Van de Pêche Melba naar Renéé Fleming is - binnen de wereld van de sopranen - een hemelsbreed verschil. Hadden we het eerder over de maniertjes van melba die geridderd werd, dan spreken we nu over een vrouw die de eretitel 'people's diva' krijgt. Haar stem werd wel eens beschreven als "zo rijk en warm als rijpe whisky". Sommigen onder u hebben haar misschien gezien toen zij bij de inauguratie van Obama "You'll never walk alone" zong. Op het ogenblik zingt ze de hoofdrol in Armida in de de Metropolitan Opera van New york. En binnenkort brengt ze een cd uit met covers van hedendaagse pop- en rockmusici (titel: "Dark hope"). Voorwaar een dame met vel facetten en een gouden stem.
20 mei 1861: geboortedag van Nellie Melba. Ken je ze niet? Haar naam heb je nochtans al vaker gebruikt als je in een ijssalon een "Pêche Melba" vraagt (perzik, vanilleijs, frambozensaus en slagroom mmmmmm). En de koks onder ons kennen ook de toast Melba: ultradun getoast brood, dat tegenwoordig industrieel gemaakt wordt. Maar het is hier geen culinaire rubriek. Zingen daar moet het normaal over gaan.
'Dame' Nellie Melba was een Australische sopraan (geboren als Helen Porter Mitchell) die één van de meest beroemde zangeressen was van het Victoriaanse tijdperk. Haar eerste echte sterrol zong ze overigens in 1887 in de Muntopera in Brussel. We zullen het nu even niet hebben over haar fenomenale stem, maar over haar diva-allures en temperament. Toen de jonge John Cormack bij zijn debuut in Covent Garden in een opera waar ook Melba meezong, samen met haar een buiging wilde maken voor het publiek, kreeg hij een stevige duw achterwaarts waarbij Melba zei: "in dit huis buigt niemand samen met Melba".
Haar tegenpool Caruso noemde ze een ongelikte boer, maar dat had waarschijnlijk te maken met het feit dat hij op een dag in de scene van La Bohème met als tekst "wat een koud handje, laat het mij verwarmen" een hete pikante saus in haar hand duwde, waarop Melba voor het verwonderde publiek de smurrie over het toneel zwierde.
Als ik de dag van morgen er niet meer ben huil dan niet om wat ten aarde is gedragen
zie me leven op zachte westenwinden, over een uitgestrekte zee in t avondrood in het silhouet van een meeuw zo wit zie de tederheid in een klaproos zo broos voel me in de korrels zand in jouw hand
doch treur niet om wat zal gaan tot stof aanhoor het fluisterende lied van de wind en weet me in de dag van morgen voor altijd bij jou zoals het gisteren zou.
Beste Rosa Zolang kenden we mekaar nog niet: midden september kwam ik u voor he eerst tegen, en meteen prominent in het zicht, vlak voor mij tijdens de repetities. Op je fiets kwam je naar ons toerijden, met een zwaai werd hij neergezet. En dan ontdekte ik op het Ceciliafeest een grappige vrouw, met haar eigen stoute kantjes (naar buiten sluipen en zonder dat iemand het wist een sigaretje roken). De laatste weken was je niet in forme: een kou die zogezegd niet wilde overgaan en die het op je stem voorzien had. Dat was de voorbode van de reis die je nu gaan maken bent. Ik stel me zo voor dat je op een boot stapt en langzaam wegvaart bij het licht van de ondergaande zon. We gaan je heel erg missen. Zaterdag komen we allemaal samen om je uit te zwaaien. "May the road rise to meet you".
De meest vooraanstaande vrouwelijke dirigent ter wereld Marin Alsop (° New York 16 oktober 1956 ) dirigeert het orkest voor de finales van de Koningin Elisabethwedstrijd. In haar carrière heeft ze het niet altijd gemakkelijk gehad.
