De Filippijnen; Het cursief verslag van mijn laatste verblijf (Juni 09-April 10)
De vele belevenissen van een "halve" Filippijn. De talrijke geillustreerde ervaringen, belevenissen, anecdotes, kursiefjes en colums van een Vlaamse senior, gehuwd met een Filippijnse die de Filippijnen al 30 jaar kent en bereisd. Steeds vaker van foto's voorzien.
08-02-2010
Filippijnenreis juni 09. DEEL 53
Filippijnenreis juni 09. DEEL 53
WE GAAN NAAR SIQUIJOR! Omdat we wel eens wat anders wilden dan het dagdagelijks in onze appartelle in Dipolog vertoeven besloten we voor een week of wat op vakantie te gaan. Met DD, die pas in april 2 jaar wordt, is het natuurlijk uitkijken naar een bestemming die een niet al te lange, lees; vermoeiende, reisduur vergt. Zo kwamen we op het idee om naar Siquijor te gaan. Dat is niet zo veraf, maar verder is de gekozen bestemming toch niet zo evident. Siquijor, daar krijg je normaal gesproken geen Filippijn naar toe. Dit is voor hen een andere, mysterieuze wereld. De reden is niet ver te zoeken; Siquijor is beroemd, of liever; berucht voor zijn magische krachten en tovenarij uitgeoefend door een aantal beoefenaars van bolo-bolo, dit zijn genezers die in de bergen en heuvels wonen of verblijven. Siquijor, daar ga je naartoe als je, medisch gesproken aan het einde van je Latijn bent, als alleen bovennatuurlijke krachten je nog kunnen redden. Je doet ook een beroep op de brouwsels en/of krachten van de genezers van Siquijor als je iemand wil afstraffen of om een betovering op jezelf weg te nemen. Deze worden dan mangkukulam genoemd. Het bijgeloof en de schrik bij Juan de la Cruz, vooral voor deze mangkukulam zit er goed in. Het volstaat veelal zelfs om aan iemand die je kwaad wil berokkenen, te zeggen dat je familie hebt op Siquijor. Negen op tien dat de belager het hazenpad kiest. Nu heeft mijn vrouw daadwerkelijk familie op dat relatief kleine en dunbevolkte eiland. Haar overgrootouders van haar papa, mijn schoonvader, hebben daar in Maria, een klein kustplaatsje, gewoond. Zij, als geen ander, weet dus van de toverkrachten maar voelt zich tegelijk veilig omdat zij daar gerelateerd is. In de Lonely Planet vonden we een rustig gelegen beach resort, aan een zandstrand en met betaalbare cottages. Het is een plaats vanuit Groot-Brittannië gerund door een Brit met zijn Filippijnse vrouw. www.islandersparadisebeach.com/Welcome.html Het verblijf is gelegen in Sandugan, een goeie 5 Km. van het aankomsthaventje Larena die officieel de hoofdplaats van het eiland is. Met zijn zowat 1800 inwoners echt niet groot te noemen, zeker niet naar Filippijnse of zelfs naar Europese normen. Er zou 1 geldautomaat zijn, maar naar het schijnt worden niet alle internationale kaarten aanvaard. Cash meenemen dus! Het eiland heeft een omcirkelende kustweg van 72 Km. en doet daarbij ook het haventje Siquijor (1357 inwoners), Lazi (20 000 inwoners) en San Juan (760 inwoners) aan. In totaal zijn er minder dan 90 000 bewoners en vrijwel niemand immigreert. Ja, de schrik zit er goed in. Bij ons, voorlopig nog niet. Je hoort er nog van! (Dipolog, woensdag 3 februari 2010) NIEUWSBERICHT. In De Standaard van 03/02/10 las ik het volgende; BENEFIET VOOR MAN DIE VASTZIT OP FILIPPIJNEN VOSSELAAR/ZOERSEL - Familie en vrienden organiseren op zaterdag 24 april in zaal De Lamme Goedzak in Zoersel een benefiet voor Noël Schellekens. De man uit Vosselaar leeft sinds enkele maanden ondergedoken op de Filippijnen. Enkele weken na de bevalling van een dochter overleed Noëls Filippijnse echtgenote. Zijn schoonfamilie beschuldigt hem van moord en belette dat Noël het Aziatische eiland zou verlaten. Omdat er nog geen autopsierapport is over de doodsoorzaak van de vrouw, kan hij voorlopig niet naar België terugkeren. Om Noël te steunen, komt er een benefiet. Sommigen willen er graag een grootschalig festival van maken, maar dat idee hebben we laten varen', zegt Noëls broer Lowie Schellekens. In de namiddag zijn er enkele kleinschalige kunstoptredens en animatie voor de kinderen. 's Avonds zal een drietal groepen optreden en nadien spelen enkele dj's. We hebben al de bevestiging van zo'n vijftien vrijwilligers die willen helpen. Binnenkort komen we opnieuw samen om alles verder op poten te zetten en gaan we ook starten met de verkoop van steunkaarten.' Intussen blijft Noël wachten op het autopsierapport. Hij heeft vorige week een officiële brief geschreven om te vragen waarom het zo lang duurt. (Dipolog, woensdag 03 februari 2010)
OP SIQUIJOR. We zijn dus voor een weekje op Siquijor. De reis verliep vlot, naar Filippijnse normen weliswaar. s Morgens in Dipolog de Rural Transit bus genomen richting Ozamis, via Calamba en Rizal tot Plaridel.
