëren. Wat denk je Jung?
Na een week of zo ben ik opnieuw klaar om in het klavier te duiken. Het was tof, de midweek met Robin. Door 5 dagen continu met elkaar op te trekken, leer je elkaar toch weer wat beter kennen. Ik hoop ook voor Robin dat hij zichzelf wat beter heeft leren kennen. Hoe is het mogelijk dat iemand met zoveel mensenkennis zichzelf zo weinig kent. Eigenlijk kent hij zichzelf wel goed, maar ziet hij zijn meerwaarde onvoldoende. Robin heeft ADHD zegt de dokter. We zijn er deze vakantie op uit gekomen dat hij daardoor in staat is verschillende dingen tegelijk te doen, ook in zijn hoofd. Stel je voor; iemand die verschillende dingen tegelijk kan doen en denken: het gedroomde profiel van een ideale werknemer, toch? En wij ons maar focussen op de concentratieproblemen en de daaruit voortvloeiende slechte schoolresultaten. Ik kon het niet voldoende verbergen aan Robin, ik word ouder en ben niet in orde. 'Dat betert wel, papaaatje!' sprak hij me keer op keer moed in, alsof een gewone reparatiekit afdoende zou zijn om terug de oude te worden. Bij mijn doktersbezoek daarnet, bleek in ieder geval dat het niet zo eenvoudig ligt. Men zou verwachten dat door deductie alsmaar duidelijker wordt wat de diagnose is, maar neen hoor. Er komen mogelijkheden bij. 'Mijnheer Brants, u maakt ofwel vandaag nog een afspraak bij de neuroloog, u gaat naar de spoed of ik maak een afspraak.' zei ze terwijl ze het bloed uit mijn aderen zoog. De dokter was duidelijk. Ik mag het niet meer uitstellen. Als Ilse terug thuis is, overleg ik welke neuroloog het zal worden. De bloedstaaltjes, met in grote letters HIV op geschreven, zijn onderweg naar het labo. HIV? Om nu stilaan mogelijkheden te gaan uitsluiten, Mijnheer Brants. Oef, dat is al een zorg minder, denk ik dan zo. Toen ik in de wachtzaal in de vakliteratuur naar mogelijke diagnoses zocht, viel mijn oog op 2 brochures. Het witte kopietje kon ik, nadat ik mijn leesbril had opgezet, voorzichtig en vooral onopgemerkt onder andere papieren schuiven. Ik kon moeilijk luidkeels door de wachtkamer roepen dat ik helemaal geen erectiestoornissen heb. De gekleurde folder over stress kon ik ongegeneerd uitlezen. Ik had tijdens het wachten zelfs de tijd voor de grote stress-test. Ik ben geslaagd met grote onderscheiding! Mister Bean zou er een mooie sketch over kunnen maken. Look, everyone, I have stress, ow ow. We gaan ook nog even een onderzoek doen naar dikke darmkanker, Mjnheer Brants, gewoon routine voor mannen vanaf 50. Routine? Mijn gat ! De telefoon gaat. De verbouwingen aan de school in Deurne lopen achter op schema. Stress? Ik ? Nee, hoor. Vanmorgen ontving ik het bericht dat de meubels zullen geleverd in de derde week van september. Kinderen in een bemeubelde klas? Mijn gat! En om 11u vanmorgen, kreeg ik het hartverwarmende melding dat mijn school in Wilrijk in brand stond. Maar geen zorgen, de brandweer is ter plaatse. Geen zorgen? Mijn gat !
Ik maak me vandaag klaar voor een midweek Robin, mijn jongste zoon. Een paar jaar geleden zijn we samen naar Flayosc getrokken. Samen met de vrienden van de motorclub beleefden we er een zalige vakantie. Nu ga ik alleen met Robin, een fantastische kerel is dat. Robin is sterk, heel sterk. Hij slaagt er als geen ander in om de problemen van eenander naar zich toe te trekken en zich ondanks alle weerstand door te worstelen. Mensen helpen en er erkenning voor krijgen, dat maakt hem gelukkig. In een opgroeiende kindertijd is dat een ondankbare gave. Jongeren ontdekken zichzelf, ontwikkelen en ontplooien zich en er moet niemand dat van hen overnemen, ook Robin niet. Mensen in zijn leven mogen blij zijn Robin te kennen, ik ben ook blij om in zijn leven te mogen vertoeven. Ik ben niet klaar met Robin. In tegenstelling tot mijn oudste zoon heb ik het gevoel dat ik hem nog iets moet meegeven, ik weet niet wat. neen, het heeft niet te maken met het feit dat ik er niet op vertrouw dat hij zonder hulp het niet redt. Ik hoop het volgende week te ontdekken. Ik bespreek het gewoon met hem. Vorige week had het er met Sven, ook zo iemand die leeft van liefde en erkenning, nog over. Zou het geen goed idee zijn om eenzaak op te starten en Robin als verantwoordelijke er in te zetten. Ik bespreek het gewoon met hem. We gaan met 'den Bongo' naar Frankrijk. De Bongo is een 25 jaar oude kleine camper, maar in perfecte staat, die ik enkele jaren geleden kocht. Een auto met karakter en