Gregorio ALLEGRI was zanger, componist en priester. Hij woonde en werkte zijn hele leven in Rome. Van 1629 tot aan zijn dood was hij zanger bij het pauselijke koor. Voor dit koor schreef hij het MISERERE, het enige werk waarop zijn huidige roem berust. Het is bestemd voor de laatste drie dagen van de Stille of Goede Week. Tijdens deze drie dagen werd de dienst Tenebrae genoemd, Latijn voor duisternis. In de pauselijke kapel en elders werd het gevierd op de avonden die eraan voorafgingen, rond het uur dat de duisternis inviel (dus op woensdag, donderdag en Goede Vrijdag). Terwijl het Miserere gezongen werd, werden de kaarsen in de kapel langzaam één voor één gedoofd, tot er aan het einde van het stuk nog maar één over was, verstopt achter het altaar. Vanaf ongeveer 1666 werd Allegris zetting van psalm 51 jaarlijks gezongen door het pauselijke koor. Alleen dit koor mocht het uitvoeren. Het was verboden de muziek (d.w.z. een kopie van het manuscript) de kapel uit te brengen op straffe van excommunicatie.
De Engelse muziekhistoricus Charles Burney wist een kopie te bemachtigen toen hij Rome in 1770 bezocht Hij publiceerde het in 1771, tegelijk met vier andere stukken die het pauselijke koor in de Goede Week uitvoerde. Al snel verschenen er ook andere edities, die echter niet de versieringen en speciale expressieve nuances bevatten, die de zangers van het pauselijke koor toevoegden in overeenstemming met wat werd beschouwd als een geheime orale traditie. Bezoekers stroomden naar Rome toe om iedere Goede Week het Miserere te horen. De bezoekersaantallen bereikten een piek in de jaren tussen het einde van de Napoleontische Oorlogen (in 1815) en 1870, toen het pauselijke koor in feite werd ontbonden.
Een trend die de laatste jaren hoe langer hoe meer opgang maakt, is de samenwerking tussen verschillende koren aan een bepaald project. Niet alleen is de kennismaking mer mekaar leuk en verrijkend, ineens ontstaan er ook veel meer mogelijkheden om werken uit te voeren die je anders wellicht niet aan kan. Bovendien kan je dan met een beetje geluk het ingestudeerde programma een paar keer uitvoeren. Er zijn mogelijkheden legio om hier eens aan te beginnen en te kijken hoe het bevalt.
Gisteren zei ik al dat ik blij ben dat de repetities gaan hernemen. En natuurlijk gaat het dan om muziek te kunnen maken. Maar na wat jaren met een koor gaat het ook om de mensen die je ontmoet. Altijd weer zijn er koorleden die je gaandeweg beter leert kennen en die iets voor je gaan betekenen. Samen iets fijn doen is vaak het begin van vriendschap (of in andere gevallen liefde). Ik stel me de hemel voor als een plaats waar er veel muziek gemaakt wordt met allemaal gelijkgestemde zielen. Er zal ook wel een compatimentje zijn, waar ze niet van muziek houden en toch in die hemel terecht gekomen zijn. Misschien moet ik dan wel eens pendelen naar de hemel van de boekenliefhebbers. Wat er ook van zij, het eerste stukje hemel komt er aan in de koren die weer van start gaan.
De vakantie is nu al een eind opgeschoven. Ik kijk al uit naar het hernemen van de repetities. Hoe leuk een verlofperiode ook kan zijn, na een tijdje wordt het toch zoiets als een tocht door een droog en dor land. Het verfrissende water van het koorleven ontbreekt er toch aan. Dus: dinsdag 18 augustus starten we terug in KORILE. woensdag 19 augustus hernemen we in Stekene met het RUYSSCHEVELDEKOOR; En binnenkort kunnen we eindelijk kennismaken met MUSICA AD NIVES; die starten de eerste donderdag van september. Joepie!
5e keer "vake": Juliette is vandaag geboren in Gent. Ze weegt 3,270 kg, is 48 cm lang en het mooiste kind van de wereld (of wat dacht je met zo een peter). Ze slaapt gelijk een roos als ze niet aan het eten is.
