Ik heb jaren gewerkt in Antwerpen, tot ik rond 2000 de kans kreeg om mijn beroepsleven in schoonheid te beëindigen bij - wat toen heette - het STC Waas & Dender. De laatste 10 jaar is er op de weg heel wat veranderd. Op het einde van vorige eeuw had je af en toe een ongevalleetje op de E17, en was het de vrijdagavond niet altijd even simpel om thuis te geraken. Maar nu! ... Je zou denken dat Borgerhout achter de hoek ligt, zeker als je pas om 8 uur 's avonds moet gaan repeteren. Maar dat is buiten de waard gerekend. Als je "over het water" moet, is het (remeber De Kampioenen) miserie,miserie, miserie. Gewoonlijk kan je het nog een beetje ondervangen door meer dan een uur op voorhand te vertrekken en enthousiast de sluipwegen te benutten. Maar gisteren was het helemaal prijs: een uur en drie kwartier en 8 sigaretten later was ik toch in Borgerhout gesukkeld. Verschrikkelijk slecht voor mijn gemoedsrust is dat, als je weet dat mijn bloeddruk ettelijke streepjes steigt als ik merk dat ik te laat ga komen op een afspraak. Gelukkig was er gisteren Mia, die de teugels overnam. Bedankt Mia, en sorry voor het telaat komen.
Eén van de mooiste uitspraken over de impact en de essentie van muziek kwam van de Nederlandse minister van Cultuur Plasterk naar aanleiding van het overlijden van Ramses Shaffy: "zijn stembanden waren rechtstreeks aangesloten op zijn ziel". Zelfs een eminente kerkjurist als Rik Torfs ontsnapt deze dagen niet aan de idolatrie van dit Nederlands kleinkunstmonument. Zou het dan toch waar zijn dat je echt moet geleefd hebben om zo hoge toppen te scheren in de muziek?
De ene voorzitster is de andere niet. Rita, de onvolprezen stille kracht en voorzitter van KORILE, is een fervente en aandachtige lezer van deze bescheiden blog. Gisteren vroeg ze wanneer hier een uitnodiging ging verschijnen voor het vlug naderende concert van KORILE. We hebben er inderdaad lang genoeg naartoe geleefd. In de beste traditie van ons koor mogen we u dan ook van harte inviteren op
zaterdag 19 december om 20 uur in Zaal Ter Coose (Leest) voor ons winterconcert onder de titel WINTERBALLADE
Het optreden is opgebouwd als een winteravond waar we, zittend bij de haard zingend mijmeren. Ierland, Engeland en Rusland zijn de plaatsen waar we het eerste deel verblijven. In het tweede gedeelte bouwen we dan langzaam aan de onvermijdelijke kerstsfeer die bij december hoort. En zoals steeds zullen we een paar keer beroep moeten doen op het zangtalent van het publiek om het geheel te completeren. Bij de voorstelling van ons vorig project "De geheime schatkamer" werden we overrompeld door het talrijk opgekomen supportersheir. Ik kan me voorstellen dat het nu niet anders zal zijn om met ons gezellig samen te zijn.
Ramses Shaffy (° 29 augustus 1933) is niet meer. Zijn stormachtig leven is geëindigd in even trieste omstandigheden als zijn jeugd. Nochtans zag het er allemaal zo mooi uit: zoon van een Egyptisch diplomaat en een Poolse gravin. Maar toen zijn moeder aan TBC stierf kwam hij in Nederland terecht en verbleef in een kindertehuis. De middelbare school maakte hij nooit af, toneelschool zette hem op weg naar zijn latere succes.
Hij werd vanaf de zestiger jaren de ongekroonde koning van het Nederlandse chanson, wat hij soms samen met Liesbeth Liszt tot ongekende hoogtes tilde. De laatste keer dat hij bij ons was, kreeg hij bloemen in ons eigen Sint-Niklaas, op 11 juli 2008.
Het zou de moeite waard zijn om een uitgebreide monografie te schrijven over het mystieke huwelijk tussen grafische kunsten en muziek. Waarschijnlijk zijn er duizenden bladzijden te vullen over schilderijen, frescos, etsen waar muziek of muziekinstrumenten een rol in spelen.