In Plaridel rond de middag ingescheept op de MV Don Martin 08 van de f.j. Palacio Lines met eindbestemming Cebu.
Wij zouden zowat halfweg, rond 18 u, in Larena op Siquijor ontschepen. Ook de zeereis verliep voorspoedig. Wij zaten/lagen op scheepsbedden van het luchtige toeristendek met open zijwanden, vlakbij de snackbar die benevens het verstrekken van instantnoedels, koffie en bier ook hier van een luidruchtige karaoke installatie was voorzien. (04)
Alzo werden wij ongevraagd vergast op heelwat muzikaal talent van eigen bodem (sic!). Gelukkig waren er nog andere attracties. Het opdoemen rond 15u30 van het eiland Siquijor bijvoorbeeld. Larena lag aan de voor ons achterzijde van het eiland en doordat het is omgeven door koraalriffen en ondiepe wateren duurde het nog een hele tijd, tot even voor 18u, voordat de boot met een erg wijde boog omheen uiteindelijk daar aankwam. Het ontschepen ging vrij vlot en even buiten de havenpoort stond, in het schemerdonker, onze gratis shuttle naar Islanders Paradise.
Na nog een klein halfuurtje kwamen drie vermoeide reizigers in het resort aan. Vlug intrekken in onze cottage nummer 4 (Helen), aan het strand en met hongerige maag naar het piepkleine restaurantje.
De spijskaart was van veel mogelijkheden voorzien doch men kan enkel bereiden wat momenteel op het eiland voorradig is. Hongerig zijnde, vonden we vlug onze gading. Eden hield het bij vis en ik vond zowaar een aardappelbereiding met varkenskotelet. Nadien, terwijl DD met een flesje melk in dromenland verzeilde, genoten we nog even op ons terrasje van de avondlijke rust en het ruisen van de zee. Hier geen schallende radiokakofonieën, tv-geluiden of blèrende videoketoestanden. Neen, alles ademt daar een avondlijke rust uit, zelfs de buitenlandse bewoners van de zes andere cottages van het Islanders Paradise deden die omschrijving alle eer aan. Na de toch wat vermoeiende bus- en zeereis hadden we alvast vooruitzicht op een verkwikkende nachtrust. (Sandugan, donderdag 04 februari 2010)
ONZE EERSTE DAG AAN HET STRAND. Bij het ochtendkrieken, of beter ochtendkrekelen, want we werden aangenaam gewekt door die diertjes, stonden we op om naar de zee te kijken en te luisteren. Prachtig vergezicht.
Daar, op zon 25 km. afstand lag Negros Oriental met Dumaguete als dichtbije plaats. Een beetje daarnaast, bijna aanleunend, en even verderaf op zon 30 km. zagen we het grote en languit gestrekte eiland Cebu liggen met als dichtstbijzijnde plaats Santander. We bleven nog een hele poos de rustige en bijna geluidsloze, omgeving in ons opnemen. Ja, hier zullen we het wel een weekje kunnen uithouden! Ook onze cottage, eenvoudig, maar toch voorzien van airconditioning, koelkast en extra bed voor DD, viel mee en stond welgeteld op vier meter van het strand. Ideaal voor de luierik die ik ben; ik vermoei mij niet graag om wat verderop te gaan zwemmen. Het strand viel mij ietwat tegen. Het was weliswaar een geelwit zandstrand maar hier en daar bedekt met aangespoelde koraalresten. En daarop trappen doet pijn aan de tere voetzolen van ondergetekende. Gelukkig kon ik me behelpen bij het te water gaan, met het paar badslippers die in onze cottage aanwezig waren. DD had er naar alle waarschijnlijkheid geen last van; of hij plonsde als een jong zeehondje in het rustig kabbelende strandwater van het zachtjes hellende strand of hij verzamelde schelpen, koraalpijpjes en verder alles wat zijn aandacht weerhield. Met veel moeite konden we hem richting restaurant loodsen waar ons een heerlijk ontbijt met vers, zelfgebakken en ongezoet brood te wachten stond. Ook vandaag zouden we ons nog niet teveel vermoeien; we hadden de bare necessities voor kind en ouders meegenomen in onze valies vanuit onze heimat. De nodige inkopen en aanvullingen voor de volgende dagen konden rustig wachten tot morgen! We bewogen ons even links van ons verblijf waar het Kiwi dive resort is, het enige ietwat uitgeruste in de streek.
