Een rosékaketoe werd binnengebracht met een verplinterde fractuur van de tibiotarsus (het been bij vogels juist onder de knie). Er werd besloten te werken met pinnen om de breuk te stabiliseren : een spalk geeft namelijk te weinig stabiliteit bij dergelijke breuk, daarenboven hebben krombekken de neiging een spalk met hun bek redelijk vlug te vernielen. Eén pin werd in het beenmerg ingebracht na het opensnijden (onder algemene verdoving) van de plaats waar de breuk zich bevond. Aangezien het bot boven en onder de breuk dan nog een rotatie kan ondergaan, werd een tweede pin onderaan dwars door het been geboord. De eerste pin werd overgeplooid, er werd een plastik stukje darm overgeschoven en de tweede pin werd dwars door het stukje darm geduwd. Uiteindelijk werd het stukje darm opgevuld met een zelfhardende pasta die een 'brug' vormde tussen de pin in het beenmerg en de pin die dwars door het bot geboord zat. Op de eerste foto : schematische voorstelling (bovenste dwarse pin werd in praktijk niet ingebracht wegens te weinig plaats) Op de tweede foto : situatie na 3 weken na verwijderen van verband van de poot. Dunne pijl = pin in het beenmerg, dikke pijl = pin dwars door het bot. Bijlagen: IMG_5135.jpg (50.5 KB) rosé orthochirurgie 003.jpg (110.2 KB)
|