Neem nu de productie van het jaar 1910 binnenkort een eeuw geleden. De onafscheidelijke vrienden Pablo Picasso en Georges Braque, bijna alle dagen in elkaars gezelschap, zijn bezig met gitaren en violen. Van Braque is dat niet zo verwonderlijk: als je in zijn atelier komt val je over de uitgestalde muziekinstrumenten. Picasso daarentegen zal herhaaldelijk zeggen dat muziek hem op geen enkele manier aanspreekt. Voor hem is de vorm van de gitaar of de viool de ultieme reminiscentie aan de vormen van het vrouwelijk lichaam. De combinatie naakt en gitaar (of mandoline) is dan ook nooit ver af. Wat er ook van zij, 1910 heeft een schat aan schetsboeken, tekeningen en schilderijen opgeleverd met allemaal hetzelfde thema.
Voor veel koorzangers is de wekelijkse repetitie een leuke avond uit, waar ze meestal naar uitkijken. In het beste geval gaan ze zelfs af en toe eens naar een concert luisteren, bij voorkeur omdat ze iemand van de uitvoerders kennen. Daar is allemaal niks mis mee. Erger wordt het als je twee koren dirigeert en voortdurend op zoek bent naar nieuwe ontdekkingen. Partituren puilen na een tijdje uit de kasten, je droomt dat je een secretaresse hebt die alles eens netjes kan ordenen, je zit te likkebaarden als er weer een uitnodiging voor een zangweek komt (en ik kan je verzekeren die zijn er met honderden). Je wil nog voldoen aan een paar vraagjes van je koorleden om wat privéles. Ongezond is het allemaal niet, maar verslavend ... !!!!
Wat kennen wij eigenlijk van de muziek van Rusland ? Bitter weinig. Nochtans heeft Rusland een erg groot muzikaal verleden : Rachmaninoff, Prokofiev, Tchaikovsky, Mussorgsky, Stravinsky en Rimsky-Korsakov zijn allemaal Russen, ook al hebben sommigen niet gans hun leven in Rusland gewoond. Maar door de komst van het ijzeren gordijn raakte het Westen zo een beetje het contact met Rusland kwijt. En in Rusland zelf werd de traditionele muziek zonder enige twijfel stiefmoederlijk behandeld. Om muziek te mogen maken, moest men een staatsexamen afleggen. Heel wat genres werden verboden. Eén van de enige traditionele genres die getolereerd werd was de muziek van de "barden" (te vergelijken met de singersongwriters van bij ons). Het valt op dat vele van die barden hogere studies achter de rug hadden, en meestal trachtten verborgen boodschappen in hun muziek mee te geven. Zo konden ze toch wat maatschappijkritiek spuien. Vaak kon hun muziek gekocht worden en in het communistische Rusland betekende dit al heel wat. Intussen was er wel een insijpeling van Westerse invloeden : hoewel b.v. The Beatles en The Rolling Stones niet officieel verkocht mochten worden gingen hun cassettes als warme broodjes onder (en niet over) de toonbank.
Ik denk dat ik maar eens een eresaluut breng aan één van die vrouwen waarik altijd al een boontje voor had: ons moeke, Godelieve. Goedlachs, globetrotter, trouw, niet altijd gespaard van tegenslagen. En ... 30 jaar koorlid. Je moet natuurlijk tot het clubje van inner circle behoren, opdat men je niet zou vergeten. Maar bij deze is het dan minstens door mij rechtgezet met een warme groet en een hartelijke proficiat.
Fait divers: vanmorgen in het achteruit rijden tegen de fiets van een allochtone medeburger aangereden. Twee geschrokken mensen, niks aan de fiets, niks aan het vege lijf, niks aan de mooie kleren (het is per slot van ekening offerfeest vandaag). Dus ... na vijf minuten iedereen weer bij zijn positieven en iedereen ook weer naar zijn fiets- of autobestemming. Tot daar niks aan de hand. In dit geval heeft tante Sophie (mijn dochter) mij toch alert gemaakt. Er zou namelijk een nieuwe rage zijn, waarbij Turkse en Marokkaanse mensen een dergelijk klein incidentje aangrijpen om naar de politie te stappen en achteraf te zeggen dat ze aangereden zijn, schade hebben en ... dat de bestuurder vluchtmisdrijf heeft gepleegd. En met vluchtmisdrijf wordt niet gelachen. Dus ... ik gebeld naar de wijkagent die bevestigt dat dat gevaar er in zit, al zijn het aantal pientere "slachtoffers" toch nog beperkt. Wat moet je dan doen? Inderdaad toch maar naar het politiebureau stappen en melding maken. De balieagent (in mijn geval een charmante dame) maakt dan een meldingsbericht op en alles is dan ok. Een mens is nooit te oud om iets te leren.
