Tieners zijn soms als kinderen: ze ontkennen terwijl tegelijk hun bekentenis voor de hele wereld duidelijk is. Bij kinderen gaat het om het nemen van een snoepje, bij tieners om gekwetstheid. Volwassen hoeven geen snoepjes meer en kwetsuren hebben ze al genoeg opgelopen.
Sommige mensen slagen erin om je aan het lijntje te houden met woorden die daden beloven die ze nooit zullen stellen. Soms eens eisen we dan dat de daden gesteld worden, dan eens zouden we liever hebben dat ze hun loze woorden voor zich houden. Maar in een enkel geval houden we ervan om woorden te horen die daden beloven die nooit gesteld zullen worden. Dit noemen ze ijdele hoop, met de nadruk op ijdel.
Vreemd hoe sommige mensen zichzelf in één adem tegelijk kunnen opblazen en neerhalen. Dergelijke hoogte-laagte contrast verwijst veelal naar enerzijds een beeld dat hoe zij willen dat anderen naar hen kijken en anderzijds een beeld hoe ze denken dat anderen naar hen kijken. Pijnlijke realiteit die zegt dat er slechts beelden zijn en vooral dat er geen realiteit van een zelf is. Niet dat dit een verwijt is: ik lijd er soms ook aan.
Een thesis maken. Het is niet niks. Toch niet op het moment dat je dat moet maken. Het is een examen, een soort van verantwoording afleggen dat je kan wat je zou moeten na een studie van vier of vijf jaar. Een moment van twijfel aan jezelf. De beoordeling van anderen speelt daar een balangrijker rol in dan het bezielen van het werkstuk door jezelf. Terwijl het omgekeerd zou moeten zijn.
Sommige mensen zeggen dat ze een probleem hebben terwijl ze het eigenlijk wel leuk vinden om dat probleem te hebben en aldus ook niet willen oplossen. Ik geef een voorbeeld: ik heb het druk op mijn werk. Ze geven aan dat ze een probleem hebben maar eigenlijk wil ze dat niet oplossen omdat ze het leuk vinden dat ze het druk hebben en dat ook graag verkondigen. Misschien is het manier om in de belangstelling te staan en te blijven staan. Prima.
Ik heb een probleem met competitie. Competitie betreft onderlinge vergelijking en een rangorde van deelnemers. Ik heb het eerder voor een pass/fail per deelnemer volgens een bepaalde norm. Ik zou dat kunnen uitleggen en verantwoorden maar waarschijnlijk ben ik gewoon een slechte verliezer.
Er is een discussie opgelaaid over vrouwen en de combinatie van werk en gezin. Volgens sommige kan dat perfect, volgens anderen dan weer niet. Het gaat niet over wel of niet. Het gaat wel over waar je steeds weer de prioriteit ligt. Voor mezelf is dat duidelijk.
Studenten die in team moeten werken bezorgen aan hun docent-beoordelaar soms volgende problemen: sommige werken en andere liften mee of ze maken onderling ruzie en gaan klikken aan de docent of ze maken onderling afspraken en misleiden de docent. Men vindt dit alles niet kunnen en men wil er iets aan doen. Ik denk slechts: het is simpelweg een afspiegeling van hun latere professionele wereld. Ze kunnen er beter al aan wennen.
Ik ben nooit een kei in wiskunde geweest. Niet omdat de logica ervan mij niet interesseerde maar ik werk liever met woorden dan met cijfers. Ik kan mijn kinderen niet helpen met statistische formules maar ik kan wel het logische proces in woorden weergeven. Als de oplossing wordt gevonden wordt mijn bijdrage echter genegeerd.
In het bijbel is er het verhaal van Jakob die dat met Rachel (de geliefde die hij op het oog had) de bruidsnacht te hebben doorgebracht maar wakker werd naast Lea (de oudere zus die hij éérst moest huwen). We kunnen daar allerlei bedenkingen rond hebben maar de interpretatie van Meir Shalev is dat het tekenend is voor mannen die denken voortaan het bed te delen met hun geliefde maar wakker worden naast een echtgenote.
