De gaapziekte is een luchtwegprobleem veroorzaakt door wormen waarvan het volwassen stadium zich in de luchtpijp bevindt. Deze parasiet komt vooral voor bij patrijzen, fazanten en kalkoenen, maar ook andere vogelsoorten, zoals kippen kunnen besmet worden. De mannelijke en vrouwelijke worm, met de Latijnse naam syngamus trachea, bevindt zich in een permanente toestand van copulatie (paring) in de luchtpijp. Aangezien de mannelijke worm dus continu vasthangt aan de vrouwelijke en de mannelijke merkelijk kleiner is, vormen ze samen de letter Y.
Als er wormeitjes worden gelegd, worden die opgehoest en doorgeslikt door de vogel. Ze komen in de mest terecht en kunnen dan rechtstreeks door andere vogels opgenomen worden. Soms eten ook regenwormen of slakken deze eitjes en dan kunnen de larven die daaruit komen zich in de organen van die slak nestelen en wachten tot zij ook opgegeten worden door een vogel.
Eens in het lichaam van bijvoorbeeld een patrijs, gaan die larven de darmwand doorboren en zich via het bloed naar de longen begeven. Vandaar uit gaat het naar de luchtpijp waar ze volwassen worden en eitjes beginnen produceren.
Het spreekt vanzelf dat de luchtpijp van deze patrijs gedeeltelijk wordt geblokkeerd door deze wormen. Deze vogels 'happen' naar lucht met gestrekte nek, vandaar de naam 'gaapziekte'. Niet te verwarren met de 'hapziekte' bij kanarievogels, de volksnaam voor kanariepokken.
Er werd een dode patrijs binnengebracht voor autopsie. De eigenaar had regelmatig sterfte in zijn patrijzen. Door een lijkschouwing werd de doodsoorzaak vastgesteld en konden preventieve maatregelen (regelmatige ontworming met een geschikt ontwormingsmiddel aan de goede dosering !) worden ingezet. De eigenaar gebruikte weliswaar een goed ontwormingsmiddel, maar niet in de goede dosering en hij gaf het middel niet lang genoeg.
Op de eerste foto : autopsie
Tweede foto : mannelijke en vrouwelijke gaapworm gevonden in de luchtpijp.
Derde en vierde foto : de vrouwelijke worm werd 'geplet' op een draagglaasje. Hierbij is duidelijk dat het voortplantingsorgaan van het vrouwtje boordevol eieren zat. Deze eieren zijn microscopisch klein en niet met het blote oog te zien !
Je kan je voorstellen hoeveel eieren er dagelijks via de mest in de buitenwereld terechtkomen. Na enige tijd is het hok en de grond van de buitenbeloop vergeven van de wormeitjes. Een goede hygiëne (hokreiniging) is dus heel belangrijk. Wanneer de dieren buitenbeloop hebben, is dat niet altijd even gemakkelijk. Wormeieren kunnen immers zelfs jaren in een tussengastheer (regenworm of slak) overleven. Hier is een regelmatige ontworming (minimum 4x per jaar) belangrijk.




|