De Filippijnen; Het cursief verslag van mijn laatste verblijf (Juni 09-April 10)
De vele belevenissen van een "halve" Filippijn. De talrijke geillustreerde ervaringen, belevenissen, anecdotes, kursiefjes en colums van een Vlaamse senior, gehuwd met een Filippijnse die de Filippijnen al 30 jaar kent en bereisd. Steeds vaker van foto's voorzien.
22-01-2010
Filippijnenreis juni 09. DEEL 51
Filippijnenreis juni 09. DEEL 51
DE VERLICHTING VAN VOERTUIGEN EN SCHEPEN. Bij ons is het normaal dat voertuigen bij donker voorzien zijn van de wettelijke verlichting. Zelden kom je een auto tegen waarvan een oogje dicht is geknepen. Je zou er trouwens en terecht, niet lang mee rondtoeren voor de politie je op de bon slingert. Hier is dat lichtelijk anders. Eigenlijk, beter gezegd, helemaal anders. Niet erg vaak zie je hier bij nacht een voertuig met verlichting, laat staan met complete verlichting! Er zijn hier weinig fietsen op de baan, maar degene die er dan wel zijn, hebben geen verlichting. En daarmee bedoel ik dat ze ook geen verlichtingsinstallatie hebben. Zij rijden dus met het schijnsel van de maan. Nu maar hopen dat een andere weggebruiker hen tijdig kan zien en ontwijken. Want ook die andere weggebruiker, zijnde een motorfiets of zelfs een brede tricycle heeft soms helemaal geen en veelal geen volledige verlichting. Het zal je dus wellicht niet verbazen dat ik, uit veiligheidsoverwegingen s avonds, enkel een tricycle neem met een vrijwel volledige werkende verlichting. Want ik ben wel goed, maar ik ben niet gek! Enkel de betere autos, bussen en veelal ook de vrachtwagens houden zich min of meer aan de verlichtingsregels. Ook met de schepen is het triestig gesteld. Elk zeewaardig schip of bootje is normaal s nachts voorzien van een wit voorlicht, een wit toplicht in de hoogste mast, een groen bakboord- en een rood stuurboordlicht en achteraan een wit zogenaamd heklicht. Hier is dat opnieuw lichtelijk anders. Of, opnieuw helemaal anders. Hier heeft een middelgroot vissersbootje bijvoorbeeld enkel een rood knipperend toplicht in de mast en een vast groen licht op de achtersteven. Bij grotere zeeschepen houdt men wel meer rekening met de internationale zeevaartregels maar ook hier is willekeur troef en mankeert er wel eens een lichtje hier en daar, of is de lichtsterkte ruim onvoldoende om tijdig te worden opgemerkt.
Bootsignalisatie stelt niks voor...
Ook grotere vissersboten hebben nagenoeg geen verlichting.
Het zal je dus opnieuw niet verbazen dat ik ferrys en dergelijke zoveel als mogelijk vermijd. Want nogmaals; ik ben wel goed, maar ik ben niet gek! (Dipolog, zaterdag 16 januari 2010) BAILEYBRUGGEN EN BETONTECHNIEKEN.
Dipolog; de grote Baileybrug.
Dipolog is voorzien van twee Baileybruggen om twee riviermondingen te overbruggen met een 1,5 Km. lange weg die van het centrum naar de luchthaven leidt. En vermits deze luchthaven de laatste tijd aan belangrijkheid inwon door het inleggen van nieuwe vluchtlijnen, is ook deze weg belangrijk geworden.
De kleinste Baileybrug van Dipolog.