Orkesten accepteren weleen tiran, maar geen bitch. Mannen die in het dagelijkse leven een bepaald gebaar maken, zegt Marin Alsop, interpreteren we anders dan vrouwen die datzelfde gebaar maken. Als je je dat niet realiseert, gaat het fout met je. Ook een vrouwelijke dirigent moet agressie kunnen overbrengen. Maar ik moet zorgen dat mijn agressie geen rare associaties oproept, van Wat een eng mens of zoiets. Want er moet ook nog muziek worden gemaakt. Marin Alsop zal nooit wijzen naar een musicus. Dirigenten die wijzen please, doe het niet. En nog wat: ga als vrouw nooit kaarsrecht staan met een hand op de heup.. Laat zien dat je nederig bent ten opzichte van de muziek. Geef nooit iemand de kans om te zeggen: Kijk nou, die bitch.
Een bitch, zou dat het vrouwelijke equivalent zijn van een tiran? Ja, vindt the worlds most prominent woman conductor zoals Alsop in 2006 genoemd werd in Time Magazine. Het verschil is alleen, dat orkesten een tiran acceptabel vinden en een bitch niet. Maar je mag ook niet te passief zijn, want dan ben je niet serieus bezig. En o ja, ze draagt een pantalon. Ik dirigeer nooit in een jurk. Je krijgt er allemaal ongelijke inzetten door. Het fladdert me teveel.
Alsop noemt zichzelf quintessentially American. Haar ouders waren orkestlid van The New York City Ballet. Ze studeerde viool aan de Newyorkse Juilliard School, was violiste in het ensemble van Philip Glass, speelde als remplaçante in de vioolsectie van The New York Philharmonic, en verdiende bij met reclamespotjes. Toen ze werd afgewezen voor de dirigentenopleiding van Juilliard, telefoneerde ze zelf een orkest bij elkaar. Ze noemde het Concordia, en gaf er concerten mee in het Lincoln Centre, met nieuw Amerikaans werk.
Een big sound uit een orkest halen is dat niet lastig voor een vrouw? Ik heb ook wel mannen zien dirigeren die moeite hadden een grote klank uit een orkest te trekken. Het moeilijkste, of je nu man bent of vrouw, is contact maken met mensen die je eigenlijk niet kent. En een geluid opeisen dat er nog niet is. Toen ik pas begon, voelde dat nogal brutaal en onbehoorlijk aan, ja. Maar je went eraan.
Succes moet je niet afmeten aan het feit dat je ergens voor gevraagd wordt. De maat van het dirigentensucces is dat ze je terugvragen.
Dirigeren wilde Alsop vanaf het moment dat ze met haar vader bij een Young peoples concert van Leonard Bernstein was. Later, toen ze zelf als violiste remplaçeerde bij The Philharmonic, schoot ze gastdirigenten aan met het verzoek om een dirigeerles. Ze ontmoette menige opgetrokken wenkbrauw, maar kreeg ook de begeerde adviezen.
Na vijf keer te zijn afgewezen voor de dirigenten-zomercursus in het Amerikaanse Tanglewood, lukte het bij de zesde poging. Ze was inmiddels 32. Docent Leonard Bernstein kwam binnen en het voelde alsof de hemel zich opende en God tot me sprak. Een jaar later won Alsop de Koussevitsky-prijs en begon de mallemolen te draaien van het reizend dirigentendom
Er was eens, lang geleden, een keizer in China die een porseleinen paleis had. De tuin van het paleis was de grootste en mooiste ter wereld. In de tuin woonde een nachtegaal die betoverend mooi kon zingen. Op een ochtend kreeg de Chinese keizer een brief van de keizer van Japan.