naam, daardoor bouwt hij ook een unieke geschiedenis op. Vorig jaar gaf ik hem cadeau aan Jeroen, mijn oudste zoon. Hij is de ideale man om de geschiedenis van Bongo verder te schrijven. Ja, dat is zo één van mijn trekjes, voorwerpen verpersoonlijken. Of het nu gaat om een ijskast, wasmachine of auto, als ze waardevol zijn, krijgen ze een naam. Op het werk hebben ze dat nog niet door. Wanneer er afspraken moeten gemaakt worden en ik wil dan liever bij andere mensen zijn antwoord ik 'Dat gaat niet, dan leveren ze mijn ijskast.' Ze zien het als een flauwe grap maar voor mij is het manier om te zeggen 'ik heb dan geen zin in jullie'. In Cuba hakte ik de knoop door: ik ga minder werken. Er worden geen ijskasten meer geleverd, maar rechttoe rechtaan zal ik passen en NEEN zeggen als het me te veel wordt, een mijlpaal in mijn bestaan. Doen, Marc, doen! En ga ik nog iets schrijven tijdens mijn Robin week? NEEN
Gisteren ben ik met de vrienden naar het voetbal gaan kijken. Eigenlijk interesseert die sport me niet, maar het iedere keer toch tof om met de vrienden samen te zijn. En je hebt altijd wel een onderwerp om over te praten: de match. We zijn ook echte kenners zoals wij de analyse iedere keer maken. Als je ons alle vier in een line-up zou zetten met 20 anderen, zou je nooit aanduiden dat wij vrienden zijn, zo verschillend zijn we. We drinken dan gewoon onze pinten in een simpele bruine kroeg, die er al 50 jaar hetzelfde uit ziet. Het draait, zoals het leven draait in een rustig groeiend, dan weer dalend spiraal. Wat er ook gebeurt, simpelweg, het draait. Mijn eerste liefde had ook zoiets, een liefde voor de kleine eenvoudige dingen des levens. En dan ... Zoals een extreem natuurfenomeen een kabbelend water tot vernietigende tsunami kan omtoveren, zo beukt menselijke drang geregeld vernietigend in op de mooie eenvoud van het leven. Onze overlevingsdrang kiest voor een balans tussen de kleine rust en de extreme dynamiek. Zo ontwikkel ik, denk ik . Ik heb de laatste tijd te veel gekozen voor de extreme dynamiek. Met lijf en ziel word ik nu naar de rust en eenvoud getrokken. De belangrijkste reflex in onze hersenen dient dan ook het overleven. Hoe groot ook onze pretentie is die zegt dat wij zelf kunnen kiezen, het is de chemie van ons menszijn die onze keuzes bepaalt.
Sinds mijn doktersbezoek van gisteren blijft het door mijn hoofd spoken. Ze zegt dat het niet zo is dat je een ziekte hebt als je alle symptomen hebt. Die symptomen kunnen veel oorzaken hebben. Ik wacht af, wel in spanning. Stephen Hawking 'leeft' er al zo lang mee, waarom zou het bij mij dan slechts 3 tot 5 jaar duren? Wat zal het volgende zijn dat ik niet meer kan? Ik zette gisteren op facebook dat ik naar de grote boze wolf ging. eigenlijk is het iet de dokter, maar mijn angst om ziekte worden, die de grote boze wolf is. Pff, zintuiglijk levenskunstenaar, laat me niet lachen, zul je denken. Ik houd me inderdaad de laatste tijd veel bezig met de dood, heb ik eigenlijk altijd al gedaan. Toch kom ik bij velen over als een rustige, levendige clown, een oude kleine jongen, zeg maar. Toen ik klein was, had ik twee zekerheden. Ik zou clown worden en niet ouder worden dan 65. Die clown dat is al dik in orde. Zet me voor een groep mensen die naar me komen luisteren en ik zal ze betoveren met inspiratie. De rode draad door de feedback die ik krijg tijdens mijn uiteenzettingen gaan over passie, humor, herkenbaarheid, toepasbaarheid, levenswijsheid en beleving. Hoe zit het eigenlijk met die zintuiglijkheid? Academisch zei de dokter gisteren dat hij mijn problemen niet los van elkaar ziet maar ook naar verbanden zoekt. Hij onderzoekt en communiceert hierover, een bekwame dokter dus. Ik luister, eigenlijk niet, en hoor bevestiging over wat ik reeds gevoeld heb. Ik vraag een diagnose. Hij geeft er geen. Ik maak ze dan zelf wel, want alles wat ik gevoeld heb, heeft hij bevestigd. En ook nu lopen ze weer over gans mijn lijf, die vervelende wormen. Continue kleine spiercontracties in buik en benen lijken wel onderhuidse bezoekers die voortdurend onder mijn huid rondlopen alsof ze nog vanalles te doen hebben. Ik word er nerveus van, ik zoek een verklaring, de dokter bevestigd, ik stel een diagnose. Zintuiglijk zelfbedrog of zal ook nadien weer eens een of ander denker bevestigen dat ik juist gevoeld heb. Ik typ weer mijlenver achter mijn gedachten aan. Ik typ te traag, mijn toetsenbord volgt niet. Ik stop.