Men had verleden jaar al de volle lengte gebetonneerd op een klein stukje na. Nu is men onlangs begonnen met die laatste 250 m af te werken die de luchthaventerminal met de eerste Baileybrug verbindt. De beton wordt op afgevlakte hardgerolde steenachtige ondergrond gegoten zonder bewapening. Het wordt vrij een brede weg, zodat men de beton in drie evenwijdige stroken moet gieten. Een paar keer per week komen er een paar betonneringsvrachtwagens hun lading uitkieperen. Deze betonmassa wordt dan door een dozijn arbeiders manueel vlak gestreken. Als laatste komen er twee mannen gewapend met een soort kam gemonteerd op een bamboestok van zon vier meter lengte. Eén van hen trekt met die kam evenwijdige lijntjes haaks op de rijrichting van de verse beton. Dit is bedoeld om meer grip op de weg te krijgen. Deze groefjes zorgen ook bij regenval voor een zekere drainering van de betonweg. Als de ene weer een strookje heeft gekamd, reikt hij het uiteinde van zijn betonkam naar zijn collega aan de overkant van de verse betonstrook. Deze vangt het einde op en plaatst hem op het volgende te kammen strookje. Enzovoort, enzovoort Altijd geïnteresseerd aan techniek, had ik al eens de website van Patrick Claeys uit Koekelare, www.baileybrug.info bezocht en geconstateerd dat de twee Baileys van Dipolog er niet in vermeld waren. Ik mailde Patrick daarover en hij was er wel voor te vinden om ook deze bruggen in zijn compendium van Baileybruggen in de wereld op te nemen. Vermits ik toch de tijd had werden door mij enkele dagen later twee dozijn fotos, twaalf van elke brug, samen met wat technische specificaties aan hem overgemaakt. Vanaf deze zomer is hij op pensioen en wil hij zich ten volle toeleggen op zijn website. In een nieuw hoofdstuk opvolgers Bailey zullen de fotos worden gebruikt als voorbeeld van een mabey compact bridge. Deze heeft hogere panelen en een hogere dwarsbalk die op een andere plaats in het paneel ligt. We kunnen dus vanaf dit najaar op voornoemde website ook de Filippijnse Bailey opvolgers van Dipolog eens bekijken. (Dipolog, zondag 17 januari 2010) OPNIEUW BRAND IN TONDO. Het heeft zaterdagnacht nog maar eens gebrand in Tondo, Baseco, een van de krottenbuurten bij de haven aan de baai van Manila. Zon 500 barakjes gingen in de vlammen op. Een vijfjarig meisje werd daarbij gedood en meer dan 4 000 mensen raakten daardoor dakloos want vele van die krotjes zijn bewoond door twee en zelfs drie gezinnen! De Basecowijk is gelegen op een voormalige scheepswerf van 53 hectare en had voordien al diverse branden. Zo ondermeer in 2002 toen 15 000 mensen dakloos werden. In 2004 was het weer raak; 25 000 daklozen! In zon sloppenwijken zijn de dicht opeengepakte en boven elkaar gebouwde woninkjes veelal gemaakt van houten kaders bekleed met dunne triplexplaten en zelfs karton een makkelijke prooi voor de vlammen.
Krotwoning....
Krotwoningen in Dipolog naast Baileybrug.
Elektriciteit is bijna niet geïnstalleerd en het is dus behelpen met kaarsen. Ouderlijke onachtzaamheid gecombineerd met de talloze kleine kinderen van deze geven goede kansen voor branden veroorzaakt door een omgevallen brandende kaars. Ook het nonchalant koken op open vuren aangemaakt in een groot leeg olie- of conservenblik binnenshuis en het onachtzaam wegwerpen van brandende sigarettenpeuken geven regelmatig gensters tot gevolg.
Open vuur leidt vaak tot uitslaande branden...
Het spreekt vanzelf dat de brandweer tegen een zo snel verspreidend vuur machteloos staat. Als ze al de plaats van onheil kunnen bereiken want de smalle weggetjes en gangetjes tussen de krotten laten geen voertuigen toe. Sommige paadjes zijn zelfs zo smal dat ik me als Westerling zijdelings moet voortbewegen! De daklozen werden zo goed als kon opgevangen in twee inderhaast ingerichtte evacuatiecentra maar zondagmorgen zaten verschillende families hun karige rijstmaaltijd te verorberen op het lapje grond tussen de smeulende houten palen en asresten van hun krotje om te verhinderen dat anderen het vrijgekomen stukje grond bij hun afwezigheid zouden inpikken. Vrijwel wekelijks zijn er in dit land grote branden met heelwat mensenleed tot gevolg. Waar zal het komende week branden? (Dipolog, zondag 19 januari 2010) EEN DOZIJN GEWONDEN BIJ BUSBESCHIETING. Zaterdagavond werd op de hoofdweg in barangay Licomo in Zamboanga City, dichtbij Sibugay, een lijnbus beschoten. De lijnbus was met 36 passagiers op weg naar Pagadian toen de busbestuurder in het schijnsel van zijn koplampen een wegblokkade opmerkte bemand met gewapende individuen. De chauffeur rook onraad, vermoedde dat het klaarblijkelijk om een hinderlaag voor een overval ging en verkoos volgas door de barricade te zijden. De gangsters, hun prooi aan hun neus voorbij zien vliegen, trakteerden de bus en zijn inzittenden op een vuurregen.
Deze bus werd niet beschoten....