Op zondag 20 december om 17u brengt het Engelse universiteitskoor Choir of Royal Holloway o.l.v. Rupert Gough met A Merry Christmas een sfeervol kerstconcert met Engelse traditionele carols afgewisseld met hedendaagse koormuziek van Arvo Pärt, Vytautas Miskinis & Rihards Dubra.
Op maandag 28 december om 20u brengen het Collegium de Dunis o.l.v. Ignace Thevelein en het Scorpio Collectief o.l.v. Simen Van Mechelen samen het concert In die Nativitatis. Kerstpolyfonie van Thomas Luis da Vittoria, Orlandus Lassus, Rogier Michaël,.... afwisselend én samen gebracht door het koor en het instrumentaal ensemble.
Een koor is een team. Iedere week dat je samenkomt bouw je met zijn allen aan iets immaterieel. Een dirigent mag dan al het muzikale bouwwerk in zijn hoofd hebben en er proberen - op zijn eigen manier - hard aan te werken, de teamspeleres heb je natuurlijk niet helemaal in de hand. Soms kan je met de vinger wijzen naar een dirigent die wat minder aandacht heeft gehad voor de gevoeligheden van zijn spelers, maar vaak zijn het onderhuidse wrijvingen die maken dat je een koorlid verliest. Dat geeft zo het gevoel van een stukje van je lichaam kwijt te geraken en dat doet pijn. Is een vingernagel onmisbaar? Natuurlijk niet, als je hem verliest zal je niet doodgaan. Maar je moet er maar eens eentje uittrekken. Diplomatie is een aangeboren talent, maar je kan er wel aan sleutelen.
De stem van een cello
Waaraan het geluid van een cello doet denken
de cellist Widlund vertelde me dat er in dit instrument iets huist - een stem een al heel oude stem waarnaar je zoekt als je speelt en die je herkent als je haar vindt
misschien is het dat waarom ik moet denken aan de oudste geluiden die ik ken, zoals neuriën, zingen, kreunen, huilen
en ook aan de kleuren van een woud in de herfst alsof je het heimwee hoort van de cello naar zijn plek van herkomst
Eén van de traditionele kerstliederen die wij gekozen hebben voor het winterconcert van KORILE is het (zeker in Frankrijk) bekende "Bij hun schaapkens in de wei". Wij zingen het in een versie van de Aalsterse organist Renaat Morres. Het leuke er aan is, dat het gaat omspeeld worden door één van de twaalf Noëls van Louis Claude Daquin. Contrast tussen moderniteit en barok.
Louis Claude Daquin (Parijs, 4 juli 1694 - Parijs, 15 juni 1772) was een Franse componist,organist en clavecimbelspeler. Hij was een muzikaal wonderkind dat al op 6-jarige leeftijd voor koning Lodewijk XIV speelde. Op zijn twaalf jaar werd hij benoemd tot organist van de Parijse Petit St. Antoine. In 1727 versloeg hij Rameau in een wedstrijd voor de post van organist aan St. Paul. In 1739 werd hij, in opvolging van Dandrieu organist van de Koninklijke Kapel.
Daquin had vooral succes met zijn speelse improvisaties. Hij was van 1755 tot 1772 ook organist aan de Notre Dame te Parijs. In die tijd was daar een speciale regeling: er waren 4 organisten die het werk onder mekaar verdeelden zodat zij ook de tijd hadden om hun andere functies te vervullen.