Beste Collega, Ik wil graag eens komen luisteren naar die nachtegaal in uw tuin. En mijn vrouw wil dat ook. Een heleboel mensen in Japan praten erover, zo prachtig zingt uw nachtegaal. Dat hebben ze zelf gehoord, als ze eens in China waren en dicht bij uw tuin kwamen. Mogen we alstublieft eens op bezoek komen? Graag dan. Veel hartelijke groeten, De Keizer van Japan
De keizer riep de hofmaarschalk en zei:Laat vanavond de vogel voor mij zingen. De hofmaarschalk vroeg aan alle lakeien, hofdames en alle anderen die hij tegenkwam in het paleis, of ze de nachtegaal kenden. Een meisje in de keuken wist van de vogel. Ik krijg er altijd tranen van in mijn ogen, zo mooi zingt hij. Breng mij er meteen naar toe!, zei de hofmaarschalk. Het meisje ging hem voor de tuin in en na een paar uur lopen, hoorde de hofmaarschalk zelf hoe prachtig de nachtegaal zong. De hofmaarschalk zei: Dag nachtegaal, wilt u vanavond voor de keizer zingen? Dat wilde de nachtegaal wel. Die avond rolden de tranen van ontroering over de wangen van de keizer. Dit is het aller-, allermooiste wat ik ooit heb gehoord ,stamelde de keizer. Lieve nachtegaal, zeg me wat je wilt hebben en ik zal het je geven. De nachtegaal zei: Ik heb tranen in de ogen van de keizer gezien. Voor een zanger is er geen grotere beloning denkbaar. Vanaf dat moment woonde de nachtegaal aan het hof. Hij werd benoemd tot Hofkeizerlijke Nachtkastjeszanger. Hij kreeg een eigen gouden kooi, de lekkerste zaden om te eten en hij mocht elke avond voor de keizer zingen.
Maar de nachtegaal mistte zijn vrijheid Op een dag kwam de hofmaarschalk met een pakketje bij de keizer. Een geschenk dat de Japanse keizer aan u stuurt, o Goddelijke Majesteit!, zei de hofmaarschalk. Het was een klein nachtegaaltje in een doosje. Geen echte, maar een mechanische. Als je hem opwond, ging zijn glinsterende staartje op en neer. Dan klonk er een liedje, zo prachtig misschien wel net zo mooi als dat van de echte nachtegaal. Vanaf toen klonk het lied van de namaakvogel veel vaker door het porseleinen paleis, dan dat van de echte. De Japanse nepvogel werd benoemd tot Hoofd Hofkeizerlijke Nachtkastjeszanger. Dat deed de echte nachtegaal zon verdriet, dat hij wegvloog.
Op een dag was het mechanische vogeltje stuk. Ze haalden er een horlogemaker bij, maar hij kon het vogeltje niet maken. Het duurde niet lang of de keizer werd ziek van verdriet. Hij lag de hele dag op zijn bed en had s nachts boze dromen. We komen je halen, zeiden de geesten. Het zou niet lang duren of de keizer zou niet meer beter worden. Op een nacht, net toen de geesten weer verschenen, klonk er een wonderschoon lied. De echte nachtegaal zat op een tak voor het open raam te zingen. Het keukenmeisje, die gehoord had van het verdriet van de keizer, had de vogel gehaald. De keizer luisterde naar de nachtegaal en werd op slag weer helemaal beter.
Huilend van geluk stond hij op en bedankte de vogel: Jij, die ik verdreven heb, komt mij hier redden van de dood oh nachtegaal, hoe kan ik je ooit genoeg bedanken? De nachtegaal antwoordde: De allereerste keer dat ik voor u zong, majesteit, heb ik al tranen in uw ogen gezien. Voor mij is dat genoeg. Als u wilt, kom ik weer vaak voor u zingen. Die ochtend gingen twee dienaren schoorvoetend naar de slaapkamer van de keizer. Ze dachten dat de keizer wel dood zou zijn. Voorzichtig keken ze om het hoekje van de deur: Maar de keizer zei vrolijk: Goedemorgen!
