Pancreatitis of pancreasontsteking komt bij vogels wellicht meer voor dan algemeen gedacht wordt.
De oorzaken zijn niet altijd gemakkelijk te achterhalen maar kunnen virussen (bijvoorbeeld paramyxovirus III) zijn, bacteriën, vergiftiging door zware metalen zoals zink, schimmeltoxines en pancreastumoren,
In de acute fase kan de vogel ziek worden of kan het zijn dat de ziekte niet opgemerkt wordt, omdat een vogel zolang mogelijk instinctief zijn ziekte zal proberen te verbergen. De pancreas bij een vogel produceert enzymes voor de vertering, maar zorgt ook voor de aanmaak van insuline, een hormoon dat de bloedglucosespiegel regelt.
Wanneer de ontsteking chronisch wordt, zullen er te weinig pancreasenzymes gevormd worden, waardoor het voedsel half verteerd terug uitgescheiden wordt. De vogel zal enorm veel gaan eten en toch vermageren. Er zullen grotere volumes mest dan normaal worden geproduceerd. De mest zal er witachtig uitzien en krijtachtig aanvoelen als ze opdroogt. In dat stadium kunnen vogels ook suikerziekte ontwikkelen door een tekort aan insuline.
Het is belangrijk zo vlug mogelijk in te grijpen, wanneer een vogel ziek is. Immers, als er in de acute fase kan behandeld worden, heeft de vogel kans op overleven. Bij een chronische pancreatitis is de schade aan de pancreas niet herstelbaar, en is het soms beter de vogel te laten inslapen, zoals hij is gebeurd bij deze grasparkiet.
Op de foto's (lijkschouwing bij een grasparkiet) : de mest bij chronische pancreatitis, de darmen gevuld met de 'pleister'-achtige mest, de pijl op de foto toont aan waar de pancreas zich bevindt bij een vogel : het is een dun sliertje weefsel dat zich bevindt in een darmlus, tussen twee stukken darm in.



|