Begrafenissen. Als je iet of wat een mens bent die niet opgesloten zit in een coccon, dan maak je er heel wat mee in je leven. En dan spreek ik natuurlijk nog niet van een dirigent van een koor dat banden heeft met een of andere parochiekerk. Het begint al vroeg: één voor één sterven je grootouders. Je staat er bij en kijkt verbaasd naar het verdriet van je ouders, of je voelt de veilige warme hand van je grootvader niet langer meer rond je kinderhand. Dan komt er een periode waar je (vroeger meer dan nu) je kan gaan vermeien in allerlei huwelijksfeesten. Maar dan laat het leven zien dat het zijn eigen wetten heeft: de overlijdens van tantes en nonkels brengen de familie samen rond de obligate koffietafel en geven je de kans om bij te praten en te zeggen hoe goed tante het gehad heeft. Je ouders sterven en je voelt je ineens wees, het ogenblik bij uitstek om je te realiseren dat er zoveel dingen ongezegd gebleven zijn, want ... je dacht dat je nog veel tijd had. In september ben ik 65 geworden. In de vorige eeuw vond men het best dat je dan een pensioen kreeg om de laatste jaren van je leven in rust door te brengen. Nu vindt men deze leeftijd eigenlijk nog ongeschikt om op je lauweren te gaan rusten, because ... zoveel gestegen levensverwachting. Als ik voor de spiegel sta, vind ik mijzelf niet oud, hoogstens een beetje meer charmeur met grijze haren. Zelfs het feit dat mijn kleinkinderen groeien gelijk kool, brengt me niet van mijn stuk. Maar de begrafenissen van vandaag zijn aan het veranderen:je gaat er nu naar toe bij de dood van een neef of nicht. In de genealogie staan die op hetzelfde trapje als wijzelf. En al voel je jezelf niet oud, en wil je best nog eens (proberen) gek doen, om één ding kan je niet heen: de andere neven en nichten zijn oh zo oud geworden. Zou het dan toch waar zijn dat er ooit een eind komt aan ons leven? Ik kan het mij nog niet voorstellen.
We kunnen vandaag niet om de politieke actualiteit heen nu Herman Van Rompuy geroepen is om president te worden van de Europese Raad. Bovendien is het minder een voorbijgaand politiek fait divers, dan wel een historische gebeurtenis waarvan wij de draagwijdte later in de geschiedenisboeken zullen terugvinden. Pas dan zal blijken welke belangrijke stap gezet is op het Europese continent. En wat je ook mag denken over de politieke klasse in ons en in alle landen, het pleit voor de regeringsleiders dat zij een man hebben uitgekozen die - naast zijn strategische benadering van het politiek gebeuren - drager is van grote culturele Europese waarden. Ik heb altijd een zwak voor politici die in hun leven en in hun ambt ook nog algemene kennis en een brede culturele interesse hebben. Loodgieters mogen dan al onmisbaar zijn voor de samenleving, mijn hart springt op als ik in het parlement ineens een premier voor de vuist weg een gedicht hoor aanvullen, of als een belangrijke redevoering opgebouwd wordt volgens de klassieke regels van de retoriek. Om er maar twee te noemen: Mark Eyskens en Vaclav Havel zijn voor mij voorbeelden van humanitas en altijd beluisterenswaard en inspirerend. . En misschien vervoegt Bart De Wever ooit het rijtje van de grote klassiekers. Herman Van Rompuy is voor mij ondertussen al de galerij van de groten binnengetreden.
Zij liepen en liepen maar door en zongen «Eeuwige herinnering», en steeds als zij ophielden leek het, alsof hun benen, de paarden, de windvlagen op hun eigen ritme doorgingen met zingen.
De eerste zin uit de roman Dokter Zjivago van Boris Pasternak, waar we het gisteren in de rand eventjes over hadden op de repetitie van KORILE. Alleen de ouderen herinnerden zich nog de film uit 1965, waarbijde dames eerder gevallen waren voor de ogen van Omar Shariff, terwijl uw dirigent toch meer voelde voor Julie Christie, wier thema Laras song onsterfelijk zou worden.
17 november doet mij altijd een beetje weemoedig worden, als ik bedenk dat dit de dag is waarop de reus van de Franse beeldhouwkunst op 77-jarige leeftijd overleed. We hebben het inderdaad over Auguste Rodin. Je wordt stil als je zijn genie bewondert in het Musée Rodin in Parijs, vlakbij de "Invalides". Nooit geweest? Een bezoek hier is op zich nochtans de moeite om een trip naar de Lichtstad te maken. Niet alleen zal je dan onder de indruk komen van werken zoals "De kus" of "De burgers van Calais", of herinnerd worden aan zijn tumultueuze liefdesverhouding met Camille Claudel (zuster van). Je zal er ook Balzac leren kennen, zoals nooit te voren uitgebeeld, of in vervoering staan voor de "Vlucht van Amor". En het zou geen Fransman geweest zijn, mocht hij niet geofferd hebben aan de Eros, maar daarvoor moet je hem dan weer ontdekken als schilder en tekenaar.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.