Daarnet had ik een gesprek met een toekomstig directeur. Ze gaat één van de drie nieuwe scholen die ik tegen 1 september moet opgestart hebben onder haar hoede nemen. Nu heb ik toch wat taken, verkondigde ze op een stil moment. In de plaats van tevreden te zijn als iemand tijdens een vakantieperiode bij is om onmiddellijk wat taken te hebben voor een job die pas in september begint, stelde ik haar teleurgesteld de vraag: "Hoe zijn we tot die taken gekomen?" Ik geloof niet dat ik daarmee haar dynamiek bluste maar haar een bocht heb doen nemen naar een andere manier van aanpakken. Door mijn luiheid ben ik een nogal doelgerichte aanpakker; werker zou een overdreven omschrijving zijn. Niet te doen eigenlijk, hoe ik mensen voortdurend aanstuur naar mijn eigen denkprocessen. Wees nu toch eens blij om die grote verscheidenheid, Marc. Voor één keer ben ik vandaag eens begonnen met de titel, luisterend naar de algemeen aanvaardde hiërarchie der dingen. Dus nu moet ik wel iets schrijven over tempo, ai. Ik kwam eigenlijk op de titel omdat ik gisterenavond, vannacht en vanmorgen tot de bevinding kwam dat tempo een groot verschil is tussen 'ze' en ik. Ik mocht gisteren voor het eerst een pagina uit haar dagboek lezen. De woordenschat die haar hersenkronkels verduidelijken en de bijzondere combinatie van die woorden, boren naar de diepte van haar zijn. Door mijn hoge tempo is dat een voor mij onbereikbaar schrijfniveau. Ik schrijf er maar op los, klinkt het niet dan botst het maar. Zij wikt en weegt ieder woord alsof het een toon is van een partituur van een meesterwerk in wording. Ze schrijft zelfs in één keer muziekstuk en arrangement, zo lijkt het. Zou ze dan ook aan uitvoerders denken? Ik ping pong in een hoog tempo met anderen. Zij bestudeert en en zal af en toe pingen en dan weer pongen. Het verschil zit niet enkele in het tempo maar tussen reflectie en interflectie/interreflectie, als die woorden dan al bestaan. Ik vis voortdurend naar feedback. Zij absorbeert en analyseert, zet alles om in woorden om te verduidelijken, zoals ze net zelf vertelde. Ik heb 'woorden' lange tijd gezien als een toevoeging aan onze zintuiglijkheid. Ik ben dan ook meer een voeler dan een denker, ... denk ik zo. Stap voor stap ontdek ik meer en meer de kracht van woorden. Dank je hiervoor.
Ze ziet het aan mijn gezicht, zegt ze, wanneer ik aan het bloggen ben. Ijdeltuit als ik ben denk ik eenvoudigweg dat ze er zit op te wachten. We kijken samen naar Julie en en Julia. We zagen de film samen en apart tijdens onze reis naar Cuba. Ik moet toegeven, het is dankzij deze film dat ik aan het bloggen ben gegaan. Het was vaak andersom: ik bedacht het idee en een ander voerde het uit, een kentering? Wat kan die Meryl Streep goed acteren, een genot om naar te kijken. Het is zo'n mens dat schoon wordt door wat ze doet en hoe ze het doet. Zou ze het nu zien dat ik aan het bloggen ben, tijdens de film? Ik ruik haar heerlijke 'ik heb juist gerookt geur' tot hier. Morgen zet ik de grote stap naar de specialist fysische geneeskunde en revalidatie, klinkt zwaar. Is het misschien ook ... Deze keer ga ik gewoon eens naar de dokter zonder op voorhand moeite te doen om me beter te voelen, zodat het verdict niet te zwaar wordt. Zo'n huichelaar ben ik ja, moeilijk in de spiegel kijken is het dan. Vannamiddag had een tweede sollicitant, een kandidaat om mijn rechterhand te worden. Zou het zijn omdat de kracht uit mijn rechterduim en wijsvinger zijn, dat ik plots zo op zoek ga naar een rechterhand? In ieder geval heb ik me tijdens het gesprek weer laten verleiden om niet op mijn doel af te gaan. De kandidaat bedankte me omdat ik haar niet in dienst nam en ze nu eindelijk weet waaraan ze moet werken. Zij heeft haar doel wel bereikt. Ik voelde het tot in mijn kleine teen. Ze was niet uit op de job maar op feedback. Ze wilde nu eindelijk eens horen wat er mis was met haar. Raphaël, de jongste thuis, is terug. Hij had de moed om een egel uit te tuin te redden en naar een egelopvangcentrum te brengen. Knap gedaan kerel! Tijd voor een titel en tot volgende keer.