Of er eigenlijk iemand geïnteresseerd is wanneer ik nog maar eens reclame maak voor een belangrijk concert, weet ik eigenlijk niet. Blijven volhouden zo zeg ik maar tegen mijzelf: kritisch luisteren naar muziek is een belangrijke basisvoorwaarde voor het succesvol zelf zingen.
Zaterdagavond 22 mei a.s. om 20 uur, nog maar eens in de Sint-Norbertuskerk op de Dageraadsplaats in Antwerpen,komt de Franse koormuziek aan bod. Op de laatste repetitie van KORILE was er een hoogoplopende discussie over het mooiste Requiem dat geschreven werd. Fauré en Mozart lagen in de balans met wonder genoeg een Requiem van Donizetti. Een eerste ijkpunt is nu dit concert, waar Fauré uitgevoerd wordt (in een versie met orgel), samen met een paar liederen van Ravel en Poulenc. Uitvoerders: het Octopusensemble.
octopus is een veelzijdig ensemble samengesteld uit gedreven amateurstemmen, conservatoriumstudenten zang en professionelen. Het koor treedt naar buiten in wisselende bezettingen van 8 tot 80 zangers. Sinds de oprichting in 2000 door dirigent Bart Van Reyn werkt het kamerkoor op projectbasis, en wist op korte tijd een bevoorrechte positie in Vlaanderen te veroveren.
octopus werkte al samen met orkesten als het Vlaams Radio Orkest, deFilharmonie, Musica Viva Moskou en barokorkest B'Rock met dirigenten als Yoel Levi, Enrique Barrios, Sîan Edwards, Alexandr Rudin, Richard Egarr en Philippe Herreweghe. octopus was te gast op de Beethoven-happening (deSingel 2005) het Klarafestival (Bozar 2005 en Kaaitheater 2006), Theater aan Zee (2007), en maakte verscheidene radio-opnamen voor Klara.
Stel je het eens eventjes voor: je bent niet meer piepjong, en toch wordt er zo een 150 keer per dag aan je deur gebeld. De eersten zijn er al voor 8 uur 's morgens, en de fanatiekelingen houden het vol tot middernacht. Dat is zo ruwweg omgerekend wat er met deze blog gebeurd is: morgen of overmorgen staat de teller op 50.000. 50.000 hits, ik kan het nauwelijks geloven en ik vraag mij elke dag af wie toch allemaal die bezoekers zijn. Zo interessant zijn mijn bedenkingen, ontboezemingen of omzwervingen van mijn geest toch ook niet. Maar ik vind het fijn dat jullie er zijn. Mijn armen zijn open, mijn hart ook. En ook al ben ik af en toe eens stout of onstuimig, ... zo werkt de menselijke natuur, en de illusie dat ik een engel ben is al lang een kopje kleiner gemaakt. Op naar de 100.000????
In het kader van het Festival van Vlaanderen/Mechelen is er op donderdag 20 mei een bijzonder concert met koormuziek van Vic Nees en Robert Schumann. De meest befaamde koorcomponist van Vlaanderen, Vic Nees, is een Mechelaar. Van hem brengt het Vlaams Radiokoor Concerto per la beate vergine (voor hobo en gemengd koor) en Stella maris (voor bariton, accordeon en gemengd koor).Van Schumann zullen we Vier doppelchörige Gesänge opus 141 en Sechs lieder für Männerchor opus 33 horen.
Het geheel staat onder leiding van de dirigent in residentie van het Radiokoor: Bo Holten.
De locatie is het Hoogkoor van de Sint Rombautskathedraal. Aanvang 20u15. Prijzen tussen 10 en 15 euro.
De oorlog begon ook voor Mechelen op 10 mei 1940, die dag rond 21.30 u 's avonds wierpen Duitse vliegtuigen een ganse reeks brisantbommen uit over de stad, waarbij vooral de Bruul de meeste voltreffers moest inkasseren, evenals de Egmontstraat, de meubelzaak Jacobs in de O-L-vrouwestraat, de Tessestraat, Lange Nieuwstraat e.a in die omgeving. Het historische gebouw van de C.O.O (het huidige OCMW) in de Bruul werd grotendeels vernield. De brandweer van het Arsenaal die spontaan tussenkwam en het schepencollege later zijn onkostennota stuurde, kreeg het deksel op de neus. In tijden van nood moest iedereen immers kosteloos helpen.
