Vroeger (en nog altijd in veel gevallen) was de behandeling van kanarievogels of andere passeriformen (zangvogels) eerder een groepsgeneeskunde.
Wanneer een kweker sterfte ondervindt in zijn bestand, wordt hem gevraagd één (of meerdere) dode vogels mee te brengen op de praktijk om een autopsie uit te voeren om tot een goede diagnose te komen. Op die manier kunnen we, aan de hand van de bevindingen, de nog aanwezige vogels in zijn bestand preventief behandelen. Belangrijk : de dode vogel moet direct in de frigo (geen diepvries) gelegd worden en binnen de 24u onderzocht worden.
Door het kleine formaat van deze vogels (25 gram) is het immers onmogelijk bloed te trekken of om een röntgenfoto te maken. Toch hebben we de mogelijkheid om via (microscopisch) mestonderzoek, klinisch onderzoek en de anamnese (beschrijving van symptomen en het verloop van de ziekte) tot een vermoedelijke diagnose te komen.
Toch kan bijvoorbeeld een zieke kanarievogel individueel behandeld worden. De behandelingsmogelijkheden zijn echter beperkter. Een 'baxter' geven aan zo'n klein vogeltje is uiteraard niet mogelijk.
Zieke kleine vogels zoals kanaries die niet of onvoldoende eten, moeten net zoals een papegaai even goed gedwangvoederd worden. Ondanks het geringe gewicht, kan dit ook. Mits het gebruik van veel kleinere hoeveelheden dwangvoeding en met het gebruik van een kleine kropnaald. Dat dit een delicatere onderneming is dan het dwangvoederen van bijvoorbeeld een kip van 2 kg, lijkt me evident.











|