Een dagje later dan de rest van ons Ruysscheveldekoor zijn we terug in het land. Velen van ons zullen moe en afgepeigerd zijn maar hebben in elk geval kunnen kennismaken (hetzij opnieuw hetzij voor de eerste keer) met de Eeuwige Stad. Met zijn 49 hebben we rondgedraafd, langs het Colosseum, de suikertaart van Victor Emmanuel, het Capitool. We zongen onder de rook van het Vaticaan in de kerk van de Friezen, beklommen de koepel van de Sint Pieter, gooiden muntjes in de Trevifontein (om zeker nog eens terug te keren), ontdekten kapotte koffiemachines in ons hotel, lieten ons koorgeluid horen in het Pantheon, zagen kerken in alle maten (de Gésu, Sint Jn van Lateranen, Sint Paulus buiten de muren, San Clemente), we werden doodgemarteld in de brandende middagzon op weg naar de Galleria Borghese, en we vierden het feest van de vriendschap.
Effe afscheid nemen: het kan niet meer op deze vakantie. Morgenvroeg vertrek ik (met de auto) naar Rome, waar ik het Ruysscheveldekoor zal opwachten dat daar zaterdag voor de middag aankomt. Ik hoop jullie allemaal terug te zien hier op de blog op 14 augustus. Houd het warm en zorg goped voor jezel
Ik her inner me nog als de dag van gisteren mijn eerste officiêle uitvoering als dirigent van een koor. In die tijd deden de pastoors nog huisbezoeken bij hun nieuwe parochianen. Zo waren wij als jonggetrouwd koppeltje in de Ganzenstraat in Brugge komen wonen. Op één of andere manier werd ik toen voor de eerste keer verleid (door een koor hé - ik was al getrouwd) en ging ik aan de slag met het parochiekoor van de Heilige Familiekerk. En het allereerste optreden was in de gevangenis van Brugge, hoog uittorend boven de gevangenen. Ik weet zelfs nog dat we de toen populaire mis van Moortgat zongen, aan het kramikkelige orgeltje begeleid door een blinde organist. En het was zowaar een succes, al was dat niet te verwonderen in de nostalgische tijd voor Kerstmis, die iedereen toch een beetje week maakt. Volgend spannend moment was in diezelfde parochie een mis, waar mijn vader naar toe kwam. Van mijn vier jaar had hij elke dag naast mij gezeten aan de piano, en nu kon hij de vruchten plukken. Dat hijzelf dirigent was van het koor in Beringen (Limburg) maakte het dubbel opwindend. Was daarmee een nieuwe generatie geboren?
Er is al druk mail- en telefoonverkeer geweest tussen Sint-Niklaas en Rome. Alhoewel de Kerk van de Friezen eigenlijk maar een klein kerkje is, moet daar precies toch alles tot in de puntjes geregeld zijn, vooraleer je er kan zingen. Dat is ook niet te verwonderen: het ligt onder de schaduw van de colonnades van Bernini, vlakbij het Sint-pietersplein en is een hulpparochie die rechtstreeks van het Vaticaan afhangt. Wij moeten zorgen voor liturgische blaadjes met daarop alle gezongen delen van de mis, die het volk moet kunnen meedoen. Er blijft toch nog genoeg ruimte om - met ons onvolledig koor - wat meerstemmige dingen te brengen. En er is ook gestipuleerd dat wij voor en na de mis voor aangepast orgelspel moeten zorgen. Dat zal ik voor mijn rekening nemen (ik denk dat het Van kerchoven en Händel wordt).
Ons defenitief koorprogramma ziet er zo uit :
* Wesley: Lead me Lord * Paul Kickstat : Soli Deo gloria * Palestrina: Jesu Rex admirabilis * J.S. Bach: Da nobis pacem Domine * M. Haydn: Domine Deus salutis meae * Ramiro Real: Ave Maria
Ik zal maar eens een klein smaakmakertje publiceren, maar allemaal vast ligt het niet.