Op 17 mei rond 10.00 u in de voormiddag rukten de eerste Duitse troepen Mechelen binnen. Het werd een begin van 4 jaar bezetting. Kamp Mechelen (SS-Sammellager Mecheln) was tijdens WO II een zogenaamd doorgangskamp in België.
Dossin kazerne Het kamp was gevestigd in de Dossinkazerne te Mechelen. Dit gebouw - voluit Kazerne Dossin de Saint-Georges genaamd, naar luitenant-generaal Baron Dossin de Saint-Georges (1854-1936) - was in 1756 gebouwd in opdracht van Maria Theresia van Oostenrijk. Het werd vroeger het Hof van Habsburg genoemd. In juni en juli 1942 werd het door de Duitse bezetter als verzamel- en doorgangskamp ingericht. De Dossinkazerne was voor dit doel ideaal gelegen: centraal tussen Brussel en Antwerpen, waar 90 procent van de Belgische Joden woonden. Tevens liep er tijdens de Tweede Wereldoorlog nog een spoorweg naast de Dossinkazerne, zodat de gevangenen direct in treinwagons konden worden gestopt.
Vanuit dit kamp in Mechelen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog meer dan 25.000 mensen, voornamelijk Joden, naar het vernietigingskamp van Auschwitz gedeporteerd. Van hen keerden 1221 personen levend terug. Dit is minder dan 5% van het aantal mensen dat in de kazerne terecht kwam.
Er werden 28 konvooien naar Auschwitz georganiseerd. Het twintigste treinkonvooi werd door het Belgisch verzet te Boortmeerbeek tegengehouden, waardoor enkele Joden konden ontsnappen. Vanaf het twintigste transport werden de Joden vervoerd in goederenwagons: de gevangenen, waaronder vrouwen en kleine kinderen, moesten een aantal dagen rechtop blijven staan. Twee derde van de via Kamp Mechelen gedeporteerden werd bij aankomst in Auschwitz meteen vergast. Het laatste transport vertrok op 13 juli 1944. Naast Joden werden ook Roma via dit kamp naar Auschwitz gedeporteerd. Op 15 januari 1944 vertrok vanuit Mechelen een 'zigeunerkonvooi' met 351 Roma naar Auschwitz.
Wetenschappers dachten dat het luisteren naar klassieke muziek de cognitieve functies met name bij kinderen een boost geeft. Er werden zelfs wetten gesmeed die ervoor moesten zorgen dat peuters op het kinderdagverblijf Mozart te horen kregen. Tevergeefs; het Mozart-effect bestaat namelijk niet.
Wetenschappers Jakob Pietschnig, Martin Voracek en Anton K. Formann bestudeerden alle literatuur die er over het Mozart-effect verschenen is en kunnen niet anders concluderen dan dat de klassieke muziek weinig tot niets met onze cognitieve functies doet. Ik raad iedereen aan om naar Mozart te luisteren, maar het zorgt er niet voor dat de cognitieve functie een boost krijgt, zo merkt Pietschnig op.
Psycholoog Frances H. Rauscher ontdekte het Mozart-effect in 1993. Hij deelde zijn groep proefpersonen in drieën. De ene groep luisterde naar Mozart, de andere naar relaxte muziek en de derde groep zat in stilte. Daarna deden alle proefpersonen een testje. De proefpersonen die naar Mozart hadden geluisterd, deden het testje dat de ruimtelijke intelligentie moest meten een stuk beter.