Even rechts van ons verblijf heb je de Casa de la Playa, het derde en laatste beach resort op deze locatie. Dit heeft een Grieks aandoende uitstraling met op de berghelling, witte huisjes met wat blauwe accenten. Het heeft ook, op diezelfde helling, een stemmig restaurant dat we later op de week nog wel eens zouden aandoen. (Sandugan, vrijdag 05 februari 2010) IN LARENA CENTRUM. De volgende dag, zo rond halfacht, gingen we naar Larena centrum. Niet zon eenvoudige klus; je moest eerst via een rotstrap naar boven van het laaggelegen resort en dat lag op een tweetal kilometer van de ringweg af die het volledige eiland omcirkelt. Zelfs daar was het geen sinecure om vlug aan een tricycle of busje te geraken want er is ook weinig verkeer. Maar we hadden onze info; Loop 800 m. langs het strand richting Larena, sla aan het eerste oude betonbaantje linksaf naar boven. Na nog eens 400 m. kom je op de ringweg. Maar, vroege vogels als we zijn, hadden we geluk. Op dat oude betonbaantje woonde een tricycledriver die net aanstalten maakte om zijn taak dagelijks om 8 u te beginnen. Dat was goed om weten; Wij hebben nog vaak van zijn diensten gebruik gemaakt om ons rond die tijd te vervoeren. Op weg naar Larena vielen ons de talrijke bananenplanten op. Wat ook opviel waren de vele betere woningen van OFWs. De man werkt overzee en stuurt zijn gade dan zijn loon op. Omdat er geen winkelcentra op het eiland zijn, en alles per boot moet worden aangevoerd, verdoet deze laatste niet zijn zuurverdiende centen aan onnodige en overbodige prullaria. Neen, zij spaart een mooi bedrag bijeen en na enkele jaren kunnen zij zich een betere woning permitteren op de toch erg goedkope bouwgrond aldaar. Er zijn talrijke mooie voorbeelden daarvan.
Wij gingen ons bevoorraden bij de goed toegeleverde kleine supermarkt van Elvis Tan. Je vindt er een bijna evengroot assortiment als in een grote, alleen de voorraad is minder groot en het is ook een ietsje duurder door het boottransport.
Nadien gingen we middageten in wat voor velen het beste restaurant van de omgeving is; Break Point. Je kunt er zowaar aan schappelijke prijs rode wijn per glas en zelfs de Alhambra Corona sigaren per stuk krijgen. De afrekening was meer dan schappelijk; voor onze Cordon bleu, chopsoy en rundvlees met ui en champignons met rijst en overgoten met rode wijn betaalden we 427 Php. Ik gaf 500 Php. en kreeg in plaats van de 73 peso wisselgeld 427 peso terug! Het knappe, maar mathematisch weinig onderlegd, dienstertje kleurde onder haar bruine huidje even rood als de rode wijn van daarvoor toen ik haar dit opmerkzaam maakte. En de klank was ook even weg (Sandugan, zaterdag 06 februari 2010)
NAAR CAMBUGAHAY FALLS. We hadden met onze tricycledriver afgesproken om ons op die zondag bovenaan de rotstrap van ons resort op te wachten. Hij zou ons voor een schappelijke prijs naar de heelwat verder en hoger gelegen Cambugahay watervallen brengen. We zouden daar zwemmen en ook een hapje eten van onze meegebrachte proviand. Om 8 u was hij er al en wij op weg. Het ging via de kustweg in de andere richting dan Larena naar Maria en Lazi. Daar deden we wat proviand in; we vonden een turo-turo en konden aldus zonder al teveel gehannes later toch smakelijk lunchen. Ook voor de driver hadden we mondvoorraad en drank gekocht. Hij zou immers daar op ons wachten om de terugtocht te maken. Via een kronkelende bergweg even buiten Lazi kwamen we aan de beboomde parkeerplaats van de watervallen. Wij moesten nog zon 134 traden naar beneden met pak en zak en DD. We kwamen veilig en wel aan. Als eersten, nog wel. Later zouden er ook nog een stel Duitsers en een groepje lokale meisjes van het natuurschoon komen genieten.