Ze worden talrijker: universitair gediplomeerden die zich omscholen tot ambachtsman (De Morgen, 24 februari). Ik vind dat een geweldige evolutie. Intellectuelen die vaarwel zeggen aan zgn. goede functies in opgeblazen bedrijven en instellingen en terugkeren naar een vak, een beroep waar ze zichzelf kunnen zijn. Ik wil het ook niet romantiseren maar leve de kleinschaligheid, de autonomie, de vrijheid, het engagement, de ambacht, de creativiteit, de eigenheid. Misschien een trend als vorm van stil protest tegen logge instanties, machtsgeil leiderschap, onfrisse praktijken en gefaket maatschappelijk engagement.
Het probleem met seks en jongeren is blijkbaar niet (alleen meer) dat ze zwanger kunnen worden maar dat de soa's om de loer liggen. Vergeet de romantiek, de vaste relatie, het vertrouwen: ze moeten bij sex op 'zeker' spelen, geen risico's nemen voor onvruchtbaarheid of voor hun gezondheid. De pil is basic, een condoom noodzakelijk. Jammer.
Sommige mensen veranderen als ze ouder worden: banger, geïsoleerder, vervreemd, wantrouwiger, bozer en agressiever. Dat kan door hun ervaringen met de wereld komen. Of door een hersenziekte. Maar het kan ook zijn dat ze pas helemaal worden wat ze altijd al zijn geweest.
Drie vissers haalden een fles op uit de diepe zee. Er zat een stuk papier in met erop de volgende woorden: 'Mensen, red me! Ik ben hier. De oceaan heeft me aangespoeld op een onbewoond eiland. Ik sta op de kust en wacht op hulp. Haast u. Ik ben hier.'
'Geen datum. Het is vast te laat. De fles ligt misschien al lang in zee' zei de eerste visser. 'De plaats is ook niet aangegeven. We weten niet eens welke oceaan' zei de tweede visser. 'Het is te laat noch te ver'. Het eiland hier is overal' zei de derde visser.
Ze voelden zich ongemakkelijk, er viel een stilte. Dat gebeurt altijd bij algemene waarheden.
Uit: Szymborska, Eind en begin. Verzamelde gedichten. 2012.
Vreemd hoe macht van de ene op een bepaald moment over gaat naar de andere door gewijzigde omstandigheden. De bokkensprongen die dan gemaakt worden door diegene die de macht verliest en diegene die de macht wint, is grappig om te zien moest het niet zo zielig zijn. Mensen en macht. Het is me wat. Waarschijnlijk zouden u en ik er ook niet aan ontsnappen. Gelukkig zijn we modaal en zullen we nooit zo'n hoge toppen scheren maar ook nooit zo diep vallen. We zijn niet Icarus.
Waardig ouder worden. Doe dat maar eens in onze huidige professionele maatschappij. Werken tot ver over de zestig? Op topleidinggevenden na, word je niet meer serieus genomen eens over een bepaalde leeftijdsgrens (bepaal hem zelf aub). Je bent, in verhouding tot de jongere generatie, niet meer mee: te traag, te weinig mobiel, te conservatief, te weinig electronisch, te lelijk, te weinig energiek, te tolerant. Ik heb medelijden met sommige collega's. Binnen afzienbare tijd zullen andere collega's dat waarschijnlijk hebben met mij. Niet dat ik mij dat zal aantrekken. Ook zij zullen immers ooit aan die poort passeren.
Het is psychologisch perfect verklaarbaar door de attributietheorie: succes is te danken aan onszelf, mislukking aan de anderen. Maar hij is er wel keigoed in.
De jeugd van tegenwoordig! Vroeger gingen we nog eens buiten spelen, schilderen, scrabbelen, een boek lezen, een plaat opleggen, pingpongen, breien desnoods. Heden is alle ontspanning terug te brengen tot één ding: de computer. Alle vrienden zitten erin. Virtueel.