Al snel gingen de resultaten van Rauscher een eigen leven leiden. Veel media generaliseerde de berichtgeving door te stellen dat het luisteren naar Mozart tot een hoger IQ leidde. Maar daar was ook in de ogen van Rauscher geen sprake van.
Het nieuwe onderzoek neemt alle laatste twijfels definitief weg: het Mozart-effect bestaat echt niet!
Onze drie Belgische kandidaten zijn helaas niet geselecteerd voor de halve finales van de Koningin Elisabethwedstrijd. Hun prestatie kan je toch nog beluisteren op onderstaande linken:
Zeventig jaar geleden, bij het krieken van de dag, zoemden Duitse vliegtuigen als horzels boven ons land. En wanneer de Duitse grondtroepen onze grenzen overstaken, tien minuten na de eerste luchtaanval, begon voor ¨het Belgisch leger de achttiendaagse veldtocht. Achttien luttele dagen, een vliegenpoepje op één van de bladzijden van het geschiedenisboek van de mensheid. Voor de enkelen die nog overblijven was het echter vaak een belevenis die zij zouden blijven meedragen, zeg maar koesteren, als het toppunt van hun leven. Telkens en telkens weer opnieuw zouden zij hun lotgevallen vertellen aan hun kinderen en kleinkinderen, en ieder van hen was de dapperste van de Galliërs geweest. Hun verhalen bleven dezelfde ook al hadden we ze al duizend keer gehoord, altijd nieuw voor hen opgepoetst met de velouren doek van de herinnering. Eén voor één zijn ze van ons weggegaan - wie zijn in hemelsnaam die voorzitters van oudstrijdersverenigingen die hun kippenborst vooruitsteken bij de Onbekende Soldaat? - maar hun verhalen 's avonds bij de kachel leven in ons voort, een stuk van hart. Of ... hoe oorlog heimwee wordt.
Overeenkomstig zijn motto "Ante et nunc" ('Vroeger en nu') bracht het Ensemble Polyfoon gisteren in de Sint-Norbertuskerk op de Dageraadsplaats in Antwerpen een merkwaardige confrontatie tussen twee Eengelse componisten die bijna naamgenoot zijn Tavener en Taverner beiden Engelsen, beiden hoofdzakelijk componisten van religieuze muziek, beiden bekeerlingen naar een nieuw geloof, maar met bijna 500 jaar verschil. Dirigent Lieven Deroo probeerde - zoals de titel van het concert zegt - de "Ultimate Mass" te brengen. Het minste wat je kan zeggen is dat het een spectaculair programma was : met zijn 30 leden zong Polyfoon vooral dan in de hedendaagse Tavener muziek die vaak dubbelkorig was en zo tot 12-stemmige muziek kon oplopen. Het was dus alleszins de moeite waard om deze aartsmoeilijke muziek life uitgevoerd te horen. Het werd een avond die de moeite van de verplaatsing waard was. En hoe is nu eigenlijk mijn hoogst persoonlijke beoordeling? Positief was de uitdagende programmakeuze, verdienstelijk de beheersing van de partituur. Kippenvelmomenten en religieuze ontroering waren er nauwelijks, misschien omdat er teveel acrobatie gevergd werd van het ensemble. Negatief waren de talrijke ongelijke en vage inzetten en kleine momenten van detoneren. Het geheel bleef echter zeer de moeite waard. Een bijzondere pluim verdient de sopraan Jolien De Gendt, die dan ook terecht de ruiker van de dirigent doorgespeeld kreeg.
Volgens de Friese predikant Eelko Alta zou vandaag de wereld moeten vergaan vanwege een samenstand van de Mars, Venus, Jupiter, Mercurius en de maan. Weer eentje die er naast zat. Het voorspellen van de ondergang van de wereld is al zo oud als de straat (zeg maar, zo oud als de Romeinse heirweg). In het vroege christendom was men er heilig van overtuigd dat de wederkomst van Christus - en het daarmee gepaard gaande einde van de wereld - elk moment kon gebeuren. Toen dat niet bleek te kloppen, werd het volgende ijkpunt het jaar 1000. Ook dat ging zonder grote rampen voorbij.