Al hadden deze laatsten de kilometerslange tocht van vijf barangays verder eigenlijk eerder afgelegd voor de jongens waarmee ze hadden afgesproken. De Cambugahay watervallen bestaan uit drie trapcascades en dan nog wat lage uitvloeiers. In het frisse en heldere water is het goed zwemmen. Naarmate je dichter bij de watervallen komt is het ook dieper. Iedereen genoot, ook onze waterrat DD. De zon scheen fel maar de boomrijke omgeving zorgde voor een aangename beschermende schaduw. Gelukkig maar!
Dan verorberden we onze lunch kamayan stijl. Met de handen dus. Na nog wat in het water te hebben geploeterd, vonden we het welletjes. We moesten nog 134 treden naar boven en dat met een vermoeide Daryl Dave. Gelukkig zonder het gewicht van spijzen en drank. Boven wachtte onze tricycledriver en reed via een kortere, maar veel steilere, het eiland doorsnijdende bergweg weer naar huis. Zo ging het van Lazi naar Cangumantong. Dan, vlak voor de top van de Bandila-anberg, rechtsaf naar Basak om dan via Larena naar ons te brengen. Niettegenstaande de spectaculaire vergezichten op de berghellingen en de haarspeldenbochten bleef DD er stoïcijns kalm bij. Meer nog, hij viel er zowaar bij in slaap en werd pas, voor even althans, wakker toen we veilig en wel in onze cottage aankwamen. Hij bekeek een en ander eventjes met één geopend oog en reisde dan verder in dromenland (Sandugan, zondag 07 februari 2010) BIJ DE BOLO-BOLOS VAN SIQUIJOR. Vandaag zouden we even de bolo-bolo praktijk uitproberen op mij. Ik heb al jaren een chronisch pijnlijke rug hoofdzakelijk tussen de schouderbladen en lokale manuele massage verlicht wel de pijn maar het verdwijnt nooit echt. Misschien dat de magische handelingen en bezweringen van een zg. quackdoctor een en ander konden bijsturen. We waren iets na achten bij het huis van onze gebruikelijke tricycle, maar de man was al vertrokken. Gelukkig vonden we even verder, op de hoofdweg, ons vervoer naar Larena centrum. De rijder wist daar een lokale gids die ons de nodige informatie kon geven, en inderdaad, na ruggespraak zou hij ons op die bergtocht vergezellen. Wij dus op weg. Het duurde een hele tijd via smalle en steile bergwegen en haarspeldenbochten om in het gebied van de magiërs te geraken. Bij de eerste vingen we bot; hij was op rondreis voor behandelingen uit te voeren op het eiland Cebu. De tweede kon ons ook niet verder helpen; zij was in verwachting en dan kon zij om medische reden geen bolo-bolo uitoefenen. De derde, heelwat verder en op een afgelegen bergrug, was aanwezig en bereid. De man bekeek even mijn ontbloot bovenlijf en kwam dan aanzetten met een glas half gevuld met water en een soort zwarte steen. Middels een blaaspijpje blies hij in het waterglas waarbij hij het glas langsheen mijn armen, borst en rug bewoog.
Hij keek even in het water, mompelde enkele onverstaanbare woorden en kieperde dan het water door een openstaand raam naar buiten. Het glas werd hervuld en dezelfde handeling van water brobbelend langs mij heen blazend en onverstaanbare woorden prevelend werd ingezet. Na een derde brobbelsessie vond mijn genezer het welletjes. Ik ook trouwens; normaal zou het heldere water in een soort van vuil sopje hebben moeten veranderen. Bij mij bleef het water gewoon water. Hij streek nog wat speciale olie op mijn borst, rug en linkerarm en de genezing was een feit.
Ik mocht wel in het eerste etmaal geen bad nemen. Dergelijke genezers betaal je niet in de hand. Zij verwachten wel dat je een vrije bijdrage naar godsvrucht en vermogen, neerlegt op hun gebedsaltaartje. Wat ik dan ook deed. Voor een korte tijdspanne was de pijn veel minder en zelfs even helemaal verdwenen. Kwam het door het placebo-effect of was het eerder door de langdurige, schokkende en slingerende bergrit in de tricycle, ik zou het bij God niet weten. Wat ik wel weet is dat ik nu opnieuw, net zoals al jaren voordien met deze tergende zenuwpijn opgescheept zit. Het brobbelend waterblaaspijpje heeft dus niet geholpen en de magische oliën evenmin. (Sandugan, maandag 08 februari 2010)
NAAR EEN KRUIDENDOKTER IN DE BERGEN. Omdat we toch in de bergen waren en in de buurt van een beroemde tambalan (kruidenmenger), schoonzoon van de 81-jarige, onlangs overleden oudste tambalan van het eiland, gingen we die ook even opzoeken. Sommigen beweren dat het mangkukulam zijn. Geestenbezweerders, dus! Op weg naar zijn, van veel vegetatie voorziene woning, kwamen we hem al tegen.