* C. E. Horsley (1822-1876) : All my heart this night rejoices * L. Perosi (1872-1956) : Dormi, non piangere * Jef Tinel ( 1885-1972): Het viel eens hemels douwe * Joan Pau Pujol ( 1573-1626) : Regina coeli laetare * Michael Higgins (°1981) : Deep within me * William Boyce (1710-1779): Alleluia * Oleg Belajeff : Psalm 19, The Law of the Lord * René De Clercq ( 1877-1932) : Lieve Vrouw der schone Schelde * Charles Gounod (1818-1893) : Messe nr. 7 'aux chapelles'
Ik zou deze morgen zo eens eventjes door wat partituren bladeren om al een eerste poging te doen om het jaarprogramma van Musica ad Nives op zijn pootjes te zetten. "Gouverner c'est prévoir". Maar zoals steeds loopt dat uit op een complete ramp. Je grasduint in je bestand (ondertussen om en nabij de 8000 koorpartituren) en je ziet wat moois. Na een uurtje ben je natuurlijk hopeloos verloren: zoveel dingen die je nog ooit eens met je koren zou willen doen, dat er geen tijd genoeg is in één mensenleven om dat allemaal te realiseren. Is dat de reden waarom ik er nog een derde koor heb bijgenomen? In elk geval heb ik, na enkele uren, stof genoeg verzameld om weeral een jaartje zoet te zijn. Ik ben benieuwd wat het koor er van zal vinden.
Van de vroegchristelijke hymnodie is weinig tastbaars over. De vroege Christenen hadden deel aan de Joodse religieuze tradities en ook aan de muzikale conventies van de Joodse cultuur. De ontwikkeling van zang in de Westerse Kerk volgde Constantijn's Edict van Milaan en het einde van de vervolgingen van Christenen om hun geloof. Na het edict was het Christendom legaal, en de Christelijke eredienst werd voortaan in het openbaar gevierd. Dit riep om nieuwe vormen, vooral om de psalmen te reciteren tijdens liturgische handelingen. We weten weinig over de vroegste vormen van Westerse liturgische zang.
De vroegste documenten met Christelijke muziek die overgeleverd zijn komen uit Egypte. Zo is er een gedicht of hymne door Clemens van Alexandria, de andere is de Hymne aan de Heilige Drieëenheid gevonden in het Oxyrhynchus papyrus, de enige Christelijke muziek die we hebben van voor de negende eeuw. Beide zijn in het Grieks en hebben een Griekse muzikale vorm en notatie.
Op een bepaald moment, misschien wel al in de vierde eeuw, begon zich unieke lokale zang te ontwikkelen in het Westen. Gedurende de volgende drie eeuwen, ontwikkelden zich zangvormen in Zuid Italie, Noord-Italie, Gallië en Spanje, en natuurlijk ook in Rome. Toen Karel de Grote zijn liturgische hervormingen doorvoerde aan het eind van de 8e eeuw, had zich een verscheidenheid aan zangvormen ontwikkeld in het Westen. Eén van de doelen van Karel de Grote was een uniforme liturgische rite, met de Romeinse zang die hij bewonderde. Het resultaat was een verzameling gezangen die bekend zijn geworden als Gregoriaans. Dit werd de standaard liturgische zang van de Latijnse rite.
Tot de hervormingen van de Tweede Vatikaans Concilie na 1963, bleef het Gregoriaans de belangrijkste zang in de latijnse rite.
Der zijn zo van die lezers die blijkbaar goed tussen de lijnen kunnen lezen. Niet iedereen was er van overtuigd dat mijn vorig blogbericht iets te maken had met onze aanstaande Romereis en Santa Maria Maggiore. Maar goed, ik wil jullie niuewsgierigheid wel bevredigen (voor één keertje). Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw (Maria ad Nives) heeft een koor dat eventjes zonder dirigent zit en ik ben gisterenavond op bezoek geweest bij hun bestuur. Ik ben blij dat het goed klikte met die mensen en dat we elkaar op muzikaal vlak konden vinden. Dus ... vanaf 17 september heb ik een derde stek gevonden om te dirigeren. Ik kijk er al naar uit. En wie weet komt er op een dag nog iets mooi uit de lucht vallen als we misschien eens met mekaar kunnen samen werken. Vanaf nu is dus Musica ad Nives bij de groep van kriekebolletjes. Maar nu is het echt genoeg: drie koren zullen mijn muzikale kriebels ongetwijfeld kunnen stillen.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.