Maar misschien moeten we meer geloof hechten aan de Maya's: 2012 is dan cruciaal. Niet dat de wereld zal ontploffen, maar dan begint volgens hen een nieuwe periode van 26.000 jaar met een cyclus van wijsheid, harmonie, vrede, liefde en terugkeer naar de natuurlijke orde der dingen. De interpretatie van niet-Maya's over hun voorspellingen zit er dus duidelijk naast. Het vooruitzicht is in elk geval heel aanlokkelijk.
13 juni ... geen dag om op vakantie te gaan, dat wordt anders een hele heisa bij de vrederechter om uit teleggen dat je niet kan gaan stemmen, ook al werd vanmorgen op de radio gezegd dat vrederechters vredelievende mensen zijn. Het wordt stilaan een gewoonte om koren voor alles en nog wat voor je karretje te spannen: eerst was er dat beruchte torenlied in Antwerpen (een draak als je het mij vraagt) en dat allemaal omdat (misschien) binnen één jaar en één dag het museum aan de Schlde zijn deuren zal openen en een nieuwe toren de skyline van Antwerpen zal (ont)sieren. En vandaag kreeg ik dan een mailtje binnen van het Brussels Brecht-Eislerkoor die in het weekend van 5 - 6 juni over het land een zangmoment willen organiseren om te protesteren tegen de onverantwoordelijkheid van toppolitici. Zullen we toch maar eventjes ernstig blijven, ja?
Voor mij ligt nr 5 van een redelijk nieuw tijdschrift "Staalkaart". Tot vorig jaar kreeg ik van één van mijn kinderen altijd een abonnement cadeau van het magazine Muziek & Woord dat onder de vleugels van Canvas en Klara werd uitgegeven. Toen dit ter ziele ging (het was eigenlijk euthanasie) ontstond er een legeplaats op mijn leestafel. Maar nu is er dus dat nieuwe culturele magazine voor wie zij noemen "culturele omnivoren": een tweemaandelijkse publicatie (bijzonder mooi verzorgd) met een gedegen vooruitblikkende mix artikels over het culturele gebeuren in Vlaanderen en Brussel. Er is in Staalkaart bijzonder veel aandacht voor klassieke muziek, oude muziek, opera en jazz. Daarnaast is er ook ruim plaats voor theater, literatuur, dans, film, fotografie en andere kunsten. Voor de nieuwsgierigen:
Zingen verhoogt de weerstand en is goed tegen stress. Dat blijkt uit onderzoek van wetenschappers van de Universiteit van Frankfurt, die hun bevindingen begin 2004 publiceerden in het Amerikaanse vakblad Journal of Behavioral Medicine.
Mensen zingen graag in de badkamer, in het voetbalstadion of op feestjes. Dat verhoogt de feestvreugde. Maar, wilden de onderzoekers weten, kan zingen behalve de sfeer verbeteren ook de lichamelijke weerstand verhogen?
De wetenschappers voerden hun proeven uit op een kerkkoor uit Frankfurt dat repeteerde voor een uitvoering van Mozarts Requiem. In twee op elkaar volgende koorrepetities werden lichamelijke veranderingen gemeten tijdens het zingen, en een week later tijdens het luisteren naar het Requiem.
De onderzoekers testten het bloed van de koorleden voor en na een repetitie. Na een uur zingen bleek de concentratie van afweerstoffen (als immuunglobuline A) en de hoeveelheid cortison, een hormoon tegen stress, aanzienlijk te zijn toegenomen. Als er alleen naar het Requiem werd geluisterd was er nauwelijks een verandering in de bloedwaarden.