Hij had juist nog wat kruiden geplukt uit zijn officieel gecontroleerd tuintje in de bergen en hij nodigde ons meteen uit om bij hem thuis twee beroemde en beruchte brouwsels tegen boze geesten, bezweringen en ziektes allerlei te komen ophalen. Het ene brouwsel was in een hergebruikte platte 375 cc. fles van Tanduay rum verpakt, nu volgepropt met 80 verschillende planten en kruiden, afgevuld met een oliebasis. Het was goed tegen allerlei bezweringen, boze aanrakingen en het boze oog, zeg maar spiritueel geaarde aandoeningen. Je wrijft wat olie op de keel en in de elleboogvouw van je beide armen. Je kunt ook enkele druppels op je tong aanbrengen. Succes verzekerd! De andere 375 cc. fles van Tanduay zat eveneens vol met tientallen diverse kruiden, maar die moesten we thuis zelf opvullen met enige soort alcohol. Het mocht Tanduayrum zijn, maar ook Kulafu, een sterke Chinese kruidenwijn, of zelfs tequila, als het maar alcohol was. Dit getrokken mengsel was erg efficiënt tegen allerlei medische kwalen zoals buikloop, hoofdpijn, hoge bloeddruk, etc etc. Eden was verrukt! Deze twee flessen waren volgens haar gewoon onmisbaar. Kopen, die handel, dus! Beidde flessen waren ook erg efficiënt tegen lokale armoede want het prijskaartje voor elke fles was zomaar eventjes 500 Php.!
En afpingelen hielp niet. Het was te nemen of te laten. De prijzen zouden volgens de kruidenmenger officieel zijn gereguleerd en vastgelegd door een Gouvernementele Commissie van Endemische Volkeren. En mijn papa is de Groothertog van Lombardije! Alzo met de beurze licht en met twee gerecyclede flessen trokken wij verder. (Sandugan, maandag 08 februari 2010)
NAAR DE BANDILA-ANBERG. Na het bezoek aan de bolo-bolo en de kruidenmenger, paarden we het nuttige aan het aangename en besloten we om de hoogste berg (557 m.) van het eiland de Bandila-an met een bezoek te vereren. We waren toch in de buurt. Nu blijkt 557 m. niet erg hoog, maar als je weet dat de zee (op 0 m., natuurlijk) in vogelvlucht amper 5km. is, dan is dat toch een grote hoogte. Via de smalle kronkelende bergweg leg je zowat 15 km. af.
Er zijn heelwat haarspeldenbochten en steile hellingen. Maar we waren toch al in de buurt. De Bandila-anberg ligt in een groot natuurgebied van zowat 250 hectaren, nieuwe woningbouw is er verboden en de enkele hutjes die er staan mogen niet uitbreiden. Het is in 1938 gesticht als een herbossingsproject. Er zijn in het natuurgebied diverse bronnen en ook natuurlijke grotten, doch deze laatste zijn, zoals op andere plaatsen in de Filippijnen, erg slecht onderhouden en erg moeilijk toegankelijk. Niets voor ons dus, zeker niet met een klein kind erbij. Dus op naar de top! Op de top van de berg is een uitkijktoren. Daarvoor moet je eerst zon 466 treden op, passeer je langs een kruisweg die zijn beste tijd heeft gehad en op het einde van die kruisweg kom je ook nog een Lourdesgrot met aangepaste beeltenis tegen. Na de 466 treden bots je ook nog op drie enorme betonnen kruisen.Golgotha en andere religieuze toestanden in een natuurgebied, het moet kunnen.
Wij kwamen, met onze tricycledriver en met de hulp van de gids, die ook nog een kinderliefhebber bleek te zijn, vermoeid maar heelhuids boven.
Op de roestige metalen uitkijktoren hadden we een prachtig zicht op het ganse eiland. Jammer dat er wat mist was. Na nog wat fotos te hebben genomen en een meegebracht fles water te hebben uitgedronken daalden wij moe, maar tevreden de berg af. Langs weer een andere kronkelende en hellende binnenweg, met kalkbekleding, hier en daar, reden wij huiswaarts.