Er vielen een twaalftal gewonden waaronder ook een vrouwelijke regeringsgeneesheer, de buschauffeur en zijn begeleider. Zij werd voor verzorging naar Zamboanga City overgebracht. Een achttal anderen moesten voor verzorging naar het hospitaal van de gemeente Ipil, Zamboanga Sibugay. Door de politie werden onmiddellijk controleposten opgezet maar de vogels waren gevlogen. Zij ook vermoeden een poging tot gewapende diefstal. Bij nader onderzoek vond men op de bus 28 kogelgaten van M16 geweren en nog een tiental gaten van cal.12 pompgeweren. Gelukkig vielen er geen doden of zwaargewonden. (Dipolog, zondag 19 januari 2010) APPELMOES VERSUS APPELSAUS. Zo één of twee keer per week bekruipt me de lust om wat Vlaamse kost klaar te maken. Niet dat het veel voorstelt hoor, dat kokkerellen van mij is veelal eenvoudige boeren- en burgerkost. Lekker én gezond! Morgen zou ik gestoofde varkenskoteletjes klaarmaken in een bruine ajuinsaus. Natuurlijk met aardappelen. Daar hoort eigenlijk ook appelmoes bij, en vandaag had ik, per ongeluk, Amerikaanse appelmoes in een supermarkt gevonden. De bokalen stonden bij de ingeblikte Chinese varkenspoten. Logisch toch? Afijn, mijn geluk kon niet op, en ik ging dolgelukkig naar huis met twee grote bokalen van 680 gr. Handgeplukte Goedheid van Motts en mijn varkenskoteletten. Wanneer ik enkele weken voordien mijn currysaus voor oudejaarsavond klaarmaakte had ik, na een intensieve zoekbeurt, die bokalen niet gevonden en moest ik noodgedwongen zelf appelmoes maken. Want geloof me, currysaus is overheerlijk als je er wat appelmoes doorheenhusselt. De gestoofde koteletten kwamen op tafel en de bokaal appelmoes werd geopend. Wat bleek? Het product was veel vloeibaarder dan wat bij ons voor appelcompote doorgaat. Nu begrijp ik ten volle waarom de Amerikanen het spul appelsaus noemen. We hebben dus een en ander moeten oplepelen. Met een rietje zou ook nog gekund hebben! Maar het smaakte wel heerlijk, ook bij mijn vrouw, die de aardappelen door rijst had vervangen. (Dipolog, dinsdag 19 januari 2010)
WEER NAAR MANILA. Een week of zo geleden kreeg ik vanuit de Belgische ambassade in Manila een Engelstalig telefoontje. Of ze mijn vrouw even konden spreken. Dat kon. Na afloop van het gesprek vertelde mijn vrouw dat ze naar Manila moest voor een gesprek met een attaché. Omdat de reis toch op enkele dagen kon gepiept worden en te vermoeiend voor Daryl Dave, vroegen we onze (schoon)ouders om die tijd hier te verblijven en op DD te passen. Ik zou natuurlijk wel meereizen met Eden en boekte meteen onze vliegtickets. Gelukkig maar want de dag voor de afreis kreeg ik nòg een telefoon van de ambassade. Of ik ook kon meekomen? Dat kon. Via Jolito, mijn schoonbroer in Manila boekten we ons gebruikelijk hotelletje in Las Piñas. Donderdag was het dan zover. We werden om 9 u verwacht. Na de gebruikelijke registratie op het gelijkvloers, met afgifte van een identiteitsbewijs in ruil voor een bezoekersbadge en de al even gebruikelijke registratie op het 9de, aan de ingang van de ambassade en na het toepassen van de nieuwe regel die de afgifte van de zaktelefoons tegen een genummerd ontvangstbewijs voorschrijft konden we, na aanmelding bij de receptioniste, in de kleine wachtzaal plaatsnemen. Even later werd ik door de receptioniste gevraagd om door het veiligheidssas te gaan naar de kleine conferentiezaal waar Mevrouw Maryline Glineur, attaché, mij verwelkomde. Mevrouw Glineur is een innemende, wat oudere dame die zich als door de wol geverfde diplomate op diverse posten heeft nuttig gemaakt. Ze vroeg honderduit over het wat, waarom en hoe van mijn relatie(s). Ook details en anekdotes gingen niet aan haar voorbij. Alles werd netjes genoteerd. Na zowat een uurtje was het de beurt aan Eden. Ik kreeg nog een vragenlijst mee over de relatie die ik naar godsvrucht en vermogen in de wachtzaal invulde. De voornaam van mijn schoonouders moest ik schuldig blijven; uit respect noem ik hen steeds papa en mama en het begroeten na langere afwezigheid gebeurt traditioneel met de hoofdgroet mano opo. Ook Eden werd in dezelfde zin ondervraagd. Zij had haar vragenlijst al voordien kunnen invullen waarbij ze ook hier en daar een steekje liet vallen. Zo liet ze ondermeer een bepaalde relatie van mij 30 jaar duren in plaats van 16. Als we deze termijn inpassen in mijn cv dan was ik de eerste maal gehuwd op 4 jarige leeftijd. (sic!). Wij hebben er alvast smakelijk om kunnen lachen. Nu maar hopen dat de autoriteiten er ook de humor van inzien en dat er, na al die tijd, schot in de zaak komt. Wordt ongetwijfeld vervolgd. (Dipolog, vrijdag 22 januari 2010)