"Door het zingen wordt je adem gestimuleerd en dus ook je bloedsomloop, en dat werkt reinigend en stressverlagend'', zegt Gerda van Zelm, docente solozang aan het Koninklijke Conservatorium in Den Haag. "Mensen in een koor hebben ook pret en dat werkt eveneens stressverlagend. Dingen doen die je leuk vindt, zullen altijd helpen om gezond te blijven. In Duitsland bestaan ademtherapieën, om via ademtechnieken stress tegen te gaan. Dat lijkt me in dezelfde hoek te zitten als zingen, want goed ademen is heilzaam.''
Een jonge baby hoort graag de vertrouwde stem van zijn ouders. Hij hoorde dezelfde stemmen in de baarmoeder ook al. Zingen is goed voor de ontwikkeling van je baby. Als in je zwangerschap voor je kindje hebt gezongen, is de herkenning voor je baby een bron van plezier.
Zingen met je kindje biedt de kleine troost. Je kunt je kind als het boos of verdrietig is zachtjes tegen je aanhouden en op zachte toon een liedje zingen. Je baby zal hierdoor snel kalmeren.
Door te zingen bied je het kind een woordenschat aan. Het kindje begrijpt de woorden sneller omdat er in kinderliedjes veel herhaling zit. Kleine kinderen zijn daarbij ook nog eens dol op herhalingen. Heel vaak kunnen kinderen zingend woorden wel uitspreken waar ze normaal moeite mee hebben. Niet alleen zingen bevordert overigens het leren van woorden. Dat bereik je ook met veel voorlezen of versjes opzeggen.
Zingen heeft invloed op de motorische ontwikkeling. Kinderliedjes gaan gepaard met kleine en grote gebaren. Je ziet dat kinderen die de woorden niet mee kunnen zingen vaak wel mee gaan doen met de gebaren.
Door het luisteren naar muziek ontwikkelen kinderen hun gehoor. Ze oefenen daarbij de samenwerking tussen stem en gehoor. Het is overigens niet goed voor kinderoren om de hele dag radio of televisie geluiden om zich heen te horen. Dat veroorzaakt dat het kind zich afsluit en niet meer bereikbaar is voor geluiden die het wel aangaan.
Zingen maakt babys rustiger. Samen zingen en samen muziek maken geeft een gevoel van saamhorigheid. Daarom is zingen goed voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Je kunt er overigens ook profijt van hebben door taakjes al zingend uit te laten voeren. Bedenk bijvoorbeeld een opruimliedje om je kindje te laten opruimen.
Ziezo, Zingen tot Morgenvroeg is achter de rug. De weergoden zaten niet echt mee, maar voor de rest was het - als eerste experiment - wel ok. Het afscheidsconcertje in Mechelen was leuk en klonk ook heel goed in de stationshal. We hebben wel een paar late slapers wakker gezongen. Op naar Antwerpen dan, en vermits ik geen treinreiziger ben heb ik met open mond staan kijken naar het Centraal Station waar ik al jaren niet meer geweest was. In Antwerpen begonnen de problemen: in het Frans zouden ze zeggen: mon coeur balance entre les deux. Moeilijk hoor, je wilt aan beide koren laten zien dat je ze even graag hebt, en waarschijnlijk doe je dan allebei tekort. Maar goed, dankzij Mitje in de trein bij Musica ad Nives, in Gent de boot op met Korile, zingen met MaN, drankje met Korile. Het zingen was leuk, niet meer dan dat maar ook niet minder. In elk geval was het een opsteker voor hen die denken dat het koorleven op sterven na dood is. Marc (Van den Borre) en Godfried (Vandevyvere) leidden ons in goede banen. Godfried voelde zich duidelijk wat meer in zijn sas dan zijn compaan. En nog een speciaal woordje van dank aan de organisatie. Toen we in het station in Gent Dampoort aankwamen, zei dadelijk één van de hostessen dat er iemand bij ons was met krukken en dat die gerust - op hun kosten - een taxi mocht bestellen. Dat hebben we dan wel niet gedaan, maar de geste was heel lief.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.